Organisatie | Dantumadiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Dantumadiel 2023 |
Citeertitel | Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Dantumadiel 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-12-2022 | Nieuwe regeling | 13-12-2022 |
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Schuldakkoord: het akkoord dat met alle schuldeisers van een verzoeker of cliënt schriftelijk is overeengekomen waarin wordt verklaard dat men akkoord gaat met het betalingsvoorstel dat is uitgebracht in het kader van het bereiken van een schuldregeling of het akkoord dat door de rechter op grond van artikel 287a Fw is toegewezen.
Schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg.
Artikel 4 – Aanbod en uitvoering
Het college kan voorwaarden stellen bij het doen van een aanbod schuldverlening aan de verzoeker. Een voorwaarde, die gesteld kan worden, is het aanvaarden van flankerende hulpverlening, die door het college noodzakelijk wordt geacht om te komen tot een duurzaam resultaat van de schuldhulpverlening.
De inlichtingenplicht houdt in dat de verzoeker of cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling doet van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de op hem van toepassing zijnde schuldhulpverlening of voor de uitvoering van deze Wet, voor zover gegevens over deze feiten en omstandigheden niet door het college kunnen worden verkregen.
Artikel 7 – Afwijzing en beëindiging schuldhulpverlening en hersteltermijn
Artikel 8 - Recidive (hernieuwde aanvraag)
Wanneer de verzoeker in de 3 jaren voorafgaand aan de dag, waarop de aanvraag tot schuldhulpverlening is ingediend, een saneringskrediet of een herfinanciering verstrekt heeft gekregen, een schuldbemiddeling heeft gehad of in traject in het kader van de WSNP verkeerde, kan het college een aanvraag tot schuldhulpverlening afwijzen.
Er wordt een beoordeling gemaakt waarbij naast bovenstaande redenen ook in de persoon gelegen omstandigheden worden meegenomen in het besluit of recidive verwijtbaar is of niet. Is recidive verwijtbaar dan kan de verzoeker niet binnen 5 jaar in aanmerking komen voor schuldhulpverlening, met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.
In artikel 2 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) staat dat de gemeente een plan vaststelt dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan de inwoners van zijn gemeente. Dit beleidsplan ‘Actieplan Integraal en Kindgericht armoede- en schuldenbeleid 2022-2026 is in oktober 2022 door de gemeenteraad van Dantumadiel vastgesteld. Deze beleidsregels dienen ter ondersteuning van dit beleidsplan en de uitvoering van de schuldhulpverlening.
Deze beleidsregels geven aan op welke wijze de in de Wgs aan het college toegekende bevoegdheden (weigeren verzoek en beëindigen van schuldhulpverlening) worden gehanteerd. Ook wordt vastgelegd welke voorwaarden het college verbindt aan de schuldhulpverlening en wat de rechten en verplichtingen zijn van de verzoeker of de cliënt. Ten slotte wordt in deze beleidsregels aangegeven hoe het college handelt in het geval van een hernieuwde aanvraag om schuldhulpverlening (recidive).
In artikel 1 worden begrippen gedefinieerd die worden gebruikt in de beleidsregels. Het gaat in enkele gevallen om begrippen die op dezelfde wijze zijn gedefinieerd als in de Wgs en/of uit de Gedragscode Schuldhulpverlening van de Nederlandse vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVVK) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Artikel 4 – Aanbod en uitvoering
In het eerste lid is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent wanneer het dit noodzakelijk acht. Hiermee wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar verzoeker zelf in staat moet worden geacht om de schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen kan schuldhulpverlening achterwege blijven. Anderzijds wordt recht gedaan aan het feit dat schuldhulpverlening selectief en gericht moet worden ingezet. Het gaat om maatwerk. De inzet van schuldhulpverlening kan per verzoeker verschillen. Dit wordt in een beschikking gemotiveerd en wordt vastgelegd in het persoonlijke Plan van aanpak schuldhulpverlening.
In sommige gevallen kan het college niets of nauwelijks iets betekenen voor een verzoeker. Bijvoorbeeld in het geval van verslavingsproblematiek.
