Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nissewaard

Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden Nissewaard 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNissewaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie Raads- en commissieleden Nissewaard 2022
CiteertitelVerordening rechtspositie raads- en commissieleden Nissewaard 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 95, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 95, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 96, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 96, tweede lid, van de Gemeentewet
  5. artikel 98 van de Gemeentewet
  6. artikel 99 van de Gemeentewet
  7. artikel 3.1.3, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  8. artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  9. artikel 3.3.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  10. artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  11. artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-12-2023artikel 10

06-12-2023

gmb-2023-531191

23.R.00166
16-12-202215-12-2023nieuwe regeling

07-12-2022

gmb-2022-550500

22.R.00166

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden Nissewaard 2022

De raad der gemeente Nissewaard;

 

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.3.2, 3.4.1, eerste lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

 

gelezen het voorstel van de griffie van 30 november 2022;

 

gehoord het advies van het Seniorenconvent;

 

gehoord het advies van de commissie Bestuur van 22 november 2022;

 

besluit:

 

de onderstaande Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden Nissewaard 2022 en de daarbij behorende artikelsgewijze toelichting vast te stellen.

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd;

  • b.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2 Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie

  • 1.

    Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van € 120,- bruto per maand.

  • 2.

    Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend van bedrag van € 120,- bruto per maand.

Artikel 3 Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente

  • 1.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raads- of commissielid vergoed:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b.

      bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt.

  • 2.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raadslid of commissielid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed.

  • 3.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4.

    Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 5.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 4 Parkeervoorziening

  • 1.

    Aan een raadslid of commissielid wordt, op zijn/haar verzoek, voor de duur van de uitoefening van zijn functie een parkeervoorziening geboden om met een motorvoertuig te parkeren in de Stadhuisgarage.

  • 2.

    Deze parkeervoorziening is beschikbaar van maandag tot en met vrijdag, telkens vanaf 17.00 uur.

  • 3.

    Voor het gebruik van deze parkeervoorziening is het raadslid een vergoeding verschuldigd ter grootte van € 90,- netto per jaar. Dit bedrag wordt ingehouden op de onkostenvergoeding die een raadslid van de gemeente ontvangt of de halfjaarlijkse vergoeding voor een commissielid.

  • 4.

    De parkeervoorziening eindigt automatisch bij het einde van het raadslidmaatschap of commissielidmaatschap.

  • 5.

    Op de parkeervoorziening zijn de algemene voorwaarden parkeergarages en de bepalingen van de regeling parkeerabonnementen Nissewaard van toepassing.

Artikel 5 Scholing raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De raad beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

  • 4.

    De kosten van deelname van een raads- of commissielid aan scholing, die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd, komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 6 Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 7 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 8 Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers halfjaarlijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 9 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 2 maanden na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

  • 4.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen 1 maand na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 10 Vermindering vergoeding wegens langdurige afwezigheid

  • 1.

    Aan een raadslid dat in een kalenderjaar ten minste vier raadsvergaderingen niet heeft bijgewoond, anders dan wegens ziekte of zwangerschap, wordt 20% van de vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, uitgekeerd op basis van het aantal in dat jaar bijgewoonde raadsvergaderingen.

  • 2.

    Een raadslid heeft een raadsvergadering niet bijgewoond als hij na te zijn opgeroepen, de presentielijst van die vergadering niet heeft getekend dan wel de verhindering wegens ziekte of zwangerschap niet tijdig heeft gemeld bij de griffier.

  • 3.

    De vergoeding, bedoeld in het eerste lid, wordt berekend volgens de formule:

    (a/b)20% x 12 x c, waarbij:

    • a.

      ‘a’ staat voor het aantal in het kalenderjaar bijgewoonde vergaderingen;

    • b.

      ‘b’ staat voor het aantal in het kalenderjaar gehouden vergaderingen waarvoor het raadslid is opgeroepen;

    • c.

      ‘c’ staat voor het bedrag, bedoeld in artikel 3.1.1., eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 4.

    Het verschil tussen de vergoeding die is uitgekeerd en de vergoeding die na de berekening, bedoeld in het derde lid, uitgekeerd had moeten worden, wordt van het raadslid teruggevorderd.

  • 5.

    De vordering kan worden verrekend met de aan het raadslid uit te keren vergoeding.

  • 6.

    Aan de burgemeester wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor de uitvoering van dit artikel, waaronder de bevoegdheid om besluiten te nemen en te beslissen op bezwaarschriften en klachten. Voorafgaande aan de beslissing op een bezwaarschrift vindt overleg plaats met het seniorenconvent.

Artikel 11 Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden Nissewaard 2019 wordt ingetrokken.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2023.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Nissewaard 2022.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Nissewaard d.d. 7 december 2022.

de griffier,

de voorzitter,