Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rheden

Beleidsregels bijzondere bijstand duurzame gebruiksgoederen en overige inrichtingskosten van de gemeente Rheden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRheden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels bijzondere bijstand duurzame gebruiksgoederen en overige inrichtingskosten van de gemeente Rheden
CiteertitelBeleidsregels bijzondere bijstand duurzame gebruiksgoederen en overige inrichtingskosten van de gemeente Rheden
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp
Externe bijlageArtikelsgewijze toelichting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 35 van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023nieuwe regeling

29-11-2022

gmb-2022-554305

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels bijzondere bijstand duurzame gebruiksgoederen en overige inrichtingskosten van de gemeente Rheden

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 november 2022;

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 35 van de Participatiewet,

overwegende dat het gewenst is om beleidsregels vast te stellen over de bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen en overige inrichtingskosten, overwegende dat deze behoren tot de incidentele algemene kosten van het bestaan, die uit het periodieke inkomen moeten worden voldaan door daarvoor te reserveren of een lening af te sluiten en overwegende dat er situaties bestaan waarin dit voor een belanghebbende niet of beperkt mogelijk is;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen: de Beleidsregelsbijzondere bijstand duurzame gebruiksgoederen en overige inrichtingskosten van de gemeente Rheden

Hoofdstuk 1  

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden;

    • b.

      wet: Participatiewet;

    • c.

      gezin: alleenstaande ouder met zijn minderjarige kinderen, gehuwden en gehuwden met hun minderjarige kinderen, die in dezelfde woning hun hoofdverblijf hebben;

    • d.

      Nibud Prijzengids: naslagwerk van NIBUD met een overzicht van de prijzen van artikelen en diensten, etc.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet.

Artikel 2 Bijzondere omstandigheden

De kosten van duurzame gebruiksgoederen en overige inrichtingskosten behoren tot de incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Deze kunnen worden voldaan uit een inkomen ter hoogte van de toepasselijke uitkering algemene bijstand door middel van reservering dan wel gespreide betaling achteraf. Dit betekent dat er in beginsel geen bijstandsverlening mogelijk is voor deze kosten. Alleen indien er sprake is van bijzondere omstandigheden in het individuele geval kan hiervan worden afgeweken. En kan bijzondere bijstand worden verleend. Het gaat hier bijvoorbeeld om onderstaande omstandigheden (let op, dit betreft geen uitputtend overzicht):

  • a.

    een onvoorziene verhuizing binnen korte tijd, vanwege zwaarwegende, sociale redenen;

  • b.

    een eerste huisvesting na het verlaten van een vluchtelingenopvang (AZC).

Artikel 3 Noodzakelijke en onvoorziene kosten

  • 1.

    Het college gaat over tot het verstrekken van bijzondere bijstand nadat de bijzondere omstandigheden waaruit de kosten voortvloeien zijn vastgesteld én indien naar oordeel van het college:

    • a.

      de gevraagde voorziening naar aard en omvang noodzakelijk is; en

    • b.

      de kosten niet voorzien waren; en

    • c.

      de aanschaf niet uitstelbaar is.

  • 2.

    Er bestaat geen recht op bijzondere bijstand als er een beroep kan worden gedaan op:

    • a.

      een voorliggende voorziening zoals een lening bij een commerciële bank, de Kredietbank Nederland of een betalingsregeling met een leverancier,

    • b.

      de Wet maatschappelijke ondersteuning in het geval van woningaanpassingen of een verhuizing om medische redenen.

  • 3.

    De bepalingen uit artikel 2 gelden niet voor statushouders in geval van een eerste huisvesting na het verlaten van het AZC. Zij kunnen direct een volledige lening aanvragen.

Artikel 4 Duurzame gebruiksgoederen

  • 1.

    Onder de term duurzame gebruiksgoederen worden verstaan stoffering (vloerbedekking en gordijnen), huisraad (meubels, keukenspullen, beddengoed), apparatuur (wasmachine, koelkast, radio etc.).

  • 2.

    Tot een gebruikelijke woninginventaris wordt gerekend de goederen zoals per ruimte benoemd in de Nibud Prijzengids.

Artikel 5 Overige inrichtingskosten

  • 1.

    Onder overige inrichtingskosten worden verstaan kosten van behang en verf e.d.

  • 2.

    Tot de gebruikelijke inrichtingskosten worden gerekend de kosten zoals per ruimte benoemd worden in de Nibud Prijzengids.

Artikel 6 Volledige woninginrichting

  • 1.

    Indien het verzoek om bijzondere bijstand betrekking heeft op een volledige inrichting van een kamer welke gehuurd wordt op basis van een commerciële huurovereenkomst, wordt er aan een alleenstaande een bedrag van maximaal € 1.500,00 verstrekt.

  • 2.

    Indien het verzoek om bijzondere bijstand betrekking heeft op een volledige inrichting van een woning, wordt er aan een alleenstaande maximaal een bedrag van € 4.700,00 verstrekt.

  • 3.

    Bestaat het gezin, waarvoor bijzondere bijstand voor een volledige woninginrichting wordt verzocht, uit meerdere personen, dan worden de volgende maximale bedragen verstrekt:

    Gezinssamenstelling

    Totaalbedrag (incl. stoffering)

    Alleenstaande kamerbewoner

    € 1.500,00

    Alleenstaande zelfst. huisvesting

    € 4.700,00

    2 personen

    € 5.300,00

    3 personen

    € 5.800,00

    4 personen

    € 6.500,00

    5 personen e.v.

