Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Legesverordening HHNK 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingLegesverordening HHNK 2023
CiteertitelLegesverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2023
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Deze regeling vervangt de Legesverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 110 van de Waterschapswet
  2. artikel 115, eerste lid, van de Waterschapswet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-12-2022nieuwe regeling

14-12-2022

wsb-2022-14079

22.0687203

Tekst van de regeling

Intitulé

Legesverordening HHNK 2023

Het college van hoofdingelanden van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;

 

gelezen het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van 1 november 2022, nr. 22.0687204;

 

gelet op de artikelen 110 en 115 lid 1, b en c van de Waterschapswet (met ingang van de datum van inwerkingtreding van artikel 13.1a van de Omgevingswet – Stb. 2016, 156 – tevens artikel 13.1a, lid 1 en lid 3 van de Omgevingswet);

 

gehoord de commissie Bestuur, Middelen en Waterketen;

 

b e s l u i t :

 

De Legesverordening HHNK 2023 vast te stellen, luidende als volgt,

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    HHNK: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;

  • b.

    dagelijks bestuur: het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;

  • c.

    heffingsambtenaar: de ambtenaar, bedoeld in artikel 123, derde lid, onderdeel b, van de Waterschapswet;

  • d.

    invorderingsambtenaar: de ambtenaar, bedoeld in artikel 123, derde lid, onderdeel c, van de Waterschapswet.

Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam leges worden rechten geheven ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het door HHNK verlenen van diensten, genoemd in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is aangevraagd.

Artikel 4 Heffingsmaatstaven en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van de in de tarieventabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt.

  • 3.

    De leges zijn verschuldigd onverminderd de andere rechten waaraan de stukken onderhevig zijn en onverminderd de bijkomende kosten welke aan derden verschuldigd zijn en door HHNK worden betaald, zoals portokosten, kadastrale rechten of externe advieskosten waarvan het verschuldigde bedrag, voorafgaand aan het in behandeling nemen van een aanvraag, aan de aanvrager worden meegedeeld.

Artikel 5 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van aanslag dan wel bij wege van een mondelinge of gedagtekende schriftelijke kennisgeving door of namens de invorderingsambtenaar, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, nota of andere schriftuur.

Artikel 6 Minimumaanslag of te vorderen bedrag

Aanslagen of bedragen die een bedrag van € 5,00 niet te boven gaan, worden niet opgelegd of gevorderd.

Artikel 7 Vrijstellingen

  • 1.

    De leges worden niet geheven voor het verstrekken van stukken:

    • a.

      die ingevolge enig wettelijk voorschrift kosteloos worden verstrekt;

    • b.

      ten behoeve van wetenschappelijke of onderwijsdoeleinden;

    • c.

      ten behoeve van voorlichtingsdoeleinden;

    • d.

      ten behoeve van overheidslichamen of de rechterlijke macht.

  • 2.

    De leges worden niet geheven voor het behandelen van een aanvraag om vergunning, ontheffing of andere dienst, voor zover die aanvraag voortvloeit uit de uitvoering van werkzaamheden door of vanwege HHNK zelf dan wel van werkzaamheden die daarvan een direct gevolg zijn.

Artikel 8 Betalingstermijnen

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de leges betaald:

  • a.

    indien de leges worden geheven bij mondelinge kennisgeving: op het moment waarop de kennisgeving wordt gedaan;

  • b.

    indien de leges worden geheven bij wege van aanslag of andere schriftelijke kennisgeving: binnen vier weken na de dagtekening.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Indien strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot onvoorziene onbillijkheden van overwegende aard kan de heffingsambtenaar afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 11 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om vrijstelling als bedoeld in artikel 7 wordt schriftelijk ingediend bij de heffingsambtenaar binnen zes weken nadat de aanspraak op vrijstelling is ontstaan.

  • 2.

    Daarnaast kan een in het vorige lid bedoelde vrijstelling ambtshalve worden verleend.

Artikel 12 Nadere regels

Het dagelijks bestuur kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 13 Intrekking, inwerkingtreding, tijdstip van ingang van de heffing en citeertitel

  • 1.

    De Legesverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2013, vastgesteld bij besluit van 12 december 2012, registratienummer 12.0042229, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening met bijbehorende tarieventabel treedt in werking met ingang van de eerstvolgende dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als Legesverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2023 of Legesverordening HHNK 2023.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 14 december 2022

van het college van hoofdingelanden,

de secretaris,

M.J. Kuipers

de dijkgraaf,

drs. L.H.M. Kohsiek

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de Legesverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2023

 

Hoofdstuk 1 – Documenten

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.1 afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

tot 10 kopieën (enkelzijdig):

gratis

10 of meer kopieën, per kopie (enkelzijdig):

€ 0,60

1.2 kaarten en tekeningen, per stuk:

A-4 formaat,

zwart-wit:

€ 1,21

kleur:

€ 2,42

A-3 formaat,

zwart-wit:

€ 3,63

kleur:

€ 7,24

A-2-formaat,

zwart-wit:

€ 4,84

kleur:

€ 9,65

A-0-formaat,

zwart-wit:

€ 6,03

kleur:

€ 12,06

1.3 digitale informatiedragers, per stuk:

€ 7,24

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het voldoen aan een verzoek:

 

1.4 als bedoeld in de Wet open overheid:

de bedragen zoals die landelijk zijn vastgesteld op grond van artikel 8.6 van die wet en bij afwezigheid daarvan de bedragen zoals opgenomen in deze verordening

1.5 als bedoeld in de artikelen 13 en 14 van de Algemene verordening gegevensbescherming en het verzoek kennelijk ongegrond of buitensporig is, met name vanwege het repetitieve karakter:

een redelijke vergoeding zoals genoemd in artikel 12, vijfde lid, sub a van de Algemene verordening gegevensbescherming

 

Hoofdstuk 2 – Bestuursstukken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een papieren exemplaar van:

 

2.1 de beleidsbegroting, inclusief meerjarenraming:

€ 48,24

2.2 de jaarrekening:

€ 48,24

2.3 de keur:

€ 18,09

2.4 een verordening, reglement of soortgelijk stuk:

€ 12,06

2.5 het waterbeheerplan, verkeersveiligheidsplan, calamiteitenplan of soortgelijk stuk:

€ 18,09

2.6 een peilbesluit:

€ 18,09

2.7 een uittreksel uit het kiesregister:

€ 7,24

2.8 openbare vergaderstukken:

per set:

€ 36,18

per jaar (abonnement)

€ 90,45

 

Hoofdstuk 3 – Archief

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

3.1 het doen van nasporingen in het archief, per kwartier:

€ 18,09

(tot 15 minuten gratis)

Voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag wordt aan de aanvrager mededeling gedaan van een schatting van de hoeveelheid tijd die met de nasporing gemoeid zal zijn.

