Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Olst-Wijhe

Beleidsregels subsidieverstrekking 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOlst-Wijhe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels subsidieverstrekking 2023
CiteertitelBeleidsregels subsidieverstrekking 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlageBijlage 1 Beleidsregels subsidieverstrekking 2023

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening gemeente Olst-Wijhe

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-2022nieuwe regeling

13-12-2022

gmb-2022-569727

56255-2022

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels subsidieverstrekking 2023

Het college van de gemeente Olst-Wijhe

 

gelezen het voorstel met kenmerk

 

gelet op artikel 7.2 van de Algemene subsidieverordening van de gemeente Olst-Wijhe

 

besluit:

 

vast te stellen Beleidsregels subsidieverstrekking 2023.

I. Inleiding

In de Algemene Subsidieverordening gemeente Olst-Wijhe (ASV) zijn de hoofdregels voor de subsidieverstrekking aangeven; waaronder procedure regels. In artikel 7.2. van de ASV is bepaald dat de voorwaarden waaronder en de vorm waarin met betrekking tot de verschillende soorten subsidie wordt verleend, geregeld worden in de Beleidsregels Subsidieverstrekking gemeente Olst-Wijhe. Deze beleidsregels worden jaarlijks vastgesteld. In dit document worden de beleidsregels voor het jaar 2023 vastgesteld.

II. Soorten voorzieningen

Ten behoeve van de beleidsterreinen en de organisaties die onder de reikwijdte van dit document vallen maakt de gemeente Olst-Wijhe onderscheid in twee soorten voorzieningen: primaire en secundaire.

 

A.Primaire voorzieningen

Primaire voorzieningen zijn voorzieningen waarvoor de gemeente primair de verantwoordelijkheid op zich neemt in het belang van de inwoners. De volgende stichtingen zijn aangemerkt als primaire voorzieningen:

 

A1. Stichting Openbare Bibliotheek Salland

A2. Het Breed WelzijnsVerband Olst-Wijhe (Stichting Kulturhus Olst-Wijhe, Stichting WelZijn Olst-Wijhe,

A3. Stichting Vriendendiensten Deventer

A4. MEE IJsseloevers

A5. Vizier antidiscriminatievoorziening

 

B.Secundaire voorzieningen

Secundaire voorzieningen zijn voorzieningen die van belang zijn voor het welzijn in onze gemeente en waarbij de gemeente een belangrijke rol wil spelen, maar waarbij de primaire verantwoordelijkheid bij de burger ligt. Deze voorzieningen leveren een bijdrage aan doelstellingen uit het gemeentelijk beleid ten aanzien van sport, jeugd, ouderen en kunst en cultuur. Voorzieningen die hiertoe gerekend worden zijn, zijn voorzieningen op het gebied van:

B1. Sport (ledensubsidie)

B2. Amateuristische Kunstbeoefening en Cultuur

B3. Recreatieve voorzieningen

B4. Jeugd (gezondheidszorg)

B5. Jeugd en jongerenwerk (vrijwilligersorganisaties)

B6. Overig maatschappelijk werk

B7. WMO

B8. Leefbaarheid in de kernen

B9. Onderwijs

B10 Vluchtelingenwerk

B11 Buurtbus

B12. Milieueducatie en voorlichting

B13. Reclamefonds sport

III. Soorten subsidies

Naast onderscheid in voorzieningen wordt er ook onderscheid in subsidies gemaakt. De ASV van de gemeente Olst-Wijhe kent de volgende subsidies:

  • -

    Jaarlijkse subsidies: subsidie die per (boek)jaar of voor een bepaald aantal boekjaren aan een instelling voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt. Hieronder vallen:

    • Budgetsubsidies: subsidies die worden verstrekt aan de primaire instellingen. Met deze instellingen worden in een uitvoeringsovereenkomst afspraken gemaakt over prestaties die geleverd moeten worden tegen een van te voren vastgesteld bedrag.

    • waarderingssubsidies: subsidies die van jaar tot jaar worden verstrekt aan secundaire instellingen ten behoeve van steeds terugkerende activiteiten.

