Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Kompas, Gemeentelijk collectief voor werk, inkomen & zorg

Beleidsregels bijzondere bijstand Kompas 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKompas, Gemeentelijk collectief voor werk, inkomen & zorg
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregels bijzondere bijstand Kompas 2023
CiteertitelBeleidsregels individuele bijzondere bijstand Kompas 2023
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels individuele bijzondere bijstand 2016 e.v. en het Directeursbesluit bijzondere bijstand bij verblijf in een inrichting 2020.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023nieuwe regeling

08-12-2022

bgr-2022-1347

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels bijzondere bijstand Kompas 2023

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE RICHTLIJNEN BIJZONDERE BIJSTAND

Artikel 1 - Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    De wet: de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004);

  • 2.

    Het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van ISD Kompas;

  • 3.

    Draagkracht: het in aanmerking te nemen inkomen en vermogen;

  • 4.

    Bijstandsnorm: zoals bedoeld in de artikelen 20, 21, 22 en 23 van de Participatiewet.

Begrippen die in deze beleidsregel gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2 - Moment van aanvraag

  • 1.

    Aanvragen voor individuele bijzondere bijstand moeten voor 1 april na het kalenderjaar waarin de kosten zijn gemaakt, worden ingediend.

  • 2.

    Voor de kostensoorten genoemd in hoofdstuk 5 is het eerste lid van dit artikel niet van toepassing.

Artikel 3 - Draagkracht

  • 1.

    De draagkrachtperiode is het kalenderjaar waarin de kosten zich voordoen.

  • 2.

    De draagkracht voor de individuele bijzondere bijstand voor de kosten niet voor direct levensonderhoud bedraagt 120% van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 3.

    Bij buitenlandse pensioenen, waarover nog belasting betaald moet worden, hanteren we 40% aftrek.

  • 4.

    De draagkracht wordt berekend inclusief vakantietoeslag

  • 5.

    Voor aanvragen van burgers waarvan de vakantietoeslag niet bekend is, wordt een vast percentage vakantietoeslag aangehouden, namelijk:

    • voor klanten met inkomen uit arbeid: 8%;

    • voor overige klanten (andere uitkeringen): 5%.

  • 6.

    Bij bijzondere bijstand voor direct levensonderhoud van de belanghebbende jonger dan 21 jaar, bedraagt de draagkracht 100% van het in aanmerking te nemen inkomen boven de bijstandsnorm.

  • 7.

    Alle inkomen boven de in het tweede lid van dit artikel genoemde percentages, wordt volledig meegerekend als draagkracht.

  • 8.

    Het vermogen boven de vermogensgrens als bedoeld in artikel 34 lid 3 Participatiewet wordt volledig in aanmerking genomen bij het bepalen van de draagkracht.

  • 9.

    Bij een eigen bewoonde eigendomswoning wordt geen krediethypotheek gevestigd als de bijzondere bijstand op jaarbasis lager is dan de toepasselijke bijstandsnorm per maand.

  • 10.

    Het in aanmerking te nemen inkomen en vermogen wordt vastgesteld volgens de regels van de Participatiewet.

  • 11.

    Indien een aanvrager is toegelaten tot de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP), of als deze in een minnelijk schuldhulpverleningstraject (Msnp) zit, wordt de aanvrager niet geacht over enige draagkracht te beschikken. Bij een echtpaar wordt gerekend met het gezamenlijk inkomen. Een mogelijke beslaglegging wordt buiten de berekening gehouden.

  • 12.

    De draagkracht kan gedurende de draagkrachtperiode worden gewijzigd bij een verandering in de financiële situatie van een belanghebbende.

  • 13.

    Bij een periodieke verstrekking over een kortere periode dan 12 maanden wordt de draagkracht slechts verrekend over de maanden waarover de bijzondere bijstand wordt toegekend. De draagkracht over de overige maanden van dat betreffende jaar blijft buiten beschouwing.

Artikel 4 - Drempelbedrag

Kompas hanteert geen drempelbedragen

HOOFDSTUK 2 MEDISCHE KOSTEN

Artikel 5 - Collectieve ziektekostenverzekering

  • 1.

