Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Etten-Leur

Verordening ‘Meedenken en meedoen in Etten-Leur’

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEtten-Leur
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening ‘Meedenken en meedoen in Etten-Leur’
CiteertitelVerordening ‘Meedenken en meedoen in Etten-Leur’
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Algemene Inspraakverordening gemeente Etten-Leur.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 150 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023nieuwe regeling

06-12-2022

gmb-2022-555280

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening ‘Meedenken en meedoen in Etten-Leur’

De raad van de gemeente Etten-Leur;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2022, met overneming van de daarin vermelde motieven;

 

gelet op de artikelen 149 en 150 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat het van belang is:

  • -

    lokale democratische processen door participatie van inwoners te verrijken,

  • -

    de samenwerking tussen gemeente en inwoners te versterken,

  • -

    helderheid te geven over de invulling van de participatie-aanpak,

b e s l u i t

 

vast te stellen de Verordening ‘Meedenken en meedoen in Etten-Leur’.

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    Beleidsvoornemen: voornemen van een bestuursorgaan (de gemeenteraad, het college of de burgemeester) tot het vaststellen of wijzigen van beleid;

  • -

    Participatie: het betrekken van inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijke projecten, programma's, plannen en gemeentelijk beleid.

Artikel 2. Onderwerp van participatie

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of participatie wordt toegepast.

  • 2.

    Participatie wordt altijd toegepast als de wet daartoe verplicht.

  • 3.

    Participatie wordt in beginsel toegepast wanneer het te verwachten is dat er belanghebbenden zijn die te maken krijgen met het betreffende beleid of besluit, ofwel wanneer te verwachten is dat betrokken bewoners of experts over relevante ervaringskennis of inzichten beschikken die bruikbaar zijn bij de ontwikkeling van het beleid of besluit.

  • 4.

    Participatie wordt in beginsel niet toegepast:

    • a.

      Ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      Als participatie bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      Als sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      Inzake de vaststelling van de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      Als de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat participatie niet kan worden afgewacht;

    • f.

      Als het belang van participatie niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

  • 5.

    Na inwerkingtreding van de Omgevingswet is participatie verplicht voor gevallen van activiteiten waarin de raad gebruik maakt van het adviesrecht (artikel 16.55, lid 7 Omgevingswet).

  • 6.

    Participatie wordt uitsluitend verleend aan inwoners, andere belanghebbenden en bedrijven of organisaties die een lokaal belang hebben.

  • 7.

    Deze verordening is niet van toepassing op participatie of andere initiatieven van inwoners en bedrijven die al zijn geregeld in andere al dan niet gemeentelijke verordeningen, regelgeving of procedures.

Artikel 3. Procedure participatie

  • 1.

    Het bestuursorgaan stelt op basis van het huidige lokale participatiebeleid bij de start van elke participatie-aanpak vast op welke manier participatie wordt toegepast, legt dit schriftelijk vast en maakt de aanpak bekend aan de belanghebbenden.

  • 2.

    Indien participatie wordt toegepast, neemt het bestuursorgaan over de volgende punten een besluit:

    • a.

      Het doel van de participatie;

    • b.

      De beïnvloedingsruimte van participatie;

    • c.

      De gewenste kaders en uitgangspunten voor participatie;

    • d.

      De wijze waarop het bestuursorgaan over het participatieproces communiceert;

    • e.

      De wijze waarop en het tijdvak waarin de deelnemers hun inbreng kunnen leveren;

    • f.

      De wijze waarop de gemeente zal omgaan met de uitkomsten van het participatieproces en op welke wijze de besluitvorming zal plaatsvinden;

  • 3.

    Indien omstandigheden zorgen voor wijziging van lid 2 a t/m f, zorgt het bestuursorgaan ervoor dat deelnemers hierover zo snel mogelijk worden geïnformeerd.

  • 4.

    Als de raad beslissingsbevoegd is, legt het college van burgemeester en wethouder de participatie-aanpak ter bespreking aan de gemeenteraad voor.

Artikel 4. Eindverslag participatie

  • 1.

    Ter afronding van de participatie maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2.

    Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      Een overzicht van het gevolgde participatieproces op hoofdlijnen;

    • b.

      Een weergave van de zienswijzen die tijdens de participatieprocedure mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      Een reactie op deze zienswijzen, waarbij wordt aangegeven welke punten al dan niet worden overgenomen;

  • 3.

    Het bestuursorgaan maakt het eindverslag bekend aan de belanghebbenden.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders brengt het eindverslag ter kennis van de raad indien het participatie bij een raadsvoorstel betreft.

