Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eindhoven

Subsidieregeling Brede Regeling Combinatiefuncties Eindhoven 2023-2026

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEindhoven
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Brede Regeling Combinatiefuncties Eindhoven 2023-2026
CiteertitelSubsidieregeling Brede Regeling combinatiefuncties Eindhoven 2023-2026
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
  3. artikel 156 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-12-202231-12-2026nieuwe regeling

06-12-2022

gmb-2022-559517

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Brede Regeling Combinatiefuncties Eindhoven 2023-2026

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat het,

Gelet op artikel 6,7 en 8 van de Algemene Subsidie Verordening (ASV) Eindhoven;

In zijn vergadering van 6 december 2022 heeft besloten tot het vaststellen van de:

 

 

 

Subsidieregeling Brede Regeling Combinatiefuncties Eindhoven 2023-2026

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

 

  • 1.

    De definities uit artikel 1 van de ASV Eindhoven zijn op deze subsidieregeling van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

    • a.

      ASV: Algemene Subsidie Verordening van de gemeente Eindhoven;

    • b.

      buurtsportcoach/ combinatiefunctionaris: verschillende benamingen voor dezelfde professional, namelijk functionaris met als specifieke opdracht het organiseren van sport- en beweegaanbod in de buurt en het maken van een verbinding tussen sport- en beweegaanbieders en andere sectoren, zoals zorg, welzijn, jeugdzorg, kinderopvang en onderwijs;

    • c.

      cultuurcoach: functionaris met als specifieke opdracht het organiseren van activiteiten en het bevorderen van de kwaliteit van cultuureducatie en het leggen van verbindingen tussen cultuur en andere sectoren, zoals zorg, welzijn, jeugdzorg, sport en onderwijs;

    • d.

      vakleerkracht beweegonderwijs: professional die beweegonderwijs aan leerlingen op een spil-centrum of op het speciaal basisonderwijs geeft.

    • e.

      inwoners met een lage sociaal economische status (SES): inwoners met een lage plaats op de maatschappelijke ladder vanuit sociaal en economische status gezichtspunt, deze is bepaald aan de hand van o.a. opleidingsniveau, beroep of inkomen;

    • f.

      jongeren: in de leeftijd van 12 tot 18 jaar;

    • g.

      senior: in de leeftijd van 65 jaar of ouder;

    • h.

      klokuren: het aantal uren beweegonderwijs waarop een school recht heeft op grond van de grootte van de school, dat wordt bepaald door het aantal groepen van 6 tot en met 12 jarigen te vermenigvuldigen met 1,5;

    • i.

      positieve gezondheid: de uitwerking in 6 dimensies (lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, meedoen, dagelijks functioneren) van de bredere kijk op gezondheid. Met die bredere benadering draag je bij aan het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven om te gaan en om zo veel mogelijk eigen regie te voeren;

    • j.

      speciaal basisonderwijs: onderwijs met dezelfde kerndoelen als gewoon basisonderwijs, waarbij leerlingen meer tijd krijgen om deze te halen. De groepen zijn kleiner en er zijn meer deskundigen om te helpen met leren.

 

Artikel 2 Doelstelling

De doelstelling is gebaseerd op al de landelijke doelstelling vanuit de Brede Regeling Combinatiefuncties, om door de inzet van vakleerkrachten beweegonderwijs, buurtsportcoaches of cultuurcoaches de cultuurdeelname en/of sportdeelname duurzaam te verhogen en daarmee de positieve gezondheid van de inwoners van Eindhoven te bevorderen.

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteit

  • 1.

    Het college verstrekt voor het doel, als bedoeld in artikel 2, een jaarlijkse subsidie.

  • 2.

    Voor subsidie komen in aanmerking:

    • a.

      Aanvullende (beweeg)activiteiten in het (speciaal) basisonderwijs die gericht zijn op:

  • i. het bevorderen van de gezondheid van leerlingen en het organiseren van extra beweegmomenten op en rond (speciaal) basisonderwijs en deze duurzaam te borgen, of

  • ii. het begeleiden van leerlingen bij het vinden van een geschikte sport en hulp bieden bij het wegnemen van (financiële) drempels.