    De Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet Langdurige Zorg (WLZ) zijn passende en toereikende voorliggende voorzieningen ten aanzien van medische kosten.

  • 2.

    Individuele bijzondere bijstand voor medische kosten is op grond van artikel 15 lid 1, PW niet mogelijk tenzij sprake is van zeer dringende redenen als bedoeld in artikel 16, lid 1 PW.

  • 3.

    Onderstaand buitenwettelijk begunstigend beleid is enkel mogelijk:

    • -

      voor personen die de door het dagelijks bestuur van Kompas aangeboden, meest uitgebreide collectieve ziektekostenverzekering hebben afgesloten; en

    • -

      deze collectieve ziektekostenverzekering bepaalde kosten niet geheel dekt; en

    • -

      deze kosten medisch noodzakelijk zijn en/of voortvloeien uit bijzondere omstandigheden.

  • 4.

    De beoordeling van de medische noodzaak en de bijzondere omstandigheden vindt plaats door een arts of andere deskundige.

  • 5.

    Geen bijzondere bijstand wordt verstrekt voor de volgende kosten:

    • a.

      Zelfzorgmiddelen

    • b.

      Niet-reguliere geneeswijzen

    • c.

      Behandelingen in het buitenland, tenzij vooraf toestemming van het dagelijks bestuur is verkregen

    • d.

      Kosten die zijn uitgesloten onder de basisverzekering en ook niet voor vergoeding via de aanvullende verzekering in aanmerking komen.

  • 6.

    Aan de door Kompas aangeboden collectieve ziektekostenverzekering kan deelnemen de burger van de gemeenten Beekdaelen, Simpelveld of Voerendaal die:

    • a.

      18 jaar of ouder is (personen jonger dan 18 jaar zijn meeverzekerd bij de ouders);

    • b.

      Een inkomen heeft dat niet hoger is dan 150% van de normen zoals bedoeld in artikel 20, 21, 22 of 23.

  • 7.

    Burgers, met een inkomen van maximaal 120% van de bijstandsnorm, die deelnemen aan de door Kompas aangeboden, meest uitgebreide collectieve ziektekostenverzekering komen per jaar in aanmerking voor een gemeentelijke bijdrage per premiebetalende volwassene van €120 in de gemeenten Simpelveld en €240 in de gemeente Voerendaal en gemeente Beekdaelen. De hoogte van de gemeentelijke bijdrage is naar rato van het aantal maanden dat de verzekering is afgesloten in het betreffende kalenderjaar.

Artikel 6 - Eigen risico

Er wordt geen bijzondere bijstand verstrekt voor verplicht of vrijwillig eigen risico van de ziektekostenverzekering. In de meest uitgebreide collectieve ziektekostenverzekering die in Zuid-Limburg wordt aangeboden aan de minima doelgroep is geregeld dat burgers geen eigen risico betalen bij de ziektekostenverzekering. Dit bedrag is meeverzekerd in het pakket, zodat minima geen extra zorgkosten krijgen.

Artikel 7 - Maaltijdvoorziening

  • 1.

    De noodzaak is vastgesteld als een professional heeft doorverwezen.

  • 2.

    De keuze voor een verantwoorde aanbieder van gezonde maaltijden is aan belanghebbende.

  • 3.

    Er wordt een vaste tegemoetkoming in de kosten verstrekt van € 124 per maand

  • 4.

    De tegemoetkoming wordt jaarlijks aangevraagd.

Artikel 8 - Kledingslijtage en additionele bewassingskosten

  • 1.

    Bij extra kledingslijtage op basis van medische gronden kan vervangende kleding worden verstrekt door particuliere initiatieven waarmee wordt samengewerkt door Kompas. Wanneer er geen passend aanbod is wordt over gegaan tot een vergoeding van de meerkosten. De meerkosten worden vastgesteld op basis van een beoordeling van een arts.

  • 2.

    Om de medische noodzaak vast te stellen van additionele bewassingskosten wordt een advies aangevraagd bij de arts.

  • 3.

    De arts geeft een schatting van de meerkosten van bewassingskosten.

