Organisatie | Berg en Dal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels en beleidsregel zonnepanelen op, aan en bij beschermde monumenten Berg en Dal 2023 |
Citeertitel | Nadere regels en beleidsregel zonnepanelen op, aan en bij beschermde monumenten Berg en Dal 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling treedt in werking op de dag dat de Omgevingswet in werking treedt.
Deze regeling vervangt de Beleidsregel zonnepanelen op en bij beschermde monumenten Berg en Dal 2022.
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2023 | nieuwe regeling | 04-10-2022 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berg en Dal, in zijn vergadering van 4 oktober 2022:
gelet op artikel 5.1 van de Omgevingswet, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de Erfgoedverordening Berg en Dal 2023 en het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van 10 maart 2022,
Gelezen het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van 22 september 2022,
burgemeester en wethouders op grond van artikel 16, eerste lid onder 2, van de Erfgoedverordening Berg en Dal 2023 de bevoegdheid hebben om nadere regels te stellen voor omgevingsplanactiviteiten voor rijksmonumenten, waaronder ook het vergunningsvrij of meldingsplichtig verklaren van werkzaamheden;
Nadere regels en beleidsregel zonnepanelen op, aan en bij beschermde monumenten Berg en Dal 2023
De artikelen 5 en 5a van deze regeling dienen beschouwd te worden als een nadere regel, zoals bedoeld in artikel 16, eerste lid van de Erfgoedverordening Berg en Dal 2023, voor zover deze betrekking heeft op gemeentelijke monumenten en omgevingsplanactiviteiten die betrekking hebben op rijksmonumenten. Voor het overige, is dit document een beleidsregel als bedoeld in artikel 4:81 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht.
Het doel van deze regeling is om regels vast te stellen voor de afweging van de belangen van eigenaren van beschermde monumenten ten aanzien van de opwekking van duurzame energie en het algemeen belang van instandhouding van beschermde monumenten. Daarbij zijn behoud van historische materialen, constructies en beeldkwaliteit van beschermde monumenten bij plaatsing van zonnepanelen op daken, aan de buitenmuren van een bouwwerk en in tuinen of op erven van en bij beschermde monumenten het uitgangspunt.
Artikel 5 Vergunningsvrij plaatsen zonnepanelen gemeentelijke monumenten
Er is geen omgevingsvergunning nodig voor het plaatsen van zonnepanelen aan, op of bij gemeentelijke monumenten, als:
Artikel 5a Vergunningsvrij plaatsen zonnepanelen rijksmonumenten
Artikel 5 is van overeenkomstige toepassing op het plaatsen van zonnepanelen aan, op of bij rijksmonumenten, voor zover hiervoor een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid onder a, van de Omgevingswet is vereist.
Regels als de zonnepanelen niet vergunningsvrij geplaatst kunnen worden
Artikel 6 Vergunningsplicht plaatsen zonnepanelen
Bij rijksmonumenten is een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, onder b van de Omgevingswet, voor het plaatsen van zonnepanelen in alle gevallen noodzakelijk. Indien de zonnepanelen niet voldoen aan de voorwaarden en criteria zoals genoemd in artikel 5a, is tevens een omgevingsvergunning noodzakelijk als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, onder a van de Omgevingswet. Op de aanvraag omgevingsvergunning zijn artikel 7 tot en met artikel 10 van toepassing.
Een aanvraag omgevingsvergunning voor het plaatsen van zonnepanelen bij, aan of op beschermde monumenten bevat de volgende stukken:
Een offerte voor het aanleggen van zonnepanelen, waarin de volgende elementen zijn opgenomen:
Een legplan voor de zonnepanelen met fotomontage van het legplan in de tuin of erf, of op het dakvlak, waaruit blijkt, indien van toepassing, op welk dakvlak de zonnepanelen worden aangelegd en in wat voor vlak ze worden aangelegd; Bovendien moet worden aangetoond met legplan en tekening of en zo ja in welke omvang de zonnepanelen en de benodigde bekabeling vanaf de openbare weg te zien zal zijn.