  • -

    Eenmalige subsidies: subsidie ten behoeve van bijzondere incidentele projecten of activiteiten die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager en waarvoor het college slechts voor een van tevoren bepaalde tijd van maximaal vier jaar subsidie wil verstrekken. Hieronder vallen:

    • Incidentele subsidies: subsidie om activiteiten van eenmalige, incidentele aard uit te voeren.

    • Subsidies vanuit het Reclamefonds: subsidie aan vaste grootgebruikers van Sporthal de Hooiberg te Olst voor activiteiten die voldoen aan de criteria die zijn vastgesteld voor het Reclamefonds.

    • Projectsubsidies: subsidie waarbij de instelling een bedrag krijgt toegewezen om een vooraf goedgekeurd project uit te voeren.

    • Leadersubsidies: Leader is onderdeel van het Europese subsidieprogramma voor plattelandsontwikkeling. Dit programma wordt uitgevoerd van 2015 tot en met 2022. Leader richt zich op de economische, ecologische en sociale versterking van het platteland en stimuleert en ondersteunt inwoners bij het uitwerken van een projectidee tot een plan. Voor de uitvoering van dat plan kun je vervolgens een Leader-bijdrage aanvragen. De aanvraag en verantwoordingsprocedure wijkt af van de procedure zoals is vastgesteld in de ASV.

IV. Indexering

Ten aanzien van de indexering wordt onderscheid gemaakt in primaire voorzieningen en secundaire voorzieningen.

 

1. Indexering subsidies t.b.v. primaire voorzieningen

Bij de primaire voorzieningen wordt vervolgens weer onderscheid gemaakt in structurele subsidies en éénmalige subsidies (subsidies met een looptijd van maximaal drie jaar).

 

1a. Structurele subsidies primaire voorzieningen

Voor de indexering van de structurele subsidies wordt er een onderverdeling gemaakt in personele kosten en overige kosten.

 

Personele kosten.

Voor de indexering van de personele kostencomponent in de subsidies aan de primaire organisaties volgen wij het advies van de VNG en hanteren wij vanaf 2023 de zogenaamde OVA-index. Deze index komt redelijk overeen met de percentages die wij in de afgelopen jaren hebben gehanteerd voor loonstijgingen uit de verschillende Cao’s van de primaire organisaties. De éne organisatie zal een voordeel hebben, de ander een nadeel. Voordeel van het hanteren van deze index is dat de verplichte loonstijging van 1,13% vanaf 2022 voor personeel in zorg- en welzijnssector is meegenomen. Gemeenten hebben vanaf 2022 via de algemene uitkering een compensatie ontvangen voor deze verplichte extra loonstijging.

 

Nabetaling over 2022

Op basis van deze lijn is in 1e instantie over het aandeel personele kosten in de subsidie 2022 een correctie toegepast in verband met compensatie verplichte loonstijging van 1,13% m.b.t. structurele subsidies.

 

Voorlopige OVA index 2023

De voorlopige OVA index voor 2023 is vastgesteld op 4,74%

Voor het berekenen van het aandeel personele kosten in de subsidie inclusief de indexering m.bt. de OVA index geldt de volgende formule voor 2023:

  • Aandeel personele kosten in % van totale begroting van het jaar 2022 zoals die door het bestuur is vastgesteld.

  • Dit percentage wordt vervolgens toegepast op het herziene subsidiebedrag jaar 2022. (subsidiebedrag inclusief nabetaling 1,13% m.b.t. personele kosten)

  • Het aldus verkregen bedrag wordt vervolgens vermenigvuldigd met 1,0474.

  • Na afloop van het jaar volgt verrekening op basis van de definitieve OVA-index.

Materiële kosten

Inhaalslag 10% t/m jaar 2022

In de afgelopen jaren is er geen index toegepast op het aandeel materiële kosten in de subsidie en werd de nullijn toegepast. Daardoor ontstond er scheefgroei in de jaarlijkse aanpassing van de subsidies en de kostenstijgingen waarmee de instellingen te maken hebben. Gevolg hiervan was dat de instellingen financieel onder druk kwamen te staan. Gelet op het belang dat wij hechten aan de primaire voorzieningen, hebben wij besloten om de scheefgroei te compenseren en wordt in eerste instantie over het aandeel materiële kosten in de subsidie, in de vorm van een inhaalslag, een index van 10% toegepast.

