Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dongen

Beleidsregel Wet Bibob gemeente Dongen 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDongen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel Wet Bibob gemeente Dongen 2022
CiteertitelBeleidsregel Wet Bibob gemeente Dongen 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-12-2022Beleidsregel Wet Bibob gemeente Dongen 2022

06-12-2022

gmb-2022-549145

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Wet Bibob gemeente Dongen 2022

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongen, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

 

overwegende dat de Wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur (Wet Bibob) hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van de uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;

 

gelet op het bepaalde in de Wet Bibob en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht. Alsook de de artikelen 3, 27, 30a en 31 van de Alcoholwet, artikel 30b van de Wet op de kansspelen, artikel 2 van de Verordening Speelautomatenhallen Dongen, de artikelen 2.1, 2.17, 2.20 en 5.19 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Dongen 2022, de Algemene Subsidieverordening gemeente Dongen 2017, de Aanbestedingswet 2012 en de Omgevingswet (zodra deze in werking is getreden).

 

Besluiten

 

vast te stellen de navolgende ‘Beleidsregel Wet Bibob 2022 gemeente Dongen’.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvraag: de aanvraag om een beschikking als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • b.

    advies: het advies als bedoeld in artikel 9 van de wet;

  • c.

    bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    Landelijk Bureau Bibob: het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur zoals bedoeld in artikel 8 van de wet;

  • e.

    overheidsopdracht: een opdracht als bedoeld in artikel 1 van de wet en waarop de wet kan worden toegepast;

  • f.

    Partij: de natuurlijke persoon of bestuurders (in de vorm van natuurlijk persoon) van een rechtspersoon:

    • i.

      die inschrijver of gegadigde is bij een bieding,

    • ii.

      waarmee de gemeente voornemens is een Overheidsopdracht of transactie aan te gaan,

    • iii.

      waarmee de gemeente onderhandelt over het aangaan van een Overheidsopdracht of transactie, of

    • iv.

      waarmee de gemeente een Overheidsopdracht of transactie heeft;

  • g.

    RIEC: het Regionaal informatie- en expertisecentrum;

  • h.

    semioverheid: rechtspersonen die met enig openbaar gezag zijn bekleed voor zover de aanvraag om een beschikking wordt ingediend in de uitoefening van hun publiekrechtelijke bevoegdheden;

  • i.

    vastgoedtransactie: een overeenkomst of andere rechtshandeling met betrekking tot een onroerende zaak met als doel:

    • i.

      het verwerven of vervreemden van een recht op eigendom of het vestigen, vervreemden of wijzigen van een zakelijk recht;

    • ii.

      huur of verhuur

    • iii.

      het verlenen van een gebruikrecht; of

    • iv.

      de deelname aan een rechtspersoon, een commanditaire vennootschap of een vennootschap onder firma die het recht op eigendom of een zakelijk recht met betrekking tot die onroerende zaak heeft of zal hebben of die onroerende zaak huurt, zal huren, verhuurt of zal verhuren.

  • j.

    wet: de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 2 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen

  • 1.

    Uitvoering van een Bibob-onderzoek vindt bij onderstaande aanvragen voor een beschikking in beginsel plaats bij elke aanvraag voor een beschikking als bedoeld in:

    • a.

      Artikel 3 Alcoholwet (alcoholwetvergunning);

    • b.

      Artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Dongen 2022 (evenementenvergunning). De toepassing van het Bibob-onderzoek zal daarbij beperkt blijven tot aanvragen voor vechtsportevenementen of evenementen georganiseerd door motorclubs / motorverenigingen;

    • c.

      Artikel 2:28 Algemene Plaatselijke Verordening gemeenten Dongen 2022 (exploitatie openbare inrichtingen);

    • d.

      Artikel 2:39 Algemene Plaatselijke Verordening gemeenten Dongen 2022 (exploitatie speelgelegenheid);

    • e.

      Artikel 2:40j Algemene Plaatselijke Verordening gemeenten Dongen 2022 (verbod exploiteren bedrijf zonder de benodigde vergunning);

    • f.

      Artikel 3:3 Algemene Plaatselijke Verordening gemeenten Dongen 2022 (seksinrichting, escortbedrijf);

    • g.

      Artikel 2:40c Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Dongen 2022 (smartshops, headshops, belshops/belwinkels en internetcafés).

  • 2.

    Uitvoering van een Bibob-onderzoek vindt bij onderstaande aanvragen voor een beschikking in beginsel plaats als zij vallen onder één van de in Bijlage 1 genoemde bouwsom/transactiesom, risicocategorieën en/of risicogebieden:

    • a.