3.2 het verstrekken van reproducties van archiefstukken, zoals kaarten, tekeningen, foto’s en van afschriften of uittreksels uit een in het archief berustend stuk of gedeelte daarvan:

werkelijke kosten

Voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag wordt aan de aanvrager mededeling gedaan van een schatting van de werkelijke kosten.

 

Hoofdstuk 4 – Vergunningen en ontheffingen (na inwerkingtreding Omgevingswet tevens maatwerkvoorschriften en een gelijkwaardige maatregel)

 

I. Watersysteem

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning, ontheffing op grond van de Waterwet, de keur van het hoogheemraadschap of andere wet- of regelgeving voor:

 

Na inwerkingtreding Omgevingswet luidt deze tekst:

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning, ontheffing, maatwerkvoorschrift of gelijkwaardige maatregel op grond van de Omgevingswet, de Waterschapsverordening van het hoogheemraadschap of andere wet- of regelgeving voor:

 

4.1 het brengen van stoffen in een oppervlaktewaterlichaam of het met behulp van een werk, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool, brengen van water of stoffen op een zuiveringstechnisch werk van het hoogheemraadschap:

ten behoeve van minder complexe activiteiten:

€ 724,00

ten behoeve van complexe activiteiten:

€ 1.809,00

ten behoeve van zeer complexe activiteiten:

€ 5.789,00

 

Hierbij geldt de volgende categorie-indeling:

 

minder complexe activiteiten

complexe activiteiten

zeer complexe activiteiten

Vatenwasserij/tankcleaning

Afval opslaan, be- en verwerken/stortplaatsen

(Petro)chemische industrie

Baggerdepots

Houtimpregneringsbedrijven

Ertsverwerkende industrie

Betonmortelcentrales

Textielveredelingsbedrijven

Gpbv-bedrijven industrie* (Na inwerkingtreding Omgevingswet; Ippc-bedrijven industrie*)

Jachthavens/scheepswerven

Houtreinigingsbedrijven

Overige

Baggerwerkzaamheden

Viskwekerijen

Bollenteelt

Overige

Champignonteelt

Witloftrekkerijen

Spoelbedrijven

Ippc-bedrijven agrarisch*

Gemeentewerven

Overige

* Bedrijven die zijn voorzien van een gpbv-installatie als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Wet milieubeheer. (na inwerkingtreding Omgevingswet; Bedrijven die zijn voorzien van een ippc-installatie als bedoeld in de begripsbepalingen bij artikel 1.1, eerste lid, van de Omgevingswet.)

 

4.2 het onttrekken van grondwater:

tot en met 5.000 m³ per jaar:

€ 181,00

5.001 m³ tot en met 50.000 m³ per jaar:

€ 1.508,00

50.001 m³ tot en met 150.000 m³ per jaar:

€ 3.015,00

vanaf 150.001 m³ per jaar:

€ 6.030,00

(Na inwerkingtreding van de Omgevingswet;

 

4.2A het natuurlijk afvloeien van grondwater middels een voorziening die grondlagen perforeert, zoals verticale drainage:)

€ 362,00

Indien onttrokken grondwater (actief of natuurlijk middels een voorziening) wordt geloosd op een oppervlaktewaterlichaam zijn voor de lozing geen leges ingevolge rubriek 4.1 verschuldigd.

4.3 het versneld tot afvoer laten komen van neerslag, in die gevallen waarbij de compensatie in een andere vergunning is geregeld:

€ 109,00

Wanneer in één vergunning de verhardingstoename volledig wordt gecompenseerd worden alleen voor de compensatiewerken leges in rekening gebracht.

4.4 het verrichten van afgravingen of seismische onderzoeken, het plaatsen of hebben van werken met een overdruk van 10 bar of meer of het hebben van explosiegevaarlijk materiaal of explosiegevaarlijke inrichtingen in een beschermingszone van een waterstaatswerk:

€ 362,00

4.5 het instellen van een peilwijziging (inclusief twee werken die noodzakelijk zijn voor de peilwijziging, zoals genoemd onder rubriek 4.12, en de noodzakelijke verbreding en verdieping van de waterlopen):

€ 181,00

Bij meer dan twee werken en werken die noodzakelijk zijn voor de peilwijziging wordt het legesbedrag verhoogd met de bedragen voor de werken zoals genoemd in deze tabel.

4.6 het lozen op of onttrekken van water aan een oppervlaktewaterlichaam en het maken van de daarvoor noodzakelijke werken:

€ 181,00

4.7 het oprichten, wijzigen of verwijderen van een bouwwerk op, in, onder of boven een waterkering:

€ 289,00

4.8 het leggen, wijzigen of verwijderen van een kabel of leiding:

kruisende een waterstaatswerk:

€ 109,00

per tweede en volgende kruising:

€ 54,00

in de lengterichting van een waterstaatswerk, inclusief het aantal kruisingen:

tot en met 100 meter, gerekend binnen het gebied waarvoor het verbod geldt:

€ 145,00

per volgende 100 meter of gedeelte daarvan, gerekend binnen het gebied waarvoor het verbod geldt:

€ 72,00

met een maximum van € 5.000,00, mits er geen sprake is van een gebiedsoverstijgend project waarbij meerdere buitengebieden of woonkernen aangesloten moeten worden op een nieuw kabel en/of leidingtracé.

Het behandelen van een aanvraag voor het verwerken van het leggen, wijzigen of verwijderen van een kabel of leiding via het MOOR-systeem1.

€ 15,00

Ingeval van samenloop met rubriek 4.23 of bij het kruisen van meerdere waterstaatswerken waarbij de kabel of leiding door middel van een boring in één werkgang wordt aangelegd is eenmaal het tarief verschuldigd.

4.9 het geheel of gedeeltelijk dempen van een oppervlaktewaterlichaam:

tot en met 100 meter:

€ 109,00

per volgende 100 meter of gedeelte daarvan:

€ 54,00

4.10 het aanleggen of wijzigen van een oppervlaktewaterlichaam:

€ 109,00

Voor het aanleggen of wijzigen van een oppervlaktewaterlichaam ter compensatie van een demping zijn geen leges verschuldigd.

