Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bergen (L)

Beleidsplan armoedebestrijding 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBergen (L)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsplan armoedebestrijding 2016
CiteertitelBeleidsplan armoedebestrijding 2016
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp
Externe bijlageSchematische weergave bestrijding armoede

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-12-2022nieuwe regeling

22-03-2016

gmb-2022-556261

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsplan armoedebestrijding 2016

Inleiding

 

Armoede en verborgen armoede zijn termen die je de laatste jaren steeds vaker hoort en leest. Het is een onderwerp waarover de meeste mensen ook liever niet praten. Echter: het komt steeds vaker voor.

 

Maar wat is armoede? Wanneer ervaart men armoede en wanneer is er sprake van? Weinig financiële middelen, een slechte gezondheid, geen perspectief op verbetering, geen zicht op passende voorzieningen, eenzaamheid, aan de zijlijn van de samenleving staan....

 

De maatschappij en de samenleving om ons heen is aan het verharden, het rijk bezuinigt, meer taken komen naar de gemeente en er is niet altijd meer oog voor de ander. Terwijl dat juist zo belangrijk is, zeker in een kleine gemeenschap. Gelukkig zien we in Bergen veel initiatieven ontstaan, waarbij mensen zorgen voor elkaar.

 

Wij, als gemeente, vinden het enorm belangrijk dat onze inwoners en wij bewust zijn van armoede om ons heen. Die is lang niet altijd zichtbaar. Het is belangrijk de mensen om wie het gaat te ondersteunen in het vinden van eigen oplossingen, en als dat niet lukt de hand te reiken en perspectief bieden.

 

We willen de armoede bestrijden! Dit doen we niet meer op de traditionele manier van alleen uitkeringen, maar op een manier die beter past bij de tijd van nu. Armoedebestrijding vraagt om een integrale aanpak waarbij we uitgaan van wat iemand zelf nog kan.

 

We zetten in op preventie van armoede, inzet van werkgevers in de regio en met netwerkpartners creëren we kansen en perspectief voor de inwoners uit de gemeente. Wanneer het ondanks het benutten van de eigen kracht, het (eigen) netwerk en de geboden ondersteuning toch niet lukt uit de armoedesituatie te komen, bieden we een passend vangnet voor die groep kwetsbare mensen. Belangrijk onderdeel hierbij is het verbeteren van de toegankelijkheid van de voorzieningen. Want het bestrijden van armoede doen we samen!

 

 

Het beleidsplan is opgebouwd op basis van 4 pijlers waarlangs we het beleid voeren en dat leidt tot het vaststellen van een aantal actiepunten en aanpassingen. Deze aanpassingen worden doorgevoerd ten opzichte van het armoedebeleidsplan zoals dat geldt vanaf 2007. Ook is er een financiële paragraaf opgenomen waarin de kosten (bij benadering) worden weergegeven.

 

Rijksbeleid en lokale cijfers

 

Nederland heeft een gedegen sociale zekerheid. De kans op armoede is in Nederland relatief gezien klein. De regering wil deze verworvenheid, ondanks de economisch moeilijke situatie graag behouden. Niemand mag door armoede buiten de boot vallen.

 

Het aantal huishoudens dat onder de lage inkomensgrens zit neemt echter wel toe. Het gaat hierbij om mensen met een ( bijstand) uitkering, maar ook om andere groepen. Bijvoorbeeld zelfstandigen zonder personeel die hun inkomsten zien teruglopen of mensen met een modaal inkomen met hoge schulden.

 

Ook kinderen verdienen extra aandacht. Zij mogen niet de dupe worden van de financiële problemen van hun ouders. Kinderen moeten zich kunnen ontplooien en perspectief houden op een gelukkig leven. Elk kind moet niet alleen kunnen beschikken over voedsel, kleding en andere basisbehoeften, maar moet ook mee kunnen op schoolreis, lid kunnen worden van de bibliotheek en wekelijks kunnen sporten of muziek maken. Dat is een belangrijk uitgangspunt.

 

De regering wil de armoede bestrijding in Nederland intensiveren en heeft hiervoor extra middelen beschikbaar gesteld. De focus voor het armoedebeleid is meer dan in het verleden gericht op het vergoeden van de daadwerkelijk gemaakte kosten in een individuele situatie. Het principe van maatwerk.

 

De algemene bijstand is in Nederland het vangnet waar mensen die het echt nodig hebben op kunnen terug vallen en die hen prikkelt om (weer) aan het werk te gaan. Ondanks het bestaan van dit vangnet binnen de sociale zekerheid kunnen mensen in financiële problemen komen en aanvullende inkomensondersteuning nodig hebben. Deze aanvullende inkomensondersteuning is financieel en beleidsmatig gedecentraliseerd naar de lokale overheid. Deze kan maatwerk bieden afgestemd op de lokale en individuele omstandigheden. We leggen de uitgangspunten hiervoor vast in dit beleidsplan.

 

De gerichte, individuele inzet maakt een integrale aanpak mogelijk. Het doel hierbij is, naast het bieden van financiële ondersteuning, het verbeteren van de persoonlijke en maatschappelijke situatie en deelname aan de samenleving en het arbeidsproces bevorderen. Het is van groot belang dat mensen zo veel mogelijk participeren, bij voorkeur via werk, want dit is en blijft de kortste weg uit armoede en schulden. Werk is echter niet voor iedereen mogelijk. Om sociale uitsluiting tegen te gaan stimuleren wij deze inwoners om vrijwilligerswerk te verrichten en actief te blijven in de maatschappij.

 

In het afgelopen jaar is een aantal belangrijke regelingen landelijk gewijzigd. Een overzicht hiervan vindt u in de bijlage (hoofdstuk 1).

 

Het beleidsplan waar tot op heden uitvoering aan gegeven wordt, dateert van 2007. In de tijd die we inmiddels verder zijn, is er een aantal zaken veranderd en dat vraagt om een andere aanpak. Regelgeving is veranderd, de crisis heeft gaten geslagen in de maatschappij en het sociale domein is gedecentraliseerd naar de gemeenten. Maar deze veranderingen bieden ons ook kansen de armoede op een andere manier, meer integraal, te bestrijden.

 

Armoede is een relatief en complex begrip. We stellen vast dat armoede niet alleen gaat over financiën van mensen. Armoede bevat ook eenzaamheid, weinig of geen sociale contacten ervaren, geen activiteiten ondernemen, niet participeren in de maatschappij, aan de zijlijn staan, een slechte gezondheid hebben, enz.

 

Onderstaande tabel geeft weer hoeveel huishoudens er zijn binnen de normen van < 101% tot < 120% van het sociaal minimum in de gemeente Bergen.

 

Bron: Minimascan Stimulansz 2014

 

De percentages in Limburg en ook landelijk liggen ongeveer 1,5% boven de percentages van Bergen. Met name Zuid Limburg, de (landelijke) steden en grotere gemeenten dragen bij aan de hoge percentages in Limburg en Nederland. In vergelijking tot gemeenten met inwoners < 25.000 zitten we juist net wat boven het gemiddelde aan huishoudens met lage inkomsten.

 

Het werkloosheidscijfer in de gemeente Bergen is redelijk in evenwicht met dat van de arbeidsmarktregiogemeenten.

 

Meer loonbeslagen en een toename van het aantal aanvragen schuldhulpverlening is de laatste jaren aan de orde. Ook de complexiteit van de aanvragen is toegenomen.

 

Op het gebied van (arbeids)participatie scoort Bergen goed. Ten opzichte van de regiogemeenten springen we er positief uit. Een gevolg hiervan zijn de hoge uitstroomcijfers van de laatste 5 jaar gericht op bemiddeling naar werk.

 

De sporters in Bergen doen het niet zo goed. Wij scoren bij 'geen actieve deelname' met 52% aanzienlijk hoger dan de gemeenten om ons heen (rond de 48%).

(bron: www.waarstaatjegemeente.nl )

 

Ook komen er signalen binnen bij de gemeente, en bij de vindplaatsen, dat er eenzaamheid en isolement bij inwoners van de gemeente herkend wordt. Belangrijke signalen die vragen om actie en aanpak van de armoede.

 

Tevens zijn de thema’s gezondheid en actief meedoen actueel. Inwoners en betrokken partijen herkennen hierin een toenemend probleem de laatste jaren waarop een antwoord nodig is.

 

Aanpak notitie

 

Voor het opstellen van deze notitie hebben we informatie opgehaald en ingewonnen bij betrokken stakeholders, commissieleden, interne en externe collega's, partners en betrokken instanties uit het werkveld sociaal domein. Zij kennen de doelgroep, werken ermee en hebben zich een beeld gevormd van de problematiek waarmee de doelgroep te maken heeft. Deze informatie is een belangrijke bron geweest bij het opstellen van deze notitie.

 

We hebben gesproken met: De Vincentiusvereniging, Stichting Goederenbank, het sociaal team Bergen, Schuldhulpverleningsorganisatie PLANgroep, Stichting Welkom op weg, Consulenten 2de lijn (zij behandelen de aanvragen) Consulenten werk, inkomen en leerplicht (re-integratie), beleidsadviseurs sociaal domein (integrale aanpak)en de leden van de commissie samenleving.

 

Dank aan allen die een bijdrage hebben geleverd.

 

In de gesprekken en themabijeenkomsten, die als ontzettend waardevol zijn ervaren, is gesproken over wat armoede inhoudt, wanneer er sprake van is, hoe we armoede preventief kunnen bestrijden, hoe belangrijk werk en participatie is, hoe een passend vangnet aan voorzieningen eruit kan zien, hoe we de toegankelijkheid van voorzieningen kunnen verbeteren, etc.

 

De sfeer die in de bijeenkomsten beleefd is, is er één van zorg voor elkaar en gezamenlijke verantwoordelijkheid. Maar ook één van mensen vooral in de eigen kracht zetten, niet afhankelijk maken van anderen en de nadruk leggen op zelfstandigheidsvergroting en verbetering van zelfredzaamheid. Ook wordt preventie genoemd als een belangrijke opening bij de bestrijding van armoede.

 

Unaniem wordt door de partijen aangedragen dat werk en meedoen een centrale rol spelen in het bestrijden van armoede. Werk biedt meer dan financiële middelen, het biedt structuur, ritme, sociale contacten en perspectief. Belangrijke pijlers in dit plan.

 

Missie en visie

 

Op basis van het kader dat is gegeven binnen het rijksbeleid, de input vanuit de gemeenschap en betrokken partijen, statistische gegevens van onze gemeente en inzichten over het bestrijden van armoede, zien we de volgende visie en missie op het bestrijden van armoede.

 

Missie:

 

Minder armoede in Bergen

 

Onze missie is het terugdringen van armoede in onze gemeente en het voorkomen dat mensen, en kinderen in het bijzonder, in armoede leven. We willen over vier jaar dat minder inwoners in Bergen te maken hebben met armoede, zichtbaar of onzichtbaar.

 

Visie:

 

De visie op de nieuwe manier van armoedebestrijding kenmerkt zich hoofdzakelijk door:

 

PreventieParticipatieVangnet

 

Preventie

 

Het is belangrijk om tijdig armoede te onderkennen, signalen op te vangen en hier op een respectvolle manier op in te spelen. Dit betekent o.a. verbindingen leggen tussen mensen onderling en de verbindingen intensiveren binnen de netwerken die we ter beschikking hebben, zodat grotere problemen in financiële of emotionele zin voorkomen kunnen worden.

 

Participatie

 

De snelste weg om uit de armoede te komen is het meedoen in de maatschappij en het verbeteren van de financiële situatie. Meedoen kan via een zinvolle invulling van de dag en week en ook via betaald of onbetaald werk.

 

Werk heeft een sleutelfunctie in de bestrijding van armoede. Om perspectief op werk te behouden/krijgen is het essentieel dat burgers gebruik maken van hun eigen kracht, het eigen netwerk en eventueel integrale ondersteuning die geboden wordt door gemeente en betrokken instanties. In alle realiteit weten we dat er een groep resteert voor wie het verkrijgen van een betaalde baan waarschijnlijk geen haalbare optie is. Voorbeelden hiervan zijn de ouderen die op mininnaniveau leven of de mensen met lichamelijke/verstandelijke/psychische klachten. Zij kunnen door actieve deelname aan de maatschappij de effecten van armoede tegen gaan.