Artikel 5. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2023;

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als Verordening ‘Meedenken en meedoen in Etten-Leur’;

  • 3.

    De ‘Algemene Inspraakverordening gemeente Etten-Leur’ vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2004, wordt ingetrokken op 1 januari 2023.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering

Van 6 december 2022

De raad voornoemd,

Dhr. drs. W.C.M. Voeten MBA

griffier

Mw. dr. M.W.M. de Vries

Voorzitter

Toelichting* Verordening ‘Meedenken en meedoen in Etten-Leur’

Een gemeentelijke verordening is een regeling die geldt voor iedereen in een gemeente. Deze verordening gaat over participatie: het betrekken van de samenleving bij wat we als gemeente willen bereiken. De gemeenteraad neemt besluiten niet alleen. We vinden het belangrijk dat belanghebbenden in Etten-Leur actief worden betrokken.

 

In de praktijk werken we al met allerlei vormen van participatie. Dat doen we bij diverse plannen en projecten, maar ook bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid. We doen dat steeds beter, maar er is ook nog veel te leren en te verbeteren. Het doel van deze verordening is dat er een duidelijke regeling is voor het toepassen van participatie zodat voor iedereen (zowel voor inwoners als voor de gemeente) duidelijk is op welke wijze de gemeente zich inspant om participatie goed te organiseren. De participatieverordening houdt rekening met de lokale afspraken hierover in Etten-Leur.

 

Toelichting per artikel

 

Artikel 1. Begrippen: waar hebben we het over?

Als we het in deze verordening hebben over een beleidsvoornemen, dan bedoelen we daarmee een plan van de gemeente(raad) om beleid vast te stellen of te wijzigen. De verordening gaat ook over plannen of projecten van een initiatiefnemer of ontwikkelaar waar de gemeente een besluit over moet nemen.

 

Als we het in deze verordening hebben over participatie, dan bedoelen we daarmee het betrekken van inwoners, ondernemers en andere belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijke projecten, programma's, plannen en gemeentelijk beleid.

 

Artikel 2. Wanneer wel en wanneer niet?

De gemeente vindt het belangrijk om inwoners, ondernemers en andere (maatschappelijke partners) te betrekken bij wat er gebeurt in de gemeente. Of er veel of weinig ruimte is voor belanghebbenden voor invloed, dat verschilt per situatie. Per situatie bekijken we wat mogelijk is. Participatie is gericht op inwoners, andere belanghebbenden, bedrijven of organisaties die een lokaal belang hebben. De nadruk ligt hier op lokaal om te voorkomen dat organisaties die bijvoorbeeld op landelijk niveau actief zijn, onterecht invloed hebben op lokale situaties. De participatieverordening is niet van toepassing op participatie of andere initiatieven van inwoners en bedrijven die al zijn geregeld in andere verordeningen, regelgeving of procedures.

 

Hieronder beschrijven we waar we als gemeente Etten-Leur rekening mee (moeten) houden als het gaat over participatie:

 

  • We passen participatie toe als we verwachten dat inwoners te maken krijgen met de gevolgen van het betreffende beleid of besluit of wanneer inwoners iets kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van het beleid of het besluiten met relevante ervaringskennis en/of inzichten.

  • De wet kan participatie zowel verplichten als verbieden. We passen participatie altijd toe als dat moet volgens de wet.

  • Er kan geen participatie worden toegepast als een beleidsvoornemen voortkomt uit de vastgestelde begroting van de gemeente (tarieven voor gemeentelijke dienstverlening, belastingen etc.).

  • Soms zorgt hogere regelgeving (bijvoorbeeld de Grondwet) ervoor dat de gemeenteraad geen of nauwelijks vrijheid heeft om keuzes te maken over een beleidsvoornemen. Daardoor zal participatie in principe niet worden toegepast. Dat leggen we dan goed uit.

  • Participatie kost tijd. Over sommige beleidsvoornemens moet de gemeenteraad zo dringend een beslissing nemen, dat participatie in de beschikbare tijd niet haalbaar is. Dan communiceren we daar helder over.

  • De gemeente draagt verantwoordelijkheid voor kwetsbare groepen in de samenleving. Er zal in principe geen participatie worden toegepast als de gemeente een besluit wil nemen in het belang van kwetsbare groepen en als dat belang groter is dan het belang van participatie. Dat leggen we dan goed uit.

  • Bij kleine aanpassingen aan een beleidsvoornemen dat al eerder is vastgesteld, zal in principe geen participatie worden toegepast.

