Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Roermond

Beleidsregel individuele bijzondere bijstand energiekosten gemeente Roermond 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRoermond
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel individuele bijzondere bijstand energiekosten gemeente Roermond 2023
CiteertitelBeleidsregel individuele bijzondere bijstand energiekosten gemeente Roermond 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 35 van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023nieuwe regeling

13-12-2022

gmb-2022-563065

166448-2022

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel individuele bijzondere bijstand energiekosten gemeente Roermond 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond,

 

gezien het raadsbesluit van 10 november 2022 en het raadsvoorstel van 15 december 2022;

 

gezien het voorstel van 07 december 2022;

 

overwegende dat het wenselijk is om nadere regels te stellen om het verstrekken van individuele bijzondere bijstand voor energiekosten;

 

gelet op het bepaalde in artikel artikel 35 Participatiewet;

 

 

besluit:

 

Vast te stellen de Beleidsregel individuele bijzondere bijstand energiekosten gemeente Roermond 2023.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond

  • b.

    energietoeslag: gemeentelijke toeslag als tegemoetkoming voor de gestegen kosten van energie;

  • c.

    energielasten: uitgaven voor gas en elektriciteit;

  • d.

    huishouden: alleenstaande, alleenstaande ouder of gezin zoals bedoeld in artikel 4 van de wet;

  • e.

    bijstandsnorm: de op de leef- en woonsituatie van toepassing zijnde bijstandsnorm zoals bedoeld in artikel 21 tot en met 24 van de wet, inclusief reservering vakantiegeld;

  • f.

    referteperiode: de kalendermaand voorafgaand aan de peildatum;

  • g.

    peildatum: datum aanvraag;

  • h.

    wet: Participatiewet;

  • i.

    zelfstandige woonruimte: de zelfstandige woonruimte en de woonwagen zoals omschreven in de Wet op de Huurtoeslag.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1.

    Individuele bijzondere bijstand is mogelijk voor een huishouden dat een zelfstandige woonruimte bewoont en:

    • dat door de gestegen energieprijzen te maken krijgt met hogere uitgaven voor gas en elektriciteit;

    • en hierdoor moeite heeft rond te komen met het maandelijkse huishoudinkomen, en;

    • waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende oplossing bieden.

  • 2.

    Een huishouden komt in aanmerking voor individuele bijzondere bijstand wanneer het totale inkomen van het huishouden in de referte-periode niet hoger is dan 150% van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 3.

    Bij de bepaling van het inkomen wordt in de volgende situaties uitgegaan van het feitelijk besteedbaar inkomen:

    • huishoudens opgenomen in de Wet schuldsanering natuurlijke personen;

    • huishoudens die toegelaten zijn tot de gemeentelijke schuldhulpverlening;

    • huishoudens met een beslaglegging op het inkomen;

    • andere huishoudens met een inkomen hoger dan het inkomen genoemd in lid 2, maar waarbij door aantoonbare noodzakelijke kosten het feitelijk besteedbare inkomen lager is.

  • 4.

    Tot een huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de peildatum:

    • in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet;

    • is ingeschreven in de basisregistratie personen als ingezetene met alleen een briefadres.

Artikel 3 Hoogte en duur van de tegemoetkoming

  • 1.

    De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt

    • a.

      het verschil tussen het oude termijn bedrag en het nieuwe hogere termijnbedrag voor energielasten door de stijgende prijzen van de energieleverancier, en

    • b.

      ten hoogste het verschil tussen de gestegen energierekening en de gemiddelde stijging van het energieverbruik in Nederland zoals dit de door het Nibud per woningtype (gebruik gas) en elektriciteit (op basis van het aantal bewoners) wordt vastgesteld.

  • 2.

    Op de tegemoetkoming wordt de eenmalige energietoeslag op maandbasis in mindering gebracht als daar recht op bestond/bestaat én wordt rekening gehouden met de rijksbijdrage voor kosten energie over de maanden november en december 2022 én kan rekening gehouden worden met toekomstige compensaties voor kosten energie.

  • 3.

    De tegemoetkoming wordt steeds toegekend voor een periode van drie maanden en wordt ambtshalve geïndexeerd wanneer hiervoor aanleiding is bijvoorbeeld door gewijzigde overheidsmaatregelen of indexering van de Nibudbedragen.

  • 4.

    De toegekende bijzondere bijstand wordt achteraf niet opnieuw berekend aan de hand van het daadwerkelijke energieverbruik.

