Verordening op de heffing en invordering van Reclamebelasting 2023
De raad van de gemeente Loon op Zand;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2022;
nummer: ZK22.05852
gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de navolgende “Verordening op de heffing en de invordering van Reclamebelasting 2023”. (Verordening Reclamebelasting Loon op Zand 2023)
Artikel1 Definities
Deze verordening verstaat onder:
a.
reclameobject: een openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg;
b.
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirect steun vindt in of op de grond;
c.
onroerende zaak: de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;
d.
jaar: een kalenderjaar.
Artikel2 Gebiedsomschrijving
Deze verordening is van toepassing binnen de drie binnen de gemeente Loon op Zand gelegen gebieden: Centrum Kaatsheuvel (gebied A), Bedrijvenpark Kaatsheuvel (gebied B) en Centrum Loon op Zand (gebied C), zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaarten.
Artikel3 Belastbaar feit
Onder de naam reclamebelasting wordt, onder de bij deze verordening gestelde voorwaarden, binnen de gebieden als bedoeld in artikel 2 een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.
Artikel4 Belastingplicht
De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van de onroerende zaak, waarop of waarbij één of meer reclameobjecten worden aangetroffen.
Artikel5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
1.
De reclamebelasting wordt geheven per onroerende zaak.
2.
De heffingsmaatstaf is de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde zoals deze geldt voor het kalenderjaar
3.
Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
4.
Het tarief van de reclamebelasting bedraagt in:
1.
Gebied A centrum Kaatsheuvel: 0,400 % van de heffingsmaatstaf met een minimumbedrag van € 300,00 en geen maximumbedrag;
2.
Gebied B Bedrijvenpark Kaatsheuvel: 0,115 % van de heffingsmaatstaf met een minimumbedrag van € 300,00 en een maximumbedrag van € 800,00;
3.
Gebied C centrum Loon op Zand: 0,370 % van de heffingsmaatstaf met een minimumbedrag van € 300,00 en een maximumbedrag van € 600,00;
5.
Indien de vastgestelde WOZ-waarde voor het betreffende jaar naar beneden wordt bijgesteld, wordt de aanslag ambtshalve verminderd indien de lagere WOZ-waarde leidt tot een lager belastingbedrag voor de reclamebelasting.
Artikel6 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
1.
De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingtijdvak verschuldigde reclamebelasting als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag op aanvraag van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingtijdvak verschuldigde reclamebelasting als er in dat tijdvak, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel8 Wijze van heffing
De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Artikel9 Vrijstellingen
De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:
a.
waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden onderscheidenlijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is.
b.
die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden aangemerkt;
c.
die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;
d.
aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of centrummanagement, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag, banier of zuil met de naam van de winkeliersvereniging of het centrummanagement;
e.
aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;
f.
die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen;
g.
die onderdeel uitmaken van voor de verkoop of verhuur bestemde artikelen en producten in een etalage of in de winkel;
h.
bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of te verhuren zaak;
i.
aangebracht op scholen, zorginstellingen, ziekenhuizen, kerken en moskeeën, en die betrekking hebben op de functie van het gebouw;
j.
die door (semi-)overheden of culturele, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op activiteiten die uitsluitend een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;
k.
die kleiner zijn dan 0,1 vierkante meter (1000 cm2).
l.
die van cultuurhistorische waarde zijn, zoals bepaald en opgenomen door de lokale heemkundekring.
Artikel10 Termijn van betaling
1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.
Artikel11 Kwijtschelding
Bij de invordering van reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel12 Overgangsrecht
De “Verordening Reclamebelasting 2022” van 16 december 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel13 inwerkingtreding
1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
Artikel14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Reclamebelasting Loon op Zand 2023".
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 15 december 2022