 

Onder oppervlaktewaterlichaam wordt mede begrepen een natuurvriendelijke oever met een waterbergende functie.

4.11 het aanbrengen, wijzigen of verwijderen van een damwand of beschoeiing:

tot en met 100 meter:

€ 109,00

per volgende 100 meter of gedeelte daarvan:

€ 54,00

4.12 het aanbrengen of wijzigen van beplanting, een dam, duiker, brug, stuw, lozingspunt, steiger, boothuis of ander werk:

per eerste werk van dezelfde soort:

€ 109,00

per tweede werk of meer van dezelfde soort:

€ 54,00

Voor het verwijderen van een werk als bedoeld in deze rubriek zijn geen leges verschuldigd.

4.13 het aanleggen van een weg of fietspad met bijbehorende werken en werkzaamheden zoals een brug, dam, dempen en graven waterloop, per 100 meter weg of fietspad:

€ 145,00

Tenzij het in rekening brengen van de leges per afzonderlijk werk tot lagere leges leidt.

4.14 het aanbrengen, wijzigen of verwijderen van afmeerpalen, ongeacht het aantal:

€ 109,00

4.15 het aanbrengen of verwijderen van bomen:

tot vijftig bomen:

€ 109,00

bij vijftig bomen of meer:

€ 217,00

4.16 het innemen van een ligplaats met een woonboot:

€ 109,00

bijkomende werken, zoals steiger, schuur, kabels en leidingen, e.d.:

zie tarieventabel

bij legalisatie van een reeds bestaande situatie een maximum van:

€ 300,00

4.17 het aanbrengen, wijzigen of verwijderen van een werk ten behoeve van aquathermie, bodemenergie, Thermische Energie uit Oppervlaktewater (TEO), Thermische Energie uit Afvalwater (TEA), en vergelijkbare technieken:

waarbij voor het systeem kabels en/of leidingen in, boven of onder de waterkering worden aangebracht:

zie tarieventabel

waarbij voor het systeem een aanvullend werk, zoals een pompkast, in, boven of onder de waterkering wordt aangebracht:

zie tarieventabel

waarbij voor de werking van het systeem sprake is van actieve grond- en/of oppervlaktewateronttrekking:

zie tarieventabel

4.18 het realiseren van alternatieve vormen van waterberging ten behoeve van compensatie verhard oppervlak en/of vertraagd afvoeren van hemelwater:

€ 181,00

4.19 het realiseren van zonnepanelen op oppervlaktewater:

€ 362,00

 

II. Vaarwegen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning of ontheffing op grond van de Scheepvaartverkeerswet, het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Omgevingsverordening Noord-Holland, of andere wet- of regelgeving voor:

 

4.20 het hebben, maken, wijzigen of verwijderen van een werk of het verrichten van werkzaamheden:

€ 109,00

Ingeval van samenloop met een of meer andere rubrieken zijn in het kader van deze rubriek geen leges verschuldigd.

4.21 het gebruikmaken van een vaarweg in afwijking van een verkeersbesluit:

eenmalig:

€ 18,00

anders:

€ 72,00

 

III. Wegen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning of ontheffing op grond van de Omgevingsverordening Noord-Holland, de keur van het hoogheemraadschap (na inwerkingtreding Omgevingswet; de Waterschapsverordening), het Reglement verkeersregels en verkeerstekens of andere wet- of regelgeving voor:

 

4.22 het maken, wijzigen of verwijderen van een werk of het verrichten van werkzaamheden:

€ 109,00

4.23 het leggen, wijzigen of verwijderen van een kabel of leiding:

kruisende een weg:

€ 109,00

per tweede en volgende kruising:

€ 54,00

in de lengterichting van een weg, inclusief het aantal kruisingen:

tot en met 100 meter, gerekend binnen het gebied waarvoor het verbod geldt:

€ 145,00

per volgende 100 meter of gedeelte daarvan, gerekend binnen het gebied waarvoor het verbod geldt:

€ 72,00

met een maximum van € 5.000,00, mits er geen sprake is van een gebiedsoverstijgend project waarbij meerdere buitengebieden of woonkernen aangesloten moeten worden op een nieuw kabel en/of leidingtracé.

Het behandelen van een aanvraag voor het verwerken van het leggen, wijzigen of verwijderen van een kabel of leiding via het MOOR-systeem2.

€ 15,00

Ingeval van samenloop met rubriek 4.8 of bij het kruisen van meerdere wegen waarbij de kabel of leiding door middel van een boring in één werkgang wordt aangelegd is eenmaal het tarief verschuldigd.

4.24 het gebruikmaken van een weg in afwijking van een verkeersbesluit:

eenmalig:

€ 18,00

anders:

€ 72,00

Voor ontheffingen van inrijverboden ten behoeve van aanwonenden, eigenaren en gebruikers van aanliggende gronden, hulpdiensten en dergelijke zijn geen leges verschuldigd.

4.25 het afsluiten van een weg ten behoeve van het houden van een evenement, het uitvoeren van werkzaamheden of voor andere activiteiten:

€ 72,00

 

IV. Overig

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

4.26 vergunning, ontheffing (na inwerkingtreding Omgevingswet tevens maatwerkvoorschrift, gelijkwaardige maatregel), vrijstelling of toestemming voor andere werken of activiteiten dan genoemd onder 4.1 tot en met 4.24:

€ 109,00

4.27 vergunning, ontheffing (na inwerkingtreding Omgevingswet tevens maatwerkvoorschrift, gelijkwaardige maatregel), vrijstelling of toestemming die wordt ingetrokken alvorens daarop is beschikt:

geen leges

4.28 vergunning, ontheffing (na inwerkingtreding Omgevingswet tevens maatwerkvoorschrift, gelijkwaardige maatregel), vrijstelling of toestemming waarop negatief wordt beschikt, hetzelfde tarief als bij toewijzing:

zie tarieventabel

4.29 wijziging van een vergunning, ontheffing (na inwerkingtreding Omgevingswet tevens maatwerkvoorschrift, gelijkwaardige maatregel):

€ 72,00

Het wijzigen van de tenaamstelling van een vergunning ingeval deze overgaat op een andere rechthebbende wordt niet aangemerkt als een wijziging van de vergunning.

4.30 verlenging van een tijdelijke vergunning, ontheffing (na inwerkingtreding Omgevingswet tevens maatwerkvoorschrift of gelijkwaardige maatregel):

€ 72,00

4.31 een werk of activiteit waarvoor een extern deskundigenadvies moet worden ingewonnen:

het legestarief zoals genoemd in deze tarieventabel, verhoogd met de werkelijke kosten van het advies

Voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag wordt aan de aanvrager mededeling gedaan van een schatting van de werkelijke kosten.