 

Vangnet

 

We leggen dus de nadruk op preventie en participatie. Als ondanks de ondernomen acties toch blijkt dat iemand (tijdelijk)( financiële) ondersteuning nodig heeft, willen we hen een passend vangnet bieden. In dat verruimde vangnet is extra aandacht voor de jongeren tot 18 jaar. Juist voor die groep willen we zorgen voor een veilig (financieel) klimaat waarin zij volop kunnen meedoen in de maatschappij. De financiële situatie van ouders/verzorgers mag daarbij geen belemmering zijn.

 

De regelingen en voorzieningen die we beschikbaar stellen zijn onvoldoende toegankelijk geweest de achterliggende periode. Een belangrijk onderdeel van het beleidsplan armoedebestrijding is dan ook het verbeteren van de toegankelijkheid (het verlagen van de drempels) van de dienstverlening en regelingen/voorzieningen. Duidelijke communicatie is daarbij essentieel.

 

We kiezen voor inzet op.

 

Om de armoede effectief te bestrijden zetten we in op een 4-tal pijlers. Deze pijlers worden in het volgende hoofdstuk uitgediept en toegelicht. Iedere pijler vertegenwoordigt een onderdeel van het totale plan armoedebestrijding. Belangrijk is dat de diverse pijlers uiteraard in onderlinge verbinding met elkaar staan.

 

  • 1.

    Integrale aanpak

  • 2.

    Preventie en meedoen

  • 3.

    Begeleiding naar werk

  • 4.

    Vangnetregelingen

We benadrukken dat het beleidsplan wat aan u voorligt een dynamisch karakter heeft. Zo stellen we bovengenoemde pijlers centraal en worden deze geëvalueerd. Naar aanleiding van die evaluatiemomenten zal beoordeeld worden of de pijlers verder doorontwikkeld worden of dat wellicht andere acties in de tijd belangrijk(er) geworden zijn zodat deze de aandacht kunnen krijgen.

 

Graag willen we u deelgenoot maken van het dynamische plan armoedebestrijding en u hiervan periodiek van informatie voorzien. Mogelijk dat in commissievergaderingen nieuwe thema's met elkaar besproken zouden kunnen worden in de toekomst.

 

1. Integrale aanpak

1.1 Samenhang met de drie decentralisaties (3D's)

In het sociaal domein staan de WMO, jeugdzorg en participatiewet (3D's) naast elkaar met als doel in gezamenlijkheid de kwetsbare burgers passende ondersteuning te bieden. Ieder vanuit zijn eigen blikveld en invalshoek. Juist de samenhang tussen deze 3 onderdelen maakt dat burgers passende zorg en ondersteuning kunnen ontvangen. Netwerken benutten, in de eigen kracht zetten van mensen en bevorderen van participatie heeft als gevolg dat burgers zelfstandiger worden en minder afhankelijk zijn van zorg en voorzieningen.

 

In de aanpak binnen de 3D's is sprake van overlap. Het gaat in veel gevallen om dezelfde mensen. Indien (maatschappelijke) professionals op de verschillende onderdelen van het sociaal domein samenwerken en integraal afstemmen ontstaat winst in dienstverlening en efficiency. Deze komen ten goede aan zowel de burgers als betrokken instanties. Het principe van 1 gezin met 1 plan en 1 regisseur, dat gebruikt wordt in het werkveld is een goed voorbeeld van hoe hiermee wordt omgegaan. De inzet van 1 systeem waarin alle gegevens toegankelijk zijn voor de betrokken netwerkpartners heeft duidelijkheid en vermindering van overlap en dubbelingen tot gevolg.

1.2 Doorontwikkelen lokale initiatieven

Het voorkomen van isolement en bevorderen van participatie zien we terug in een aantal recent gestarte lokale initiatieven. Taste en Go en 't Luukske 3.0 in Wellerlooi, Superrr en Béjèn in Afferden en de Goederenbank en Het Ontmoetingscentrum in Bergen zijn voorbeeldprojecten waarbij mensen een veilige en beschutte (werk)plek wordt geboden om, de dag en de week zinvol in te vullen, weer te werken aan deelname aan de maatschappij en het verbeteren van het perspectief. Deze lokale initiatieven zorgen voor mogelijkheden tot participatie, (sociale) controle en samenhang binnen de gemeenschap. Tevens nemen deze initiatieven de rol van vindplaats op zich en kunnen zij signaleren (bijvoorbeeld vrijwilligers en/ of professionals).

 

Ook het project Positieve gezondheid is een voorbeeld van hoe je gezondheid centraal stelt vanuit een andere invalshoek. Daarin staat de persoon centraal en wordt gekeken naar waar iemand goed in is, wat hij/zij leuk vindt, waar ontwikkelkansen zitten. Het accent ligt op positieve zaken, in plaats van wat iemand niet kan, waar hij last van heeft of waar medicatie voor nodig is. Een invalshoek die perspectief biedt, die positieve energie geeft waaruit kracht te halen is om weer actief te worden. Dat is de juiste focus voor mensen om vooruit te komen.

 

De lokale initiatieven zijn belangrijk in de bestrijding van armoede. Ze zijn laagdrempelig, zonder stempel ('indicatie) toegankelijk en staan dicht bij de mensen. We willen zorgen voor onderlinge afstemming en het in stand houden/bouwen van een netwerk tussen de initiatieven onderling en tussen de initiatieven en professionals. Dat kan door de gezamenlijke verantwoordelijkheid te dragen en de initiatieven te betrekken bij het door ontwikkelen en uitvoering geven aan het armoedebestrijdingsplan.

 

Periodieke overlegmomenten en elkaar frequent consulteren en informeren helpen daarbij. Dat betekent elkaar regelmatig zien en spreken op informele en formele momenten. De organisatie van een jaarlijks terugkerende meeting vanuit thema armoedebestrijding kan een goede vorm zijn om jaarlijks commitment met elkaar te houden en jaarlijkse subthema's extra aandacht te geven (bijvoorbeeld subthema preventie, jongeren, ouderen, etc.). Ook een nieuwsbrief van en voor de netwerkpartners zal leiden tot meer aandacht voor het onderwerp armoede.

1.3 Participatie in het sociaal team

De snelste en meest effectieve manier om uit de armoede te komen is werk. Werk brengt structuur, afleiding, sociale contacten, genoegdoening, gevoel van eigen waarde, financiële middelen, fitheid, enz. Werk is de belangrijkste sleutel in het voorkomen van armoede en het bestrijden ervan. We zijn ervan overtuigd dat de re-integratieconsulent nadrukkelijk aansluiting moet krijgen bij het sociaal team. Zo kan werk en participatie direct in een ondersteuningstraject deel uitmaken van het plan van aanpak voor het individu (leefplan).

 

De visie 'iedereen aan het werk' wordt nadrukkelijker ingezet. We bedoelen daarmee dat we mensen die geen (vrijwilligers)werk hebben, actief begeleiden naar een plek waar ze ritme, structuur en werkervaring geboden wordt. We hebben binnen de gemeente Bergen de laatste 5 jaar bijzonder goede resultaten geboekt in het toe leiden van mensen vanuit de uitkering naar werk. Dit hebben bereikt door een de werkzoekenden uit Bergen ondersteuning te bieden bij het opdoen van relevante (werk)ervaring en hen te bemiddelen naar (lokale) werkgevers binnen ons netwerk. Deze kracht moeten we optimaal benutten voor de doelgroep die armoede ervaart. In een vroeg stadium ondersteuning aanbieden gericht op participatie en werk (deelname aan de maatschappij) bij de netwerkpartners.

1.4 Jeugdbeleid

De kinderen/jongeren verdienen extra aandacht. Het preventieve jeugdbeleid is inmiddels ook volop in ontwikkeling om kinderen een goed ontwikkelklimaat en perspectief te kunnen bieden. Ook zijn in 2015 vergaande samenwerkingsconvenanten afgesloten met de praktijk- en speciaal onderwijs instellingen om deze kwetsbare groep in beeld te krijgen en controle te houden met betrokken netwerkpartners. In het vangnet aan regelingen is het kindpakket opgenomen waaruit financiële middelen beschikbaar gesteld worden voor deze speciale doelgroep.

1.5 Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)

Het beleidsterrein WMO is het derde aangesloten domein. Gezond leven, actief blijven, participeren, passende ondersteuning bij beperkingen en afstemming met huisartsen en zorgaanbieders zijn onmisbare schakels in de bestrijding van armoede. Het zojuist al genoemde lopende project 'positieve gezondheid' is hier een goed voorbeeld van. Ook het verruimen van de collectieve aanvullende zorgverzekering is een tegemoetkoming aan deze groep die in de bezuinigingen van het rijk extra geraakt zijn.

1.6 Communicatie

Het is belangrijk dat alle betrokken (vrijwillige en professionele) partijen elkaar kennen en weten te vinden. Het opstellen van een overzicht van het formele en informele sociale netwerk is hierbij een essentieel onderdeel. Dit overzicht zal periodiek aangevuld en geupdatet worden. Er gaan immers partijen uit het werkveld en er komen nieuwe partijen bij. Deze lijst wordt gecommuniceerd en verspreid onder de betrokken partijen.

 

De nadruk van de communicatie tussen acties en integrale werkwijze zoals omschreven in het beleidsplan, ligt primair op de persoonlijke benadering (interactie met de doelgroep). Met name het sociaal team, de verenigingen, lokale initiatieven en de contactpersonen van de gemeente spelen hierin een intensieve rol. Belangrijk dus dat de informatie uit dit beleidsplan op een eenvoudige en laagdrempelige manier voor handen is voor de professionals uit het werkveld. Zo kunnen zij de juiste voorlichting geven aan de doelgroep. Een 'waaier ' met diensten en regelingen kan hierbij een praktisch handvat zijn. Ook andere vindplaatsen kunnen die waaier gebruiken, bijvoorbeeld scholen.

 

Secundair en ondersteunend is het bieden van informatie en het geven van ruchtbaarheid aan de acties die we voor het armoedebeleid in gang zetten. Hierbij kan zowel gebruik gemaakt worden van nieuwe media (internet, gemeentesite, inloopavonden, etc) als van klassieke vormen van communicatie (nieuwe folder/brochure, gemeentepagina krant, publiceren op banners in het gemeentehuis, etc). De gemeente zal zelf via deze kanalen het totale sociale netwerk aan de burger helder presenteren als één netwerk. Zo krijgt het sociale netwerk in zijn volle omvang de aandacht als één geheel.

2 Preventie en meedoen

 

Voorkomen is beter dan genezen. De grote winst in het bestrijden van armoede is het vroegtijdig signaleren van armoede en in een vroeg stadium passende handvatten bieden aan mensen die het nodig hebben. Daarnaast is het deelnemen aan de maatschappij een belangrijk element om de effecten van armoede tegen te gaan. Participeren en onderdeel uit maken van de samenleving opent de deuren naar oplossingen en voorkomt isolering, eenzaamheid en afhankelijkheid van voorzieningen. Tegelijkertijd stimuleert dit de zelfstandigheid, waardigheid en ervaart men eigen kracht. Eigen netwerken zijn enorm belangrijk in de maatschappij anno nu.

 

Preventie en meedoen krijgen een centralerol bij bestrijding van armoede

2.1 Vroegtijdige signalering

Om problemen vroegtijdig te kunnen signaleren wordt het netwerk ingeschakeld. De vindplaatsen vangen signalen op en zoeken passende netwerkpartners en/of oplossingen. Soms kan er direct ondersteuning geboden worden, soms zal er een warme doorverwijzing passender zijn. Belangrijk is dat de hulpvraag/probleemsituatie terecht komt bij de netwerkpartner die beschikt over de juiste kennis en kundigheid om hierin te regisseren. Vindplaatsen binnen onze gemeente zijn onder andere: scholen, peuterspeelzalen, consultatiebureau, pastoors, verenigingen, huisartsen, (vrijwillige) thuiszorg, sociaal team, consulenten gemeente, buurtinitiatieven, MFC's, huiskamerinitiatieven, goederenbank, voedselbank, Humanitas, Formulierenbrigade, Stichting Welkom op Weg, KBO's, woningstichtingen, Vincentiusvereniging, schuldhulpverlening, etc. Deze opsomming maakt ons bewust van de vele initiatieven die we binnen onze gemeente hebben.