Informatie waaruit blijkt hoe de zonnepanelen aan het dakvlak worden bevestigd en in welke hellingshoek t.o.v. het dakvlak de zonnepanelen worden gelegd. Of informatie waaruit blijkt op wat voor constructie de zonnepanelen worden geplaatst in een erf of tuin. Bovendien moet aangegeven worden of de oorspronkelijke dakbedekking intact blijft of moet worden vervangen ten behoeve van het plaatsen van de zonnepanelen, en of er al dan niet sprake is van een reversibele plaatsing van zonnepanelen.
Situatietekening op schaal van de bestaande toestand met daarop de afmetingen van het perceel en bebouwd oppervlak, de situering van het bouwwerk ten opzichte van de perceelsgrenzen, en ten opzichte van de zichtbaarheid vanaf openbaar gebied, de wegzijde en de aangrenzende terreinen en de daarop voorkomende bebouwing.
Technische tekeningen en detailtekeningen op schaal voor te treffen constructieve voorzieningen ter versterking van de dakconstructie waar de zonnepanelen worden gesitueerd. Gemotiveerd dient te worden of er geen alternatieve oplossing mogelijk is zoor het plaatsen van zonnepanelen zonder dat een ingrijpende constructieve aanpassing/voorziening noodzakelijk is. Als er definitief geen constructieve voorziening noodzakelijk is t.b.v. realisering van de zonnepanelen, is dit niet noodzakelijk.
Artikel 8 Voorkeur voor plaatsing
Bij het kiezen van een geschikte locatie voor het plaatsen van zonnepanelen, worden de volgende locaties in overweging genomen, in volgorde van meeste voorkeur naar minste voorkeur:
Artikel 9 Toetsing op aanvraag omgevingsvergunning
Als de beoogde zonnepanelen-installatie daar niet kan voldoen aan de criteria genoemd in artikel 5, bijvoorbeeld als ze in het zicht vanaf openbaar toegankelijk gebied liggen, of worden aangelegd in cultuurhistorisch waardevolle erf- of tuinaanleg, gelden de volgende beoordelingscriteria:
De zonnepanelen worden in 1 vlak gelegd, met een regelmatige rangschikking, waarbij de dakranden, nokvorsten, dakelementen en hoekkepers voldoende worden vrijgehouden en rekening is gehouden met de totale compositie van het dakvlak. Een stelregel is dat de afstand tussen de zonnepanelen, de dakrand, dakelementen en de nokvorsten minimaal 50 centimeter is.
Artikel 10 Afwijken van de criteria
Vergunningplicht of vergunningsvrij, of meldingsplicht
Op grond van artikel 16 van de Erfgoedverordening Berg en Dal 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders (hierna: B&W) van de gemeenteraad een discretionaire bevoegdheid om nadere regels vast te stellen over hoe zij gebruikmaakt van de bevoegdheid om omgevingsvergunningen te verlenen. In het geval van deze bevoegdheid is de reikwijdte beschermde gemeentelijke monumenten en omgevingsplanactiviteiten bij rijksmonumenten.
Onderdeel van de discretionaire bevoegdheid kan zijn om bij specifieke werkzaamheden te verklaren of iets vergunningsvrij of meldingsplichtig is. Bij omgevingsvergunningen op grond van artikel 5.1, eerste lid aanhef en onder a en b van de Omgevingswet is deze regeling van toepassing, het betreft dan wat onder de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (hierna: Wabo) de monumentenactiviteit werd genoemd. Deze is nu verankerd in de rijksmonumentenactiviteit voor rijksmonumenten, en een omgevingsplanactiviteit voor gemeentelijke monumenten. Ook wat onder de Wabo de bouwactiviteit werd genoemd, valt nu onder de omgevingsplanactiviteit als ‘planologisch bouwen’. Op de activiteit technisch bouwen (artikel 5.1, tweede lid van de Omgevingswet) ziet deze regeling niet toe. Dat komt omdat in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving onder artikel 2.26 het plaatsen van zonnepanelen in vrijwel alle gevallen vergunningsvrij verklaard wat betreft het technisch bouwen.