 

Na inwerkingtreding van de Omgevingswet treedt de hierna volgende paragraaf V in werking.

 

V. Meervoudige aanvragen

 

4.32 Onverminderd het bepaalde in paragraaf I tot en met IV van hoofdstuk 4 van de tarieventabel bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan advies als bedoeld in artikel 16.15 Omgevingswet moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet, het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van de omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door de ambtenaar belast met de heffing is opgesteld. In dit geval wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

4.33 Onverminderd het bepaalde in paragraaf I tot en met IV van hoofdstuk 4 van de tarieventabel bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een daartoe aangewezen bestuursorgaan, het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van de omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door de ambtenaar belast met de heffing is opgesteld. In dit geval wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Toelichting op het besluit

Algemeen

Op grond van de Waterschapswet is het hoogheemraadschap bevoegd rechten te heffen ter zake van onder meer het genot van door of vanwege het bestuur van het hoogheemraadschap verleende diensten en het behandelen van verzoeken tot het verlenen van vergunningen of ontheffingen (art. 113 en 115, eerste lid, onderdeel b en c, Waterschapswet). De hier bedoelde rechten worden algemeen aangeduid als leges. Voor de heffing en invordering worden deze leges aangemerkt als een waterschapsbelasting (art. 115, tweede lid, Waterschapswet). De heffing geschiedt op basis van een belastingverordening (art. 111 Waterschapswet). Deze Legesverordening is derhalve aan te merken als een belastingverordening.

 

Na inwerkingtreding van artikel 13.1a van de Omgevingswet geldt dit artikel voor waterschappen tevens als grondslag om leges te kunnen heffen voor het in behandeling nemen van aanvragen voor een omgevingsvergunning, ontheffing, maatwerkvoorschrift of gelijkwaardige maatregel in het kader van de Omgevingswet.

 

Ingevolge deze verordening worden leges geheven voor een drietal categorieën diensten, te weten:

 

  • het verstrekken van documenten;

  • het doen van nasporingen in het archief;

  • het behandelen van verzoeken om vergunningen en ontheffingen, maatwerkvoorschriften of een gelijkwaardige maatregel.

De Legesverordening HHNK 2023 vervangt de Legesverordening HHNK 2013 die de Legesverordening HHNK 2010 verving.

 

Bij de Legesverordening HHNK 2010 is de tarieventabel aangepast in verband met de invoering van de Waterwet.

 

De aanpassing in 2013 had voornamelijk ten doel de tarieven voor bepaalde categorieën vergunningaanvragen meer te verfijnen en nauwkeuriger af te stemmen op de werkelijke behandelingstijd. Daarbij is gebruik gemaakt van de ervaringen met de vergunningverlening onder de Waterwet in de afgelopen jaren. Dit heeft onder meer geresulteerd in een andere, meer genuanceerde tariefstelling voor vergunningaanvragen met betrekking tot grondwateronttrekkingen. Ook is bij sommige categorieën vergunningaanvragen meer rekening gehouden met het herhalingseffect ingeval van gecombineerde werken en grotere tracélengtes van identieke werken.

 

Verder is in de tarieventabel rekening gehouden met nieuwe uitvoeringstechnieken, waardoor aantasting van waterstaatswerken bij werkzaamheden wordt voorkomen of beperkt en de vergunningverlening wordt vereenvoudigd. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het inwendig renoveren (relinen) van leidingen, het inblazen van kabels in mantelbuizen en het gestuurd boren van leidingen.

 

De aanpassing in 2023 heeft onder andere ten doel om de invoering van de Omgevingswet te verwerken. Er zijn een aantal verwijzingen aangepast naar regelingen die na inwerkingtreding van de Omgevingswet niet meer kloppen. Tevens is nu in de legesverordening de bevoegdheid opgenomen om de kosten door te berekenen die het gevolg zijn van het middels één aanvraag een vergunning of ontheffing voor meerdere activiteiten in te dienen (de zgn. meervoudige aanvraag), waarbij overheidsorganen elkaar advies of instemming dienen te geven. De kosten die door een ander bestuursorgaan in rekening worden gebracht voor het geven van advies of instemming bij een meervoudige aanvraag kunnen nu worden doorberekend aan de aanvrager middels een legesbedrag. De tarievenlijst is geactualiseerd en aangepast zodat deze beter aansluit bij de praktijk. Verder zijn de tarieven aangepast.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 – Begripsomschrijvingen

 

Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen. De heffings- en de invorderingsambtenaar zijn de functionarissen die op grond van de Waterschapswet door het dagelijks bestuur als respectievelijk ambtenaar belast met de heffing van waterschapsbelastingen en ambtenaar belast met de invordering van waterschapsbelastingen zijn aangewezen.

 

Artikel 2 – Aard van de heffing en belastbaar feit

Dit artikel bevat de aanduiding van de heffing en van het belastbare feit, namelijk het verlenen van diensten. De concretisering vindt plaats in de bij de verordening behorende tabel.

 

Met betrekking tot verzoeken om vergunningen is ervoor gekozen het in behandeling nemen van de aanvraag aan te merken als belastbaar feit, en niet de toekenning of verlening van de vergunning. Dit houdt in dat ook leges verschuldigd zijn ingeval de gevraagde vergunning wordt geweigerd. Reden daarvoor is dat ook in die gevallen aanmerkelijke kosten voor de behandeling van de aanvraag gemaakt kunnen zijn. Dit is in overeenstemming met artikel 115 Waterschapswet, waarin het behandelen van verzoeken als belastbare dienst wordt aangemerkt. Ook volgens vaste rechtspraak is legesheffing in dergelijke gevallen toegestaan. Voorwaarde is wel dat er werkzaamheden zijn verricht om de aanvraag te behandelen. Ook een globale beoordeling van een vergunningaanvraag, bijvoorbeeld om te bezien of alle noodzakelijke stukken voor een inhoudelijke behandeling aanwezig zijn, is voldoende om van een belastbare dienstverlening te spreken.3 Daarentegen kan het alleen inboeken en registreren van een vergunningaanvraag en het verzenden van een ontvangstbevestiging niet worden beschouwd als in behandeling nemen.4

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning waarop negatief wordt beschikt, komt overeen met het tarief dat geldt wanneer de vergunning wordt verleend. Voor de behandeling van een vergunningaanvraag maakt het immers niet uit of de vergunning uiteindelijk wel of niet wordt verleend.

