Organisatie | Midden-Delfland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nota misbruik en oneigenlijk gebruik 2019-2022 |
Citeertitel | Nota misbruik en oneigenlijk gebruik 2019-2022 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen 2015-2018 Midden-Delfland.
afdeling 3.6 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-12-2022 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 25-06-2019 | 2019-07138 |
Burgemeester en wethouders maken op grond van afdeling 3.6 van de Algemene wet bestuursrecht bekend dat de gemeenteraad in zijn vergadering van 25 juni 2019 heeft vastgesteld:
Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2019. Tegelijkertijd is de Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen 2015-2018 Midden-Delfland ingetrokken.
Met het vaststellen van deze beleidsnota ontstaat een kapstok waaraan de regelgeving en de maatregelen met betrekking tot het opzetten, uitvoeren, controleren en evalueren van Misbruik en Oneigenlijk gebruik (M&O) maatregelen in de gemeente Midden-Delfland getoetst kunnen worden.
In het publieke domein is rechtmatigheid een belangrijk onderdeel van het handelen. Zo belangrijk dat aan de gemeentelijke accountants de taak is opgedragen om dit jaarlijks te toetsen bij de controle van de jaarstukken. Daarom is het begrip nader uitgewerkt in het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten.
Een van de onderdelen van het begrip rechtmatigheid is het criterium Misbruik en Oneigenlijk gebruik (M&0). Om goed om te gaan met de aspecten die een rot spelen bij M&0 is aan gemeenten geadviseerd om beleid te ontwikkelen en dit door de raad te laten vaststellen. Dit is een advies van het Platform Rechtmatigheid Provincies en Gemeenten (PRPG) en geen verplichting
De gemeenteraad van Midden-Delfland is van mening dat vastgesteld M&O beleid een meerwaarde heeft voor onze organisatie. Met het vaststellen van deze beleidsnota worden de M&O-maatregelen in Midden-Delfland verankerd.
Deze nota geeft duidelijkheid over de hoofdlijnen van M&O beleid en gaat niet in op specifieke details, sancties etc. In de bijlage zijn voorbeelden van fraude benoemd.
De nota gaat allereerst in op de belangrijkste definities. Wat wordt bedoeld met Misbruik en Oneigenlijk gebruik. Vervolgens zijn de beleidsuitgangspunten gedefinieerd.
Het opzettelijk niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte overheidssubsidies of uitkeringen te verkrijgen of met als doel het niet, dan wel een te laag bedrag aan heffingen, aan de overheid te betalen.
Toelichting: Dit betreft een bewuste misleiding om een onrechtmatig of onwettig voordeel te behalen. Misbruik kan gelijk gesteld worden met het plegen van fraude om zich onrechtmatig overheidsgelden toe te eigenen.
Het aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen, tot het verkrijgen van overheidsbijdragen of het niet dan wel een te laag bedrag betalen van heffingen aan de overheid - in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving - maar in strijd met het doel en de strekking daarvan, is oneigenlijk gebruik.
Toelichting: Bij oneigenlijk gebruik wordt feitelijk gehandeld in overeenstemming met wet- en regelgeving. Daarmee zijn dergelijke handelingen niet onrechtmatig. Wei is sprake van het in strijd handelen met het doel en de strekking van de wet- en regelgeving. Indien de wet- en regelgeving oneigenlijk gebruik mogelijk maakt (‘de mazen van de wet’) is het blijkbaar noodzakelijk dat de wet- en regelgeving wordt aangepast en/of duidelijker moet worden toegelicht.
Het begrip M&O kan van toepassing zijn op derden waar de gemeente Midden-Delfland zaken mee doet. Er is dan sprake van externe werking. Het kan ook van toepassing zijn op de interne organisatie; de medewerkers en bestuurders van de gemeente Midden- Delfland. In dit laatste geval heeft het begrip een interne werking. De externe- en interne werking is als volgt omschreven.