 

De signalen landen hoofdzakelijk bij het Sociaal Team van de gemeente Bergen die passende voorzieningen en ondersteuning kan aanvragen/organiseren en mensen in hun eigen kracht kan (helpen) zetten.

 

Ook zijn er risicogroepen, zoals burgers van 65 jaar en ouder, die mogelijk sneller te maken kunnen krijgen met het ervaren van de effecten van armoede. Zij zijn niet altijd meer direct in beeld bij de gemeente en/of netwerkpartners. Seniorencoaches die burgers spreken die de aow-leeftijd bereiken om preventief risico's te kunnen signaleren, kunnen hierop een passend antwoord zijn.

2.2 Pilot budgetbeheer voor jeugdigen

Er wordt een plan uitgewerkt om tot een project te komen voor ondersteuning van een samen te stellen groep (kwetsbare) jongeren om onder begeleiding van een budgetcoach (beter) te leren omgaan met geld. We zien in de praktijk dat overerving van armoede een begrip is wat relatief veel voorkomt. Dat willen we door middel van deze pilot doorbreken. De pilot is gericht op financiële opvoeding. Jongeren worden bewust gemaakt en getraind met als doel zelfstandig en verantwoord met geld om te leren gaan waardoor zij in de toekomst geen beroep hoeven te doen op structureel (kostbare) financiële ondersteuning zoals schuldhulpverlening en / of budgetbeheer.

 

We gaan samen met de schuldhulpverleningsinstantie PLANgroep een opleiding omgaan met geld starten waarbij een professional een groep jongeren gaat begeleiden in het omgaan met geld. Hierbij zal de opleiding voor een deel centraal staan, maar zeker ook de praktijk.

 

Jongeren worden getriggerd en geprikkeld tot het doen van aankopen op rekening (postorderbedrijven) en sluiten regelmatig contracten af (bijvoorbeeld mobiele telefoonabonnementen) waarvan blijkt dat zij die niet kunnen betalen. Zij moeten inzicht krijgen in de financiële draagkracht die zij hebben en moeten leren keuzes te maken binnen het bestedingsbedrag. Een praktijkcoach kan hierbij praktische ondersteuning bieden.

 

Hierbij zal nadrukkelijk aansluiting gezocht worden bij (praktijk)scholen die deze cursus / opleiding voor de jongeren als thema van 6 tot 8 weken kunnen opnemen met gastdocenten vanuit de praktijk.

 

De middelen die hiermee gemoeid zijn (voor zowel opleiding als praktijkbegeleiding) worden bekostigd uit het sociaal domein. Raming van de kosten is bij benadering tussen de C 1000,- en C 2000,-. Richtlijn voor start is tweede deel 2016.

2.3 In kaart brengen vindplaatsen

Essentiële spelers in de communicatie en voorlichting zijn de vindplaatsen zoals die reeds eerder genoemd zijn. De gemeente zal een (dynamische) lijst opstellen om de sociale netwerkpartners in Bergen zo volledig mogelijk in beeld te krijgen. Deze lijst is in beweging, er gaan partijen af en er komen nieuwe partijen bij. De lijst zal jaarlijks geupdatet worden. Wij stellen een duidelijk communicatieprogramma op om de vindplaatsen te voorzien van de informatie die nodig is om de doelgroep te kunnen voorlichten.

2.4 Jaarlijkse expertmeeting

De gemeente organiseert jaarlijks de expertmeeting in samenwerking met het sociaal team. Doel van deze bijeenkomst is het delen van kennis en verbinden van de netwerkpartners die burgers begeleiding bieden bij vragen op het gebied van zorg, jeugd en participatie. leder jaar wordt een thema centraal gesteld dat de netwerkpartners verbindt. De netwerkpartners worden persoonlijk benaderd en aangemoedigd om aan te sluiten bij de expertmeeting. Aan de hand van interactieve onderdelen en presentaties op deze middag wordt kennis overgedragen aan elkaar, worden verbindingen tot stand gebracht/verbeterd en kunnen nieuwe ideeën en initiatieven besproken worden. De gemeente zal het programma in gezamenlijkheid met het sociaal team voorbereiden, opstellen en de dagvoorzitter leveren. Na de meeting volgt een terugkoppeling naar de deelnemende partners met de besproken onderdelen van de dag. Voor volgend jaar staat het thema armoede op de agenda.

2.4 Onderwijs en Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB)

Onderwijs zorgt voor perspectief en bevordert de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van jongeren. Scholen zijn een belangrijke vindplaats en hebben tevens een rol in bewustwording en sturing van jongeren.

 

Nauwe aansluiting krijgen/houden bij de scholen en frequent informatie uitwisselen met de scholen is voornaam. Zij worden als netwerkpartij actief betrokken bij het armoedebestrijdingsplan.

 

In Bergen kennen we een relatief grote groep laaggeletterden. Ook het opleidingsniveau van de inwoners in Bergen is relatief gezien laag. Beide thema's (opleiden (via de WEB) en de taalbeheersing bevorderen) staan op de agenda voor 2016.

 

In het kader van de WEB wordt een regionaal plan voorbereid om (taal)opleiding te bevorderen voor de inwoners. Ook worden mogelijkheden onderzocht om in lokaal/ regionaal verband andere vormen van taalbevordering (laagdrempelig) in te voeren (bijvoorbeeld via tel mee met taal ').

 

Statushouders zijn verplicht om de Nederlandse taal goed te gaan leren. Zij gaan naar school. Zij ontvangen hiervoor een bijdrage in schoolkosten via DUO. De gemeente vergoedt de reiskosten naar school voor deze groep inwoners (in ons geval meestal Venray) vanuit de bijzondere bijstand. We hebben de wens dat er in Bergen een opleider Nederlandse taalles gaat aanbieden. De voorziening is dan dichterbij de burgers enerzijds en levert anderzijds een besparing van kosten uit de bijzondere bijstand op.

2.5 Communicatie

Het herkennen van armoede kan moeilijk zijn. Niet iedereen wil zijn problemen delen met anderen en staat open voor hulp en ondersteuning. Het onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor het oprichten van een meldingssysteem/netwerk kan hierin een bijdrage leveren. Woningstichtingen, energieleveranciers en bijvoorbeeld waterschappen kunnen afspraken maken met de gemeente om eventuele achterstanden die zij signaleren vroegtijdig te melden bij het sociaal team of andere netwerkpartners om mogelijke financiele problemen in een vroeg stadium te herkennen en passende ondersteuning te kunnen organiseren/bieden.

 

We willen inzichtelijk maken hoeveel kinderen er deelnemen aan sport, cultuur, etc. Daarmee zien we wie nog niet participeert in verenigingen. In samenwerking met scholen, buurtsportcoaches, verenigingen kunnen we deze groep actief benaderen en hen enthousiasmeren om actiever deel te nemen aan sport en cultuuractiviteiten.

 

Scholen, buurtsportcoaches en andere betrokkenen instanties ontvangen informatie van de gemeente waarin de vangnetregelingen staan. Zij kunnen met die informatie de mogelijkheden die er zijn binnen de vangnetregelingen kenbaar maken. Zo speelt de financiele kant een minder belangrijke rol bij de afweging of kinderen wel of niet actief deelnemen aan een vereniging en/of club. Frequent contact met scholen rondom thema armoede signalering is wenselijk. In de gesprekken met scholen (bijvoorbeeld via de pilot budgetbeheer jongeren) kan het thema geagendeerd worden.

3 Begeleiding naar werk

3.1 Regionale aanpak

De gemeente Bergen is aangesloten bij het regionaal werkgeversservicepunt Noord Limburg (arbeidsmarktregio Venlo). Vanuit dit regionale samenwerkingsverband wordt gebruik gemaakt van de netwerken van het UWV, de 7 regiogemeenten en de WSW-bedrijven in Noord Limburg. We intensiveren deze samenwerking en bouwen deze verder uit. Zo ontstaan nog meer afzetmogelijkheden voor werkzoekenden uit de gemeente Bergen. Binnen de regionale aanpak is ruimte voor lokale invulling van mogelijkheden.

 

Vanuit de regio is met name de aanpak van grote projecten een meerwaarde. Wij hebben als relatief kleine gemeente niet het volume aan (passende) werkzoekenden om grote hoeveelheden werkzoekenden te kunnen selecteren. Door de regionale samenwerking zijn wij een onderdeel van de totale regio Noord Limburg geworden en participeren we bij het selecteren en leveren van werkzoekenden uit onze gemeente als er kansen zijn bij grote bedrijven.

 

De komende jaren is er een aantal grote bedrijven dat gaat uitbreiden, dan wel dat zich gaat vestigen in de regio. Hiermee komen er kansen voor werkgelegenheid in de omgeving van Bergen. Het nieuw te vestigen bedrijf Arvato in Heijen op industrieterrein 'De Brem' is hiervan een voorbeeld. De komende jaren staan in het teken van doorontwikkeling van de regionale aanpak en het gezamenlijk participeren in projecten ter bevordering van werkgelegenheid.

3.2 Lokale aanpak

De gemeente Bergen is goed in het benutten van het lokale werkgeversnetwerk als bron van werkgelegenheid voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Dat blijkt uit de recent bekend gemaakte cijfers van het CBS. De gemeente Bergen plaatst structureel veel mensen vanuit de bijstandssituatie naar betaald werk. Deze kracht willen we behouden en verder uitbreiden.

 

Het speerpunt 'ondernemen met de natuur' is een goed voorbeeld van het verbinden van lokale bedrijven met elkaar en met de gemeenschap. Het biedt een platform voor ondernemers om met elkaar te sparren en bruggen te slaan richting de toekomst. Samenhang, faciliteren en zorgen voor een goed ondernemersklimaat zijn daarbij bruggen die we als gemeente bouwen.

 

De inzet van de re-integratieconsulent en de bedrijvencontactfunctionaris om de lijnen naar de ondernemers in stand te houden en relaties op te bouwen is daarbij erg voornaam. Maar ook de aandacht die de politiek geeft aan de ondernemers door het afleggen van bedrijfsbezoeken wordt als zeer waardevol ervaren door de ondernemers. Aandacht en interesse hebben in elkaar leidt tot standvastige relaties tussen gemeente en ondernemers waaruit mensen zonder werk profijt halen.

3.3 De ZZP-er

Een groep werkenden die het de laatste jaren moeilijk heeft, is de zelfstandige (met name ZZP-ers). Prijzen staan onder grote druk doordat er minder opdrachten zijn als gevolg van de crisistijd. Juist deze groep werkenden is een moeilijk inzichtelijk te krijgen doelgroep waarvan het vermoeden bestaat dat verborgen armoede een probleem is. Meerdere partijen die geconsulteerd zijn voor informatie over armoedebestrijding vragen extra aandacht voor deze groep mensen.

 

Bergen heeft (relatief gezien naar gemeentegrootte) een groot aantal ZZP-ers. Het bereiken van deze groep is niet makkelijk. Indien een bedrijf (of ZZP-er) in (financiële) problemen komt, kan er een beroep gedaan worden op de BBZ (BijstandsBesluit Zelfstandigen). Toch is dat niet altijd een passende vorm van ondersteuning die past bij deze groep. Zij willen zelfstandig de zaken regelen. In dit beleidsplan is het voorstel om een themaproject ZZP-er te organiseren. We bieden deze groep mogelijkheid tot het oprichten/inrichten van een platform voor de ZZP-ers in de gemeente Bergen. Zoals we dat ook gedaan hebben met andere ondernemers het afgelopen jaar. De ZZP-er heeft een klankbord, kan sparren met anderen. Doel is het verbinden van ZZP-ers aan elkaar en in gezamenlijkheid een sterker collectief te creëren. Het ondersteunen bij het oprichten van een ZZP café zou een passende vorm kunnen zijn.

 

Bovenstaand actiepunt is opgenomen in het totaaloverzicht van de concrete acties. De raming van de kosten voor dit project zijn C 5.000,-.

3.4 Communicatie met bedrijven en werkzoekenden

Relatiebeheer en contacten met bedrijven zijn essentieel in de rol van begeleiding en bemiddeling naar werk. We willen zichtbaar en toegankelijk zijn voor bedrijven. Gelukkig zijn we dat. Maar we willen dit uitbouwen. Blijven investeren in ondernemers (ook vanuit de speerpunten) vanuit lokale benadering maar tevens vanuit de regionale (werkgeversservicepunt) benadering. Persoonlijk contact met de bedrijven is hierbij het uitgangspunt. De re-integratieconsulent en de bedrijvencontactfunctionaris zijn de tentakels van de gemeente. Zij halen informatie op en brengen informatie naar de bedrijven over de kwaliteiten van de werkzoekenden, maar ook over de regelingen, subsidies, en ondersteunende instrumenten gericht op bemiddeling naar passend werk. Hierbij is het principe van maatwerk leidend.