 

De heffing van leges is beperkt tot aangevraagde vergunningen, ontheffingen (na inwerkingtreding Omgevingswet tevens maatwerkvoorschriften of een gelijkwaardige maatregel) en daarmee vergelijkbare vrijstellingen en toestemmingen. Voor ambtshalve verleende vergunningen is geen legesheffing mogelijk. In dat geval is er geen aanvraag tot het verlenen van diensten, maar wordt verlening van een vergunning door het bestuursorgaan om andere redenen noodzakelijk of gewenst geacht. Hetzelfde geldt voor ambtshalve wijziging van vergunningen. Ook voor meldingen en soortgelijke kennisgevingen is legesheffing niet mogelijk. Het in behandeling nemen van meldingen strekt namelijk niet tot het al dan niet verstrekken van een door de indiener van de kennisgeving benodigde vergunning. Een melding of kennisgeving heeft ten doel het bestuursorgaan in staat te stellen te beoordelen of nadere eisen moeten worden gesteld of om de controle door het bestuursorgaan te vergemakkelijken. Hierdoor overheerst het publieke karakter en kan niet worden gesproken van een door de overheid verleende dienst.

 

Artikel 3 – Belastingplicht

 

Deze bepaling bevat de aanwijzing van de belastingplichtige. De aanvrager van de dienst en degene ten behoeve van wie de dienst wordt aangevraagd zijn beiden hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde leges. Dit houdt in dat beiden aangesproken kunnen worden tot betaling van het volledige bedrag en zij zelf een verhaalsrecht hebben op de ander.

 

Algemeen geldt dat de dienst moet zijn aangevraagd. Dit houdt in dat bij ongevraagde diensten, zoals het ambtshalve verlenen van vergunningen, legesheffing niet mogelijk is (zie ook de toelichting bij artikel 2).

 

Het verschuldigde legesbedrag hoeft niet vooraf aan de aanvrager te worden meegedeeld.5 Uitzondering hierop vormen de kosten van extern advies. Deze dienen vooraf te zijn begroot en door de aanvrager geaccordeerd.

 

Artikel 4 – Heffingsmaatstaven en tarieven

De bij de verordening behorende tabel geeft aan naar welke maatstaven de leges geheven worden en volgens welke tarieven.

 

Met betrekking tot de tarieven bepaalt de Waterschapswet alleen dat deze zodanig worden vastgesteld dat de geraamde baten niet uitgaan boven de geraamde lasten terzake. Verder geldt voor de hoogte van de tarieven geen formele beperking. Volgens constante rechtspraak staan de legestarieven uitsluitend ter beoordeling van het orgaan dat bevoegd is deze vast te stellen, tenzij ze boven de wettelijke limiet uitgaan of leiden tot een onredelijke en willekeurige belastingheffing. Daarbij geldt dat bij de toetsing aan de wettelijke opbrengstlimiet niet gaat om het kostendekkingspercentage per dienst of groep van diensten, maar om de kostendekking van alle in de verordening opgenomen diensten. Verder geldt dat, gegeven de vrijheid die de wetgever heeft willen toekennen bij het kiezen van de heffingsmaatstaven en het bepalen van de daaraan gekoppelde tarieven, een beperkte winst op een bepaalde categorie diensten op zichzelf geoorloofd is. Dit brengt met zich mee dat onderlinge verschillen in – op zichzelf geoorloofde – kostendekkingspercentages tussen groepen van diensten (zg. kruissubsidiëring) niet in strijd zijn met de wet of met enig algemeen rechtsbeginsel. Een motivering van die verschillen is niet vereist. Verder geldt dat tussen de hoogte van de geheven leges enerzijds en de omvang van de ter zake verstrekte diensten of de gemaakte kosten anderzijds geen rechtstreeks verband vereist is.6

 

De tariefstructuur in de tarieventabel is zodanig dat er steeds een duidelijke samenhang is tussen de hoogte van de leges en de gemiddelde omvang van de dienstverlening. Hiertoe is onder meer de cumulatieve werking van maatstaf en tarief bij meer gelijksoortige werkzaamheden beperkt.

 

De leges zijn verschuldigd naast andere kosten en rechten die door het hoogheemraadschap aan derden moeten worden betaald. Daaronder vallen niet de kosten van verplichte of onverplichte publicatie van aangevraagde of verleende vergunningen. Deze kosten zijn in de legestarieven verdisconteerd.

 

Artikel 5 – Wijze van heffing

 

Leges kunnen worden geheven bij wege van aanslag of op andere wijze (art. 125 Waterschapswet). Om de heffing en inning van leges zo praktisch mogelijk te laten verlopen is bepaald dat de vordering behalve schriftelijk ook mondeling kan plaatsvinden. De dagtekening van de kennisgeving is van belang voor de termijn van zes weken waarbinnen bezwaar kan worden gemaakt tegen een aanslag.

 

Bij gebreke van een schriftelijke kennisgeving geldt als dagtekening de datum waarop het gevorderde bedrag ter kennis van de belastingplichtige is gebracht (art. 125, tweede lid, Waterschapswet). Er wordt van uitgegaan dat ook bij mondelinge kennisgeving en contante betaling altijd een gedagtekend betalingsbewijs wordt vertrekt, zodat de belastingplichtige naderhand alsnog bezwaar kan maken. In dat geval geldt de datering van het betalingsbewijs als dagtekening van de kennisgeving en datum van aanvang van de bezwaartermijn.

 

Artikel 6 – Minimumaanslag of te vorderen bedrag

 

Ter beperking van administratieve kosten die samenhangen met legesheffing en –invordering is in dit artikel een minimumaanslag- of -vorderingsbedrag opgenomen. Wanneer het verschuldigde bedrag het minimumbedrag niet overschrijdt, wordt de aanslag niet opgelegd.

 

Voor de toepassing van deze bepaling worden meerdere aanslagen of vorderingen die op één aanslagbiljet of in één vordering verenigd zijn, aangemerkt als één aanslag of vordering. Dit is bepaald in artikel 115a Waterschapswet. Ingevolge artikel 125a, tweede lid, Waterschapswet geldt dit op overeenkomstige wijze voor vorderingen die op andere wijze worden gedaan.

