Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nissewaard

Verordening raadscommissies Nissewaard 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNissewaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening raadscommissies Nissewaard 2022
CiteertitelVerordening raadscommissies Nissewaard 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening raadscommissies Nissewaard 2018.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 82 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-202201-04-2022nieuwe regeling

05-04-2022

gmb-2022-563904

22.R.00037B

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening raadscommissies Nissewaard 2022

De raad van de gemeente Nissewaard;

 

gelet op artikel 82 Gemeentewet;

 

gelet op het raadsvoorstel van de griffie d.d. 28 februari 2022;

 

gelet op het advies van de gezamenlijke commissie d.d. 8 maart 2022 ;

 

besluit:

 

vast te stellen de:

 

Verordening raadscommissies Nissewaard 2022

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • a.

    voorzitter: de voorzitter van de raadscommissie of diens vervanger;

  • b.

    portefeuillehouder: het lid van het college van burgemeester en wethouders tot wiens taak en verantwoordelijkheid een onderdeel van het bestuur van de gemeente behoort;

  • c.

    voorstel van orde: voorstel betreffende de orde van de vergadering;

Artikel 2. Instelling raadscommissies

  • 1.

    Er is een vaste raadscommissie Bestuur (BES), waarvan de werkzaamheden de volgende onderwerpen betreffen:

    • a.

      accommodaties;

    • b.

      automatisering/ICT;

    • c.

      bestuur en organisatie;

    • d.

      communicatie, w.o. interactieve beleidsvorming;

    • e.

      dienstverlening;

    • f.

      economische zaken;

    • g.

      evenementen;

    • h.

      financiën, inclusief belastingen;

    • i.

      openbare orde, veiligheid, vergunningen en handhaving (incl. politie, brandweer en crisisbeheersing);

    • j.

      overheidsbedrijven;

    • k.

      parkeren;

    • l.

      personeel.

  • 2.

    Er is een vaste raadscommissie Leefomgeving (LO), waarvan de werkzaamheden de volgende onderwerpen betreffen:

    • a.

      agrarische zaken;

    • b.

      beheer openbare ruimte (grijs, groen en blauw);

    • c.

      cultuur erfgoed;

    • d.

      dierenwelzijn;

    • e.

      duurzaamheid, klimaatadaptatie en milieu;

    • f.

      grondexploitatie;

    • g.

      overheidsbedrijven;

    • h.

      projecten;

    • i.

      recreatie en toerisme;

    • j.

      ruimtelijke ontwikkeling;

    • k.

      sport;

    • l.

      verkeer en vervoer;

    • m.

      volkshuisvesting;

    • n.

      wijk- en kerngerichte aanpak.

  • 3.

    Er is een vaste raadscommissie Sociaal Domein (SOD), waarvan de werkzaamheden de volgende onderwerpen betreffen:

    • a.

      armoedebeleid;

    • b.

      cultuur;

    • c.

      educatie;

    • d.

      emancipatie;

    • e.

      jeugd;

    • f.

      volksgezondheid;

    • g.

      werk en inkomen/sociale zaken;

    • h.

      welzijn/Thuis in de Wijk;

    • i.

      zorg.

  • 4.

    Als een onderwerp de werkzaamheden van meerdere raadscommissies betreft, wordt het onderwerp belegd in de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat of wordt een gezamenlijke vergadering van de commissies belegd. In dit geval vervult dan de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat de taken van de voorzitter.

Artikel 3. Taken

Een raadscommissie:

  • a.

    doet richtinggevende uitspraken over onderwerpen die gerekend moeten worden onder de kaderstellende rol van de raad;

  • b.

    brengt advies uit aan de raad over die onderwerpen waarop haar werkzaamheden betrekking hebben;

  • c.

    kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a;

  • d.

    voert overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen bedoeld onder a. van dit artikel.

Artikel 4. Samenstelling en benoeming

  • 1.

