Organisatie | Terschelling |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Delegatiebesluit omgevingsplan Terschelling |
Citeertitel | Delegatiebesluit omgevingsplan Terschelling |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2023 | nieuwe regeling | 23-11-2022 | 2022/89 |
Artikel 1 – Delegeren bevoegdheden vaststellen omgevingsplan
De gemeenteraad delegeert de bevoegdheid tot vaststelling van het omgevingsplan in de volgende gevallen:
Artikel 2 – Voorleggen genomen besluiten
Het college overlegt aan de raad eenmaal per kwartaal een overzicht van de met delegatie genomen besluiten.
Terschelling, 23 november 2022
De raad van de gemeente Terschelling voornoemd,
T.D. de Jong,
griffier
C.M. van de Pol,
voorzitter
Artikel 1 Delegatie aan het college van burgemeester en wethouders
Het omgevingsplan wordt via het DSO (Digitaal Stelsel Omgevingswet) voor iedereen digitaal raadpleegbaar. In het omgevingsplan worden begripsbepalingen opgenomen. Hierbij dient zoveel mogelijk en passend een uniform begrippenapparaat gewaarborgd te worden. Ontwikkelingen kunnen er toe leiden dat een begripsbepaling aangepast of toegevoegd wordt aan het omgevingsplan. Om een uniform begrippenapparaat te waarborgen is voor landelijk gebruik tevens een Stelselcatologus opgesteld. Indien hierin begripsbepalingen zijn opgenomen die de harmonisatie ten goede komen, kunnen deze ook overgenomen worden in het omgevingsplan. Daarnaast is het mogelijk dat er begripsbepalingen in het omgevingsplan worden toegevoegd of aangepast om de leesbaarheid of toepasbaarheid te verbeteren. In voornoemde gevallen gaat het niet om het aanpassen of toevoegen van begripsbepalingen die nadelige effecten (kunnen) hebben op de fysieke leefomgeving dan wel nadelige/beperkende effecten tot gevolg hebben voor inwoners en initiatiefnemers of inhoudelijk besproken moeten worden.
Bij kaderstellend beleid kan gedacht worden aan door de raad of het college vastgestelde visies, (/stedenbouwkundige) plannen, startnotities, beleidsnota’s en kaders, met inbegrip van daarmee naar aard en strekking te vergelijken documenten, die in meer of mindere mate betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. Deze voorbeelden zijn niet uitputtend bedoeld. Het gaat in zijn algemeenheid om beleid waarin de raad of het college kaders stelt die van invloed zijn op de regels voor de fysieke leefomgeving. Het omgevingsplan bevat regels die zien op de gehele fysieke leefomgeving. Het is mogelijk om onderwerpen die in het kaderstellend beleid opgenomen zijn en de fysieke leefomgeving betreffen, te vertalen naar regels in het omgevingsplan. Wanneer de raad of het college beleidsregels hebben vastgesteld die door vertaald dienen te worden in het omgevingsplan, kan dit door het college gebeuren. Het gaat immers om het vertalen van kaderstellend beleid waar al sprake is geweest van een inhoudelijke afweging en besluitvorming door de raad. Een dergelijke aanpassing van delen van het omgevingsplan is aan te merken als uitvoering van vastgesteld beleid en daarmee ligt delegatie aan het college voor de hand. Anders zou de doorvertaling van het vastgestelde beleid opnieuw aan de raad voorgelegd moeten worden ter vaststelling van het gewijzigde omgevingsplan. Wel dient rekening gehouden te worden met het feit dat de reikwijdte per beleidsstuk kan verschillen; er is strategisch (breed) kaderstellend beleid en er is concreet uitgewerkt beleid. Het kan derhalve voorkomen dat voor uitwerking in het omgevingsplan redelijk wat ruimte is. Het is daarom zaak dat per beleidsstuk afspraken worden gemaakt tussen college en raad over de verdere uitwerking er van. Om die reden geldt deze bepaling enkel voor beleid dat is vastgesteld na de datum van inwerkingtreding van het delegatiebesluit en niet voor eerder beleid.
Ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt door middel van een omgevingsvergunning. Een dergelijke vergunning kan ook verleend worden in afwijking van het omgevingsplan. Het college heeft de bevoegdheid (in bepaalde gevallen rekening houdend met een bindend advies van de raad ten behoeve van buitenplanse omgevingsplanactiviteiten) te besluiten over het verlenen van een omgevingsvergunning in afwijking van het omgevingsplan. De Omgevingswet bepaalt dat de gemeenteraad vergunningen voor afwijkactiviteiten binnen vijf jaar moet verwerken in het omgevingsplan. Als na besluitvorming op de vergunning nogmaals een besluit genomen moet worden over aanpassing van het omgevingsplan, is sprake van dubbele besluitvorming over hetzelfde onderwerp. De raad stuurt op hoofdlijnen en het vertalen van verleende omgevingsvergunningen is een administratieve handeling. Daarom leent dit zich goed voor delegatie.