In de huidige Nota Ruimtelijke Kwaliteit Groesbeek/Berg en Dal 2015 heeft de gemeente globale toetsingscriteria opgenomen voor aanvragen omgevingsvergunningen voor het plaatsen van zonnepanelen op monumenten. In 2020 heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) haar Advieslijn zonnepanelen op Rijksmonumenten geactualiseerd. Deze advieslijn gaat in op zonnepanelen-installaties bij, aan en op beschermde rijksmonumenten en voor beschermde dorpsgezichten. De advieslijn van het rijk is betrokken bij het opstellen van deze nadere regels. De bepalingen uit de Nota Ruimtelijke Kwaliteit hebben aan de basis gestaan voor deze regeling.
Er is gekozen om onder bepaalde voorwaarden het plaatsen van zonnepanelen op gemeentelijke monumenten vergunningsvrij mogelijk te maken. Daarmee gaan we verder dan de advieslijn van de RCE. Doel hierbij is om het plaatsen van zonnepanelen bij beschermde monumenten te stimuleren om zo ook een substantiële bijdrage te leveren aan de energietransitie, zonder dat dit afbreuk doet aan de (beeld)kwaliteit en het verlies van historisch materiaal van die monumenten. Bovendien is in veel gevallen het energieverbruik van monumenten zeer ongunstig in verhouding tot niet monumentale bouwwerken waardoor de noodzaak voor het opwekken van duurzame energie hier groot is. Het belangrijkste uitgangspunt voor het vergunningsvrij plaatsen van zonnepanelen bij gemeentelijke monumenten is dat de panelen niet zichtbaar zijn vanaf openbaar toegankelijk gebied. Dit betekent dat de panelen dus niet vanaf de straat waaraan het monument ligt te zien zijn, maar ook omliggende straten, pleinen, parken, plantsoenen en ander publiek toegankelijk gebied. Ook stellen we criteria vast waardoor, als het echt niet anders kan en als er aantoonbaar geen alternatieven zijn, zonnepanelen gerealiseerd kunnen worden in het zicht van openbaar toegankelijk gebied.
De voorwaarden genoemd in artikel 5 waaronder zonnepanelen vergunningsvrij geplaatst kunnen worden, zijn bedoeld om de plaatsing zonnepanelen toch aan bepaalde kwaliteitsvereisten te laten voldoen, zodat ze alsnog niet storend aanwezig zijn in het ter plaatse aanwezige beeld, ook al is dat niet zichtbaar vanaf openbaar toegankelijk gebied. De noodzaak voor constructieve wijzigingen of aanpassingen moeten aantoonbaar en gemotiveerd worden onderbouwd waarbij de af te wegen alternatieven uit constructief oogpunt als niet reëel zijn beoordeeld. Dan pas kunnen mogelijke constructieve wijzigingen ten behoeve van plaatsing van zonnepanelen in overweging worden genomen waarbij een bouwkundige toets inzicht moet geven in omvang van de gevolgen van deze constructieve aanpassingen/wijzigingen. De schade kan zijn dat bepaalde wezenlijke historische constructieve onderdelen irreversibel zijn waardoor dat alleen al de waarde van het beschermde monument kan aantasten. Om die reden zijn dergelijke maatregelen toch vergunningsplichtig. Hetzelfde geldt voor zonnepanelen die zichtbaar zijn vanaf openbaar gebied en zonnepanelen geplaatst in cultuurhistorisch waardevolle tuin of erfaanleg of cultuurhistorische waarden van het buitenaanzicht op het monument aantasten. Het tweede lid van dit artikel neemt een bijzondere positie in. Deze criteria zijn zo ingericht dat alle installaties bij beschermde monumenten hieraan moeten voldoen.
Welke onderdelen zijn dan cultuurhistorisch waardevol en welke niet? Daarover geeft de redengevende beschrijving uitsluitsel. Deze redengevende beschrijving hoort bij het
aanwijzingsbesluit van het monument. In dit document staat wat cultuurhistorisch waardevol is en wat niet. Bij twijfel adviseren we eigenaren contact op te nemen met de medewerker erfgoed van de gemeente.