    In de vergadering van een raadscommissie zijn ten minste één en maximaal vier commissieleden per fractie aanwezig. Per agendapunt (behalve bij presentaties, de rondvraag en voortgangslijst) voert per fractie slechts één commissielid het woord.

  • 2.

    Tijdens de vergadering kan een commissielid van een fractie een ander commissielid van dezelfde fractie vervangen, met inachtneming van het bepaalde in lid 1 van dit artikel en indien de vergadering hierdoor niet wordt verstoord.

  • 3.

    Leden van de raad zijn tevens lid van de commissies Bestuur, Leefomgeving en Sociaal Domein.

  • 4.

    Wanneer een lid van de raad ontslag neemt of tijdelijk ontslag verleend wordt als raadslid , houdt dit tevens ontslag in als lid van de voornoemde commissies.

  • 5.

    Wanneer een raadslid vervangen wordt wegens ziekte, houdt dit tevens vervanging als commissielid in.

  • 6.

    Eenpersoonsfracties worden in de gelegenheid gesteld twee personen, niet-raadslid zijnde, die namens deze fractie voorkomen op de verkiezingslijst van de groeperingen die hebben deelgenomen aan de laatst gehouden verkiezingen voor de leden van de raad en als zodanig zijn geregistreerd overeenkomstig artikel G3 van de Kieswet af te vaardigen als lid naar de onderscheiden commissies die in artikel 2 zijn beschreven.

  • 7.

    Tweepersoonsfracties worden in de gelegenheid gesteld één persoon, niet-raadslid zijnde, die namens deze fractie voorkomt op de verkiezingslijst van de groeperingen die hebben deelgenomen aan de laatst gehouden verkiezingen voor de leden van de raad en als zodanig zijn geregistreerd overeenkomstig artikel G3 van de Kieswet, af te vaardigen als lid naar de onderscheiden commissies die in artikel 2 zijn beschreven.

  • 8.

    Een- of twee- of driepersoonsfracties waarvan een lid wordt benoemd tot voorzitter van een commissie, worden in de gelegenheid gesteld een extra persoon, niet raadslid zijnde, die namens deze fractie voorkomt op de verkiezingslijst van de groeperingen die hebben deelgenomen aan de laatst gehouden verkiezingen voor de leden van de raad en als zodanig zijn geregistreerd overeenkomstig artikel G3 van de Kieswet, af te vaardigen als lid naar de onderscheiden commissies die in artikel 2 zijn beschreven.

  • 9.

    Wanneer het aantal leden van een fractie tussentijds verandert heeft dit gevolgen voor het aantal benoemde commissieleden, niet-raadslid zijnde, conform de leden 4 tot en met 8 van dit artikel, per de eerstvolgende raadsvergadering. Indien hierdoor het aantal commissieleden, niet zijnde raadslid, van een fractie dient te verminderen, verleent de raad ontslag aan deze commissieleden op volgorde van benoeming, het meest recent benoemde commissielid, niet zijnde raadslid eerst.

  • 10.

    De commissieleden, niet-raadslid zijnde, worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd en ontslagen.

  • 11.

    De raad benoemt uit zijn midden een voorzitter per commissie.

  • 12.

    De raad benoemt uit zijn midden 5 plaatsvervangend voorzitters.

  • 13.

    Zowel raadsleden als niet-raadsleden kunnen lid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op commissieleden die geen raadslid zijn.

  • 14.

    Voor commissieleden die geen raadslid zijn, wordt de ontheffingsmogelijkheid zoals vermeld in artikel 15 lid 2 van de Gemeentewet uitgevoerd door de raad.

  • 15.

    Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden als bedoeld in het derde, vierde en vijfde lid van dit artikel in handen van de voorzitter van de raad, de volgende eed (verklaring en belofte) af:

    ‘ Ik zweer (verklaar) dat ik, om als lid van de commissie te kunnen optreden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

    Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik om iets in deze hoedanigheid te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

    Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de commissie naar eer en geweten zal vervullen.

    Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)"

Artikel 5. Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van een commissielid en commissievoorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    Een commissielid houdt op lid te zijn als niet meer voldaan wordt aan de in artikel 4, dertiende lid, gestelde eisen.

  • 3.

    De raad kan een commissielid ontslaan op voorstel van de fractie die het lid voor benoeming heeft voorgedragen.

  • 4.

    De raad kan de voorzitter en/of diens plaatsvervanger ontslaan.

  • 5.

    Een commissielid en de voorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6.

    Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

  • 7.

    Als een fractie niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van commissieleden die op voordracht van die fractie zijn benoemd van rechtswege.

Artikel 6. De voorzitter

  • 1.

    De voorzitter neemt geen deel aan de beraadslaging.

  • 2.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 7. Griffier en commissiegriffier

  • 1.

    De griffier van de raad wijst ter ondersteuning van iedere raadscommissie een op de griffie werkzame ambtenaar aan als commissiegriffier.

  • 2.

    Een commissiegriffier is aanwezig in de vergadering of wordt vervangen door een daartoe door de griffier van de raad aangewezen op de griffie werkzame ambtenaar.

  • 3.

    Een commissiegriffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in de vergadering deelnemen.

  • 4.

    De griffier of zijn plaatsvervanger kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

Hoofdstuk 2. Aanwezigheid college, burgemeester, gemeentesecretaris

Artikel 8. Burgemeester en wethouders

  • 1.

    Een of meer leden van het college (portefeuillehouders) kunnen bij een vergadering aanwezig zijn en aan de beraadslagingen deelnemen.

  • 2.

    Voor zover hun portefeuille overeenkomt met de werkzaamheden van de commissie, wordt van portefeuillehouders in elk geval de aanwezigheid ter vergadering verondersteld tot en met de rondvraag.

  • 3.

    Een commissielid maakt tijdig voorafgaande aan de vergadering kenbaar of en zo ja, welke rondvraag hij heeft voor een portefeuillehouder.

Artikel 9. Gemeentesecretaris

  • 1.

    De raadscommissie kan het college verzoeken de gemeentesecretaris aanwezig te laten zijn in de vergadering en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening.

  • 2.

    De raadscommissie kan de gemeentesecretaris verzoeken andere ambtenaren aanwezig te laten zijn in de vergadering en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening.

Hoofdstuk 3. Vergadering

Paragraaf 1. Voorbereidingen

Artikel 10. Oproep en voorlopige agenda

  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste tien dagen voor een vergadering de commissieleden een oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van een oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende voorlopige agenda met bijbehorende stukken toezenden.

  • 3.

    Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, worden deze stukken niet in openbaarheid verzonden en niet in openbaarheid ter inzage gebracht.

Artikel 11. Vaststellen agenda

  • 1.

    De agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.

  • 2.

    Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 12. Ter inzage brengen en openbare kennisgeving

  • 1.

    De voorlopige agenda en stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de oproep ter inzage gebracht door deze op de website van de gemeente te plaatsen. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep nog stukken ter inzage worden gebracht, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad.

  • 2.

    Voor zover het stukken zijn die niet digitaal beschikbaar kunnen worden gesteld, liggen deze ter inzage via de griffie.

  • 3.

    Vergaderingen van commissies worden ter openbare kennisgeving gebracht op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

 

Paragraaf 2. Ter vergadering

Artikel 13. Opening vergadering en quorum

  • 1.

    Een vergadering wordt geopend op het vastgestelde tijdstip als meer dan de helft van het aantal fracties vertegenwoordigd is.

  • 2.

    Als één kwartier na het vastgestelde tijdstip van de vergadering niet het vereiste aantal fracties aanwezig is, bepaalt de voorzitter een vergadering op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van een hernieuwde oproep ligt.

  • 3.

    Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal fracties aanwezig is.

Artikel 14. Besluitenlijst

  • 1.