 

Artikel 7 – Vrijstellingen

In een aantal gevallen is de heffing van leges voor verstrekking van documenten op grond van wettelijke voorschriften niet toegestaan of gelden er wettelijke (maximum)tarieven. Ook zijn er gevallen waarin legesheffing voor het verstrekken van documenten ongewenst is. Dat laatste is het geval bij het verstrekken van stukken voor wetenschappelijke of onderwijsdoeleinden en voor voorlichtingsdoeleinden. In dat geval geschiedt de verstrekking van documenten alleen of mede ter bevordering van kennis en informatie over het hoogheemraadschap en ligt heffing van leges niet in de rede. Ook voor het verstrekken van stukken aan overheidslichamen of aan de rechterlijke macht is een vrijstelling opgenomen. Hierbij gaat het om kopieën van bestaande stukken die in het kader van de taakuitoefening, het toezicht of een juridische procedure worden overgelegd. Ook daarvoor ligt legesheffing – zo al mogelijk – niet in de rede.

 

Ten slotte is een vrijstelling opgenomen voor de behandeling van aanvragen om vergunning of andere diensten, voor zover die aanvragen voortvloeien uit werkzaamheden door of in opdracht van het hoogheemraadschap zelf of van werkzaamheden die daarvan een direct gevolg zijn. Het gaat hierbij om vergunningplichtige werkzaamheden die derden moeten uitvoeren als direct gevolg van werkzaamheden van het hoogheemraadschap. Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij de verlegging van leidingen door nutsbedrijven wegens aanleg of versterking van waterkeringen of wegens wegreconstructies die door of vanwege het hoogheemraadschap worden uitgevoerd.

 

In de tarieventabel zijn verder nog enkele vrijstellingen opgenomen met het karakter van een drempel. Pas wanneer de verleende dienst boven die drempel uitkomt – in aantallen of in tijd – zijn leges verschuldigd.

 

Artikel 8 – Betalingstermijnen

 

Artikel 9 van de Invorderingswet kent een regeling op het gebied van betaaltermijnen. Deze regeling is ook van toepassing op de invordering van waterschapsbelastingen. In een belastingverordening kan een hiervan afwijkende regeling worden opgenomen (art. 138, eerste lid, en 139, eerste lid, Waterschapswet).

 

Uitgangspunt voor de betaling van leges is dat die worden betaald op het moment waarop de vordering wordt gedaan. Wanneer de leges worden geheven bij aanslag of andere schriftelijke kennisgeving geldt een betaaltermijn van vier weken na de dagtekening.

 

Artikel 9 – Kwijtschelding

 

Van leges wordt geen kwijtschelding verleend. Leges vormen een betaling voor geleverde diensten en zijn als zodanig een vermijdbare heffing. Kwijtschelding ligt daarom niet in de rede. Ook de Kwijtscheldingsregeling van het hoogheemraadschap voorziet niet in kwijtschelding van leges.

 

Artikel 10 – Hardheidsclausule

Het kan voorkomen dat een strikte toepassing van de regels in deze verordening leidt tot een situatie waarbij het onredelijk zou zijn om de op grond van die regels op te leggen leges te heffen. Dit artikel geeft aan de heffingsambtenaar de mogelijkheid om bij onvoorziene onbillijkheden van overwegende aard van de regels in deze verordening af te wijken en geen of minder leges in rekening te brengen dan op grond van die regels zouden worden geheven.

 

Artikel 11 – Aanvraag

Dit artikel verwijst naar de wettelijke voorschriften voor het aanvragen en verlenen van een in de verordening voorziene vrijstelling. Op grond van artikel 132, eerste lid, van de Waterschapswet dient een dergelijk verzoek te worden gedaan binnen zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet. Daarnaast kan een dergelijke vrijstelling door de heffingsambtenaar ambtshalve worden verleend (artikel 134 Waterschapswet).

 

Artikel 12 – Nadere regels

Deze bepaling is in de verordening opgenomen om kenbaar te maken dat er in de praktijk, naast de in de verordening geregelde onderwerpen, nog andere onderwerpen voor de heffing en invordering van belang kunnen zijn. Op grond van artikel 123, vierde lid, Waterschapswet kunnen deze onderwerpen geregeld worden bij besluit van het dagelijks bestuur.

 

Artikel 13 – Intrekking, inwerkingtreding, ingangsdatum van de heffing en citeertitel

 

Dit artikel bevat de gebruikelijke overgangs- en slotbepalingen. Deze behoeven geen verdere toelichting.

 

Toelichting bij de tarieventabel

 

Toepassing tabel

 

De tarieven zijn in de tabel per soort dienstverlening gerubriceerd. Dit betreft achtereenvolgens:

 

Hoofdstuk 1: Documenten

Hoofdstuk 2: Bestuursstukken

Hoofdstuk 3: Archief

Hoofdstuk 4: Vergunningen en ontheffingen (na inwerkingtreding Omgevingswet tevens maatwerkvoorschriften en een gelijkwaardige maatregel)

 

Hoofdstuk 1 (Documenten)

 

De tarieven zijn afgestemd op de grootte en omvang van de verschillende in de rubrieken genoemde documenten. Voor eenvoudige documenten (rubriek 1.1) is een servicevrijstelling opgenomen tot 10 exemplaren.

 

Voor verzoeken als bedoeld in de Wet open overheid (Woo) zijn in beginsel geen leges verschuldigd. Alleen voor het vervaardigen van kopieën van documenten kunnen eventueel leges in rekening worden gebracht. Hiervoor gelden dan de bedragen die zijn opgenomen in de landelijke Algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 8.6 van de Woo. Om praktische redenen wordt aangesloten bij de landelijke regeling door deze tarieven van toepassing te verklaren. Als een dergelijk regeling niet wordt vastgesteld, kunnen de tarieven in deze legesverordening worden gehanteerd.

 

Voor verzoeken als bedoeld in de artikelen 13 en 14 van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) zijn in beginsel geen leges verschuldigd. Er kunnen alleen leges in rekening worden gebracht als het verzoek kennelijk ongegrond of buitensporig is, met name vanwege het repetitieve karakter. Er kan dan een redelijke vergoeding in rekening worden gebracht als bedoeld in artikel 12, vijfde lid, sub a van de AVG.

 

Hoofdstuk 2 (Bestuursstukken)

De tarieven voor bestuursstukken zijn afgestemd op de gemiddelde grootte en omvang van de verschillende in de rubrieken genoemde documenten. De tarieven gelden ook voor niet met name genoemde, maar in uitvoering ongeveer overeenkomende documenten.

 

Opgemerkt wordt nog dat de in dit hoofdstuk genoemde bestuursstukken in het algemeen ook op de internetsite van het hoogheemraadschap worden gepubliceerd en kosteloos kunnen worden gedownload.

