Organisatie | Dalfsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Dalfsen 2023 |
Citeertitel | Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Dalfsen 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2023 | Nieuwe regeling | 19-12-2022 | RIS 1510 |
De raad van de gemeente Dalfsen;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 november 2022, nr 1510,
gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden;
overwegende dat het gewenst is nadere regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen;
vast te stellen de: “Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Dalfsen 2023”.
Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding
Bij de invordering van de volgende belastingen en rechten wordt geen kwijtschelding verleend:
Artikel 2 Heffingen waarvoor kwijtschelding mogelijk is
Bij de invordering van de volgende belastingen en rechten kan kwijtschelding worden verleend:
Artikel 3 Beperkte kwijtschelding afvalstoffenheffing
Bij de invordering van afvalstoffenheffing wordt slechts kwijtschelding verleend voor het tarief zoals vermeld in artikel 2 lid 3a van de geldende verordening afvalstoffenheffing;
Artikel 5 Extra toegestane financiële middelen
In afwijking van artikel 12, tweede lid, onderdeel d van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt het totale bedrag aan financiële middelen, bedoeld in dat onderdeel, verhoogd met:
Artikel 6 Kwijtschelding aan ondernemers (priveschulden)
Met inachtneming van het overigens in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.