Artikel 4 Terugwerkende kracht

Een aanvraag voor bijzondere bijstand kan met terugwerkende kracht vanaf 1 oktober 2022 worden ingediend.

Artikel 5 Inlichtingenverplichting

  • 1.

    Voor de ontvanger van de individuele bijzondere bijstand geldt de inlichtingenplicht van artikel 17 van de wet.

  • 2.

    De ontvanger dient het college direct op de hoogte te brengen van alle omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de hoogte en duur van de individuele bijzondere bijstand.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor bijzondere bijstand volgens deze beleidsregel, kan het college, gelet op alle bijzondere omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels toch in aanmerking komt voor bijzondere bijstand.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel individuele bijzondere bijstand energiekosten gemeente Roermond 2023.

  • 2.

    De beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

  • 3.

    Deze beleidsregel vervalt met ingang van 1 januari 2024.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond in zijn vergadering van 13 december 2022.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

drs. J.W.A. Kradolfer (a.i.)

de (wnd) burgemeester,

O. Hoes

Toelichting op Beleidsregel individuele bijzondere bijstand energiekosten gemeente Roermond 2023

Algemeen

In het jaar 2022 is vanwege de stijgende energieprijzen door de Rijksoverheid de éénmalige energietoeslag geïntroduceerd als generieke compensatie voor huishoudens met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm.

 

De energietoeslag is een regeling binnen de categoriale bijzondere bijstand. Dit betekent dat de gemeente aan de huishoudens een energietoeslag kan toekennen, zonder te hoeven controleren of de energiekosten daadwerkelijk sterk gestegen zijn en of die inwoners over voldoende middelen (vermogen) beschikken om de energierekening te kunnen betalen.

 

Gebleken is dat de eenmalige energietoeslag in een aantal gevallen onvoldoende is om te voorzien in de gestegen kosten van energie. Daarnaast is de doelgroep van de energietoeslag beperkt tot de doelgroep tot en met 120% van de bijstandsnorm. Huishoudens met een inkomen dat iets hoger was dan deze norm kwamen niet in aanmerking voor deze regeling, maar kunnen in dezelfde mate te maken krijgen met hogere energiekosten.

Deze regeling is bedoeld om deze huishoudens toch te ondersteunen. Het instrument dat hiervoor wordt ingezet is de individuele bijzondere bijstand, hetgeen betekent dat alleen een vergoeding mogelijk is wanneer er sprake is van daadwerkelijk gestegen energienota’s en wanneer het huishouden een onvoldoende beroep kan doen op eigen middelen.

 

Ook de doelgroep voor deze regeling is verruimd. Deze is uitgebreid tot huishoudens met een inkomen tot en met 150% van de bijstandsnorm.

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen toelichting.

 

Voor jongeren onder 21 jaar met een zelfstandige woonruimte wordt de in artikel 1 onder e genoemde bijstandsnorm voor 21 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd gehanteerd.

 

Artikel 2 Doelgroep

De doelgroep voor deze regeling zijn zelfstandige huishoudens die door de gestegen energielasten te maken krijgen met hogere uitgaven voor gas en elektriciteit.

 

De doelgroep voor de regeling is – dit in tegenstelling tot de doelgroep van de reguliere bijzondere bijstand – verruimd naar huishoudens met een inkomen tot en met 150% van de voor hen geldende bijstandsnorm.

Ook huishoudens met een inkomen dat hoger is dan 150% van de bijstandsnorm, maar die door bijzondere noodzakelijke lasten feitelijk een lager besteedbaar inkomen hebben, komen in aanmerking voor deze regeling. Bijvoorbeeld huishoudens op wie een schuldsaneringstraject van toepassing is.

Op deze regeling is geen vermogenstoets van toepassing.

 

In lid 3 wordt uitgegaan van bijzondere en noodzakelijke kosten, bijvoorbeeld speciale medische kosten, noodzakelijke kosten kinderopvang, kosten alimentatie of bewindvoering.

 

Artikel 3 Hoogte en duur van de tegemoetkoming

Zoals gezegd bestaat er alleen recht op een bijdrage vanuit de bijzondere bijstand wanneer er daadwerkelijk sprake is van een verhoogde energienota als gevolg van een stijging van de eenheidsprijzen van gas en elektriciteit. De termijnbedragen (voorschotten) kunnen door huishoudens nl. op eigen verzoek naar boven of beneden worden aangepast. Dit is geen indicatie van hogere energiekosten voor deze regeling. Als de eenheidsprijzen niet zijn gestegen bijvoorbeeld bij huishoudens met een vast contract dan is er geen recht op een vergoeding in het kader van deze regeling.