    De commissiegriffier draagt zorg voor een besluitenlijst van de vergadering. De besluitenlijst bevat in ieder geval:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester, de wethouders en de commissieleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een aantekening van welke fracties afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de onderwerpen die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      het besluit, het advies of de conclusie van het besprokene per onderwerp, onder vermelding van de namen van de fracties die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de namen van de fracties die zich niet uitgelaten hebben;

    • e.

      een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de fracties die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de fracties die zich niet uitgelaten hebben;

    • f.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 17 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 2.

    Vastgestelde besluitenlijsten worden ondertekend door de voorzitter en commissiegriffier.

  • 3.

    Als de besluitenlijst elektronisch beschikbaar is, wordt deze op de website van de gemeente geplaatst.

Artikel 15. Verslag

  • 1.

    Het gesprokene in, en – zo mogelijk – beeldmateriaal, van de vergadering worden direct weergegeven via de gemeentelijke website, digitaal opgenomen en kunnen daags na de vergadering worden beluisterd en bekeken door het raadplegen van de gemeentelijke website.

  • 2.

    Het besprokene en beeldmateriaal van een vergadering met gesloten deuren kan alleen door de leden na overleg met de griffier worden beluisterd en bekeken.

Artikel 16. Aantal spreektermijnen

  • 1.

    Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Commissieleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel malen een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 17. Deelname aan de beraadslaging door anderen

Een raadscommissie kan op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 18. Besluitvorming.

Iedere woordvoerder van de in de vergadering aanwezige fracties heeft één stem binnen de vergadering van de desbetreffende commissie als genoemd in artikel 2, leden 1, 2, en 3.

Artikel 19. Spreekrecht burgers

  • 1.

    Aanwezige burgers kunnen gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten in een vergadering het woord voeren over onderwerpen die binnen het takenpakket vallen van de raadscommissie.

  • 2.

    Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor de aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover het woord gevoerd wenst te worden.

  • 3.

    De voorzitter geeft bij het tweede punt het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, als dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 4.

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 5.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 6.

    Als de burger een onderwerp aan de orde stelt dat is opgenomen in de vastgestelde agenda, wordt hem daartoe de gelegenheid geboden wanneer de behandeling van het betreffende onderwerp begint. Hij heeft vervolgens nog de gelegenheid vóór het begin van de behandeling van het onderwerp door de commissie in tweede termijn, kort te reageren op hetgeen door de commissieleden in eerste termijn naar voren is gebracht.

  • 7.

    De voorzitter of een commissielid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

  • 8.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

Artikel 20. Handhaving orde en schorsing

  • 1.

    De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering.

  • 2.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig acht om hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert;

    • c.

      de voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 3.

    Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig laat de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

  • 4.

    Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

  • 5.

    Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven, kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

Artikel 21. Voorstellen van orde

Leden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over.

 

Paragraaf 3. Besloten vergadering

Artikel 22. Toepassing verordening op een besloten vergadering

Op een besloten vergadering is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 23. Verslag besloten vergadering

  • 1.

    Concept - besluitenlijsten van een besloten vergadering worden niet in openbaarheid verzonden en niet in openbaarheid ter inzage gebracht.

  • 2.

    Deze verslagen worden zo spoedig mogelijk ter vaststelling aangeboden. Alsdan neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van het verslag.

  • 3.

    De vastgestelde verslagen worden door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 24. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 4. Toehoorders en pers

Artikel 25. Toehoorders en pers

  • 1.

    Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen de openbare vergadering uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2.

    Het blijk geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 4.

    Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 26. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Artikel 27. Verbod gebruik mobiele telefoons

Op de publieke tribune is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 28. Intrekking oude verordening

De verordening raadscommissies Nissewaard 2018 wordt per 1 april 2022 ingetrokken.

Artikel 29. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 april 2022.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening raadscommissies Nissewaard 2022.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Nissewaard van 5 april 2022,

de griffier,

S.J.M. Mackaij

de voorzitter,

F. van Oosten