      De aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning bouwactiviteit). Na inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt dit artikel 5.1, tweede lid, sub a van de Omgevingswet;

    • b.

      De aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van die wet (omgevingsvergunning activiteit milieu). Na inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt dit artikel 5.1, tweede lid, sub b van de Omgevingswet;

    • c.

      De aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van die wet is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3 van de Wet kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).

  • 3.

    Uitvoering van een Bibob-onderzoek vindt bij onderstaande aanvragen voor een beschikking in beginsel alleen plaats als er sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC en/of wanneer er vanuit het Landelijk Bureau Bibob-informatie als bedoeld in artikel 11 dan wel vanuit het Openbaar Ministerie informatie als bedoel in artikel 26 van de wet wordt verstrekt, duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag mogelijk sprake is van criminogene invloeden:

    • a.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 30a Alcoholwet (bijschrijving leidinggevende op het aanhangsel van de Alcoholwet);

    • b.

      artikel 30b van de Wet op de kansspelen (vergunning kansspelautomaat);

    • c.

      de aanvraag als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet in het geval het een horecabedrijf betreft, als bedoeld in artikel 4 van de Alcoholwet (paracommerciële instelling).

  •  

Artikel 3 Toepassingsbereik bij verleende beschikkingen

De gemeente Dongen kan een Bibob-onderzoek starten bij verleende beschikkingen indien:

  • a.

    de verstrekte beschikking betrekking heeft op een activiteit en/of gelegen is in een concreet bepaald gebied, dat op basis van een daartoe genomen besluit van de gemeente na de verstrekking van de beschikking, in Bijlage 1 is aangewezen als een risicocategorie en/of valt binnen een in Bijlage 1 genoemd risicogebied;

  • b.

    vanuit eigen informatie dan wel vanuit informatie van een of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC, er aanwijzingen zijn dat er mogelijk sprake is van criminogene invloeden;

  • c.

    informatie als bedoeld in artikel 11 en/of artikel 26 van de Wet Bibob vanuit het Landelijke Bureau Bibob en/of Openbaar Ministerie is verkregen, die er op duidt dat er mogelijk sprake is van criminogene invloeden;

  • d.

    bekend wordt, dat tegen betrokkene in een andere gemeente op grond van de Wet Bibob een ernstige mate van gevaar is geconstateerd en aan betrokkene alhier een soortgelijke beschikking is verstrekt.

 

Artikel 4 Toepassingsbereik bij subsidies

De gemeente kan een Bibob-onderzoek starten over een aanvraag van een subsidie dan wel een verleende subsidie zoals bedoeld in de Algemene subsidieverordening, indien de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd valt onder één of meer van de in de Bijlage 1 genoemde risicocategorieën en/of risicogebieden.

 

Artikel 5 Weigering invullen Bibob-vragenformulieren

  • 1.

    Bij het niet of niet volledig invullen van het Bibob-vragenformulier worden de regels van de Algemene wet bestuursrecht toegepast. Volharding om de Bibob-formulieren niet of niet volledig in te vullen, leidt tot het buiten behandeling stellen van een aanvraag om een beschikking op grond van artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Indien het Bibob-onderzoek wordt verricht met het oog op een beslissing ter zake van de intrekking van een beschikking als bedoeld in artikel 4, lid 1 van de wet, wordt die weigering om het Bibob-vragenformulier niet of niet volledig in te vullen, aangemerkt als ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3, lid 1 van de wet. De verleende beschikking zal als gevolg daarvan worden ingetrokken.

 

Artikel 6 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties

  • 1.

    De gemeente kan de wet in beginsel toepassen bij vastgoedtransacties waarbij de gemeente partij is. De wederpartij zal tijdig op de hoogte worden gebracht indien het Bibob-onderzoek deel uit maakt van de procedure.

  • 2.

    In de overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen, voor zover juridisch geoorloofd, op grond waarvan kan worden overgegaan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst.

  • 3.

    Het Bibob-onderzoek wordt in beginsel beperkt tot de gevallen die een of meerdere van onderstaande kenmerken hebben:

    • a.

      behorend tot een als zodanig door de gemeente benoemde bouwsom/transactiesom, risicocategorie en/of risicogebied zoals benoemd in Bijlage 1;

    • b.

      hoge mate van complexiteit van de bedrijfsstructuur, zoals meerdere bv’s en/of een holdingstructuur;

    • c.

      exceptioneel financieel risico voor de gemeente;

    • d.

      wanneer ook sprake is van een aanvraag om beschikking genoemd in artikel 2.1, eerste en tweede lid, van deze beleidsregel.

  • 4.