 

Ook het geven van informatie (presentaties) en aanschuiven bij bijeenkomsten voor MKB-bedrijven of bedrijvencontactgroepen (zoals de industriële kring) zijn ingangen waarin we de komende jaren gaan investeren. Hier kunnen we presenteren wat we te bieden hebben en ondernemers uitdagen om de gezamenlijke klus van het benutten van mogelijkheden voor burgers aan de onderkant van de samenleving te klaren.

 

In de contacten met de werkzoekenden in onze gemeente is persoonlijk contact de basis. In kaart brengen wat iemand kan en waar kansen liggen is stap 1 voor een traject gericht op werk. We zoeken hierin de samenwerking met partners zoals het UWV. Zij begeleiden werkzoekenden 50+-ers (veelal WW-ers) die woonachtig zijn in onze gemeente bij het zoeken naar een nieuwe baan. Wij bieden het UWV een locatie (vergaderruimte gemeentehuis) om deze burgers van de gemeente de trainingen en begeleiding te laten volgen in Bergen (ipv Venlo). Ook re-integratiebedrijven ondersteunen ons hierbij. Zij hebben netwerken waarmee wij onze matchkans voor werkzoekenden vergroten.

4 Vangnetregelingen

 

Buiten de acties die ertoe leiden dat er perspectief op verbetering ontstaat, kan het toch zo zijn dat personen/gezinnen (tijdelijk) zijn aangewezen op het leven op sociaal minimumniveau. Dan zorgen wij voor een gedegen en toegankelijk vangnet aan voorzieningen en regelingen. In dit hoofdstuk zijn de voorzieningen overzichtelijk en per categorie weergegeven.

 

In het sociaal domein kennen we algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen. Algemene voorzieningen zijn zonder voorafgaande indicatie in te zetten, maatwerkvoorzieningen zijn specifiek op de persoon gericht. In het armoedebeleid kennen we geen algemene voorzieningen, er is per definitie sprake van een indicatie in de vorm van een inkomenstoets.

 

In onderstaande schematisch overzicht staan de vangnetregelingen omschreven. Een aantal regelingen en voorzieningen is verruimd of aangepast. In de bijlage (Hoofdstuk 2)staat nader omschreven wat de oude (vervallen) regelingen inhoudelijk betekenen.

 

In de bijlage (hoofdstuk 4) staan de vangnetregelingen in een totaalschema benoemd en uitgewerkt.

4.1 Ondersteuning van particuliere initiatieven

Naast de (collectieve) regelingen zijn er voor de minima particuliere initiatieven die bijdragen aan de bestrijding van armoede. Wij hebben grote waardering voor deze particuliere initiatieven en ondersteunen ze. Een aantal van deze initiatieven ontvangt van ons een financiële bijdrage per jaar voor de diensten die zij leveren ten behoeve van de minima. In het overzicht op de volgende pagina is weergegeven welke (particuliere) initiatieven er zijn en wat zij doen voor de minima in Bergen.

 

In de bijlage staan de initiatieven uitgewerkt met de financiële bijdrage die zij vanuit de gemeente per jaar ontvangen vanuit het armoedebestrijdingsbeleid voor de minima. Deze initiatieven zijn partijen waarmee de gemeente (uitvoerings)afspraken heeft gemaakt waarin omschreven is hoe de initiatieven die ondersteuning bieden. In de bijlage staan de initiatieven nader uitgewerkt.

 

Initiatief

Bijdrage / inhoud

Wanneer voor in aanmerking

Opmerkingen

Voedselbank

Uitgifte wekelijks voedselpakket

Gezinnen/personen met zeer laag inkomen

Voedselbank beoordeelt wie er voor in aanmerking komt

Vincentiusvereniging

O.a. extra ondersteuning voedselbank, ondersteuning bijacute noodsituaties, begeleiding kwetsbare mensen

Gezinnen/personen met zeer laag inkomen in acute noodsituatie, kwetsbaren in de samenleving

Vincentiusvereniging Bergen wordt gevormd door een groep (lokale) vrijwilligers. Burgers met een (acute) hulpvraag kunnen bij hen terecht

Goederenbank#

Beschikbaar stellen van tegoed / korting bij aanschaf van gebruikte goederen

Gezinnen/personen die leven op bijstandsniveau

Gemeente geeft een pas uit om in aanmerking te kunnen komen voor het tegoed / korting bij aanschaf van gebruikte goederen. De stichting draait op vrijwilligers

Stichting Humanitas #

Formulieren-brigade, voortraject schuldhulpverlening

Gezinnen/personen met schulden en/of behoefte om de financiën op orde te maken en dat zelfstandig niet kunnen

Humanitas wordt gevormd door een groep vrijwilligers

# nieuw initiatief

 

Zoals bovenstaande omschreven zijn de particuliere initiatieven partners van de gemeente Bergen. Zij werken zelfstandig ten behoeve van de minima / kwetsbaren en ontvangen een jaarlijkse bijdrage van de gemeente Bergen zoals staat omschreven in het financiële overzicht.

 

Voor de specifieke inhoudelijke uitwerking van bovenstaande regelingen wordt verwezen naar de bijlage (hoofdstuk 3).

4.2 Verruiming collectieve en maatwerk-regelingen

Er is een aantal voorzieningen waarbij de indicatie een beperkte rol speelt en er meer sprake is van een standaard arrangement dan individueel maatwerk. We noemen dat de collectieve regelingen. Echter blijft er wel altijd sprake van een het maatwerkprincipe. Wanneer er sprake is van een duidelijke individuele toetsing die wat omvangrijker (specifieker) is, noemen we dat een maatwerkvoorziening.

 

Binnen het vangnet zijn een aantal verruimingen toegepast:

  • -

    Het participatiefonds wordt verhoogd van C 80,- naar C 100,- (was vanaf 2007 niet meer geïndexeerd). Zie schema op de volgende pagina.

  • -

    De collectieve aanvullende zorgverzekering is verruimd naar de doelgroep tot 120% van de bijstandsnorm. Tevens is de bijdrage die de gemeente geeft in de premie verhoogd naar C 20,- per maand. Zie schema op de volgende pagina.

  • -

    De doelgroep voor de individuele inkomenstoeslag wordt verruimd van 105% naar 110% (3 jaar) van de bijstandsnorm. Zie schema op de volgende pagina.

 

Bijdrage / inhoud

Wanneer voor in aanmerking

Opmerkingen

Schulphulpverlening

Individuele ondersteuning dmv maatwerk door schuldhulpverlener (geen financiële bijdrage)

Inwoners met problematische schulden

Uitvoering door PLANgroep (inhuur), zij beoordelen en nemen aanvragen in behandeling

Kwijtschelding gemeentelijke belastingen

Kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen

100% van de bijstandsnorm

Uitvoering in handen van BSGW Limburg

Bijzondere bestaanskosten incid. + period. (o.a.: bijzondere bestaanskosten zelfstandigen, kosten inrichting, rechtsbijstand, medisch, tandartskosten, kosten bewindvoering, vervoerskosten, maaltijdvoorziening,...)

Kosten variëren, al naar gelang de aanvraag.

110% van de bijstandsnorm (afhankelijk van de aanvraag van welke kosten, enkele uitzonderingen zijn vastgesteld op 100% (uitgewerkt in de bijlage

Bedoeld voor bijzondere kosten van bestaan. Individueel maatwerk beoordeling

Participatiefonds volwassenen *

€ 100 (eenmalig per persoon per jaar)

110% van de bijstandsnorm

Bedoeld voor contributie van een vereniging, clubs,etc.

Individuele inkomenstoeslag *

  • -

    € 378 per jaar voor een alleenstaande

  • -

    € 484 per jaar voor een alleenstaande ouder

  • -

    € 529 per jaar voor gehuwden

Personen die minimaal 3 jaar aangewezen zijn op inkomen tot 110% van de bijstandsnorm

Opvolger van de langdurigsheidstoeslag, regeling wordt verruimd van 105% naar 110%

Individuele studietoeslag

Individuele beoordeling

Personen van 18 jaar of ouder die naast hun studie om medische redenen niet voldoende inkomsten kunnen verdienen

 

Collectieve aanvullende zorgverzekering *

Alle aanvullende pakketten via de gemeente, een bijdrage van € 20 per maand

120% van de bijstandsnorm (hierbij is de vermogenstoets niet van toepassing

De norm is opgehoogd van 110% naar 120% van de bijstandsnorm, tevens is de gemeentelijke bijdrage verhoogd van € 10 naar € 20 per maand

*regeling is verruimd

 

Voor specifieke inhoudelijke uitleg en uitwerking van bovenstaande regelingen wordt verwezen naar de bijlage (hoofdstuk 2.2). Tevens is daarin een specificatie uitgewerkt van de kostenposten binnen de bijzondere bestaanskosten incidenteel en periodiek. Hieruit is te herleiden dat met name de kosten voor bewindvoering en schuldhulpverlening relatief hoog zijn. Van daaruit is het actiepunt 'pilot budgetbeheer jongeren' opgenomen als belangrijk onderdeel de komende 2 jaar.

 

Bij de beoordeling van de regelingen (zoals bijzondere bijstand) zal naast de inkomenstoets ook een vermogenstoets plaatsvinden. Er moet immers worden vastgesteld of de betreffende kosten en vergoeding noodzakelijk zijn. Bij het vaststellen van de draagkracht hanteren we de draagkrachtregeling zoals in de bijlage staat omschreven:

 

Één van de kostenposten uit de bijzondere bijstand is de kosten voor inrichting voor statushouders. De gemeente is verplicht om hen financiële ondersteuning te bieden bij de inrichting van een woning zodat deze bewoonbaar is. Het gaat daarbij om kosten voor een bed, stoelen, tafels, kasten, keukengerei, etc. De gemeente verstrekt deze mensen een lening en ontvangt een deel van die lening terug door middel van een maandelijkse vordering op de uitkering, binnen de toegestane marge. Als er 3 jaar om zijn, staat er vaak nog een restbedrag van de lening open die niet is gevorderd, wat doorgaans wordt kwijtgescholden.

 

De gemeente werkt een plan uit om te onderzoeken of het mogelijk is beleidsregels vast te stellen om de inrichting van woningen te laten verlopen via een samenwerkingsverband met De goederenbank. Zij kunnen tegen geringe kosten de woningen inrichten, waardoor de statushouders minder hoge leningen hoeven af te sluiten en de gemeente hierop tevens mogelijk financiële middelen zou kunnen besparen (kwijtschelding wellicht niet meer van toepassing vanwege lagere leningen).

4.3 Communicatie ter vergroting van de bekendheid van regelingen

We stellen een communicatieprogramma op om inwoners te informeren over de aanwezigheid en de toegankelijkheid van voorzieningen. Hierbij benoemen wij concrete acties. Bijvoorbeeld: scholen betrekken bij de informatieverstrekking, nieuwe media beter gebruiken (internet, gemeentesite, facebook, etc.). Ook ontwikkelen we een eenvoudige folder/brochure/arrangementenwaaier en organiseren we inloopmomenten rondom het thema armoede.

 

Een belangrijke taak die we hebben is de toegankelijkheid van de regelingen te verbeteren. Essentieel onderdeel daarvan is de bekendheid van de regelingen die er zijn. Het opstelllen van een regelingenwaaier draagt bij aan een eenduidige en heldere manier van bekendheid geven aan de voorzieningen voor de minima. Deze waaier wordt uitgereikt aan de netwerkpartners die contacten hebben met de doelgroep waarvoor deze bestemd is. Het sociaal team kan bijvoorbeeld bij de keukentafelgesprekken de regelingenwaaier bespreken en informatie verstrekken over de regelingen die er zijn binnen de gemeente. Zo ontstaat een groter bereik van de voorzieningen en verbeteren we de toegankelijkheid.

 

Naast het verstrekken van juiste informatie in persoonlijke gesprekken kan de gemeente informatie zenden. Voorbeelden hiervan zijn het posten van informatie op de gemeentelijke site van de gemeente, advertenties publiceren op de gemeentepagina. Ook de inzet van de nieuwe vormen van media kunnen hierbij ondersteunend zijn, voorbeelden hiervan zijn facebook en internet.