 

Hoofdstuk 3 (Archief)

 

Het hiervoor opgenomen tarief geldt als vergoeding voor het doen van nasporingen in het archief door een daartoe gekwalificeerde ambtenaar. Het tarief geldt per kwartier, waarbij een servicevrijstelling geldt voor het eerste kwartier. Op grond daarvan kunnen eenvoudige verzoeken zonder legesheffing worden afgedaan.

 

Hoofdstuk 4 (Vergunningen en ontheffingen) (na inwerkingtreding tevens maatwerkvoorschriften en een gelijkwaardige maatregel)

 

Algemeen

 

Dit hoofdstuk heeft betrekking op vergunningen en ontheffingen (na inwerkingtreding Omgevingswet tevens maatwerkvoorschriften en een gelijkwaardige maatregel). Met deze begrippen worden alle beschikkingen aangeduid waarbij een bij wettelijk voorschrift vereiste vergunning of toestemming wordt verleend, waarbij ontheffing of vrijstelling van een wettelijk voorschrift wordt verleend (of waarbij na inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Waterschapsverordening een maatwerkvoorschrift of gelijkwaardige maatregel wordt afgegeven). Het gaat hierbij om beschikkingen krachtens publiekrechtelijke regelingen. Voor privaatrechtelijke toestemmingen kunnen geen leges worden geheven.

 

De rubrieken in hoofdstuk 4 zijn ingedeeld naar beheertaken of onderdelen daarvan, te weten watersysteem, vaarwegen en wegen.

 

Tarieven

 

De tarieven zijn globaal afgestemd op het gemiddelde aantal uren dat met de behandeling van een aanvraag is gemoeid. Die tijdsbesteding is weer afhankelijk van de complexiteit van de activiteit of het werk waarop de aanvraag betrekking heeft, het belang van het beheerobject en de mate van aantasting daarvan.

 

Na inwerkingtreding van de Omgevingswet treedt de volgende tekst in werking:

Omdat maatwerkvoorschriften en de gelijkwaardige maatregel nieuw zijn in de Omgevingswet, kan nog niet worden bepaald hoeveel uren gemiddeld met een dergelijke aanvraag zijn gemoeid. Om die reden worden hiervoor vooralsnog dezelfde tarieven gehanteerd als voor de behandeling van aanvragen voor vergunningen en ontheffingen. De regels en tarieven die op grond van deze verordening gelden voor vergunningen gelden tevens voor maatwerkvoorschriften en een gelijkwaardige maatregel.

 

De tarieven zijn in 2013 ten opzichte van 2010 niet verhoogd. In 2010 en 2013 was de gemiddelde kostendekkendheid van de vergunningverlening, ongeveer gelijk (zie tabel 1).

 

Tabel 1. Kostendekking vergunningverlening op basis van legestarieven 2010/2013

 

Complexiteit vergunning

Gem. behandeltijd in uren

Loonkosten per uur

Kosten

Legestarief 2010/2013

Kostendekking in %

Eenvoudig

4,45

60

267

90

33,7

Complex

17,7

60

1062

300

28,2

 

Aangezien de tarieven sinds 2010 niet meer zijn verhoogd en mag worden aangenomen dat de kosten zijn gestegen, is het aannemelijk dat de kostendekkendheid inmiddels op een lager percentage is komen te liggen. Om een eerste stap te maken naar een hogere kostendekkendheid zijn de legestarieven nu verhoogd met een percentage gebaseerd op de jaarmutaties van de consumentenprijsindex (CPI) vanaf 2010. Dit komt neer op een verhoging van 20,6%. Dit percentage is ook toegepast op de hierna te noemen lozingsvergunningen en grondwateronttrekkingen.

 

Uit doelmatigheidsoverwegingen zijn de tarieven in hoofdstuk 4 van de tarieventabel afgerond op hele euro's. Gelet op de lage kostendekkendheid van de vorige tarieven ligt de totale kostendekkendheid van de legesopbrengst nog steeds ruim onder de 100%.

 

Lozingsvergunningen

 

In de tarieventabel zijn ook tarieven opgenomen voor het in behandeling nemen van aanvragen om vergunning of maatwerkvoorschriften voor het brengen van stoffen in oppervlaktewaterlichamen. Sinds de invoering van de Waterwet kunnen voor dergelijke vergunningen ook leges worden geheven. De tarieven die hiervoor in de tabel zijn opgenomen zijn eveneens afgestemd op de gemiddelde behandelingsduur van een aanvraag. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in vergunningen voor minder complexe, complexe en zeer complexe bedrijfsactiviteiten. De berekening van de tarieven is aangegeven in tabel 2.

 

Tabel 2. Berekening legestarieven aanvragen inzake lozingen

 

Complexiteit

Gem. behandeltijd in uren

Loonkosten per uur

Legestarief 2010/2013

Minder complex

10

60

600

Complex

25

60

1500

Zeer complex

80

60

4800

 

Dezelfde tarieven gelden voor het behandelen van aanvragen voor het met behulp van een werk, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool, brengen van water of stoffen op een zuiveringstechnisch werk van het hoogheemraadschap (art 6.2, tweede lid Waterwet (na inwerkingtreding van de Omgevingswet; art. 5.1, tweede lid, sub c Omgevingswet)).

 

Welke bedrijfsactiviteiten als minder complex, complex en zeer complex worden aangemerkt is aangegeven in de tarieventabel onder rubriek 4.1.

 

Grondwateronttrekkingen

 

Eveneens als gevolg van de Waterwet is het hoogheemraadschap belast met de vergunningverlening voor grondwateronttrekkingen, met uitzondering van enkele categorieën onttrekkingen waarvoor de provincie bevoegd gezag is gebleven. Aangezien het ging om een nieuwe taak, waarmee nog geen ervaring bestond, is het tarief in 2010 gebaseerd op het legestarief van de provincie Utrecht en het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. Dit leidde tot een uniform tarief van € 2500, ongeacht de omvang van de onttrekking. In 2013 is, na een paar jaar ervaring met de vergunningverlening voor grondwateronttrekkingen, een meer genuanceerd tarief opgenomen, dat afgestemd is op de omvang van de onttrekking.

 

Voor infiltratie in de bodem is geen tarief opgenomen. Als zelfstandige activiteit – dus zonder grondwateronttrekking – vindt dit vrijwel alleen plaats voor de drinkwatervoorziening. De vergunningverlening hiervoor is geen taak van het hoogheemraadschap.

