Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer;
Gelet op het bepaalde in artikel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
Gelezen het voorstel d.d. 24 mei 2022;
Besluit vast te stellen:
Beleidsregels kinderopvang sociaal-medische indicatie gemeente Haarlemmermeer 2022, 1e wijziging
Artikel 1. Begripsbepalingen
- 1.
Alle begrippen die in deze beleidsregels zijn opgenomen en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet kinderopvang, Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004, Algemene wet bestuursrecht of Gemeentewet.
- 2.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
- a.
De wet: de Wet kinderopvang;
- b.
Het college: het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer;
- c.
Kind: kinderen in de leeftijd 0 jaar tot en met 12 jaar;
- d.
Kinderopvang: de opvang van kinderen in een in het landelijk register kinderopvang (LRK) ingeschreven kinderopvangorganisatie in de gemeente Haarlemmermeer;
- e.
Sociaal medische indicatie: een indicatie die recht geeft op een tijdelijke tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociale of medische redenen (hierna: kinderopvang SMI);
- f.
Tegemoetkoming: een bijdrage in de kosten voor kinderopvang SMI;
- g.
Ouder: gezaghebbende ouder(s)/ pleegouder(s)/ verzorger(s) van het kind, die allen volgens de Basisregistratie Personen woonachtig zijn in Haarlemmermeer en rechtmatig in Nederland verblijven;
- h.
Voorliggende voorziening: elke mogelijkheid om buiten deze beleidsregels in kinderopvang te voorzien waarop door de ouder aanspraak kan worden gemaakt;
- i.
Eigen bijdrage: het gedeelte van de kosten dat de ouder zelf moet bijdragen na toekenning van de tegemoetkoming voor kinderopvang SMI.
Artikel 2. Doelgroep
Tot de doelgroep kinderopvang SMI behoren gezinnen met kinderen tot en met 12 jaar waarvan:
- 1.
een ouder een aantoonbare lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking heeft voor wie is vastgesteld dat een of meer van deze beperkingen tijdelijk kinderopvang noodzakelijk maakt (ontlasten van de ouders); en/of Is vastgesteld dat in het belang van een evenwichtige en gezonde ontwikkeling van dat kind, kinderopvang tijdelijk noodzakelijk is. Het gaat om kinderen voor wie een bedreiging in de ontwikkeling ontstaat door de thuissituatie.
- 2.
ouder(s) aantoonbaar geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en geen beroep kunnen doen op een andere passende voorliggende voorziening (artikel 4).
Artikel 3. Noodzaak voor kinderopvang
- 1.
Het college stelt op aanvraag van de ouder(s)/verzorger(s) vast of hij of zij een persoon is zoals bedoeld in artikel 2 van deze regeling.
- 2.
Het college kan aan een externe partij sociaal/medisch advies vragen als het college dit van belang acht voor de beoordeling van de aanvraag voor een tegemoetkoming voor kinderopvang op sociaal medische gronden.
Artikel 4. Weigeringsgronden
Het college weigert de aanvraag voor een tegemoetkoming voor kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie indien:
- 1.
de ouder niet behoort tot de doelgroep in artikel 2 van deze beleidsregels;
- 2.
recht bestaat op een passende voorliggende voorziening of tegemoetkoming op grond van de:
- –
- –
- –
de Wet maatschappelijke ondersteuning, een vergoeding van de zorgverzekeraar of werkgever;
- –
een voorziening voor voorschoolse educatie, waardoor SMI niet (meer) nodig is.
- 3.
voldoende opvangmogelijkheden geboden kan worden bij de basisschool, familie of het sociaal netwerk.
- 4.
de ouder niet voldoet aan de verplichtingen van artikel 8 van deze beleidsregels.
Artikel 5. Aanvraag
- 1.
Bij een aanvraag voor kinderopvang SMI overlegt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens:
- a.
De reden waarom kinderopvang gewenst is en voor hoeveel dagdelen;
- b.
De reden waarom niet zelf in de kinderopvang kan worden voorzien en geen beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening;
- c.
