Paragraaf 1. Voorbereiding
Artikel 6. Oproep en agenda
- 1.
De commissievoorzitter zendt ten minste 10 dagen voor een vergadering de commissieleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken.
- 2.
In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering, wordt deze met de daarbij behorende stukken aan de leden gezonden.
- 3.
Op de stukken, bedoeld in het eerste en tweede lid, is artikel 7, tweede lid, van toepassing.
- 4.
De agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.
Artikel 7. Ter inzage leggen van stukken
- 1.
De stukken zijn digitaal beschikbaar en worden op de website van de gemeente geplaatst.
- 2.
Stukken waaromtrent op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de wet geheimhouding is opgelegd, worden in afwijking van het eerste lid digitaal vergrendeld beschikbaar gesteld aan de commissieleden.
Artikel 8. Openbare kennisgeving
- 1.
Commissievergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door aankondiging in het gemeenteblad en op de website van de gemeente.
- 2.
In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving uitsluitend langs elektronische weg plaatsvinden.
Paragraaf 2. Vergadering
Artikel 9. Presentielijst
De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van de vergaderingen.
Artikel 10. Opening vergadering en quorum
- 1.
Een vergadering wordt niet geopend indien blijkt dat minder dan de helft van het aantal raadsfracties vertegenwoordigd is.
- 2.
Als op grond van het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.
- 3.
Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter alleen beraadslagen over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd, als blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.
Artikel 11. Beeldvorming en opiniëring
- 1.
Aan het einde van de beraadslaging over ieder onderwerp, inventariseert de voorzitter of de bespreking door de commissie voldoende beeld van een onderwerp/voorstel heeft opgeleverd en of de meningen voldoende uitgewisseld zijn.
- 2.
In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van stemmingen over geheimhouding en met betrekking tot de orde.
Artikel 12. Aantal spreektermijnen
- 1.
Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.
- 2.
Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter afgesloten.
- 3.
Commissieleden voeren in een termijn niet meer dan éénmaal het woord over hetzelfde onderwerp of voorstel.
- 4.
Bij de bepaling hoeveel keer een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.
Artikel 13. Deelname aan de beraadslaging door collegeleden en anderen
- 1.
De commissievoorzitter kan de collegeleden uitnodigen ter vergadering een nadere toelichting te geven op de stukken dan wel op de op de agenda vermelde onderwerpen.
- 2.
De commissie kan besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.
Artikel 14. Spreekrecht burgers
- 1.
Burgers kunnen in een vergadering maximaal 5 minuten het woord voeren over onderwerpen die geagendeerd zijn.
- 2.
Degenen die van het spreekrecht gebruik willen maken, melden dit op de dag van de vergadering voor 12:00 uur aan de griffier onder vermelding van naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover zij het woord wensen te voeren.
- 3.
De commissievoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding, tenzij afwijking van die volgorde in het belang is van de orde van de vergadering.
- 4.
De inspreker voert het woord, nadat de commissievoorzitter hem dit heeft verleend.
- 5.
De commissievoorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.
- 6.
De commissievoorzitter kan bepalen van de hierboven genoemde tijdslimiet af te wijken en/of een tweede termijn toe te staan.
Artikel 15. Handhaving orde en schorsing
- 1.
De commissievoorzitter handhaaft de orde in de vergadering.
- 2.
Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.
- 3.
Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.
- 4.
Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
Artikel 16. Voorstellen van orde
Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over.
Artikel 17. Verslag
- 1.
De commissievergadering wordt, behoudens de uitzonderingsgronden als bedoeld in de Wet open overheid, live uitgezonden via de website van de gemeente. Van de vergadering wordt een videoverslag gemaakt.
- 2.
Digitaal beschikbare videoverslagen worden op de website van de gemeente geplaatst, behoudens de uitzonderingsgronden als bedoeld in de Wet open overheid.
- 3.
Uit het verslag blijkt in ieder geval:
- a.
de namen van de voorzitter, de griffier, de wethouders en de commissieleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;
- b.
een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
- c.
bij het desbetreffende agendapunt, de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van artikel 13 en 14 door de commissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.
Paragraaf 3. Besloten vergaderingen
Artikel 18. Besloten vergaderingen
- 1.
Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
- 2.
De deuren worden gesloten wanneer een van de aanwezige leden daarom verzoekt, of de voorzitter het nodig acht. De commissie beslist vervolgens of in beslotenheid wordt vergaderd. Het besluit daartoe behoeft ten minste de instemming van de helft van het getal der aanwezige leden.
- 3.
De overige leden van de raad en commissie die niet aan de vergadering van de commissie deelnemen, kunnen een besloten vergadering als toehoorder bijwonen.
Artikel 19. Afzonderlijk verslag besloten vergadering
- 1.
Van een besloten commissievergaderingen wordt een afzonderlijk schriftelijk verslag gemaakt, dat uitsluitend digitaal, vergrendeld beschikbaar gesteld wordt aan de commissieleden.
- 2.
Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet opheffen van de geheimhouding op het verslag.
- 3.
Het vastgestelde verslag wordt door de commissievoorzitter en de commissiegriffier ondertekend.
Artikel 20. Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.
Paragraaf 4. Toehoorders en pers
Artikel 21. Toehoorders en pers
- 1.
Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.
- 2.
Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.
- 3.
De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.
- 4.
Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.
Artikel 22. Geluid- en beeldregistraties
Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.