Verplichte participatie vanuit de Nieuwe Omgevingswet

Participatie is verplicht als de gemeenteraad gebruik maakt van het adviesrecht 1 . Dit is in de volgende gevallen:

 

  • -

    Als er binnen de bebouwde kom meer dan drie woningen worden gebouwd;

  • -

    Als er buiten de bebouwde kom woningen worden gebouwd;

  • -

    Als er binnen de bebouwde kom maatschappelijke voorzieningen (bijvoorbeeld een kinderopvang, zwembad of bibliotheek), kantoren of bedrijven worden gebouwd waarvan de oppervlakte groter is dan 1.500 m2;

  • -

    Als er buiten de bebouwde kom maatschappelijke voorzieningen, kantoren of bedrijven worden gebouwd;

  • -

    Als minstens 500 m2 openbaar gebied op een andere manier gebruikt gaat worden dan voorheen;

  • -

    Als er buiten een agrarisch bouwvlak (stuk grond waarop woningen, bedrijfsgebouwen en mestopslag van agrarische bedrijven staan), bedrijfs-, woon- of tuinbestemming zonneparken worden aangelegd;

  • -

    Als er een windmolen wordt geplaatst waarvan de mast hoger is dan 15 meter (ashoogte van de mast zonder gondel en rotorbladen) en altijd als er meerdere windmolens worden geplaatst;

  • -

    Als de aanvraag, het bouwplan of het project gaat over het veranderen of uitbreiden van een functie waarvoor al eerder een vergunning is afgegeven met adviesrecht van de gemeenteraad. De verandering of uitbreiding moet dan wel van betekenis zijn ten opzichte van het eerdere plan waarvoor de vergunning (van de omgevingsplanactiviteit) eerder is verleend.

Artikel 3. Participatieaanpak: hoe doen we dat in Etten-Leur?

In dit artikel wordt beschreven hoe we tot een goede participatieaanpak komen. Dat doen we op basis van de Routeplanner Participatie & Communicatie. Deze Routeplanner bevat de vragen die naar de juiste aanpak leiden. Ook initiatiefnemers van plannen ontvangen deze handreiking. Iedereen kan informatie hiervoor vinden op www.etten-leurdoethetgewoon.nl/meedenkenenmeedoeninetten-leur. De aanpak wordt schriftelijk vastgelegd in een startnotitie zodat iedereen die betrokken is vooraf kan lezen wat de participatieaanpak is.

 

Uit de participatieaanpak moet duidelijk blijken wat het doel van de participatie is, hoeveel beïnvloedingsruimte er is, wat de kaders en uitgangspunten zijn, hoe de gemeente over het participatieproces communiceert, hoe en wanneer mensen hun bijdrage kunnen leveren, hoe de gemeente met de uitkomsten om zal gaan en hoe dit uiteindelijk zal leiden tot een besluit over het plan of beleidsvoornemen. De gemeente zorgt voor goede nazorg, direct na het participatietraject maar ook enige tijd na het voltooien van het eindresultaat (het vastgestelde beleid, het realiseerde plan of project).

 

Als er door omstandigheden iets aan de participatieaanpak verandert, dan laat de gemeente dit zo aan alle deelnemers weten. Als de gemeenteraad bevoegd is om een beslissing te nemen over de participatieaanpak, dan zal het college van burgemeester en wethouders de participatieaanpak met de gemeenteraad bespreken.

 

Artikel 4. Eindverslag

Als de participatieperiode voorbij is, maakt de gemeente, de initiatiefnemer of ontwikkelaar een verslag van de participatie. Daarin staat de participatieaanpak op hoofdlijnen, een overzicht van de zienswijzen die naar voren zijn gebracht en de reactie op die zienswijzen, waarbij ook wordt aangegeven welke punten worden overgenomen. De initiatiefnemer van het plan, project of beleidsvoornemen maakt het verslag bekend aan iedereen die betrokken is geweest bij de participatie.

 

* Aan deze tekst kunnen geen juridische rechten worden ontleend. Deze tekst is enkel een toelichting in heldere taal op de verordening ‘Meedenken en meedoen in Etten-Leur'.


1

Het adviesrecht heeft betrekking op de Omgevingswet. In de Omgevingswet worden plannen vastgelegd die te maken hebben met de ontwikkeling van de leefomgeving. Van die plannen kan in sommige gevallen afgeweken worden (bijvoorbeeld als een activiteit niet binnen het doel van zo’n omgevingsplan past). In die gevallen kan de gemeenteraad advies geven. Daarmee maakt de gemeenteraad gebruik van het adviesrecht.