 

Nibud-prijzen vormen uitgangspunt vergoeding

Voor vergoeding door bijzondere bijstand komen alleen de meerkosten in aanmerking in vergelijking met de energiekosten van vóór de crisis in 2021.

 

Nibud publiceert tabellen met het gemiddelde energieverbruik van huishoudens in Nederland. Deze tabellen zijn gebaseerd op type woning voor wat betreft het gasgebruik en voor wat betreft het energiegebruik op het aantal woonachtige personen.

 

Uitgangspunt is dat bij de berekening van de meerkosten van energie uitgegaan wordt van het verschil tussen de door Nibud gepubliceerde gemiddelde kosten van energiegebruik per woningtype en huishoudsamenstelling van 2021 (vóór de crisis) en ná de crisis vanaf 2022.

 

De bedragen van Nibud zijn richtprijzen en gaan uit van een gemiddeld (normaal) gebruik van energie en niet van uitzonderlijk veel (of weinig) individueel energiegebruik.

 

Op basis van deze objectieve bedragen kan een vergoeding door bijzondere bijstand worden berekend en wordt de vergoeding niet berekend op het individuele energieverbruik van het huishouden.

 

Van de richtprijzen van het Nibud kan worden afgeweken in het individueel geval wanneer het huishouden aantoont dat de huidige staat van de woning een ander (hoger) energieverbruik rechtvaardigt.

 

Voorliggende voorzieningen

Bij de berekening wordt rekening gehouden met andere ontvangen energiecompensaties zoals de energietoeslag en de energiekorting van € 190,- per maand over november en december 2022. Als er in 2022 recht is op een energietoeslag wordt de compensatie toegerekend naar maand (€ 1.300:12=) € 108 per maand.

 

Voorbeeld berekening I: Eenpersoonshuishouden, tussenwoning, inkomen <120% bijstandsnorm

Alleenstaande woont in een tussenwoning. Voorschotnota energie is in 2022 gestegen van € 500 tot € 850. Meerkosten ten opzichte van 2021 bedragen € 350.

 

Voor vergoeding komt maximaal in aanmerking de gemiddelde meerkosten ten opzichte van 2021 zoals berekend door het Nibud. Dit betreft een bedrag ad € 222 (gas) plus € 56 (elektriciteit) = € 278 volgens de Nibud tabellen.

 

Inkomen tot 120%

 

Maximale meerkosten energie

€ 278

Af: energietoeslag 2022 d.w.z. € 108 per maand

€ 108

Totaal

€ 170 per maand

 

Over november en december ontvangt het huishouden een Rijkscompensatie van € 190. De tegemoetkoming vanuit energietoeslag en de rijksbijdrage is hoger dan € 170. Over november en december bestaat geen recht.

 

De vergoeding vanaf januari wordt opnieuw berekend als de komst van het prijsplafond gevolgen heeft voor de energienota of eventuele andere (rijks)maatregelen.

 

Voorbeeld berekening II: Eenpersoonshuishouden, tussenwoning, inkomen >120% bijstandsnorm

Zelfde situatie alleen er is sprake van een hoger inkomen – en derhalve geen recht op energietoeslag.

 

Maximale meerkosten energie € 278

 

Bijzondere bijstand bedraagt over oktober € 278.

 

In november en december bedraagt de bijzondere bijstand € 278 minus € 190 = € 88,- per maand

 

De vergoeding vanaf januari 2023 wordt opnieuw berekend als de komst van het prijsplafond gevolgen heeft voor de energienota of eventuele andere (rijks)maatregelen.

 

Voorbeeld III Meerpersoonshuishouden, 2 onder een kapwoning, inkomen <120% bijstandsnorm

Aanvrager, huishouding gehuwden en zoon, 14 jaar wonen in een twee onder een kap woning.

Voorschotnota is in 2022 gestegen van € 350 tot € 750. Meerkosten ten opzichte van 2021 bedragen € 400 per maand.

 

Voor vergoeding komt maximaal in aanmerking de gemiddelde meerkosten ten opzichte van 2021 zoals berekend door het Nibud. Dit betreft een bedrag ad € 314 (gas) plus € 121 (elektriciteit) = € 435 volgens de Nibud tabellen. De meerkosten zijn echter minder dan € 435, namelijk € 400 per maand.