In alle andere gevallen is het plaatsen van zonnepanelen op, aan bij of aan beschermde monumenten vergunningsplichtig. Dit betekent ook dat het plaatsen van zonnepanelen in beschermde erf- of tuinaanleg, op kwetsbare dakbedekking, waarbij een constructieve wijziging nodig is, of in het zicht vanaf openbaar toegankelijk gebied vergunningsplichtig is. Juist vanwege die zichtbaarheid is behoud van beeldkwaliteit en historisch materiaal in die gehele visuele context uiterst belangrijk. Om die reden is een belangenafweging en maatwerk noodzakelijk. Ook de plaatsing van zonnepanelen op rijksmonumenten is vergunningplichtig voor de rijksmonumentenactiviteit, zoals dat in de Omgevingswet en de bijbehorende regels door het Rijk is bepaald.
Indieningsvereisten en afhandeling aanvraag omgevingsvergunning
Bij een reguliere aanvraag omgevingsvergunning kunnen allerlei stukken opgevraagd worden door de gemeente. Dit leidt in sommige gevallen tot plankosten. Om te voorkomen dat die plankosten buitenproportioneel worden, heeft B&W een lijst opgesteld met aan te leveren stukken. Op de technische tekeningen genoemd in artikel 7, lid 3 na, zijn alle stukken voor eigenaren voorhanden of op te zoeken. Voor een situatietekening op schaal van de bestaande toestand kan bijvoorbeeld een uittreksel uit het Kadaster gebruikt worden, een offerte voor het plaatsen van zonnepanelen is voor het uitvoeren van deze duurzaamheidsmaatregel vrijwel altijd noodzakelijk.
De toetsing van aanvragen omgevingsvergunningen voor het plaatsen van zonnepanelen wordt uitgevoerd door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, waarbij een lid deskundig in de monumentenzorg wordt betrokken. Dit is de gangbare praktijk voor aanvragen omgevingsvergunningen bij beschermde monumenten, zoals ook omschreven in de Erfgoedverordening Berg en Dal 2023 en zoals beschreven in artikel 16.15a van de Omgevingswet.
Toetsingscriteria omgevingsvergunning voor het plaatsen van zonnepanelen
Artikel 8 tot en met 10 van deze regeling zijn de kernbepalingen uit de regeling. Hier staat omschreven aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan om tot een haalbare aanvraag te komen.
Artikel 8 gaat over de voorbereiding naar een aanvraag toe. Het uitgangspunt is om historisch materiaal en de beeldkwaliteit van beschermde monumenten te behouden. Als gemeente met grote landschappelijke kwaliteit willen we ook cultuurhistorisch waardevol groen- en waardevolle tuinaanleg behouden. We willen dan ook dat een eigenaar deugdelijk motiveert waarom voor een bepaalde situering van de zonnepanelen is gekozen en welke andere mogelijkheden zijn onderzocht. In dit artikel spreekt het college een voorkeur uit voor de te onderzoeken locaties.
Artikel 9 geeft beoordelingscriteria waaraan de adviescommissie kan toetsen of een installatie voldoet. Het is een uitwerking van de beoordelingscriteria uit de Nota Ruimtelijke Kwaliteit Groesbeek/Berg en Dal 2015 en de advieslijn van de RCE. Het achterliggende doel van de beoordelingscriteria is om het beeld van het monument zo min mogelijk aan te tasten.
Artikel 10 wordt opgenomen omdat er mogelijk in de toekomst nieuwe technieken op de markt komen die passen bij het plaatsen van zonnepanelen op beschermde monumenten, maar die de gemeente nu nog niet kan voorzien. In sommige gevallen kan het daarnaast voorkomen dat de criteria uit artikel 5, tweede lid knellen met de doelstelling van deze regeling. Met toepassing van dit artikel kan, als het door de adviescommissie gepast wordt geacht, toch gemotiveerd afgeweken worden van de criteria.