 

Het beleid van het hoogheemraadschap is erop gericht kwalitatief goed grondwater zo veel mogelijk terug te brengen in de grond of te lozen op oppervlaktewater. Daarom is voor het terugbrengen van opgepompt grondwater in de bodem geen afzonderlijk legestarief opgenomen. Voor lozing van opgepompt grondwater op oppervlaktewater geldt een vrijstelling van het legestarief voor lozingen als bedoeld in rubriek 4.1.

 

Meldpunt Opbrekingen Openbare Ruimte (MOOR)

 

Met ingang van 1 januari 2023 zullen leges in rekening worden gebracht voor het behandelen van een aanvraag voor het verwerken van het leggen, wijzigen of verwijderen van een kabel of leiding via het MOOR-systeem. Gelet op het grote aantal aanvragen per jaar is besloten tot het vaststellen van een legestarief voor deze categorie. Het MOOR-systeem leidt tot een efficiënte afhandeling van dergelijke aanvragen. Om die reden betreft het een relatief laag tarief dat recht doet aan de gemaakte kosten.

 

Legesvrijstelling ontheffingen verkeersbesluiten

 

Onder rubriek 4.24 is een legesvrijstelling opgenomen voor ontheffingen van verkeersbesluiten die verleend worden aan aanwonenden, eigenaren of gebruikers van aanliggende gronden, hulpdiensten en dergelijke. Bij de invoering van bepaalde verkeersbeperkingen, zoals inrijverboden om sluipverkeer tegen te gaan, werd in een aantal gevallen door rechtsvoorgangers van het hoogheemraadschap toegezegd dat aanwonenden en eigenaren/gebruikers van aanliggende gronden geen leges zouden hoeven te betalen voor de noodzakelijke ontheffingen voor hun voertuigen. Niet duidelijk is in welke gevallen die toezeggingen wel en niet zijn gedaan. Om die reden is hiervoor een algemene legesvrijstelling opgenomen.

 

Toepasselijk tarief en afronding

 

Uitgangspunt van de tabel is dat per vergunnings- of ontheffingsaanvraag één tarief van toepassing is. In een aantal gevallen is het tarief afgestemd op de omvang van het werk en geldt een tarief per eenheid of gedeelte daarvan (bijvoorbeeld per 100 meter). Dit houdt in dat altijd wordt afgerond op een veelvoud van het tarief.

 

Cumulatie

 

In twee gevallen gelden tarieven cumulatief, namelijk:

  • wanneer bij een aanvraag meer ongelijksoortige beheersobjecten betrokken zijn (bijvoorbeeld een dam met uitweg);

  • wanneer een aanvraag meer vergunning- of ontheffingplichtige werken of werkzaamheden omvat (bijvoorbeeld plaatsen van beschoeiing met demping, peilwijziging met verlegging van een oppervlaktewaterlichaam, grondwateronttrekking met lozing op een oppervlaktewaterlichaam etc.). Reden voor de cumulatieve werking in deze gevallen is dat per afzonderlijk beheersobject of per afzonderlijk werk een technische beoordeling van de aanvraag dient plaats te vinden en eventueel uitvoeringsvoorschriften moeten worden vastgesteld.

Wanneer een aanvraag om vergunning meer dan één werk van dezelfde soort betreft, dan geldt voor elk extra werk de helft van het tarief. Het moet gaan om werken of activiteiten die hetzelfde zijn als het eerste werk en geen aparte beoordeling vragen (b.v. twee uitwegen, drie dammen e.d.).

 

Wijziging, verlenging

 

Voor wijziging of verlenging van een vergunning geldt een afzonderlijk tarief. De kosten van een dergelijke beschikking zullen in de praktijk nogal uiteen kunnen lopen, maar wanneer dat het geval zal zijn is op voorhand moeilijk aan te geven. Om die reden is vooralsnog gekozen voor een uniform tarief.

 

Het wijzigen van de tenaamstelling van een vergunning ingeval deze overgaat op een andere rechthebbende wordt niet aangemerkt als een wijziging van de vergunning. Hiervoor worden dus geen leges geheven.

 

Deskundigenadvies

 

In sommige gevallen kunnen vergunningplichtige werken of werkzaamheden zo ingrijpend zijn dat het gewenst is een extern deskundigenadvies te vragen. Volgens vaste rechtspraak kunnen de werkelijke kosten hiervan op de aanvrager worden verhaald, mits deze vooraf over de geraamde kosten geïnformeerd wordt en daarmee akkoord gaat.

 

Na inwerkingtreding van de Omgevingswet treedt de volgende tekst in werking:

 

Meervoudige aanvraag

 

Rubrieken 4.32 en 4.33 hebben betrekking op de situatie waarbij sprake is van een meervoudige aanvraag waarbij een aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt ingediend bij het hoogheemraadschap maar er ook werken of werkzaamheden zijn betrokken die vallen onder de bevoegdheid van een ander bestuursorgaan. Het hoogheemraadschap zal dan op grond van op grond van artikel 16.15 of 16.16 van de Omgevingswet respectievelijk advies of advies met instemming moeten vragen aan dat andere bestuursorgaan. Als dat bestuursorgaan daarvoor kosten in rekening brengt aan het hoogheemraadschap bieden rubrieken 4.32 en 4.33 de mogelijkheid om deze kosten door te berekenen aan de aanvrager.

 

In beide rubrieken is voor de tariefbepaling gekozen voor de zogenoemde ‘begrotings-constructie’. Dit heeft ermee te maken dat de legesverordening moet voldoen aan de kenbaarheidsvereisten. De belastingschuldige moet de omvang van zijn belastingschuld uit de legesverordening kunnen afleiden. Aangezien de aan het hoogheemraadschap doorberekende kosten per bestuursorgaan kunnen verschillen, is het niet goed mogelijk hiervoor een concreet tarief in de legesverordening op te nemen. Met de begrotingsconstructie wordt vóór het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld hoe hoog de betreffende legeskosten zullen zijn. Hiermee zijn de kosten op voorhand duidelijk voor de aanvrager en wordt voldaan aan de kenbaarheidsvereisten en het rechtszekerheidsbeginsel.


1

Moor-systeem is het Meldpunt Opbrekingen Openbare Ruimte.

2

Moor-systeem is het Meldpunt Opbrekingen Openbare Ruimte.

3

HR 21 december 2007, Belastingblad 2008/764.

4

Hof Arnhem 12 november 2008, Belastingblad 2009/138.

5

Hof ’s-Gravenhage 15 april 1998, Belastingblad 1998/851.

6

HR 14 augustus 2009, Belastingblad 2009/1214.