Artikel 9 - Additionele stookkosten

  • 1.

    Om de medische noodzaak vast te stellen wordt een keuring aangevraagd bij de (arbo) arts.

  • 2.

    De (arbo) arts geeft een schatting van de meerkosten.

Artikel 10 - Vorm van bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand opgenomen in dit hoofdstuk van deze beleidsregel wordt om niet verstrekt.

Indexering van de kosten genoemd bij 7 t/m 10 geschiedt conform de Schulinck-indexering. De in dit hoofdstuk beschreven kostensoorten worden steeds voor de duur van 1 kalenderjaar toegekend of voor zoveel korter als noodzakelijk is.

HOOFDSTUK 3 MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN - WOONKOSTEN

Artikel 11 - Vorm bijzondere bijstand

  • 1.

    De in deze paragraaf beschreven kostensoorten kunnen worden verleend:

    • a.

      Als borgstelling voor een lening bij de Kredietbank Limburg (KBL) of

    • b.

      Als een geldlening bij Kompas of

    • c.

      Om niet.

Artikel 12 - Duurzame gebruiksgoederen

  • 1.

    De hoofdregel is: geen bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen. Dat geldt voor aanschaf, vervanging of reparatie. Mensen worden geacht hiervoor te reserveren.

    • a.

      Als de noodzaak van aanschaf of vervanging is aangetoond, en men niet heeft kunnen reserveren, maakt Kompas de volgende afwegingen:

    • b.

      Geen bijzondere bijstand voor inrichtingskosten indien er geen sprake is van bijzondere omstandigheden.

    • c.

      Geen bijzondere bijstand indien belanghebbende in hetzelfde kalenderjaar een individuele inkomenstoeslag (IIT) heeft ontvangen, waaruit de betreffende kosten betaald kunnen worden.

  • 2.

    Geen bijzondere bijstand indien belanghebbende gebruik kan maken van een voorliggende voorziening, zoals instanties die gratis huisraad verstrekken.

  • 3.

    Indien bovenstaande opties niet mogelijk zijn kan belanghebbende tweedehands goederen kopen. Die kosten kunnen in principe voldaan worden uit het beschikbare inkomen.

  • 4.

    Indien bovenstaande opties niet mogelijk zijn kan belanghebbende een lening aanvragen bij Kredietbank Limburg (KBL).

  • 5.

    Indien een lening bij KBL alleen mogelijk is met een borgstelling kan ISD Kompas een borgstelling verlenen. Er bestaat slechts aanleiding voor het verlenen van borgstelling, indien vaststaat dat de lening, zonder optreden van de bijstand als borg, niet zal worden verstrekt.

  • 6.

    Indien opties 1 t/m 5 niet mogelijk zijn kan bijzondere bijstand in de vorm van een geldlening worden verstrekt. Wel dient vast te staan dat de belanghebbende de lening niet kan krijgen via de normale kredietverlenende instanties, waaronder KBL. Een lening bij een kredietverlenende instantie geldt immers als voorliggende voorziening.

Artikel 13 - Doorbetaling vaste lasten bij verblijf in een inrichting

  • 1.

    Bij opname in een inrichting kan bijstandsverlening voor het doorbetalen van de vaste lasten noodzakelijk zijn voor een belanghebbende zonder partner vanaf einddatum van de algemene bijstand.

  • 2.

    Als een partner jonger dan 21 jaar achterblijft, en de noodzaak tot verblijf in een inrichting is vastgesteld, wordt het inkomen van deze partner met bijzondere bijstand levensonderhoud aangevuld tot de toepasselijke bijstandsnorm en dienen de doorlopende vaste lasten te worden voldaan uit diens inkomen.

  • 3.

    Als vooraf duidelijk is dat de opname 1 jaar of langer gaat duren, en belanghebbende tussentijds niet naar huis mag, is bijzondere bijstand niet mogelijk.

  • 4.

    Bijzondere bijstand is voor de volgende vaste lasten mogelijk:

    • a.

      Huur of hypotheek

    • b.

      Vastrecht van energiekosten

    • c.

      Vastrecht van water

    • d.