4.5 Acties ter versimpeling van aanvragen

Aanvraagformulieren en procedures gaan we zo veel mogelijk vereenvoudigen. Klare en begrijpelijk taal voor de doelgroep is daarbij het uitgangspunt. Bij voorkeur wordt gewerkt met één standaard aanvraagformulier voor de diverse regelingen. Zodra het plan is vastgesteld, wordt direct actie ondernomen voor de ontwikkeling van de aanvraagformulieren.

4.6 Kindpakket < 18 jaar

Kinderen verdienen extra aandacht in het beleidsplan armoedebestrijding! Zij mogen niet de dupe worden van de financiële situatie van hun ouders/verzorgers. Juist kinderen verdienen het om een ongedwongen en zorgeloze jeugd te hebben. Zij moeten de mogelijkheid krijgen om zich te ontplooien, te ontwikkelen en volop mee te kunnen doen in de maatschappij. Zij moeten de kans krijgen te sporten, te ontspannen en ook mee kunnen gaan met schoolreisjes.

 

In het beleidsplan armoedebestrijding krijgen zij dan ook ruim de aandacht. In het overzicht op de volgende pagina is weergegeven welke regelingen en tegemoetkomingen er zijn voor deze speciale doelgroep kinderen tot 18 jaar. Er is sprake van een verruiming van regelingen voor deze specifieke groep.

 

  • -

    Participatiefonds schoolgaande kinderen is verhoogd van €80,- per jaar naar C 100,- per jaar. (Was vanaf 2007 niet meer geïndexeerd).

  • -

    Kinderen kunnen gebruik maken van het Jeugdsportfonds, jeugdcultuurfonds en participatiefonds schoolgaande kinderen (keuze).

  • -

    Kinderen die in groep 7 van het basisonderwijs nog geen zwemdiploma A hebben, kunnen een bijdrage van €250,- per jaar aanvragen.

  • -

    Kinderen tot 18 jaar in het voortgezet onderwijs kunnen een aanvraag indienen voor tegemoetkoming van kosten voor schoolspullen zoals een fiets voor naar school, boeken, etc.

  • -

    Kinderen tot 18 jaar in het voortgezet onderwijs kunnen (eenmalig per gezin per 5 jaar) een tegemoetkoming voor kosten voor een computer/laptop indienen.

Maximale bijdrage

Wanneer voor in aanmerking

Opmerkingen

Jeugdsportfonds #

€ 225 (éénmalig per jaar per kind)

110%van de bijstandsnorm

  • -

    Geldt als voorliggende voorziening op participatiefonds

  • -

    Indien er een bijdrage voor jeugdsportfonds is verstrekt kan er geen bijdrage meer verstrekt worden voor jeugdcultuurfonds

Jeugdcultuurfonds #

€ 450 (éénmalig per jaar per kind)

110%van de bijstandsnorm

  • -

    Geldt als voorliggende voorziening op participatiefonds

  • -

    Indien er een bijdrage voor jeugdcultuurfonds is verstrekt kan er geen bijdrage meer verstrekt worden voor jeugdsportfonds

Participatiefonds (schoolgaande) kinderen *

€ 100 (éénmalig per jaar per kind)

110%van de bijstandsnorm

  • -

    Jeugdsportfonds en jeugdcultuurfonds zijn een voorliggende voorziening voor participatiefonds

  • -

    Bedoeld voor o.a. contributie verenigingendie niet vallen onder het JSF, kosten schoolreis, kindervakantiewerk, etc.

Bijdrage zwemlessen #

€ 250 (éénmalig per jaar per kind)

110%van de bijstandsnorm

Indien het kind in groep 7van het basisonderwijsnog geen zwemdiploma A heeft behaald kan er een aanvraag ingediend worden

Tegemoetkoming schoolkosten I #

€ 100 (éénmalig per jaar per kind)

110%van de bijstandsnorm

  • -

    Voor kinderen in het voorgezet onderwijs tot 18 jaar.

  • -

    De bijdrage is een tegemoetkoming voor boeken, fiets voor naar school, etc.

Tegemoetkoming schoolkosten II #

€ 250 (éénmalig per 5 jaar per huishouden)

110%van de bijstandsnorm

De bijdrage is (een tegemoetkoming) voor de aanschaf van een computer/laptop

# regeling is nieuw*regeling is verruimd

 

In de bijlage staan de regelingen voor kinderen tot 18 jaar uitgewerkt en omschreven met de financiële component. De Kinderombudsman heeft gemeenten gevraagd een integraal beleid te ontwikkelen om te voorkomen dat kinderen in hun ontwikkeling worden belemmerd door de financiële situatie van hun ouders. Het gaat er dan om niet alleen aandacht te hebben voor sportieve en culturele ontwikkelingen, maar ook voor financiële ondersteuning, schuldpreventie, onderwijs en gezondheid. Een aantal onderdelen daarvan (zoals het jeugdsportfonds en het jeugdcultuurfonds) passen prima in deze vraag van de Kinderombudsman. De onderdelen schuldenpreventie, onderwijs en gezond komen terug in de uitwerking van de speerpunten (pilots). Zoals bovenstaand omschreven is voor de invulling en uitwerking van de regelingen ondersteuning aanwezig van onder andere het JSF/JCF. Zij voeren volgens afspraak met de gemeente de taken uit en behandelen de aanvragen van bovenstaande regelingen.

 

De bijdrage zwemlessen is onderdeel van het kindpakket. We gaan onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om hierin een andere/ruimere vorm te gaan ontwikkelen in de toekomst.

4.7 Oprichting Stichting Leergeld

Om de toegankelijkheid van de voorzieningen (voor ouders met kinderen) te verbeteren en de drempels te verlagen voor deze doelgroep, willen we graag Stichting Leergeld naar de gemeente Bergen halen.

 

Stichting Leergeld richt zich in Nederland op kinderen in de leeftijd tot 18 jaar en heeft als doel uitsluiting van kinderen in gezinnen met weinig financiële middelen tegen te gaan. Ze draagt er zorg voor dat kinderen kunnen deelnemen aan binnen- en buitenschoolse activiteiten, zoals cultuur, sport, onderwijs en welzijn.

 

Zij beoordeelt of kinderen in aanmerking komen voor de regelingen binnen de stichting.

 

De financiering voor de stichting is meervoudig. De gemeente legt een budget in wat beschikbaar is voor de kinderen die vallen binnen de doelgroep. Ook worden er fondsen, particulieren en andere partijen gezocht om in gezamenlijkheid voldoende middelen te verwerven zodat de kinderen die een aanvraag indienen en tot de doelgroep behoren ook de regelingen en voorzieningen daadwerkelijk kunnen ontvangen.

 

We zoeken actief en wervend naar initiatiefnemers die de Stichting in Bergen willen dragen. Als er onvoldoende draagkracht is in de gemeente, dan kijken we of het mogelijk is om samen met andere gemeenten (buurgemeenten) de Stichting op te zetten.

 

De kosten die geraamd zijn voor de oprichting van de stichting zijn dezelfde kosten zoals die nu zijn opgenomen in de diverse onderdelen van het kindpakket. De stichting bestaat uit een bestuur en werkt met vrijwilligers. Er is sprake van fondsenwerving en PR vanuit de stichting zelf om de financiële draagkracht te vergroten. Ook de gemeente zal hierin haar deel inbrengen. Het betreft een landelijke formule die overal in Nederland hetzelfde is. Momenteel kent Nederland 72 lokaal georganiseerde stichtingen leergeld.

 

De kosten voor inzet van het kindpakket stellen we dan beschikbaar aan de Stichting die invulling geeft aan de uitwerking van het kindpakket.

 

Samenvatting en concrete actiepunten

 

Het beleidsplan armoedebestrijding is opgebouwd uit de 4 pijlers die in hoofdstuk 1 tot en met 4 zijn uitgewerkt.

 

Werk is het perspectief voor burgers om uit de armoede te komen. Ook participeren en sociaal actief zijn vormen een goede basis om in de maatschappij netwerken op te bouwen om de effecten van armoede tegen te gaan en de zelfstandigheid van de inwoners te vergroten.

 

Het vangnet aan regelingen is gedegen en verruimd om volwassenen, maar met name kinderen, actief deel uit te laten maken van de maatschappij. Dit biedt een solide basis waar op kan worden teruggevallen.

 

De gehele aanpak zoals in het plan omschreven staat, kenmerkt zich door de integrale aanpak. Goede afstemming tussen de betrokken partijen en netwerkpartners leidt tot een goed samenwerkend netwerk voor de burger. Doelstelling is mensen in de eigen kracht te zetten en in een vroeg stadium problemen signaleren en passende ondersteuning en oplossingen bieden. Het is belangrijk dat burgers zich bewust worden van hun houding en gedrag en dat men bereid zich is hierin te ontwikkelen.

 

In alle onderdelen speelt communicatie als sluitstuk een belangrijke rol. We gaan in de toekomst het bestrijdingsplan armoede nadrukkelijk kenbaar maken aan de inwoners. Dit doen we middels de traditionele manier van informatie geven in de krant, het ontwikkelen van een folder/brochure, etc. maar we gaan ook nadrukkelijker de nieuwe vormen van media inzetten. Facebook, de gemeentewebsite, twitter, etc. We gaan meer ruchtbaarheid geven aan armoede bestrijding. Doelstelling is het beter toegankelijk maken van de voorzieningen en ondersteuning.

 

Naast het geven van directe informatie aan de inwoners, worden de netwerkpartners van informatie voorzien (bijvoorbeeld door middel van de regelingenwaaier) waardoor zij bij mensen die effecten van armoede ervaren direct en gericht kunnen informeren en ondersteunen.

 

In onderstaand schema staan de belangrijkste concrete actiepunten omschreven in een tijdsplanning.

 

Pijler

Actie

Bestaand/ nieuw

Planning

Integrale aanpak

Door ontwikkelen lokale initiatieven,

Bestaand, nieuw

Start 2016

Participatie in het sociaal domein, consulent werk nadrukkelijk aan laten sluiten bij het sociaal team

Nieuw

2de helft 2016

Opstellen van een overzicht van het sociale netwerk binnen de gemeente Bergen

Nieuw

2de helft 2016

Preventie en meedoen

Pilot budgetbeheer jongeren

Nieuw

Start 2de helft 2016

Mogelijk herhaaldelijk in te zetten bij succes

Vindplaatsen voorzien van informatie over signalering an armoede en geven van informatie aan de burgers

Nieuw

Start 2de helft 2016.

Herhaaldelijk 2 keer per jaar

Organisatie expertmeeting ter bevordering samenhang netwerkpartners en kennisoverdracht

Bestaand

Start1e helft 2017, jaarlijks terugkerend

Opleider Nederlandse taalles in de gemeente Bergenen ontwikkeling WEB-aanbod

Vernieuwd

Start 2de helft 2016 met ontwikkeling

Onderzoek naar mogelijkheden afspraken met instanties (woningstichtingen, energieleveranciers, WML, etc) ter bevordering vroegsignalering niet-betalers

Nieuw

Start 1e helft 2017

Onderzoek en communicatie naar scholen, buurtsportcoaches, etc. over jongeren die actief sporten en de mogelijkheden voor ondersteuning daarin

Bestaand, Nieuw

Start 1e helft 2017

Onderzoek mogelijkheden samenwerking Stichting Goederenbank bij inrichting woningen statushouders

Nieuw

Onderzoek start in 2de helft 2016

Begeleiding naar werk

Regionale en lokale doorontwikkeling relatiebeheer werkgevers. Nadrukkelijker aansluiting vinden bij werkgeversverenigingen, MKB, etc.

