Organisatie | Simpelveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels Wmo gemeente Simpelveld 2023 |
Citeertitel | Nadere regels Wmo gemeente Simpelveld 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Nadere regels Wmo gemeente Simpelveld 2018.
Verordening maatschappelijke ondersteuning Simpelveld 2021
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2023 | nieuwe regeling | 06-12-2022 |
In de Wmo 2015 wordt uitgegaan van wederzijdse inspanningen van gemeente als belanghebbende. Er wordt zowel een beroep gedaan op de gemeente om zeer uitgebreid alle mogelijkheden om tot oplossingen te komen te onderzoeken, als op de eigen kracht van de belanghebbende van wie wordt verwacht eerst zelf naar oplossingen te zoeken voordat bij de gemeente om ondersteuning wordt gevraagd. Dit is in de verordening 2021 en in de gemeentelijke beleidsregels vastgelegd.
Er dient telkens een zorgvuldige toegangsprocedure doorlopen te worden om de ondersteuningsvraag van de cliënt, zijn behoeften en de gewenste resultaten helder te krijgen. Dit om te achterhalen wat de cliënt op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, mantelzorg of met hulp van zijn sociaal netwerk dan wel door het verrichten van (maatschappelijk) activiteiten kan doen om zijn zelfredzaamheid en participatie te handhaven of verbeteren. Tevens dient bepaald te worden of zo nodig met gebruikmaking van een algemene voorziening kan worden volstaan, of dat een maatwerkvoorziening nodig is, en of sprake is van een voorliggende of andere voorziening die niet onder de reikwijdte van de Wmo 2015 valt. De Wmo 2015, de verordening en deze nadere regels leggen deze toegangsprocedure daarom vast.
Artikel 3: Collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV)
Indien CVV wordt toegekend zijn daarvan de belangrijkste kenmerken:
Artikel 4: Verplaatsen in de directe woonomgeving
Een voorziening in natura of een pgb voor de aanschaf van een vervoersmiddel, kan worden toegekend als betrokkene zich niet lopend of fietsend in zijn directe woonomgeving kan verplaatsen en er wel een behoefte is om zich regelmatig te verplaatsen. Daarbij dient onder directe woonomgeving het dorp te worden gerekend waarin betrokkene woont (< 800 meter). Voor dergelijke verplaatsingen kan gedacht worden aan een scootmobiel, een rolstoel of een fiets in bijzondere uitvoering (driewielfiets, duo fiets).
Artikel 5: Algemene voorwaarden vervoersvoorziening
Bij tussentijdse hernieuwde aanvraag voor een autoaanpassing, binnen 5 jaar na verstrekking, wordt naar rato van de verstreken tijd een vergoeding verleend. Op de vergoeding wordt dan een mindering toegepast gebaseerd op de eerdere vergoeding voor hetzelfde type uitvoering van de auto. De korting wordt niet toegepast indien de hernieuwde aanvraag een gevolg is van een wijziging in de beperkingen of een calamiteit. Te denken valt aan een aanrijding waarbij de auto total-loss wordt verklaard.
Artikel 6: Algemeen gebruikelijke woonvoorzieningen
Een aantal woonvoorzieningen zijn algemeen gebruikelijk en vallen daarom onder de eigen verantwoordelijkheid van de burgers. Algemene gebruikelijke voorzieningen zijn voorzieningen waarvan het, gelet op de omstandigheden van de betrokken gehandicapte, aannemelijk is dat deze, ook als hij/zij niet gehandicapt was, hierover zou (hebben kunnen) beschikken. Bij de beoordeling van de vraag of een voorziening algemeen gebruikelijk is, moet het college altijd onderzoeken of de voorziening ook algemeen gebruikelijk is voor deze specifieke aanvrager
Indien bij een opgelegd primaat tot verhuizing de belanghebbende om een of meerdere buiten de Wmo gelegen redenen niet wenst te verhuizen en daartoe ook geen aantoonbare stappen heeft ondernomen, terwijl er naar verwachting een geschikte woning binnen 6 maanden beschikbaar zal zijn, wordt er geen ondersteuning meer geboden.
Artikel 8: Kosten woningaanpassingen
De volgende kosten in het kader van een woningaanpassing kunnen voor vergoeding in aanmerking komen:
De aanneemsom (hierin begrepen de loon- en materiaalkosten) voor het treffen van de voorziening; deze dient duidelijk gespecificeerd te worden per onderdeel in materiaal/materieelkosten en manuren. Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, dan vervalt de post loonkosten en worden alleen de materiaalkosten als subsidiabel aangemerkt.
Het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in BNA 2005 van de BNA. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld komen deze kosten voor vergoeding in aanmerking. Het betreft dan veelal de ingrijpendere woningaanpassingen.
De prijs van bouwrijpe grond, indien noodzakelijk als niet binnen het oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden, volgens bijgaande tabel. De onderstaande tabel geeft het aantal m2 weer waarvoor ten hoogste een maatwerkvoorziening kan worden verleend, aangegeven per vertrek in een zelfstandige woning.
Het aantal m2 verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte, dan wel tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort dat bij het nieuw aanleggen van paden, dan wel bij het aanpassen van bestaande paden ten hoogste voor een maatwerkvoorziening in aanmerking komt bedraagt 20 m2.
De door het college (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn;
Deze kostenverhogende werkzaamheden moeten vóór de uitvoering van deze werkzaamheden schriftelijk of telefonisch en bij de gereed melding van de werkzaamheden achteraf schriftelijk gemeld worden.
De kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing;
Hiermee worden de aantoonbare kosten ten behoeve van de constructie, de energieprestatienorm, het bodemonderzoek en het geluidrapport bedoeld, indien deze kosten voor advies noodzakelijk zijn voor het verkrijgen van de benodigde toestemmingen als bedoeld in de woningwet;
Artikel 9: Woonvoorzieningen van niet bouwkundige of technische aard
Artikel 10: Gereedmelding, vaststelling en uitbetaling woonvoorziening
Indien een woonvoorziening wordt verstrekt en het betreft het uitbreiden van bestaande woningen, dan wel het groter bouwen van een nieuw te bouwen woning dan zonder de voorzieningen nodig zou zijn, kunnen burgemeester en wethouders een bijdrage verlenen voor de extra te verwerven grond die ten hoogste overeenkomt met de bijdrage voor het aantal vierkante meters per vertrek en een gedeelte van de buitenruimte bij de woning, als vermeld in bijlage I.
Artikel 11: Voorwaarden en uitsluitingscriteria persoonsgebonden budget
Bij ondersteuning geleverd door een andere aanbieder dan personen uit het sociaal netwerk dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan:
verklaring omtrent het gedrag (VOG), zoals bedoeld in artikel 28 van de Wet Justitiële en strafvorderlijke gegevens voor beroepskrachten en andere personen die beroepsmatig met de belanghebbende in contact kunnen komen, welke niet eerder is afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene voor de aanbieder ging werken;
Het wederom verstrekken van een persoonsgebonden budget voor een reeds eerdere verstrekte soortgelijke maatwerkvoorziening bij ongewijzigde omstandigheden, kan slechts dan geschieden indien de economische afschrijvingstermijn van de betreffende maatwerkvoorziening verstreken is. Deze afschrijvingstermijn is gebaseerd op de terugkoopregeling met de dienstverlenende organisatie van de maatwerkvoorziening in natura.
Artikel 12: Jaarlijkse indexatie PGB-tarieven
In afwijking van lid 4 wordt het tarief voor hulp bij het huishouden, waarbij de zorg wordt geleverd door een persoon uit het sociaal netwerk of mensen die niet als zelfstandig ondernemer bij de Kamer van Koophandel geregistreerd zijn, tussentijds geïndexeerd zodra het wettelijk minimumloon wordt geïndexeerd.
Artikel 15: Recht- en doelmatigheid persoonsgebonden budget
De verantwoording voor wat betreft een PGB voor wonen is als volgt:
Terstond na de voltooiing van de werkzaamheden doch uiterlijk binnen 12 maanden na het afgeven van de beschikking waarin het persoonsgebonden budget voor de woonvoorziening wordt verleend, verklaart diegene aan wie de woonvoorziening is toegekend, aan het college dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid.
De verantwoording voor wat betreft een PGB voor diensten is als volgt geregeld: Er wordt een controle gehouden bij de groep budgethouders waarbij de Sociale Verzekeringsbank een signaal heeft afgegeven, aangevuld met de budgethouders die een betaling hebben ontvangen van de Sociale Verzekeringsbank en waarbij geen bijzonderheden zijn gesignaleerd, 6 maanden na de begindatum van de indicatie of in het kader van een heronderzoek.
Indien uit de vervolgcontrole, zoals bedoeld in lid 9 van dit artikel, blijkt dat voldaan wordt aan de voorwaarden en criteria als genoemd in artikel 11 van deze nadere regels en het persoonsgebonden budget juist besteed is, zullen de daaropvolgende verantwoordingsmomenten, als bedoeld in vijfde lid van dit artikel, worden uitgevoerd.
Indien uit de vervolgcontrole blijkt dat het persoonsgebonden budget wederom onrechtmatig besteed en/of niet aan de voorwaarden en criteria zoals genoemd in artikel 11van deze nadere regels wordt voldaan, zal de verstrekkingsvorm omgezet worden naar Zorg-In-Natura (ZIN), onverminderd het bepaalde in artikel 2.3.10 van de wet.
In alle gevallen zijn de volgende kwaliteitseisen van toepassing:
Degene die ondersteuning verleent, neemt bij zijn werkzaamheden de zorg voor een goede hulpverlening in acht en handelt daarbij in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor die hulpverlener geldende professionele standaard, uiteraard voor zover de hulpverlener een professional is.
De individuele omstandigheden van de cliënt, zoals zijn persoonskenmerken en behoeften, kunnen het noodzakelijk maken af te wijken van de nadere regels. Dit gebeurt met een stevige onderbouwing onder toepassing van de in artikel 30 lid 3 in de Verordening opgenomen hardheidsclausule.
Dit afwijken kan alleen maar ten gunste, en nooit ten nadele van de cliënt. Met nadruk is gemeld: in bijzondere gevallen. Het gebruik maken van de hardheidsclausule is een uitzondering en geen regel. Het college geeft in verband met precedentwerking dan ook steeds duidelijk aan waarom in een bepaalde situatie wordt afgeweken.
Aldus besloten in de collegevergadering van 6 december 2022
Burgemeester en wethouders van de gemeente Simpelveld
De secretaris
De Burgemeester
BIJLAGE 1: Algemeen gebruikelijke woonvoorzieningen
De onderstaande voorzieningen komen in beginsel niet voor vergoeding in Aanmerking. Of een voorziening ook algemeen gebruikelijk is voor de cliënt, is afhankelijk van diens individuele omstandigheden.
Deze lijst wordt indien nodig jaarlijks opnieuw door het college vastgesteld.