Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Amateurkunst Haarlem 2023 |
Citeertitel | Subsidieregeling Amateurkunst Haarlem 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Uitvoeringsregeling subsidiering Amateurkunstverenigingen Haarlem.
Algemene subsidieverordening gemeente Haarlem 2021
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2023 | nieuwe regeling | 06-12-2022 | 2022/1541489 |
Artikel 2. Afstemming Algemene subsidieverordening Haarlem
Voor zover in deze subsidieregeling daarvan niet wordt afgeweken, is de vigerende Algemene subsidieverordening gemeente Haarlem 2021 van toepassing.
Met deze regeling wordt beoogd om de amateurkunstinstellingen in gemeente Haarlem te ondersteunen in hun activiteiten die een bijdrage leveren aan een goed, vitaal en afwisselend amateurkunstklimaat in Haarlem.
Artikel 4. Subsidiabele activiteiten
Het college kan subsidie verstrekken voor uitsluitend de hieronder genoemde kosten mits aan de voorwaarden wordt voldaan.
Het subsidieplafond voor het jaar 2023 bedraagt € 250.000 en wordt voor de jaren hierna jaarlijks door het college vastgesteld.
Een instelling kan in aanmerking komen voor subsidie als deze voldoet aan elk van de volgende voorwaarden:
Artikel 8. Beoordelingscriteria/Verdeelregels
Het college bepaalt de hoogte van de maximaal te verstrekken subsidie aan de hand van de bij de aanvraag verstrekte begroting voor het komende subsidiejaar met dien verstande dat de in de begroting opgenomen kosten voor artistieke leiding, zaalhuur en secretariaatskosten subsidiabel zijn met inachtneming van de volgende maximale subsidiabele bedragen (die jaarlijks kunnen worden geïndexeerd volgens de gemeentelijke richtlijnen):
Bij de berekening van de subsidie worden de inkomsten aan contributie betrokken waarbij per lid wordt een normbedrag van € 75,= (jeugdleden) en € 110,= (volwassenen) in mindering gebracht op de zoals hierboven berekende subsidiabele kosten. Deze bedragen kunnen jaarlijks worden geïndexeerd volgens de gemeentelijke richtlijnen.
Ingeval het subsidieplafond zoals benoemd in artikel 5 dreigt te worden overschreden, verlaagt het college de subsidie naar rato, waarbij voor elke instelling de subsidiabele kosten en toe te kennen subsidie met een percentage worden gekort zodat bij toekenning van de subsidies het subsidieplafond niet wordt overschreden.
In aanvulling op de weigeringsgronden genoemd in de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en in artikel 8 van de Algemene subsidieverordening weigert het college de subsidie wanneer niet wordt voldaan aan de subsidievoorwaarden van deze subsidieregeling en specifiek niet aan de voorwaarden die aan een instelling zijn gesteld in artikel 3.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een aanvrager afwijken van een of meerdere bepalingen van deze regeling, wanneer deze regeling zou leiden tot onbillijkheid van overwegende aard.