Bestaand

Reeds gestart, lopend proces voor de komende jaren

Project gericht op oprichting klankbordgroep/netwerkgroep/ZZP-café voor de lokale ZZP-ers

Nieuw

1e helft 2017

Vangnetregelingen

Aanpassen verruimingen zoals in het beleidsplan armoedebestrijdingomschreven, waaronder invoering kindpakket

Vernieuwd

Uitvoering start na vaststellen beleidsplan

Communicatieprogramma ter verbetering van toegankelijkheid van regelingen, waaronder ook versimpeling aanvraagprocedure

Vernieuwd

2de helft 2016

Faciliteren en ondersteunen oprichting Stichting Leergeld in Bergen

Nieuw

1e helft 2017

Onderzoek naar mogelijkheden van een andere/ruimere vorm van aanbieden (bijdrage) zwemlessen voor kinderen in gezinnen met een laag inkomen

Nieuw

2de helft 2016

Integraal

Jaarlijks evalueren en monitoren hoeveel inwoners gebruik maken van de dienstverlening, ondersteuning en regelingen (en tegen welke kosten)

Niet van toepassing

Jaarlijks

 

Financiën

In het onderstaande totaaloverzicht zijn de kosten verdeeld over de diverse onderdelen.

 

Financieel overzicht

Te verwachten kosten

Begroot 2016 / dekking

Saldo

Kwijtschelding gemeentelijke belastingen

12.500 (minder belasting inkomsten)

18.000

5.500

Schuldhulpverlening

37.000

38.000

1.000

Individuele inkomenstoeslag (voorheen langdurigheidstoeslag)

33.000

36.000

3.000

Individuele studietoeslag

1.000

0

-1.000

Collectieve aanvullende zorgverzekering incl.

42.000

42.000

0

Participatiefonds volwassenen

5.400

6.200

800

Bewindvoering(bijzondere bijstand)

60.000

60.000

0

Overige bijzondere bestaanskosten incid. + period. (waaronder: kosten inrichting, rechtsbijstand, medisch, tandartskosten, maaltijdvoorziening,etc)

70.000

61.800

-8.200

Particuliere initiatieven

Voedselbank

3.000

3.000

0

Vincentiusvereniging

2538

2.538 (t/m 2016)

0

Goederenbank

3.000

3.000 (t/m 2017)

0

Stichting Humanitas

5.000

5.000

0

Kinderpakket

Jeugdcultuurfonds

6.000

6.000

0

Jeugdsportfonds

6.000

6.000

0

Participatiefonds schoolgaande kinderen

5.000

5.000

0

Bijdrage zwemlessen

2.000

0

-2.000

Tegemoetkoming schoolkosten I

5.000

0

-5.000

Tegemoetkoming schoolkosten II

12.500

0

-12.500

Totaal

 

310.938

292.538

-18.400

 

De totale kosten voor de verruiming van de regelingen en financiering van de initiatieven resulteert logischerwijs in hogere kosten ten opzichte van het 'oude' armoedebeleid (minimabeleid). Deze bedragen bij benadering C 18.400.

 

De laatste jaren is er structureel een onderuitputting geconstateerd van 25.000,- voor de uitvoering van dit 'oude' minimabeleid. De meerkosten van het nieuwe beleidsplan worden gedekt uit het tot op heden niet gebruikte budget.

 

We monitoren hoe het nieuwe beleidsplan armoedebestrijding gaat uitpakken, zodat we snel zien wat de financiële en inhoudelijke gevolgen zijn. Belangrijk onderdeel is het monitoren of de toegankelijkheid van de diensten en voorzieningen verbetert. Als dat lukt, is het gevolg dat de kosten voor het beleidsplan armoedebestrijding kunnen stijgen. We willen dit goed volgen zodat we tijdig kunnen anticiperen op veranderingen.

 

De kosten voor de actie oprichting klankbordgroep, netwerkgroep ZZP-café voor de ZZP-ers in Bergen zal vanuit het budget sociaal domein betaald worden. In dit beleidsplan zijn de kosten geraamd op een totaal van C 5000,- (eenmalig). Het voorstel hiervoor is opgenomen in de het overzicht van de concrete acties.

 

Schematische weergave bestrijding armoede

 

Tot slot

In het beleidsplan dat voorligt aan u zijn pijlers uitgewerkt waarlangs we het beleid gaan uitvoeren. Het accent ligt nadrukkelijk op integraliteit, preventie, participatie, werk en een gedegen vangnet voor diegene die het echt nodig heeft. We hebben de overtuiging dat we met dit beleidsplan een passend antwoord hebben op armoede in de gemeente Bergen. Samen met de betrokken partijen, netwerkpartners en initiatieven zetten wij de schouders onder de problematiek van armoede en samen gaan we de armoede te lijf!

 

Om de missie te kunnen volbrengen hebben we elkaar nodig. We hebben oog voor de ander om ons heen en dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De betrokkenheid die we hebben in onze gemeente is een grote kracht van de gemeenschap. Deze biedt een goed klimaat om het beleidsplan uit te voeren.

 

U, als deelgenoot van dit plan, wordt periodiek geinformeerd over de voortgang van het beleidpslan. We nemen u mee in het proces de armoede terug te dringen en de participatie te bevorderen. Uiteraard staan we gedurende dit dynamische proces open voor nieuwe ideeën en inzichten die we in de overweging kunnen nemen bij de doorontwikkeling de komende jaren.

 

Dank aan allen die een bijdrage hebben geleverd bij de totstandkoming van deze notitie.

 

Bijlage 1: Nadere uitleg

 

1. Rijksbeleid 

 

Wijzigingen in landelijke regelingen per 1-1-2015   

 

Categoriale bijzondere bijstand 

In de Participatiewet is de mogelijkheid voor categoriale bijzondere bijstand beperkt.

Alléén de categoriale bijzondere bijstand in de vorm van een collectieve aanvullende zorgverzekering (CAZ), dan wel een tegemoetkoming in de premie van een dergelijke verzekering, blijft bestaan. Deze vorm van categoriale bijzondere bijstand is bovendien verruimd door het schrappen van de centrale inkomensnorm van 110% van het sociaal minimum. De nieuwe norm hebben we voor deze regeling vastgesteld op 120% van het sociaal minimum. Op individuele basis kan men een aanvraag voor bijzondere bijstand blijven indienen voor noodzakelijke kosten.

 

Kostendelersnorm 

Per 1 juli 2015 is de kostendelersnorm ingevoerd. Dat betekent dat als een bijstandsgerechtigde een woning deelt met meer volwassenen, de bijstandsuitkering daarop wordt aangepast. Hoe meer personen van 21 jaar of ouder in een huis wonen, hoe lager de bijstandsuitkering per persoon wordt.

 

De wetgever gaat ervanuit dat als er meer personen in één woning wonen, zij de woonkosten en de kosten voor levensonderhoud kunnen delen. Vandaar de kostendelersnorm. De kostendelersnorm geldt niet als er alleen kinderen onder 21 jaar of studerende kinderen tot het huishouden behoren.

 

Wet hervormingen kindregelingen  

Deze wet heeft tot doel de bijdrage in de kosten van kinderen te vereenvoudigen.

 

Er zijn nog vier financiële regelingen voor mensen met kinderen. Namelijk:

  • de kinderbijslag (Sociale Verzekeringsbank);

  • het kindgebonden budget (Belastingdienst);

  • de kinderopvangtoeslag (Belastingdienst/toeslagen);

  • de inkomensafhankelijke combinatiekorting (Belastingdienst).

De andere regelingen zijn verdwenen of opgegaan in het kindgebonden budget, de kinderbijslag of andere regelingen.

 

Wijziging langdurigheidstoeslag 

De categoriale langdurigheidstoeslag is per 1 januari 2015 met de komst van de Participatiewet omgevormd tot een individuele inkomenstoeslag voor personen tot de AOW gerechtigde leeftijd. De toeslag geldt voor mensen die langdurig van een laag inkomen rond moeten komen en door hun individuele omstandigheden geen zicht hebben op verbetering van het inkomen. Dit betekent dat klanten alleen de toeslag krijgen als zij voldoen aan de geldende criteria die individueel getoetst worden. De uitwerking en normbedragen van de individuele inkomenstoeslag staan verwerkt verderop in de bijlage.

 

Afschaffing Wtcg en CER 

Het Rijk heeft een tweetal financiële regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten afgeschaft: de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de Compensatie Eigen Risico (CER). Gemeenten ontvangen een budget om het wegvallen van deze regelingen te compenseren. Deze middelen kunnen aangewend worden om aan de doelgroep voorzieningen dan wel inkomenssteun te bieden. Een verdere uitleg over de collectieve aanvullende zorgverzekering staat verderop in de bijlage omschreven.

 

Afschaffing studieregeling Wajong 

In de uitkeringswet voor jonge gehandicapten (Wajong) zat een studieregeling. Deze regeling is verdwenen met de komst van de Participatiewet. De gevolgen van de wijzigingen in het landelijk beleid voor de individuele huishoudens in de gemeente Bergen zijn op dit moment nog niet te overzien. In 2016 zullen we deze monitoren en als blijkt dat groepen mensen hierdoor onevenredig geraakt worden zullen we individuele bijzondere bijstand verlenen en zo nodig ons beleid aanpassen.

 

2.1 Collectieve regelingen   

 

Kwijtschelding gemeentelijke belastingen 

Inwoners met een laag inkomen krijgen geheel of gedeeltelijke kwijtschelding voor de gemeentelijke belastingen. De kwijtscheldingsnorm is vastgesteld op 100% van de toepasselijke bijstandsnorm. De uitvoering is uitbesteed aan de Belastingsamenwerking Gemeenten en waterschappen Limburg. In 2014 en 2015 is hierdoor jaarlijks ongeveer € 12.500,- belasting kwijtgescholden.

 

Schulphulpverlening 

Op 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking getreden. Deze wet bepaalt dat schuldhulpverlening een wettelijke taak is van de gemeente en dat de gemeente hier zelf invulling aan geeft.

 

In het door de gemeenteraad vastgestelde beleidsplan schuldhulpverlening is de volgende doelstelling voor de schuldhulpverlening geformuleerd:

 

“Een klant begeleiden naar een leven waarin financiële problemen geen belemmering meer vormen voor maatschappelijke participatie, liefst schuldenvrij.” 

 

Het gaat om het hanteerbaar en beheersbaar maken van schulden, om iemand niet te belemmeren bij de participatie in de maatschappij. Een schuldenvrije toekomst is daarbij niet voor iedereen het uitgangspunt, omdat gebleken is dat dit niet realistisch is. Sommige mensen zullen nooit financieel zelfredzaam worden. Dit betekent een verschuiving van het oplossen van schulden naar het regelbaar maken van schulden.

 

Preventie en vroege signalering zijn van groot belang om problematische schulden te voorkomen. Het sociaal team dat vanaf 2015 actief is, beoordeelt hulpvragen integraal, waarbij ook de financiële situatie van de hulpvrager betrokken wordt. Hierdoor kunnen we financiële problemen vroeg signaleren en stappen zetten om problematische schulden te voorkomen.

 

Voor inwoners met problematische schulden die een beroep doen op schudhulpverlening zorgt PLANgroep in de gemeente Bergen voor uitvoering van deze wettelijke taak. In deze gevallen is er sprake van individueel maatwerk. PLANgroep zet hiervoor een professionele schuldhulpverlener in, die wordt ondersteund door stagiaires van de Stichting Welkom op Weg. Hier is een bedrag van ca. € 37.000, - per jaar mee gemoeid.

 

Individuele inkomenstoeslag (vervanging langdurigheidstoeslag) 

Deze toeslag is bedoeld voor mensen die minimaal 3 jaar aangewezen zijn op een laag inkomen, die geen vermogen bezitten en geen uitzicht hebben op inkomensverbetering. Bij de beoordeling van het uitzicht op inkomensverbetering houden wij rekening met de omstandigheden van de persoon. We beoordelen de krachten en bekwaamheden van de persoon en de inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen.

Het is een jaarlijkse uitkering voor mensen met een inkomen tot 110% van de toepasselijke bijstandsnorm. De uitkering bedraagt:

 

€ 378, - voor een alleenstaande;

€ 484, - voor een alleenstaande ouder;

€ 529, - voor gehuwden.

 

Tot 2015 kon deze doelgroep een beroep doen op de categoriale langdurigheidstoeslag in het kader van de Wet werk en bijstand. In 2014 hebben 80 personen hiervan gebruik gemaakt.

 

Individuele studietoeslag 

Deze regeling vervangt de studieregeling uit de uitkeringswet voor jonge gehandicapten (Wajong). Gemeenten kunnen een individuele studietoeslag verstrekken aan personen van 18 jaar of ouder. In de gemeente Bergen wegen we per individu af of het verlenen van een studietoelage tot het volgen van een studie bijdraagt om daarna makkelijker een baan te vinden.