    • b.

      Activiteiten georganiseerd door een buurtsportcoach of cultuurcoach gericht op het in beweging krijgen van jongeren of senioren in Eindhovense wijken die belemmeringen daarbij ondervinden en/ of achterstand hebben op dit vlak, door laagdrempelig beweeg- en cultuuraanbod in de wijk te creëren.

 

Artikel 4 Subsidieaanvragers

 

Voor subsidie komen in aanmerking scholen voor primair onderwijs of rechtspersonen actief op het gebied van sport/ bewegen en/of cultuur, actief en/ of gevestigd zijn in Eindhoven, zonder winstoogmerk, die een buurtsportcoach en/of combinatiefunctionaris in dienst neemt of inhuurt.

 

Artikel 5 Subsidievereisten

 

  • 1.

    Om in aanmerking te komen voor subsidie als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a, is vereist dat de aanvrager:

    • a.

      een vakleerkracht beweegonderwijs in dienst heeft of inhuurt voor het jaar dat subsidie verstrekt wordt;

    • b.

      per week minimaal 2 x 45 minuten beweegonderwijs aanbiedt per groep;

    • c.

      meewerkt aan het tweejaarlijks onderzoek van Eindhoven Sport om de sportinteresse en het zwemdiploma bezit onder kinderen in kaart te brengen;

    • d.

      de motorische vaardigheden van leerlingen uit groep 3 t/m 8 meet;

    • e.

      subsidie aanvraagt voor aanvullende activiteiten, die bijdragen aan meer bewegen en dus het verbeteren van deze motorische vaardigheden van leerlingen die op dit gebied achter blijven en aansluiten bij de wensen en behoefte van de leerlingen;

    • f.

      samenwerkt met verschillende sport- en beweegaanbieders;

    • g.

      aandacht heeft voor mogelijke financiële drempels en inwoners in armoede toe leiden naar een passend fonds.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor subsidie, als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder b, is vereist dat de aanvrager:

    • a.

      de subsidie uitsluitend inzet voor de loonkosten van een combinatiefunctionaris/ buurtsportcoach, die direct verbonden zijn aan de uitvoeringen van de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

    • b.

      subsidie aanvraagt voor activiteiten, die bijdragen aan een duurzame cultuur- of beweegparticipatie van jongeren en/of senioren die daarbij belemmeringen ervaren en dus achterstand hebben;

    • c.

      aantoonbaar ervaring heeft met het bereiken van jongeren en/of senioren. De aanvrager heeft een netwerk en ervaring met het bereiken van deze inwoners;

    • d.

      samenwerkt met onderwijs, welzijn, zorg of bedrijfsleven; en

    • e.

      inwoners in armoede helpt de financiële drempels weg te nemen, door toeleiding naar een passend fonds.

 

Artikel 6 Subsidieplafond

 

  • 1.

    Het college stelt de (deel)subsidieplafonds vast.

  • 2.

    Het subsidieplafond bedoeld in het eerste lid is onder het voorbehoud dat er voldoende middelen door de gemeenteraad en het Rijk op de begroting beschikbaar worden gesteld.

  • 3.

    In het geval dat het deelplafond na beoordeling van de aanvragen niet bereikt is, kan het college besluiten alsnog het restant plafond te publiceren voor nieuwe aanvragen of deze toe te voegen aan een ander deelplafond.

  • 4.

    Indien het aangevraagde bedrag van alle tijdig ingediende aanvragen voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a, groter is dan het vastgestelde subsidieplafond, dan wordt de subsidie naar evenredigheid van het aantal klokuren van de aanvragers lager vastgesteld.

  • 5.

    Het college verdeelt het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder b, op volgorde van rangschikking, zoals in lid 6 bedoeld van de aanvragen.

  • 6.

    Het college kent bij een aanvraag een hoger aantal punten toe, naarmate:

    • a.

      meer inwoners met achterstand bereikt worden;

    • b.

      de achterstand van inwoners in sport- of cultuurparticipatie groter is;

    • c.

      meer inwoners duurzaam sporten/ bewegen of aan cultuur participeren;

    • d.

      er samenwerking is met meerdere sectoren; onderwijs, welzijn, zorg, fondsen of bedrijfsleven;

    • e.

      de aanvrager meer ervaring heeft met het bereiken van de inwoners met achterstand.