Wanneer het college besluit om geen aanbod schuldhulpverlening te doen, dan vindt waar mogelijk overdracht naar flankerende hulpverlening (bijvoorbeeld bewindvoering of VNN).
Artikel 5 – Melding advies en aanvraag
Verzoekers kunnen zich rechtstreeks bij het team Schuldhulpverlening melden. Ook kunnen zich financiële hulpvragen van inwoners voordoen in contactmomenten met andere collega’s binnen de gemeente, bijvoorbeeld via het gebiedsteam of Klanten contactcentrum. Dan kan een melding via die wijze binnenkomen.
Op grond van een individuele beoordeling en met inachtneming van relevante feiten en omstandigheden kunnen ook zelfstandig ondernemers toegang verleend worden tot de schuldhulpverlening. In de meeste gevallen zal bij ondernemers gebruik gemaakt worden van externe expertise.
Wanneer een verzoeker zich meldt met (mogelijk) een financiële hulpvraag, vindt het eerste contact binnen 2 dagen plaats. Tijdens dit eerste contactmoment wordt de mate van urgentie bepaald en een afspraak gemaakt om binnen de wachttijd (4 weken en bij crisissituaties 3 werkdagen) het eerste gesprek in te plannen.
Het eerste gesprek kan leiden tot een crisisinterventie, een uitgebreider informatie- en adviestraject of een vervolg gesprek.
Wanneer bij melding sprake is van een crisissituatie dan is het streven om binnen 1 werkdag en maximaal 3 werkdagen het eerste gesprek te plannen met verzoeker. Onder een crisissituatie wordt verstaan:
Wanneer het eerste gesprek niet leidt tot een aanvraag schuldhulpverlening en er wordt volstaan met het verstrekken van informatie of advies, worden de afspraken of het verleende advies schriftelijk aan verzoeker meegedeeld. Er is dan geen sprake van een aanvraag schuldhulpverlening.
In het eerste lid van artikel 6 staat de inlichtingenplicht beschreven. Deze vloeit voort uit artikel 6 van de Wgs. In het tweede lid van artikel 6 staat de medewerkingsplicht beschreven. Deze vloeit voort uit artikel 7, lid 1, van de Wgs.
De onder lid 2 vermelde opsomming is niet limitatief. Afhankelijk van het product en de situatie van de cliënt kunnen aanvullende verplichtingen gelden. De vermelde vormen van medewerking hebben tot doel de kans op succes van de schuldhulpverlening zo groot mogelijk te maken. Zo wordt bijvoorbeeld van de cliënt of verzoeker gevraagd om toestemming te verlenen voor het inwinnen bij en verstrekken van informatie aan ketenpartners en voor het gevraagd en ongevraagd de informatie te verstrekken die van belang is voor het schuldhulpverleningstraject. Ketenpartners zijn personen of instanties die een belangrijke rol spelen in het traject van de schuldhulpverlening. Te denken valt hierbij aan gebiedsteammedewerkers en/of schuldeisers.
In het tweede lid onder k, is de verplichting opgenomen dat de cliënt zich, naar algemeen aanvaardbare maatschappelijke normen gemeten, correct dient te gedragen ten opzichte van de medewerkers van de gemeente of van een andere organisatie die tevens betrokken is bij de schuldhulpverlening. In het kader van deze beleidsregels wordt ervan uitgegaan dat correct gedrag in elk geval niet aan de orde is als sprake is van zeer ernstige misdragingen. In het geval van zeer ernstige misdraging kan het college een verzoek om de schuldhulpverlening afwijzen of beëindigen op grond van artikel 7, eerste lid. Op grond van artikel 8, derde lid, kan het college in zo’n geval (afwijzing of beëindiging) een verzoeker of cliënt uitsluiten van schuldhulpverlening voor de periode van 5 jaar.