 

Collectieve aanvullende zorgverzekering (afschaffing Wtcg en CER) 

Voorheen kregen inwoners met een chronische ziekte of een beperking (een deel van) hun meerkosten vergoed. Het gaat hier om de Wtcg en de CER. Deze zijn beiden van rijkswege afgeschaft. Gemeenten zijn nu verantwoordelijk voor compensatie van meerkosten van chronisch zieken en gehandicapten. De gemeente Bergen heeft gekozen om de collectieve aanvullende zorgverzekering die we al hadden voor onze minima uit te breiden. Dit is een vorm van categoriale bijzondere bijstand. De collectieve aanvullende zorgverzekering is bedoeld voor mensen met een inkomen tot maximaal 120% van de bijstandsnorm. Daarnaast hanteert de gemeente geen vermogensgrens.

 

De gemeente Bergen heeft afspraken gemaakt met zowel zorgverzekeraar VGZ als zorgverzekeraar CZ en daarbij afgesproken alle pakketten onder de noemer ‘gemeentepakket’ aan te bieden. Voor alle pakketten draagt de gemeente maandelijks € 20,- bij per individu.

 

De pakketten voorzien in ruime vergoedingen waarmee 80-90% van de meest voorkomende medische meerkosten gedekt zijn. Bij een aantal pakketten is ook het wettelijke eigen risico van €385,- meeverzekerd.

 

Met het aanbieden van de uitgebreide aanvullende verzekering willen wij de meerkosten waarmee chronisch zieken en gehandicapten geconfronteerd worden gedeeltelijk compenseren. Inwoners hebben zo de kans om tegen relatief lage kosten een uitgebreide medische dekking te kiezen.

 

In 2014 was het voor inwoners met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm mogelijk om deel te nemen aan een collectieve aanvullende verzekering, met een maandelijkse premiebijdrage van € 10,- In 2014 is hiervan door 119 personen gebruik gemaakt.

 

Door het vergroten van de doelgroep en de verhoging van de premiebijdrage nemen er meer mensen uit de doelgroep deel. We zien een stijging in 2015 tot 142 en in 2016 tot 200 deelnemers.

 

2.2 Individuele maatwerkvoorzieningen/regelingen   

 

Participatiefonds volwassenen 

Analoog aan het voorstel voor indexatie van het Participatiefonds voor schoolgaande kinderen stellen wij voor ook het participatiefonds voor volwassen beschikbaar te houden voor huishoudens met een inkomen tot 110% van de geldende bijstandsnorm en het bedrag op te hogen van € 80 naar € 100,- per persoon per jaar. Het participatiefonds is bedoeld voor mensen die kosten vergoed kunnen krijgen tot € 100 per jaar voor sociaal-culturele, educatieve en sportieve activiteiten. Bijvoorbeeld contributie van een vereniging, sportclub, tienerwerk, jongerenclub, KBO, etc.

 

Bijzondere bestaanskosten zelfstandigen (bijzondere bijstand) 

Mogelijkheid tot om niet stelling voor zelfstandigen bij buitensporig hoge kosten voor bestaan, niet verwijtbaar aan de zelfstandige zelf. Het betreft een aanvraag die individueel beoordeeld zal worden.

 

Bewindvoering (bijzondere bijstand) 

Indien mensen met een norm van 100% van het bijstandsniveau kosten moeten maken voor bewindvoering, kan de gemeente de gemaakte kosten voor bewindvoering vergoeden. Indien er een gerechtelijk document is afgegeven waarin de rechter de noodzaak aangeeft, is de gemeente verplicht de kosten hiervoor te vergoeden.

 

Overige bijzondere bestaanskosten incidenteel en periodiek. (waaronder: kosten inrichting, rechtsbijstand, medisch, tandartskosten, maaltijdvoorziening,etc) 

 

Individuele bijzondere bijstand 

Bijzondere bijstand biedt financiële ondersteuning aan inwoners die worden geconfronteerd met bijzondere noodzakelijke kosten van het bestaan die niet uit het inkomen en vermogen kunnen worden betaald. Het kader is gegeven in de Participatiewet. De gemeente stelt een grens voor het inkomen dat niet hoeft te worden aangewend voor het betalen van bijzondere noodzakelijke kosten. Wij hebben dat inkomen vastgesteld op 110% van de toepasselijke bijstandsnorm. Uitzondering daarop zijn problematische uitkeringsintrede, schuldsaneringen en bewindvoeringskosten, verhuiskosten, woonkostentoeslag, premies zorgverzekering en/of arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (zelfstandigen). Daarvoor is de norm vastgesteld op 100%. We kunnen eisen stellen aan de beoordeling van de kosten die als noodzakelijk of niet noodzakelijk beschouwd kunnen worden. Tot nu toe volgen wij hierin de regels, die vooral door jurisprudentie zijn ontwikkeld. Samen met de uitvoering gaan wij hiervoor beleidsregels ontwikkelen. Tot de niet noodzakelijke kosten behoren in ieder geval medische kosten die gedekt hadden kunnen worden uit een adequate aanvullende zorgverzekering. De gemeente biedt iedereen met een laag inkomen tot 120% van de bijstandsnorm de mogelijkheid om aan de collectieve aanvullende zorgverzekering deel te nemen. De inwoner die er voor kiest hiervan geen gebruik te maken, kan voor de daardoor gemaakte extra kosten geen beroep doen op bijzondere bijstand. Kosten die er bijvoorbeeld wel onder vallen zijn onder andere kosten voor rechtsbijstand, kosten voor bewindvoering, kosten voor huisraad/inrichting (onder gestelde voorwaarden zoals bovenstaand omschreven), etc. De kostenpost individuele bijzondere bijstand is met afstand de grootste kostenpost binnen het beleid armoedebestrijding minima. Het onderstaande overzicht laat zien waaruit de kostenpost individuele bijzondere bijstand in 2014 is opgebouwd. De diverse onderdelen zijn benoemd en (globaal) uitgesplitst.

 

Uitgaven voor individuele bijzondere bijstand in 2014 uitgesplitst in de diverse kostenposten

Bewindvoeringskosten 

€ 59.981

Premiebijdrage collectieve ziektekosten verzekering minima

€ 12.087

Eenmalige koopkrachttegemoetkoming

€ 17.970

Kosten inrichting/huisraad

€ 21.071

Overig incidenteel, rechtsbijstand, medische- en tandartskosten ed.

€ 23.238

Overig periodiek, vervoerskosten, maaltijdvoorziening, woonkosten ed.

€ 35.150

 

 

Individuele bijzondere bijstand voor inwoners met een hoger inkomen 

Bijzondere bijstand is ook mogelijk voor inwoners met een hoger inkomen en een beperkt vermogen, die geconfronteerd worden met een stapeling van noodzakelijke bijzondere kosten. Als deze kosten hoger zijn dan de draagkracht in het inkomen komen de meerkosten voor individuele tegemoetkoming in aanmerking. Bij de berekening wordt 35% van het inkomen boven het draagkrachtloos inkomen van 110% van de bijstandsnorm geteld als draagkracht. Het draagkrachtloos inkomen geldt niet voor de woonkostentoeslag (regeling afgestemd op landelijk huurtoeslag) en voor bijzondere bijstand die door verwijtbaar handelen of nalaten noodzakelijk is geworden. Bijvoorbeeld herinrichtingskosten na een woningbrand, als er geen verzekering was afgesloten. In deze gevallen wordt al het inkomen boven de bijstandsnorm als draagkracht geteld.

 

Voorbeeld:

 

Inkomen €1.800,-

 

Draagkrachtloos inkomen( 110% bijstandsnorm) €1.500,-

 

Resteert €300,-

 

Hiervan is 35% draagkracht €105,-

 

3 Ondersteuning van particuliere initiatieven   

 

Voedselbank 

De Voedselbank Venray is een particulier initiatief dat armoede bestrijdt door wekelijks voedselpakketten uit te delen aan mensen uit de regio met een zeer laag inkomen. Bij de beoordeling gaat de Voedselbank uit van het bedrag dat de aanvrager aan het eind van de maand overhoudt voor het huishouden, na aftrek van vaste lasten. Om het voor de gebruikers van de Voedselbank uit de gemeente Bergen makkelijker te maken hun pakket op te halen is er vanaf oktober 2011 een uitgiftepunt in Bergen. De uitgifte wordt verzorgd door de Vincentiusvereniging.

 

De Voedselbank ontvangt jaarlijks een gemeentelijke subsidie van € 3000,-.

 

Vincentiusvereniging 

De Vincentiusvereniging heeft als kernactiviteit armoedebestrijding. De vereniging zorgt voor het vervoer en de lokale uitgifte van de pakketten van de Voedselbank. In individuele gevallen helpt de vereniging bij acute noodsituaties, bovendien verzorgt men kerstpakketten voor een aantal huishoudens in de gemeente. De Vincentiusverenging ontvangt jaarlijks gemeentelijke subsidie van € 2.538. De overige inkomsten van de vereniging bestaan uit donaties van particulieren.

 

Goederenbank 

Vanaf 1 november 2015 is de goederenbank in Bergen actief. Zij geeft herbruikbare goederen uit aan de minima op basis van een tegoed/korting. Het initiatief levert een positieve bijdrage aan de armoedebestrijding binnen de gemeente Bergen. De gemeente verstrekt in overleg met de goederenbank pasjes aan de minima. Met een pasje kan de persoon bestedingstegoed/korting krijgen voor de aanschaf van herbruikbare goederen.

 

Stichting Humanitas 

In samenwerking met de stichting Humanitas is een formulierenbrigade opgericht. Deze wordt volledig gevormd door vrijwilligers die helpen met het op orde brengen van de administratie bij mensen die dat zelf niet (meer) kunnen. Wij hebben grote waardering voor de vrijwilligers die vanuit een sociaal gevoel een ander willen helpen bij het voorkomen van- of oplossen van- financiële problemen. Inzicht in de financiële situatie is van groot belang bij het voorkomen van schuldenproblematiek. Ook het inzetten van bewindvoering of budgetbeheer speelt een rol bij het voorkomen van schulden. De inzet van bewindvoering en budgetbeheer wordt, zo nodig, door de gemeente gefinancierd en komt ten laste van de bijzondere bijstand. In 2014 betrof ca 40% van uitgaven aan bijzondere bijstand kosten voor bewindvoering of budgetbeheer.

 

Door de inzet van vrijwilligers van Humanitas kan hierop wellicht in de toekomst bespaard worden. Zij kunnen tevens mogelijk een rol gaan spelen bij de uitwerking van het speerpunt ‘pilot budgetbeheer jongeren’.

 

Kindpakket <18 jaar 

 

Jeugdsportfonds 

Het maximale bedrag voor contributie en sportattributen dat wordt uitgekeerd is € 225,-. Jeugdsportfonds bepaalt op basis van de aanvraag de hoogte van het uit te keren bedrag. Jeugdsportfonds betaalt de contributie rechtstreeks aan de sportvereniging of ouders/verzorgers ontvangen een waardebon voor sportattributen die ingeleverd kan worden bij een winkel waar Jeugdsportfonds mee samen werkt. Een bijdrage wordt alleen betaald indien er voldoende middelen bij Jeugdsportfonds beschikbaar zijn.

 

Het Jeugdsportfonds vergoedt alleen contributie van sportverenigingen die zijn aangesloten bij de landelijke sportbonden van de sportkoepel NOC*NSF. Balsporten (voetbal, honkbal, hockey, korfbal, basketbal, rugby, handbal, volleybal)Verdedigingsport (Judo, karate, div. verdedigingssporten, boksen), Watersport (zwemmen, waterpolo, zeilen, surfen) Racketsport (tennis, badminton, squash) Overige (turnen/gymnastiek, atletiek, schaatsen).

 

Binnen 3 weken na het indienen van een aanvraag, en na een positief besluit van Jeugdsportfonds, is het mogelijk om te sporten bij de gekozen sportvereniging. Van ouders/verzorgers wordt verwacht dat zij hun kind stimuleren bij het sporten en hem of haar naar de lessen/trainingen en/of wedstrijden laat gaan.

 

Met de jaarlijkse subsidie van € 6000,- kunnen naar verwachting alle aanvragen gehonoreerd worden. Door het handhaven van de subsidie voldoet de regeling aan de behoefte.