    De gemeente kan gedragingen en omstandigheden van aan de Partij gelieerde partijen of personen bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van een Integriteitsrisico betrekken. Onder gelieerde partijen worden in ieder geval verstaan: personen of partijen die,

    • a.

      direct of indirect leiding aan Partij geven of hebben gegeven;

    • b.

      bij de vastgoedtransactie een belangrijke rol vervullen of hebben vervuld;

    • c.

      over Partij zeggenschap hebben of hebben gehad;

    • d.

      aan Partij vermogen verschaffen of hebben verschaft;

    • e.

      onderdeel zijn of zijn geweest van dezelfde groep als bedoeld in artikel 2:24b Burgerlijk Wetboek;

    • f.

      in een zakelijk samenwerkingsverband tot Partij staan of hebben gestaan;

    • g.

      op Partij anderszins direct of indirect invloed uitoefenen of hebben uitgeoefend.

 

Artikel 7 Toepassingsbereik bij overheidsopdrachten

  • 1.

    De gemeente kan de wet in beginsel toepassen bij overheidsopdrachten.

  • 2.

    Aangezien dit instrument een ingrijpend karakter heeft zal een besluit daartoe weloverwogen en met inachtneming van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de beginselen van het aanbestedingsrecht moeten worden gemaakt. In aanbestedingsdocumenten zal daarom dan ook worden opgenomen dat inschrijvende partijen er rekening mee moeten houden dat de gemeente Dongen, alvorens tot gunning over te gaan en tijdens de uitvoering van een voor de overheidsopdracht gesloten overeenkomst een Bibob-onderzoek kan starten, dan wel advies kan inwinnen als bedoeld in artikel 9 lid 2 van de Wet Bibob.

  • 3.

    Ook kan in geval van een overheidsopdracht een Bibob-onderzoek worden gestart wanneer sprake is van een overheidsopdracht die gaat over activiteiten die gerelateerd kunnen worden aan de risicocategorieën zoals benoemd in Bijlage 1 dan wel plaatsvinden in een in Bijlage 1 genoemd risicogebied.

  • 4.

    De gemeente kan gedragingen en omstandigheden van aan de Partij gelieerde partijen of personen bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van een Integriteitsrisico betrekken. Onder gelieerde partijen worden in ieder geval verstaan: personen of partijen die,

    • a.

      direct of indirect leiding aan Partij geven of hebben gegeven;

    • b.

      bij de vastgoedtransactie een belangrijke rol vervullen of hebben vervuld;

    • c.

      over Partij zeggenschap hebben of hebben gehad;

    • d.

      aan Partij vermogen verschaffen of hebben verschaft;

    • e.

      onderdeel zijn of zijn geweest van dezelfde groep als bedoeld in artikel 2:24b Burgerlijk Wetboek;

    • f.

      in een zakelijk samenwerkingsverband tot Partij staan of hebben gestaan;

    • g.

      op Partij anderszins direct of indirect invloed uitoefenen of hebben uitgeoefend.

 

Artikel 8 Toepassing wet Bibob in bijzondere situaties

Het bestuursorgaan zal, in aanvulling op het toepassingsbereik van dit beleid en bijbehorende bijlage, ook overgaan tot toepassing van de Wet Bibob:

  • a.

    als vanuit eigen informatie of informatie verkregen van een of meer partners binnen het samenwerkingsverband RIEC, zoals het Openbaar Ministerie, de Belastingdienst of de provincie, informatie als bedoeld in artikel 26 van de wet er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag voor een beschikking, ten aanzien van de Partij bij het aangaan van een overheidsopdracht of bij de transactie sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet;

  • b.

    als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Landelijk Bureau Bibob blijkt, dat tegen de aanvrager van een beschikking of de Partij bij het aangaan van een overheidsopdracht in de vijf jaar voorafgaande aan de datum van indiening van een aanvraag voor een beschikking, tot gunning van een overheidsopdracht of het sluiten van een vastgoedtransactie door het Landelijk Bureau Bibob een advies is uitgebracht of een aanvraag om een advies door het Landelijk Bureau Bibob in behandeling is genomen.

 

Artikel 9 Uitzonderingen

  • 1.

    De Wet Bibob wordt in beginsel niet toegepast, ingeval de aanvraag voor een beschikking afkomstig is van, of de overheidsopdracht of vastgoedtransactie plaatsvindt met een:

    • a.

      Overheidsinstantie;

    • b.

      Semioverheidsinstantie;

    • c.

      Toegelaten woning(bouw)corporatie (toegelaten door de Minister van Volkshuisvesting conform het Woningbesluit 1932 middels de daartoe verstrekt vergunning);

    • d.