Met de term informatieproducten wordt bedoeld verrijkte gegevens over bijvoorbeeld geluid, bodem en water, maar ook aantallen, oppervlaktes en afmetingen. Informatieproducten geven feitelijke informatie over de omgeving, zodat gebruikers kunnen zien wat de mogelijkheden zijn op een specifieke locatie. Een informatieproduct kan gebruikt worden om een vergunningaanvraag makkelijker te maken en maakt onderdeel uit van het omgevingsplan. Het informatieproduct kan onder andere aantallen en oppervlaktes bevatten. Te denken valt aan een lijst bij het omgevingsplan die voor een specifieke locatie het maximum m2 aan horeca of het aantal aanwezige verblijfsrecreatieve bedden aangeeft, het maximum aantal woningen, maximum aantal parkeerplaatsen, een lijst met monumentale bomen, etc. Wanneer bij melding of vergunning m2 of aantallen wijzigen, of een monumentale boom is vanwege omstandigheden gekapt/verwijderd en komt niet meer op de lijst van monumentale bomen voor, dan moet het omgevingsplan worden aangepast. Aangezien feitelijke gegevens zoals aantallen en oppervlaktes kunnen wijzigen, ligt het voor de hand om dergelijke aanpassingen aan de betreffende informatieproducten van het omgevingsplan te delegeren aan het college.
Hogere wet- en regelgeving wijzigt regelmatig, net als normen uit beleidsstukken/-visies. Dit door andere inzichten, wijzigingen in normstellingen, meetmethoden, naamgeving, vervallen van wetgeving, etc. Dit kan er toe leiden dat normen, meetmethoden, referenties en verwijzingen (naar wetgeving) die in het omgevingsplan zijn opgenomen aangepast moeten worden. Het betreft hier onder andere gewijzigde wet- en regelgeving van hogerhand, waar we feitelijk niets over te zeggen hebben en waar geen beleidsvrijheid meer is toegekend. Als voorbeeld ten aanzien van gewijzigde beleidsstukken kan gedacht worden aan de wijziging van gebieden met archeologische waarden. Uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat de archeologische waarde op een specifieke locatie niet overeenkomt met de situatie zoals deze is vastgesteld (er zijn geen archeologische resten gevonden dus de waarde is lager). Het archeologisch beleid wordt hierop dan aangepast. Dit zijn zaken die dan ook aangepast moeten worden in het omgevingsplan. Om de procedure voor het aanpassen van het omgevingsplan in deze situaties sneller te laten verlopen, ligt het delegeren van de vaststelling van het omgevingsplan op dit punt voor de hand.
Het gaat hier om technische aanpassingen waarbij inhoudelijke besluitvorming niet is vereist. Delegatie van dit onderdeel aan het college ligt hiermee voor de hand.
Een voorbereidingsbesluit is een verklaring dat een wijziging van het omgevingsplan wordt voorbereid, waarmee een aanhoudingsplicht geldt voor bouw- en aanlegactiviteiten. Hierdoor wordt voor het gebied waarvoor het besluit wordt genomen de bestaande situatie als het ware tijdelijk bevroren totdat het omgevingsplan is gewijzigd. Met het nemen van een voorbereidingsbesluit wordt voorkomen dat een initiatiefnemer kort voor aanpassing van het omgevingsplan bewust een vergunningaanvraag indient die in strijd is met de voorgenomen aanpassing. De noodzaak tot het nemen van een voorbereidingsbesluit komt nauwelijks voor, maar wanneer dit nodig is, is het belangrijk dat er snel gehandeld kan worden. Gelet op de vergaderfrequentie van de raad in relatie tot die van het college en de daarbij horende aanlevertermijnen, kan het college hierin sneller acteren. Om die reden is in de Omgevingswet een delegatiemogelijkheid opgenomen voor de bevoegdheid tot het nemen van een voorbereidingsbesluit (artikel 4.14 Ow). De achterliggende gedachte van de wetgever is hierbij geweest dat het college een omgevingsplan voorbereidt en daarmee dan ook goed in staat is om op een effectieve wijze een voorbereidingsbesluit te nemen.
In de huidige bestemmingsplannen zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Bij de vaststelling van deze bestemmingsplannen door de gemeenteraad is hiervoor bepaald dat het college het bestemmingsplan onder bepaalde voorwaarden kan wijzigen. Na inwerkingtreding van de Omgevingswet maken deze onderdeel uit van het tijdelijke omgevingsplan. Aangezien een wijzigingsbevoegdheid nu al de bevoegdheid van het college is, ligt het voor de hand, indien voldaan wordt aan de voorwaarden uit de in het tijdelijk omgevingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheden, het wijzigen van het omgevingsplan op dit punt te delegeren aan het college.
Artikel 2 Voorleggen genomen besluiten
Dit artikel spreekt voor zich.
Dit artikel spreekt voor zich.