Met ingang van 1 januari 2021 is artikel 7, eerste lid, van de Wgs gewijzigd in de zin dat de medewerkingsplicht vanaf die datum niet langer geldt voor ‘de verzoeker’, maar voor ‘de cliënt’. In artikel 1 van de Wgs is bepaald dat de cliënt de persoon is aan wie op grond van deze wet schuldhulpverlening wordt gegeven. Als gevolg van deze wetswijziging, geldt de medewerkingsplicht vanaf 1 januari 2021 dus alleen nog maar voor personen aan wie al schuldhulpverlening wordt gegeven en niet (meer) voor aanvragers of verzoekers. Dit betekent dat een aanvrager of verzoeker niet langer een schending van de medewerkingsplicht tegengeworpen kan worden en een aanvraag dus ook niet om die reden mag worden afgewezen. Dit blijkt onder meer uit de uitspraak van Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 12 oktober 2022: ECLI:NL:RVS:2022:2935
Artikel 7 – Afwijzing en beëindiging schuldhulpverlening en hersteltermijn
In dit artikel is aangegeven in welke situaties of op welke gronden het college het verzoek tot schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen. Wanneer de schuldhulpverlening wordt afgewezen of beëindigd, wordt dit altijd gemotiveerd in de beschikking aan de verzoeker of cliënt. Wanneer de schuldhulpverlening wordt beëindigd, zal waar nodig het Gebiedsteam worden ingelicht. Het Gebiedsteam kan cliënt begeleiden naar andere voorzieningen of hulpverlening
Naast de eigen verantwoordelijkheid is een goede motivatie essentieel voor het slagen van de schuldhulpverlening. Een verzoek om schuldhulpverlening kan geweigerd worden wanneer het college van oordeel is dat verzoeker niet de benodigde hulpverlening wil zoeken en/of aanvaarden.
Wanneer cliënt niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals is vermeld in artikel 6 lid 1 en lid 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te beëindigen. Cliënt wordt altijd in de gelegenheid gesteld om alsnog de gewenste informatie te verstrekken of medewerking te verlenen. Er moet altijd sprake zijn van een redelijke termijn conform de Algemene wet bestuursrecht. Er dient altijd sprake te zijn van een redelijke termijn.
Wat een redelijke termijn is, hangt af van het soort verplichting dat van cliënt verlangd wordt. Een termijn van circa 2 weken zal veelal voldoende moeten zijn.
Wanneer de woon- of leefsituatie van verzoeker of cliënt niet stabiel is, heeft een langdurige minnelijk schuldhulpverleningstraject geen zin. Het risico op uitval in het traject is dan te groot evenals de risico op inkomensachteruitgang en het ontstaan van nieuwe schulden is te groot.
Wanneer een van beide partners niet rechtmatig in Nederland verblijft, kan er geen minnelijke schuldregeling worden opgezet. Bij de berekening van de afloscapaciteit kan er namelijk geen rekening worden gehouden met de niet-rechthebbende partner, terwijl de inkomensgrondslag wel is gebaseerd op een alleenstaande. Budgetbeheer, informatie en advies, crisisinterventie is in deze situatie wel mogelijk. Het betreft hier dus een weigering als het gaat om een schuldregeling of betalingsregeling.
Artikel 8 - Recidive (hernieuwde aanvraag)
In verband met de eigen verantwoordelijkheid en de beperkte middelen voor schuldhulpverlening is in dit artikel opgenomen dat het college in geval van recidive geen aanbod schuldhulpverlening kan doen. Hiermee wordt voorkomen dat verzoeker of cliënt na korte tijd opnieuw een beroep op de gemeente doet.
Wanneer iedere vorm van verwijtbaarheid ontbrak bij de beëindiging of weigering kan een verzoek niet op basis van dit artikel worden geweigerd. Recidive is ook van toepassing wanneer dit een andere gemeente betreft.
Ook in het geval van een acute noodsituatie, waarbij het weigeren van een aanbod schuldhulpverlening leidt tot een ernstig en direct leed van de verzoeker en/of zijn kinderen, er geen oplossingen zijn in het eigen netwerk van verzoeker, kan er een aanbod schuldhulpverlening worden gedaan. Bijvoorbeeld in geval van een huisuitzetting bij een gezin met jonge kinderen dat hierdoor dakloos dreigt te raken.