      Terrein beherende organisatie (zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Brabants Landschap);

    • e.

      Door het bevoegd gezag bij gemotiveerd besluit aangewezen aanvrager of partij;

    • f.

      Elders in deze beleidsregel of bijlage genoemde specifieke uitgezonderde aanvrager of partij.

  • 2.

    De genoemde uitzonderingen, als bedoeld in lid 1, gelden niet, als:

    • a.

      Een indicatie of vermoeden bestaat, dat een weigeringsgrond uit de Wet Bibob van toepassing is;

    • b.

      Onderzocht wordt of een verleende beschikking op grond van de Wet Bibob kan worden ingetrokken of;

    • c.

      De Bibob-Officier van Justitie de gemeente adviseert om bij een bepaalde aanvraag, overheidsopdracht of vastgoedtransactie een advies aan het Landelijk Bureau Bibob aan te vragen;

    • d.

      Bij een aanvraag, overheidsopdracht of vastgoedtransactie vanuit eigen informatie of informatie verkregen van een of meer partners binnen het samenwerkingsverband RIEC of van het Openbaar Ministerie informatie als bedoeld in artikel 26 van de wet er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

  • 3.

    Indien een van de gevallen als bedoeld in lid 2 zich voordoet, zal het bestuursorgaan de Bibob-toets toch toepassen met betrekking tot de desbetreffende aanvraag om een beschikking, overheidsopdracht of vastgoedtransactie.

Artikel 10 Intrekking

De ‘Beleidsregel toepassing wet Bibob in de horeca-, prostitutie, en speelautomatenhalbranche’ en de ‘Beleidsregel toepassing wet Bibob bij milieu- en bouwvergunningen, gemeente Dongen 2006’ worden ingetrokken.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking de dag na bekendmaking;

  • 2.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregel Wet Bibob gemeente Dongen 2022.

Aldus vastgesteldop 6 december 2022 door het college vanburgemeester en wethouders en de burgemeester,

de secretaris

mr. H.L.M. van Noort

de burgemeester

drs. M.C. Starmans-Gelijns

Bijlage 1  

 

Bouwsom / transactiesom

Een Bibob-onderzoek vindt plaats in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit waarbij de bouwkosten hoger zijn dan € 500.000,- (excl. btw).

In het geval dat de aanvrager in een tijdvak van één jaar, gerekend vanaf de eerste aanvraag, vier aanvragen (of meer) indient voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit, waarbij de bouwkosten meer dan € 50.000,- maar minder dan € 500.000,- (excl. btw) bedragen, zal bij de vierde aanvraag een Bibob-onderzoek plaatsvinden.

 

Risicocategorieën

Risicocategorieën waarbij de gemeente Dongen in beginsel de Wet-Bibob zal toepassen waarbij de bouwsom meer dan € 100.000,- (excl. btw.) bedraagt:

  • Hotels

  • Kamervehuurbedrijven

  • Pensions

  • Recreatieparken

  • Horecabedrijven

  • Coffeeshops

  • Shisha-lounges

  • Prostitutiebedrijven

  • Darkrooms

  • Seksbioscopen

  • Sekswinkels

  • Erotische massagesalons

  • Smartshops

  • Headshops

  • Speelautomatenhallen

  • Gamecenters

  • Afvalbewerkings- en verwerkingsbedrijven

  • Afvalrecyclingbedrijven

  • Inrichtingen voor het reinigen van drukhouders, insluisystemen, ketels, vaten, mobiele tanks, tankauto’s, tank- of bulkcontainers

  • Autohandel (verkoop en verhuur)

  • Sloopbedrijven

  • Autodemontagebedrijven

  • Vuurwerkbranche

  • Wellnesscentra

  • Zonnestudio’s

  • Kappers

  • Nagelstudio’s

  • Schoonheidssalons

  • Tattooshops

  • Fitnessbedrijven

  • Sporthallen/complexen

  • Religieuze instellingen

  • Scholen

  • Energiemaatschappijen / producenten (w.o. vergisters, windmolens etc.)

  • Zonneparken

  • Zorgbureaus / zorgaanbieders als bedoeld in de WMO 2015 en de Jeugdwet

  • Branches of locaties waarvoor op grond van de APV een exploitatievergunning dient te worden aangevraagd. Anders dan hierboven vermeld.

  • Reïntegratiebedrijven en/of activiteiten

  • Aanvragen voor een gebouw dat is geplaatst op een standplaats in de zin van de APV en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst

  • Transformatie kantoorpanden

  • Overheidsopdrachten boven de € 100.000,-

 

Risicogebieden

Indien de aanvraag een locatie betreft, die ligt in een door het college aangewezen risicogebied.