Indien de wet- en regelgeving oneigenlijk gebruik mogelijk maakt (‘de mazen van de wet’) is het noodzakelijk dat de wet- en regelgeving wordt aangepast en/of duidelijker wordt toegelicht. De externe werking van M&O beleid vereist dat er zodanige beheersmaatregelen (AO/IC) in de organisatie bestaan dat ongeoorloofd handelen zoveel mogelijk wordt voorkomen. Als toch misbruik of oneigenlijk gebruik wordt geconstateerd dienen maatregelen te worden genomen.
De interne werking van M&O beleid (voorkomen dat zaken binnen de organisatie fout lopen) heeft nadrukkelijk te maken met houding en gedrag. Dus met integriteit van zowel bestuurders als ambtenaren. Ook binnen een organisatie dient er aandacht te zijn voor het risico dat er sprake is van misbruik of oneigenlijk gebruik. Niet integer handelen, kan leiden tot misbruik (lees fraude) en oneigenlijk gebruik. De interne werking van M&O en de te nemen maatregelen hebben dus veel raakvlakken met het integriteitsbeleid.
Op het gebied van interne beheersing
Ten behoeve van het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik zorgt het college dat er sprake is van adequate beheersmaatregelen. Dit uit zich in het nemen van maatregelen op het gebied van de Planning & Control (P&C) cyclus en wordt zichtbaar via het resultaat van de accountantscontrole van de jaarstukken. Hierbij wordt gestreefd naar:
Via voorlichting kunnen belanghebbenden op de hoogte worden gebracht van het bestaan en de inhoud en toepassing door het bestuur van de wet- en regelgeving. Bij de voorlichting kan onder andere worden aangegeven dat M&0 gebruik gevolgen kan hebben. Voorlichting dient bewustwording te bevorderen en kan een preventieve werking hebben bij het bestrijden en voorkomen van M&0.
Controle richt zich o.a. op het toetsen van de gegevens die door de belanghebbende zijn verstrekt.
De manier van Interne controle (IC) is vastgelegd in de procesoptimalisatie van de Administratieve Organisatie (AO) en kan per proces verschillen.
Bij M&O-gevoelige regelingen is inzicht in de resultaten van de IC belangrijk. Vastlegging van de controleresultaten is dus noodzakelijk. De resultaten van de IC kunnen bijvoorbeeld leiden tot aanpassing van het controlebeleid en/of de regelgeving.
Bij de evaluatie van beleid kunnen gebreken worden ontdekt door expliciet aandacht te besteden aan M&0. Aanbevolen wordt om de vakafdelingen regelmatig hun beleid, verordeningen en procedures te laten toetsen. Hierdoor wordt de kans op misbruik en oneigenlijk gebruik verder tegengegaan.
Ondanks de getroffen maatregelen zijn er een aantal processen die fraudegevoelig blijven. Druk, gelegenheid en rationalisatie bepalen onder meer de fraudegevoeligheid.
De gemeente kan hierbij de “gelegenheid” het meest beïnvloeden. Druk en rationalisatie zijn factoren die deels buiten de reikwijdte van het college van burgemeester en wethouders en het management liggen. Denk bijvoorbeeld aan privéschulden. Dat deze factoren minder beïnvloed baar zijn. Wil niet zeggen dat het college van burgemeester en wethouders en het management hieraan geen aandacht dienen te besteden. Het is juist van groot belang signalen die wijzen op een verhoogde fraudegevoeligheid te onderkennen, om er vervolgens op toe te zien dat (aanvullende) beheersmaatregelen worden getroffen c.q. worden gehandhaafd.
Andere factoren, te koppelen aan processen, die de fraudegevoeligheid van een gemeente beïnvloeden, zijn:
De conclusie is dat fraudegevoelige processen de nodige aandacht krijgen en dat de nodige beheersmaatregelen zijn getroffen.