Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Drenthe

Verordening op de heffing en de invordering van markt- en standplaatsgelden 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Drenthe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van markt- en standplaatsgelden 2022
Citeertitel
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

eerste wijziging, wijzigt de tarieven per 1 januari 2023

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2022eerste wijziging

03-11-2022

gmb-2022-577899

10-12-202229-12-2022nieuwe regeling

04-11-2021

gmb-2022-547641

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van markt- en standplaatsgelden 2022

 

De raad van de gemeente Midden-Drenthe;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 september 2021;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef onderdelen a en b van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van markt- en standplaatsgelden 2022

(Verordening markt- en standplaatsgelden 2022)

 

 

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    marktdag: de periode van 0.00 uur tot 24.00 uur;

  • b.

    marktstandplaats: een op en voor de duur van de markt door of namens het college van burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel op een weekmarkt;

  • c.

    marktstandplaatshouder: ieder aan wie het door of namens het college van burgemeester en wethouders is toegestaan om gedurende een weekmarkt een marktstandplaats te bezetten;

  • d.

    standplaats: een voor een bepaalde tijd door of namens het college van burgemeester en wethouders als standplaats aangewezen plaats welke bij de gemeente in beheer of in onderhoud is, niet zijnde een winkel of een markt waar goederen te koop worden aangeboden;

  • e.

    standplaatshouder: ieder aan wie het door of namens het college van burgemeester en wethouders is toegestaan om een standplaats in te nemen.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam marktgeld wordt een recht geheven voor het ter beschikking stellen van een marktstandplaats voor het uitoefenen van de markthandel op weekmarkten en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen.

  • 2.

    Onder de naam standplaatsgeld wordt een recht geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats voor het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen in het kader van de ambulante handel op gemeentegrond, niet zijnde een winkel of op een weekmarkt.

  • 3.

    Onder de naam vergoeding gebruik energievoorziening wordt een recht geheven voor het gebruik van een door of vanwege de gemeente beheerde elektriciteitsvoorziening inclusief stroom.

 

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Het marktgeld genoemd in artikel 2, lid 1, eventueel aangevuld met de vergoeding als bedoeld in artikel 2 lid 3, wordt geheven van de marktstandplaatshouder.

  • 2.

    Het standplaatsgeld genoemd in artikel 2, lid 2, eventueel aangevuld met de vergoeding als bedoeld in artikel 2 lid 3, wordt geheven van de standplaatshouder.

 

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 3.

    Voor de berekening van de tarieven per jaar wordt een periode van 48 weken in aanmerking genomen.

 

Artikel 5 Belastingtijdvak

Voor zover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven per jaar zijn opgenomen is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het te vorderen bedrag is vermeld. De kennisgeving wordt door toezending of uitreiking of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

 

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De rechten waarop artikel 5 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de rechten, in afwijking in zoverre van artikel 4, tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

 

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van het kalenderjaar.

 

Artikel 9 Termijnen van betaling

De rechten moeten worden voldaan binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

 

Artikel 10 Kwijtschelding

Van marktgeld, standplaatsgeld en vergoeding gebruik energievoorziening wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van markt- en standplaatsgelden en vergoedingen gebruik energievoorziening.

 

Artikel 12 Intrekking / overgangsrecht

  • 1.

    De 'Verordening Marktgelden 2018' van 2 november 2017, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 12 november 2020, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2022, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die data hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

 

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening markt- en standplaatsgelden 2022.

 

 

 

Besloten in de openbare vergadering van de raad,

gehouden op 4 november 2021

de raadsgriffier, de voorzitter,

C.A.M. Bodewes M.F.V. Damsma

Tarieventabel behorende bij de Verordening markt- en standplaatsgelden 2022

 

Tarieventabel behorende bij de Eerste wijziging van de Verordening markt- en standplaatsgelden 2022 / tarieven per 1-1-2023

 

1.

Marktgeld

 

 

 

Algemeen

 

 

 

Maatstaf van heffing is mede het langs de grond gemeten aantal strekkende meters van de frontbreedte van de standplaats waarbij een gedeelte van een strekkende meter als een gehele meter wordt aangemerkt.

De frontbreedte wordt gemeten langs die zijden waar het publiek toegang heeft en alwaar handelswaren zijn uitgestald.

Een dag wordt voor de toepassing van de tarieven Marktgeld gesplitst in een dagdeel van 8.00 uur tot 13.00 uur en een dagdeel van 13.00 uur tot 18.00 uur, te rekenen exclusief op- en afbouwtijd.

 

 

 

Tarieven marktgeld

 

 

1.1

Het marktgeld voor het innemen van een standplaats met kramen, tafels, weegtoestellen, hand- of andere wagens en andere soortgelijke inrichtingen per strekkende meter frontbreedte in een dagdeel bedraagt per jaar

70,80

1.2

Voor een marktstandplaats wordt tenminste vier strekkende meters in rekening gebracht.

 

 

1.3

Vergoeding gebruik energievoorziening

 

 

 

Een marktstandplaatshouder betaalt een vergoeding voor het gebruik van een gemeentelijke energievoorziening. Er is sprake van gebruik als daarvoor een sleutel beschikbaar is gesteld.

 

 

 

Tarief gebruik energievoorziening

 

 

1.3.1

Voor het gebruik van de gemeentelijke energievoorziening is een vergoeding per dagdeel verschuldigd van

2,30

 

 

2.

Standplaatsgeld

 

 

 

Tarieven standplaatsgeld

 

 

2.1

Het standplaatsgeld voor het innemen van een standplaats met kramen, tafels, weegtoestellen, hand- of andere wagens en andere soortgelijke inrichtingen op gemeentegrond bedraagt per jaar voor:

 

 

2.1.1

1 dag per week

523,00

2.1.2

2 dagen per week

982,00

2.1.3

3 dagen per week

1.369,00

2.1.4

4 dagen per week

1.718,00

2.1.5

5 of meer dagen per week

1.968,00

2.1.6

In afwijking van artikel 7 lid 2 en 3 wordt het standplaatsgeld naar rato verminderd als de standplaatsvergunning betrekking heeft op een beperkte periode in het jaar. Bij de berekening van de vermindering wordt uitgegaan van een jaar van 48 weken.

 

 

2.2

Vergoeding gebruik energievoorziening

 

 

 

Een standplaatshouder betaalt een vergoeding voor het gebruik van de gemeentelijke energievoorziening. Er is sprake van gebruik als daarvoor een sleutel beschikbaar is gesteld.

 

 

 

Tarief gebruik energievoorziening

 

 

2.2.1

Voor het gebruik van de gemeentelijke energievoorziening is een vergoeding per dag verschuldigd van

4,55

 

Behorende bij raadsbesluit van 3 november 2022;

 

de griffier,