Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almere

Baby-uitzet

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmere
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBaby-uitzet
CiteertitelBaby-uitzet
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-12-2022nieuwe beleidsregel

29-11-2022

gmb-2022-553455

geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Baby-uitzet

Het college van burgemeester en wethouders van Almere,

 

Besluit:

 

vast te stellen de navolgende beleidsregel ‘Baby-uitzet’ onder intrekking van de op 5 september 2019 vastgestelde beleidsregel ‘Baby-uitzet’.

 

De kosten van een babyuitzet behoren tot de incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Deze kunnen worden voldaan uit een inkomen ter hoogte van de toepasselijke uitkering algemene bijstand door middel van reservering dan wel gespreide betaling achteraf. Dit betekent dat er in beginsel geen bijstandsverlening mogelijk is voor deze kosten.

Als er geen lening bij een bank kan worden afgesloten of uit de schuldensituatie overduidelijk blijkt dat een aanvraag bij de bank geen kans van slagen heeft, wordt er bijzondere bijstand verstrekt. In eerste instantie in de vorm van een geldlening.

 

Volgens het KNOV (Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen) is het middelste trimester van de zwangerschap de beste tijd om de babykamer in te richten. Aan het eind van de zwangerschap mag een vrouw niet meer tillen en sjouwen. De aanvraag voor een babyuitzet kan worden ingediend vanaf de 4e maand.

 

Als er sprake is van een lopend Ondersteuning Schuldstabilisatie (OSS)-, Jongeren Perspectief Fonds (JPF)-, MSNP- of WSNP-traject wordt de bijzondere bijstand om niet verstrekt. Ook als er een partner is met draagkracht in het inkomen, omdat dit inkomen indirect wordt meegenomen in de schuldregeling.

 

Als er nog geen schuldhulpverlening is aangevraagd, moet op grond van artikel 55 Participatiewet de verplichting worden gegeven een OSS/ JPF/ MSNP/ WSNP traject via de gemeentelijke schuldhulpverlening aan te gaan. Belanghebbende moet zijn volledige medewerking aan dit traject verlenen om de problematische schuldensituatie aan te pakken. De lening wordt tijdelijk buiten invordering gesteld zodra het schuldhulpverleningstraject is gestart. Deze schuld gaat uiteindelijk mee in de schuldregeling.

 

In onderstaande beschreven omstandigheden kan de babyuitzet altijd om niet verstrekt worden, als aan overige criteria wordt voldaan en er geen financiële draagkracht is:

  • vanaf het tweede kind bij een geboorte van een meerling

  • een onvrijwillige zwangerschap ten gevolge van een zedenmisdrijf

 

Hoogte van de bijstand

Bij de bepaling van de hoogte van de bijzondere bijstand gelden de volledige richtprijzen uit het basispakket in de NIBUD-Prijzengids. Het gaat daarbij om kosten die al vóór de geboorte moeten worden gemaakt. Het aanvullende pakket bestaat uit artikelen die ook later kunnen worden aangeschaft met uitzondering voor een autostoeltje. Voor kosten van een autostoeltje wordt wel bijstand verleend, omdat het babyautostoeltje verplicht is voor het vervoer van de baby.

 

 

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

 

 

Aldus vastgesteld, Almere, 29 november 2022

Burgemeester en wethouders van Almere,

namens hen,

de afdelingsmanager Werk en Inkomen

M. L. de Wilde