      Woning gerelateerde verzekeringen

HOOFDSTUK 4 RECHTSBIJSTAND EN FINANCIELE ZAKEN

Artikel 14 - Eigen bijdrage rechtsbijstand

  • 1.

    Een inwoner die op zoek is naar rechtsbijstand wordt verwezen naar het Juridisch Loket. Rechtshulp van het Juridisch Loket is een voorliggende voorziening op de rechtsbijstand van een advocaat.

  • 2.

    Voor vergoeding komen enkel in aanmerking de kosten op grond van artikel 4 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand. Men krijgt een korting op de eigen bijdrage als het Juridisch Loket de klant niet verder kan helpen en de klant verwezen wordt naar een advocaat.

  • 3.

    Er bestaat geen recht op bijzondere bijstand voor zover een beroep kan worden gedaan op de volgende voorliggende voorzieningen:

    • a.

      Wet op de rechtsbijstand (Wrb), belanghebbende kan met een laag inkomen in aanmerking komen voor een toevoeging voor een advocaat. De toevoeging vindt slechts plaats als de Raad voor de rechtsbijstand de procedure noodzakelijk acht.

    • b.

      Rechtsbijstandsverzekering;

    • c.

      Rechtshulp van het Juridisch Loket.

  • 4.

    De eigen bijdrage rechtsbijstand voor een advocaat wordt verlaagd met €53 als de hulpvrager eerst hulp heeft gevraagd bij het Juridisch Loket én die hulp heeft geleid tot een diagnosedocument.

  • 5.

    Op grond van artikel 4 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand komen enkel de volgende kosten voor vergoeding in aanmerking:

    • -

      de eigen bijdrage die de rechtzoekende aan de rechtsbijstandverlener verschuldigd is

    • -

      griffierechten

    • -

      getuigen en deskundigen

    • -

      uittreksels uit de openbare registers

    • -

      telegrammen, internationale telex, internationale telefax en internationale telefoongesprekken

    • -

      rolverrichtingen in zaken die door de kantonrechter van de rechtbank worden behandeld.

Artikel 15 - Budgetbeheer

Bijzondere bijstand voor budgetbeheer wordt verstrekt ter hoogte van de maximale kosten die KBL hiervoor in rekening brengt.

Artikel 16 - Bewindvoerderskosten

  • 1.

    Bijzondere bijstand wordt verstrekt als de rechter heeft vastgesteld dat bewindvoering noodzakelijk is.

  • 2.

    Er bestaat geen recht op bijzondere bijstand wanneer de salariskosten van een Wsnp bewindvoerder betaald kunnen worden uit de boedel.

  • 3.

    De bijzondere bijstand wordt periodiek uitbetaald na het overleggen van:

    • a.

      De beschikking van de rechtbank waarin de onderbewindstelling is vastgelegd

    • b.

      Een deugdelijke factuur.

  • 4.

    De hoogte van de vergoeding is opgenomen in de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren; deze bedragen worden steeds actueel gehanteerd.

HOOFDSTUK 5 LEVENSONDERHOUD & WONEN

Artikel 17 - Jongerentoeslag

Bijzondere bijstand voor algemeen noodzakelijke bestaanskosten van zelfstandig wonende jongeren van 18 tot 21 jaar wordt verleend als en voor zover:

  • 1.

    Er sprake is van noodzakelijke kosten van het bestaan waarin niet kan worden voorzien door het delen van deze kosten met (een) ander(en);

  • 2.

    Voor de kosten geen beroep kan worden gedaan op de ouders omdat:

    • a.

      de middelen van de ouders daartoe niet toereikend zijn of

    • b.

      de jongere redelijkerwijs zijn onderhoudsrecht jegens zijn ouders niet te gelde kan maken.

  • 3.

    De jongere wordt in ieder geval geacht zijn onderhoudsrecht jegens zijn ouders redelijkerwijs niet te gelde te kunnen maken als:

    • 1.

      De ouder(s) is/ zijn overleden of;

    • 2.

      De jongere in het kader van de Wet op de jeugdhulpverlening buiten het gezin is geplaatst;

    • 3.