 

Jeugdcultuurfonds 

Het Jeugdcultuurfonds biedt kinderen een financiële bijdrage van maximaal € 450,- per jaar voor culturele vorming en activiteiten. Het volgen van lessen bij een theaterclub, dansschool, kunstatelier of muziekvereniging is veel duurder. Door deelname aan het provinciale Jeugdcultuurfonds bieden wij de kinderen uit gezinnen met beperkte financiële mogelijkheden de kans om cultuurlessen te volgen.

 

De regeling is vergelijkbaar met die van het Jeugdsportfonds. Het provinciale fonds is het aanspreekpunt voor de deelnemende gemeenten. Dit fonds toetst en verwerkt de aanvragen, doet de promotie, organiseert informatiebijeenkomsten én zoekt fondsen onder private financierders in gemeenten en provincie. De gemeente kan zich verbinden door zich voor een bepaalde periode financieel garant te stellen voor vast bedrag per jaar.

 

De regeling is bedoeld voor een kind in de leeftijd van 4 tot 18 jaar en de bijdrage wordt direct overgemaakt aan de instantie waar de lessen gevolgd worden. De bijdrage per kind bedraagt maximaal € 450,- per jaar. In dit beleidsplan is opgenomen dat de gemeente voor een periode van 3 jaar voor het Jeugdcultuurfonds een subsidie van € 6000,- per jaar beschikbaar stelt en het gebruik van het fonds gedurende deze periode te monitoren. Per kind kan er slechts aanspraak worden gemaakt op één van deze fondsen per jaar. Een bijdrage uit deze fondsen is voorliggend aan het participatiefonds schoolgaande kinderen. Dit houdt in dat als een beroep wordt gedaan op een van deze fondsen er geen aanspraak meer gemaakt kan worden op het participatie fonds voor vergelijkbare doelen waarvan de fondsen voorliggend zijn.

 

Participatiefonds schoolgaande kinderen  

De bestaande regeling is bedoeld voor schoolgaande kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar. De bijdrage bedraagt € 80,- per kind per jaar. Deze kan worden gebruikt voor de contributie van verenigingen, deelname aan schoolreisjes en overige activiteiten zoals het kindervakantiewerk. In dit beleidsplan is ruimte opgenomen om dit bedrag te verhogen tot € 100 per kind/jaar en beschikbaar te houden voor kinderen in gezinnen met een inkomen tot 110% van de geldende bijstandsnorm en een beperkt vermogen. Het bedrag van € 80 is vanaf 2007 niet geïndexeerd, door verhoging naar € 100 is het bedrag geïndexeerd conform de ontwikkeling van de consumentenprijs index van het CBS.

 

Het jeugdsportfonds en het Jeugdcultuurfonds zijn voorliggende voorzieningen op het participatiefonds. Indien de kosten vanuit beide fondsen niet vergoed kunnen worden kan een aanvraag voor het participatiefonds ingediend worden en zal beoordeeld worden of de kosten wel vergoed kunnen worden uit het participatiefonds.

 

Het participatiefonds schoolgaande kinderen is bedoeld voor onder andere: sporten, cultuur-activiteiten, hobby’s, entreegelden zwembad, theater, bibliotheek, etc. Uitgangspunt is dat de kosten worden vergoed op basis van een individuele aanvraag nadat de kosten gemaakt zijn.

 

Zwemlessen 

In een waterrijk land als Nederland is het van groot belang dat iedereen kan zwemmen. Als kinderen in groep 7 nog geen zwemdiploma hebben, brengen wij het bedrag van € 100 uit het participatie fonds schoolgaande kinderen onder de aanbracht voor de bekostiging van zwemlessen. Dit bedrag staat echter niet in verhouding tot de kosten van zwemles. In het beleidsplan is ruimte opgenomen om aanvullend een bedrag van € 250,- voor kinderen uit gezinnen met een inkomen tot 110% van de geldende bijstandsnorm beschikbaar te stellen voor zwemles, als deze kinderen in groep 7 nog geen zwemdiploma hebben. Voor dit bedrag is het mogelijk minimaal een halfjaar zwemles te bekostigen. Op dit moment hebben 6 kinderen in groep 7 geen zwemdiploma. Wij verwachten dat maximaal 8 kinderen per jaar van de regeling gebruik zullen maken.

 

Één van de actiepunten in het beleidsplan is onderzoeken of er een mogelijkheid is om de zwemlessen (diploma A) in een andere/ruimere vorm aan te kunnen bieden.

 

Tegemoetkoming schoolkosten I en II 

Ouders van kinderen die voorgezet onderwijs volgen komen voor hogere kosten te staan. Bij de overstap naar de middelbare school speelt vaak de aanschaf van een ( tweedehands) fiets en schoolspullen als een tas, gymkleding e.d. Aan de buitenschoolse activiteiten op de middelbare school zijn ook vaak meer kosten verbonden dan in het basisonderwijs. In het voortgezet onderwijs is computergebruik de standaard. Een kind dat thuis niet kan beschikken over een computer/laptop wordt hierdoor belemmerd.

 

Aanvullend stellen wij een bedrag van maximaal € 250,- één maal per 5 jaar per huishouden voor de aanschaf van een computer/laptop ter beschikking. De doelgroep is huishoudens met een in komen tot 110% van het sociaal minimum. Totaal volgen ca. 800 kinderen in de gemeenten Bergen voorgezet onderwijs. Wij verwachten dat ongeveer 50 gezinnen/kinderen in aanmerking zullen komen voor de regeling. Het eerste jaar zullen waarschijnlijk relatief veel aanvragen komen. De jaren daarna zal dat verminderen ivm de 5 jaarregeling per gezin met kinderen in het voortgezet onderwijs tot 18 jaar.

 

De vergoeding voor (een deel van de computer/laptop) van maximaal € 250,- zal plaatsvinden op basis van een machtiging die de aanvrager afgeeft waarin hij/zij de gemeente machtigt het aan hen beschikbaar gestelde bedrag direct over te maken aan de leverancier. In incidentele gevallen kan hiervan worden afgeweken.

 

Stichting Leergeld is een inwonersinitiatief dat financiële ondersteuning biedt aan schoolgaande kinderen in minimagezinnen. In de gemeente Bergen is deze stichting (nog) niet actief. Het is daarom niet mogelijk om door een financiële bijdrage aan Stichting Leergeld deze ondersteuning vorm te geven. Wij onderzoeken de mogelijkheid voor de oprichting van een lokale Stichting Leergeld.

 

4 Totaaloverzicht vangnetregelingen

 

Totaaloverzicht van de vangnetregelingen:

 

Naam

Omschrijving

Aard voorziening

Criteria

Bestaand / nieuw

Voedselbank

Uitgifte van wekelijkse voedselpakketten aan de minima

Maatwerkvoorziening via lokaal initiatief

Landelijke richtlijnen. Mensen met een zeer laag inkomen.

Bestaand

Vincentius-vereniging

Begeleiding en ondersteuning kwetsbaren, met name in acute noodsituaties, uitgifte kerstpakketten aan de minima, etc.

Maatwerkvoorziening via lokaal initiatief

Kwetsbare inwoners begeleiding bieden in (acute) noodsituatie

Bestaand

Goederenbank

Uitgifte / korting om gebruikte goederen voor mensen die leven op sociaal minimumniveau

Maatwerkvoorziening via lokaal initiatief

Mensen die leven op sociaal minimumniveau (100% geldende bijstandsnorm)

Nieuw

Stichting Humanitas

Formulierenbrigade opgericht, voor het op orde brengen van de administratie, bij mensen die dat zelf niet (meer) kunnen.

Maatwerkvoorziening via lokaal initiatief

Er is geen inkomensgrens, mensen die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben kunnen zich melden

Nieuw

Kwijtschelding gemeentelijke belastingen

Kwijtschelding van gemeentelijke heffingen

Maatwerkvoorziening

Inkomensgrens van 100% sociaal minimum

Bestaand

Kosten voor bewindvoering (bijzondere bijstand)

Vergoeding van kosten voor bewindvoering

Maatwerkvoorziening

Mensen die leven op een inkomen tot 100% van de geldende bijstandsnorm

Bestaand

Schuldhulpverlening

Individuele ondersteuning door professionele schuldhulpverlener in geval van problematische schulden

Maatwerkvoorziening

Mensen met problematische schulden

Bestaand

Individuele inkomenstoeslag

Een geldende vergoeding zonder kosten indien is vastgesteld dat de aanvrager(s) gedurende 3 jaar op 110% van de geldende bijstandsnorm geleefd heeft/hebben, en er geen zicht is op perspectief/verbetering

Maatwerkvoorziening

Mensen die leven op 110% van de geldende bijstandsnorm gedurende 3 jaar, waarbij geen zicht is op verbetering/perspectief

Vernieuwd, aangepast: van 105% naar 110%

Individuele studietoeslag

Toeslag voor studenten zodat zij hun studie kunnen voltooien

Maatwerkvoorziening

O.a. studerenden die niet in staat zijn tot verdienen van inkomsten naast de studie

Bestaand vanaf 1-1-2015

Individuele bijzondere bijstand (overig)

Inwoners met een laag inkomen kunnen individuele bijzondere bijstand aanvragen voor bekostiging van bijzondere noodzakelijke kosten, wanneer die persoon niet voldoende draagkracht heeft. De inkomensgrens is per onderdeel vastgesteld.

Maatwerkvoorziening

o.a. afhankelijk van de aard van de aanvraag en de vastgestelde draagkracht. 100% of 110% van de geldende bijstandsnorm

Bestaand

Participatiefonds volwassenen

Bedoeld voor bijdrage in kosten voor sportverenigingen, clubs, etc. erop gericht om maatschappelijk meedoen te bevorderen

Maatwerkvoorziening

Mensen met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm, vermogensgrens P-wet van toepassing exclusief vermogen in de vorm van eigen woning

Vernieuwd, aangepast van € 80,- per jaar naar € 100,- per jaar

Jeugdsportfonds

Gericht op bevordering van sport en bewegen voor kinderen

Collectieve voorziening

Bedoeld voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar. 110% van de geldende bijstandsnorm

Nieuw

Jeugdcultuurfonds

Gericht op bevordering van kunst en cultuur voor kinderen

Collectieve voorziening

Bedoeld voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar. 110% van de geldende bijstandsnorm

Nieuw

Participatiefonds schoolgaande kinderen

Bedoeld voor bijdrage in kosten voor sportverenigingen, clubs, etc. erop gericht om maatschappelijk meedoen te bevorderen

Maatwerkvoorziening

Bedoeld voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar. 110% van de gelden bijstandsnorm (Jeugdsport/cultuur-fonds is voorliggend)

Vernieuwd, aangepast van € 80,- per jaar naar € 100,- per jaar

Bijdrage zwemlessen

Bijdrage in de kosten voor zwemlessen voor het behalen van diploma A voor kinderen die in groep 7 nog niet beschikken over diploma A

Maatwerkvoorziening

Bedoeld voor kinderen die in groep 7 nog geen diploma A behaald hebben. 110% van de geldende bijstandsnorm.

Nieuw

Bijdrage tegemoetkoming schoolkosten I

Bijdrage in de kosten voor tegemoetkoming van schoolkosten, zoals bijvoorbeeld bij het aanschaffen van een fiets voor naar school, schooltas, schoolspullen, etc.

Maatwerkvoorziening

Bedoeld voor kinderen in het voortgezet onderwijs. 110% van de geldende bijstandsnorm.

Nieuw

Bijdrage tegemoetkoming schoolkosten II

Bijdrage in de kosten voor de aanschaf van een laptop/computer voor school (geen ipad)

Maatwerkvoorziening

Bedoeld voor kinderen in het voortgezet onderwijs. 110% van de geldende bijstandsnorm.

Nieuw

Pilot budgetbeheer jongeren

Jongeren door middel van een cursus/opleiding en praktijkbegeleiding leren goed om te gaan met geld

Groepsaanbod schoolgaande jongeren

Bedoeld voor schoolgaande jongeren

Nieuw

Collectieve aanvullende zorgverzekering

In samenwerking met enkele zorgverzekeraars biedt de gemeente een collectieve aanvullende zorgverzekering aan voor mensen met een minimuminkomen en een extra zorgbehoefte als gevolg van chronische ziekte, beperking of handicap

Collectieve voorziening

Mensen met een inkomen tot 120% van de geldende bijstandsnorm. De gemeente verstrekt een bijdrage van 20 euro p.p.p.pm.

In 2015 ingevoerd