  • 7.

    Het aantal punten bedraagt bij de onderdelen a en b van het vierde lid ten minste één en ten hoogste dertig punten, en bij onderdeel c en d van het vierde lid ten minste één en ten hoogste vijftien punten, en bij onderdeel e van het vierde lid ten minste één en ten hoogste tien punten.

  • 8.

    Het college rangschikt de aanvragen die voldoen aan de subsidievereisten hoger naarmate in totaal meer punten aan de aanvraag zijn toegekend.

 

Artikel 7 Subsidie aanvraag

 

In aanvulling op artikel 4:2 van het Algemeen wet bestuursrecht en artikel 6 van de ASV Eindhoven wordt door een subsidieaanvrager overlegd:

 

  • a.

    voor activiteiten als bedoel in artikel 3, tweede lid, onder a, een plan van aanpak, waarin is opgenomen:

  • i.

    hoeveel uren (in fte) een vakleerkracht beweegonderwijs op school wordt ingezet voor het geven van beweegonderwijs en aan welke groepen beweegonderwijs gegeven wordt;

  • b.

    voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder b, een plan van aanpak, waarin:

  • i.

    is opgenomen op welke manier aan cultuur- en/ of beweegparticipatie gewerkt gaat worden en wat de verwachte resultaten zullen zijn;

  • ii.

    hoeveel inwoners met achterstanden (de doelgroep) bereikt gaan worden;

  • iii.

    hoe duurzame verankering van de sport-, beweeg- en cultuurparticipatie plaats vindt.

  • iv.

    met welke organisaties wordt samengewerkt en

  • v.

    de ervaring, die de organisatie heeft met het bereiken van jongeren en/ of senioren met achterstand.

 

Artikel 8 Indieningstermijn aanvraag

In afwijking van de ASV wordt de aanvraag voor de periode van 1 jan 2023 tot en met 31 december 2023 vóór 1 februari 2023 ingediend.

 

Artikel 9 Beslistermijn subsidieaanvraag

In afwijking van de ASV beslist het college op een subsidieaanvraag voor de periode van 1 januari t/m 31 december 2023, uiterlijk op 15 maart 2023.

 

Artikel 10 Subsidiebedrag

 

  • 1.

    1. De subsidie bedraagt ten hoogste 40% van de loonkosten per fte per jaar, met een maximaal van € 20.000,- per kalenderjaar per formatieplaats.

  • 2.

    Bij een subsidieaanvraag voor een deeltijdfunctie bedraagt de subsidie een naar rato verlaagd percentage per jaar en een naar rato verlaagd maximumbedrag.

  • 3.

    De overige loonkosten van 60% dekt de subsidieaanvrager door middel van cofinanciering uit eigen inkomsten of cofinanciering van derden.

  • 4.

    De subsidie in het tweede deelplafond kan ten hoogste voor 2 fte per jaar worden verleend.

 

Artikel 11 Subsidieverplichtingen

 

  • 1.

    De subsidieontvanger verleent medewerking aan een evaluatie van de effecten van de door hem uitgevoerde activiteiten, bedoeld in artikel 3, voor zover deze medewerking redelijkerwijs van hem verlangd kan worden en in lijn met de verantwoordingseisen die de landelijke subsidie Brede Regeling Combinatiefuncties vereist;

  • 2.

    De subsidieontvanger participeert aan een tweejaarlijks onderzoek om inzicht te krijgen in de sport- en beweegparticipatie en de motorische vaardigheden van kinderen, om inzicht te krijgen in de resultaten van deze subsidie.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding (en duur regeling)

 

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin zij wordt bekendgemaakt.

  • 2.

    Deze subsidieregeling vervalt met ingang van 31 december 2026, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op subsidies die voor deze datum zijn verleend.

 

 

Eindhoven, 6 december 2022

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

,burgemeester

,secretaris