    Vanaf 5 personen iedere extra persoon + € 500,00

  • 4.

    Indien er sprake is van een echtscheiding of daarmee vergelijkbare situatie, wordt bij de vaststelling van de hoogte van de noodzakelijke kosten ervan uitgegaan dat belanghebbende over de helft van de echtelijke inboedel kan beschikken.

  • 5.

    De in lid 3 van dit artikel genoemde bedragen worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de Consumenten Prijs Index van het CBS, met afronding op € 50,00.

Artikel 7 Hoogte en vorm

  • 1.

    De hoogte van de te verstrekken bijstand niet zijnde een volledige woninginrichting, wordt bepaald aan de hand van de richtprijzen zoals vermeld in de Nibud Prijzengids, waarbij voor de duurzame gebruiksgoederen wordt uitgegaan van 50% van deze richtprijs.

    Voor goederen die moeilijk of niet 2e hands te verkrijgen zijn, dan wel waar dit vanuit hygiënische overwegingen niet wenselijk is, wordt van de (100%) richtprijs uit de Nibud Prijzengids uitgegaan. Het gaat om:

    • a.

      matrassen;

    • b.

      beddengoed en kussens;

    • c.

      kooktoestel, wasmachine en koelkast.

  • 2.

    Ten aanzien van de hoogte van de bijzondere bijstand voor een volledige woninginrichting gelden de maximale bedragen zoals genoemd in artikel 6.

  • 3.

    De bijstand voor duurzame gebruiksgoederen wordt verleend in de vorm van borgtocht indien de belanghebbende alleen onder deze voorwaarde een lening kan afsluiten bij de Kredietbank Nederland.

    • a.

      De bijstand wordt verleend in de vorm van een renteloze geldlening indien borgtocht niet mogelijk is.

    • b.

      De bijstand voor de overige inrichtingskosten wordt om niet verstrekt.

  • 4.

    Indien de bijstand in de vorm van een lening wordt verstrekt, wordt de hoogte van de aflossingsverplichting van de lening vastgesteld op de te verwachten aflossingscapaciteit. De afloscapaciteit wordt berekend als 36 maal 5% van de op hen van toepassing zijnde bijstandsnorm. Het restant van het bedrag buiten de afloscapaciteit wordt om niet verstrekt.

  • 5.

    In geval de bijstand is verstrekt aan een belanghebbende met een actieve schuldregeling, wordt de bijstand om niet verstrekt.

  • 6.

    In geval de bijstand is verstrekt aan een belanghebbende met schuldhulpverlening, maar nog zonder actieve schuldenregeling, wordt de lening tijdelijk buiten invordering gesteld. De schuld gaat mee in de schuldregeling. Indien de schuldregeling niet tot stand komt wordt de verstrekte bijstand invorderbaar conform lid 4.

Artikel 8 Voorwaarden en uitbetaling

  • 1.

    Belanghebbende dient aankoopbewijzen ten minste 12 maanden gerekend vanaf de maand waarin de bijzondere bijstand is uitbetaald te bewaren en op verzoek van het college te overleggen zodat aangetoond kan worden dat de verstrekte bijzondere bijstand op correcte wijze is besteed. Er kan steekproefsgewijs een controle uitgevoerd worden.

  • 2.

    De bijzondere bijstand die conform deze beleidsregel is verleend kan geheel of gedeeltelijk teruggevorderd worden indien de aanvrager onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt en dit heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van de bijzondere bijstand. Dit geldt ook als de bijstand voor een ander doel is gebruikt dan waarvoor deze is verleend. Bijzondere bijstand die ten onrechte is toegekend wordt niet kwijtgescholden. Indien de bijzondere bijstand om niet is verstrekt wordt dit terggevorderd bij de aanvrager. Voor de terugvordering zijn de Beleidsregels terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ van toepassing.

  • 3.

    De bijzondere bijstand wordt in overleg met belanghebbende overgemaakt naar belanghebbende zelf of de leverancier, behalve indien naar het oordeel van het college redenen aanwezig zijn om aan te nemen dat belanghebbende(n) niet tot verantwoorde besteding van de bijzondere bijstand over zal gaan. In dat laatste geval wordt de bijzondere bijstand zonder overleg overgemaakt aan de leverancier.

Artikel 9 Draagkracht

  • 1.

    Bij de verstrekking van de bijzondere bijstand wordt rekening gehouden met de draagkracht van belanghebbende(n) conform de draagkrachtberekening bijzondere bijstand, zoals vastgelegd in artikel 19 van beleidsregels Participatiewet gemeente Rheden.

  • 2.

    Bij de verstrekking van de bijzondere bijstand voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen en overige inrichtingskosten worden alle aanwezige spaargelden aangemerkt als middelen. In dit geval wordt het aanwezige budget (totaalsom op de rekening, inclusief spaartegoeden minus 1,5x de geldende bijstandsnorm) gezien als draagkracht. Artikel 31 lid 2 van de Participatiewet is wel van toepassing.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college kan in individuele bijzondere situaties ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze beleidsregel, indien toepassing van deze beleidsregel tot onbillijkheden van overwegende aard, leidt.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2023.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels bijzondere bijstand duurzame gebruiksgoederen en overige inrichtingskosten van de gemeente Rheden’.

 

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 29 november 2022.

Velp, 29 november 2022

Burgemeester en wethouders voornoemd,

burgemeester.

secretaris.