Een verklaring van een professional die bevestigt wat de situatie van de ouder en/of de kinderen is en waarom kinderopvang SMI noodzakelijk is, voor welke duur, maximaal 1 jaar en onderbouwt dit en legt dit vast in een plan van aanpak,
- d.
Uit dit plan van aanpak blijkt wie op welke termijn actie onderneemt om de geconstateerde knelpunten bij ouder of kind op te lossen en te komen tot een situatie waarin kinderopvang SMI niet meer nodig is.
- 2.
De aanvraag wordt gedaan met een door het college beschikbaar gesteld (digitaal) aanvraagformulier.
Artikel 6. Omvang en duur van de kinderopvang SMI
- 1.
Kinderopvang SMI betreft een tijdelijke voorziening en wordt slechts toegekend voor het aantal uren per week waarvoor de kinderopvang door het college noodzakelijk wordt geacht.
- 2.
Kinderopvang SMI wordt voor maximaal 12 maanden toegekend.
- 3.
Als het college dit noodzakelijk acht vindt verlenging van de tegemoetkoming plaats. Verlenging vindt alleen plaats als de ouder heeft meegewerkt of in voldoende mate meewerkt om de situatie te verbeteren en de noodzaak van kinderopvang weg te nemen. De verlenging van de tegemoetkoming kan eenmalig worden verleend voor ten hoogste 6 maanden.
- 4.
De tegemoetkoming wordt toegekend voor maximaal 2 dagen per week kinderopvang en 2 dagen per week buitenschoolse opvang.
Artikel 7. Ingangsdatum
De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.
Artikel 8. Hoogte van de tegemoetkoming en wijze van financiering
- 1.
Voor het uurtarief hanteren wij het landelijk vastgestelde maximum uurtarieven kinderopvang van de Rijksoverheid. Als een aanbieder een lager uurtarief hanteert, dan vergoeden wij dat lagere tarief.
- 2.
Het college betaalt de tegemoetkoming rechtstreeks aan de kinderopvangorganisatie die in het LRK staat geregistreerd met een VE-aanbod door middel van maandelijkse facturering.
- 3.
De hoogte van de eigen bijdrage wordt bepaald aan de hand van de VNG adviestabel ouderbijdragen. Ouders betalen hun eigen bijdrage aan de kinderopvangorganisatie.
- 4.
Voor de eigen bijdrage kan, in geval van onvoldoende draagkracht, bijzondere bijstand worden verleend.
Artikel 9. Verplichtingen
- 1.
De ouder werkt mee aan het opgestelde plan van aanpak en doet al het mogelijke om de inzet van de noodzakelijke kinderopvang zo beperkt mogelijk te houden. In geval van lichamelijke, psychische of sociale beperkingen van de ouder dient er in ieder geval sprake te zijn van een medisch traject en/of professionele begeleiding om de problematiek weg te nemen.
- 2.
De ouder doet aan het college uit eigen beweging of op verzoek direct mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op kinderopvang SMI.
- 3.
De ouder is verplicht, wanneer het college daarnaar vraagt, medewerking te verlenen aan de uitvoering van deze regeling.
Artikel 10. Slotbepalingen
- 1.
Het college kan ter nadere uitvoering van deze beleidsregels uitvoeringsregels opstellen.
- 2.
In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien of toepassing daarvan niet overeenkomt met de bedoeling van deze regels, beslist het college.
- 3.
Deze beleidsregels treden in werking op 1 oktober 2022 en vervangen daarmee de Beleidsregels Sociaal-Medische Indicatie kinderopvang gemeente Haarlemmermeer 2019.
- 4.
Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels kinderopvang sociaal-medische indicatie gemeente Haarlemmermeer 2022.
- 5.
Deze beleidsregels zijn van toepassing op aanvragen waarop na 1 oktober 2022 een besluit wordt genomen.
- 6.
Aanvragen om een sociaal medische indicatie die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze beleidsregel, worden afgehandeld volgens het recht zoals dat gold voor het tijdstip waarop de aanvraag is.