      De jongere op de ingangsdatum van de bijstandverlening 12 maanden of langer zelfstandig woont;

    • 4.

      Er sprake is van een acute crisissituatie waarin door de jongere zelf geen verandering kan worden gebracht. Hiertoe dient een indicatie te worden gegeven door een hulpverlenende instantie.

  • 4.

    De hoogte van de bijzondere bijstand ex artikel 12 Participatiewet is maximaal het verschil tussen de van toepassing zijnde jongerennormen ex artikel 20 Participatiewet en de van toepassing zijnde norm als bedoeld in artikel 21 a en 21 b Participatiewet.

Artikel 18 - Woonkostentoeslag huurwoning

  • 1.

    De Wet op de huurtoeslag (WHT) wordt aangemerkt als voorliggende voorziening.

  • 2.

    De woonkostenkostentoeslag wordt toegekend voor de maximale duur van een jaar met daaraan gekoppeld de verplichting tot het zoeken naar goedkopere huisvesting.

  • 3.

    De woonkostentoeslag wordt berekend conform de WHT-systematiek.

Artikel 19 - Woonkostentoeslag eigendomswoning

  • 1.

    De voorlopige teruggave hypotheekrente wordt als een voorliggende voorziening beschouwd

  • 2.

    De woonkostenkostentoeslag wordt toegekend voor de maximale duur van een jaar met daaraan gekoppeld de verplichting tot het zoeken naar goedkopere huisvesting.

  • 3.

    De woonkostentoeslag wordt berekend conform de WHT-systematiek.

  • 4.

    Bij het bepalen van de woonkosten wordt rekening gehouden met vaste bedragen voor onderhoudskosten en, indien van toepassing, de cv installatie, de lift en de kosten van algemeen beheer en administratie bij flats en appartementen.

Artikel 20 - Verblijf in een inrichting

  • 1.

    Er kan bijzondere bijstand verstrekt worden aan jongeren onder de 21 die in een inrichting verblijven en niet in aanmerking komen voor algemene bijstand.

  • 2.

    De hoogte van de bijzondere bijstand is gelijk aan de bijstandsnorm inrichting inclusief vakantiegeld.

  • 3.

    Wanneer de bijstandsnorm inrichting inclusief vakantiegeld niet voldoende is kan er aanvullende bijzondere bijstand verstrekt worden.

  • 4.

    De hoogte van de aanvullende bijzondere bijstand wordt bepaald door de noodzakelijke extra kosten die niet uit het PGB, het inkomen en/of het vermogen van de betrokkene kunnen worden voldaan.

  • 5.

    Bij de beoordeling van het recht op overige bijzondere bijstand (voor bewindvoering, eigen bijdrage rechtshulp e.d.) wordt de bijzondere bijstand ter aanvulling op norm inrichting niet meegeteld bij het inkomen. Er is geen sprake van draagkracht.

HOOFDSTUK 6 OVERIGE KOSTENSOORTEN

Artikel 21 - Eigen bijdrage voor- en vroegschoolse educatie

  • 1.

    Vergoed wordt de eigen bijdrage die ouders moeten betalen voor deelname van hun kind tussen 2 en 4 jaar aan een VVE- programma (vroegschoolse educatie) in een peuterspeelzaal.

  • 2.

    De noodzaak tot deelname blijkt uit een schriftelijke verklaring van het consultatiebureau; de zogenoemde VVE-verklaring.

  • 3.

    Vergoed wordt de eigen bijdrage.

  • 4.

    Betaling vindt plaats na overlegging van de nota’s van de peuterspeelzaal.

Artikel 22 - Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 23 - Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2023.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels individuele bijzondere bijstand Kompas 2023”.

  • 3.

    Met ingang van 1 januari 2023 vervallen de “Beleidsregels individuele bijzondere bijstand 2016 e.v.” en het “directeursbesluit bijzondere bijstand bij verblijf in een inrichting 2020”

Aldus besloten tijdens de vergadering van het dagelijks bestuur van Kompas,

gehouden d.d. 8 december 2022.

De voorzitter,

De secretaris,