 

Index 2023 materiële kosten

Voor wat betreft de jaarlijkse kostenstijging, gaan wij voor 2023 uit van:

  • a.

    Een vast percentage van 2% indien het aandeel materiële kosten in de subsidie niet hoger is dan € 50.000,-

  • b.

    Het CPI index (Consumenten Prijs Index) over 2023 indien het aandeel materiële kosten hoger is dan € 50.000,-. Deze index wordt in eerste instantie voorlopig vastgesteld op basis van de meicirculaire 2022 m.b.t. de algemene uitkering uit het Gemeentefonds; waarbij het voorlopig CPI index voor 2023 geraamd is op 2,4%. Na afloop van het jaar wordt afgerekend op basis van het definitief vastgestelde CPI index 2023.

Ter toelichting met betrekking tot punt a.

Mocht de werkelijke prijsstijging afwijken van deze 2%, dan levert dit deze partijen slechts een beperkt voor- of nadeel op en weegt het niet op tegen de administratieve last voor gemeente en stichting wanneer wel het fluctuerende prijsindexatiecijfer wordt gebruikt.

 

Uitzondering

Bovenstaande indexeringsregels zijn van toepassing voor de structurele subsidies ten behoeve van de instellingen die behoren tot de primaire voorzieningen; dit met uitzondering van Vizier antidiscriminatie- voorziening. Voor deze organisatie geldt alleen een index van 2% op het bedrag per inwoner, waarbij het bedrag per inwoner uitkomt op € 0,463. De reden van de uitzondering heeft te maken met het feit dat in de gelopen jaren het bedrag per inwoner al aanzienlijk is verhoogd en het toepassen van een inhaalslag van 10% daardoor niet aan de orde is.

 

Rekenvoorbeeld

Om de indexeringssystematiek te verduidelijken is in bijlage 2 een rekenvoorbeeld aangegeven.

 

1b. Incidentele subsidies primaire voorzieningen

Vanwege het incidentele karakter van de subsidie wordt de nullijn gehanteerd m.b.t. indexering

 

2. Indexering subsidies t.b.v. secundaire voorzieningen

Anders dan bij primaire voorzieningen, ligt bij secundaire voorzieningen de verantwoordelijkheid in eerste instantie bij betreffende organisatie. De gemeente ondersteunt de organisatie veelal in de vorm van een waarderingssubsidie. Mede om deze reden is bij de uitgangspunten voor de gemeentebegroting 2023 besloten om voor deze subsidies de nullijn toe te passen, waarbij opgemerkt wordt dat de nullijn ook voor menig ander onderdeel in de gemeentebegroting wordt toegepast.

V. Nadere subsidieregels

In artikel 5.1.e van de ASV is het volgende opgenomen: “Indien een aanvrager naar oordeel van het college ook zonder de gevraagde subsidie over voldoende gelden beschikt om de kosten van de activiteiten te dekken, kan subsidieverlening geweigerd worden. Het college kan hiertoe nadere regels stellen.”

 

Deze nadere regels willen wij van toepassing verklaren voor de structurele subsidie aan de organisaties die behoren tot de secundaire voorzieningen. Indien deze organisaties voldoen aan gestelde doelen zoals verwoord in deze notitie, wordt een financiële beoordeling van begroting en jaarrekening achterwege gelaten.

VI. Beleidsregels per voorziening/ werksoort

Op basis van het bovenstaande zijn de beleidsregels en subsidiebedragen voor 2023 per voorziening/werksoort nader uitgewerkt in bijlage 1 van dit besluit (Beleidsregels subsidieverstrekking 2023)

 

Inwerkingtreding

 

De beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 13 december 2022

Burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe

de secretaris/algemeen directeur

de burgemeester

Bijlage 1 behorende bij besluit Beleidsregels subsidieverstrekking 2023

 

Betreft beleidsregels en subsidiebedragen per voorziening/werksoort

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijlage 2