 

Inkomen tot 120%

 

Maximale meerkosten energie

€ 400

Af: energietoeslag 2022 d.w.z. € 108 per maand

€ 108

Totaal

€ 292 per maand

 

In november en december 2022 bedraagt de bijzondere bijstand als gevolg van de rijkcompensatie van € 190. Hierdoor zijn de meerkosten € 102.

 

De vergoeding vanaf januari 2023 wordt opnieuw berekend als de komst van het prijsplafond gevolgen heeft voor de energienota of eventuele andere (rijks)maatregelen.

 

Voorbeeld IV. Meerpersoonshuishouden, 2 onder een kapwoning, inkomen >120% bijstandsnorm

Zelfde situatie maar nu een inkomen hoger dan 120%, dus geen recht op een energietoeslag.

 

Maximaal te vergoeden € 400 per maand.

In oktober bedraagt de bijzondere bijstand € 400. In november en december € 210 per maand (€ 400 minus € 190).

 

Bedragen worden opnieuw berekend bij indexering Nibud tabellen

De bijzondere bijstand wordt berekend aan de hand van de meest recente Nibudtabellen. Deze tabellen worden periodiek geïndexeerd.

 

Bijzondere bijstand toegekend per 3 maanden

Vanwege de snel wisselende omstandigheden op het gebied van energie wordt een vergoeding door bijzondere bijstand slechts voor een periode van 3 maanden toegekend. Ná afloop van de periode van drie maanden wordt het recht op bijzondere bijstand opnieuw beoordeeld door het cluster Sociale Zaken. De belanghebbende hoeft hier niet apart een nieuwe aanvraag voor in te dienen.

 

Artikel 4 Terugwerkende kracht

In feite zijn er gemiddeld hogere kosten voor energie vanaf 1 oktober 2022. Om die reden kan een aanvraag voor bijzondere bijstand ook met terugwerkende kracht worden ingediend vanaf of na 1 oktober 2022.

 

Artikel 5 Inlichtingenplicht

Het huishouden dat een beroep doet op deze regeling dient het college direct op de hoogte te stellen van alle relevante informatie die belangrijk is in verband met wijzigingen in de energienota, de gezinssamenstelling en de inkomenssituatie.

 

Artikel 6Hardheidsclausule

Deze beleidsregel geeft kaders om huishoudens individueel te compenseren voor de gestegen energieprijzen. De ontwikkelingen op het gebied van de stijgende energieprijzen zijn echter onvoorspelbaar en ook kunnen er zich situaties voordoen waarin deze regeling niet (geheel) in voorziet. Het is vooraf moeilijk in te schatten welke situaties zich allemaal kunnen voordoen.

 

Het college kan in afwijking van deze beleidsregel dan toch besluiten om op basis van maatwerk bijzondere bijstand voor de energiekosten toe te kennen.

 

Artikel 7Inwerkingtreding en citeertitel

Deze hoeft verder geen nadere toelichting.

 

Bijlage 1 tabellen energiegebruik conform Nibud november 2022

 

Gemiddeld gasverbruik van huishoudens in 2021 en 2022

 

Woningtype

2021

Gemiddeld jaarlijks verbruik in m3

2021

Kosten per maand

2022 Gemiddeld jaarlijks verbruik in m3

2022

Kosten per maand

Meerkosten in 2022

Flat/appartement

920

84

800

237

153

Tussenwoning

1.190

102

1120

324

222

Hoekwoning

1.380

115

1330

381

266

2 onder 1 kap woning

1.560

127

1550

441

314

Vrijstaande woning

2.010

158

2050

576

418

 

Gemiddeld elektraverbruik van huishoudens in 2021 en 2022

 

Aantal personen in huishouden

2021

Gemiddeld jaarlijks verbruik in kWh

2021

Kosten per maand

2022

Gemiddeld jaarlijks verbruik in kWh

2022 Kosten per maand

Meerkosten in 2022

1

1.810

15

1.800

71

56

2

2.800

34

2.810

132

98

3

3.310

44

3.370

165

121

4

3.840

54

3.940

199

145

5 of meer

4.110

59

4.270

219

160

 

Deze tabellen worden periodiek geïndexeerd wanneer de Nibud bedragen naar aanpassingen bedragenNibud.