Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Subsidieregeling Bovenregionaal Expertisenetwerk BOEG

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Bovenregionaal Expertisenetwerk BOEG
CiteertitelSubsidieregeling Bovenregionaal Expertisenetwerk Gelderland
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpExpertisecentra

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR612972/1
  2. artikel 147 van de Gemeentewet
  3. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-2023Nieuwe regeling

06-12-2022

gmb-2022-547268

Collegebesluit d.d. 6 december 2022, nr. 4.15

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Bovenregionaal Expertisenetwerk BOEG

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen,

 

Gelet op:

Artikel 147 Gemeentewet;

Titel 4.2 Algemene wet bestuursrecht;

Nijmeegse Kaderverordening subsidies (NKS);

 

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Bovenregionaal Expertisenetwerk BOEG.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    Regio: De zeven samenwerkende Jeugdzorgregio’s in Gelderland zijnde:

  • - Rijk van Nijmegen

  • - Centraal Gelderland

  • - Foodvalley

  • - Midden-IJssel / Oost-Veluwe

  • - Achterhoek

  • - Noord-Veluwe

  • - Rivierenland

  • b.

    College: het college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen

  • c.

    BOEG: Bovenregionaal Expertisenetwerk Gelderland. Dit netwerk heeft 3 functies: Consultatie en advies, Organiseren van hulp, Kennis-en leerfunctie (zie kamerbrief van 17 juni VWS kenmerk 170032620496). De gemeente Nijmegen is voor de 7 Gelderse jeugdregio’s aangewezen in de “Regeling specifieke uitkering opzet expertisecentra jeugdhulp 2020 en in de Regeling specifieke uitkering instandhouding en doorontwikkeling expertisecentra jeugdhulp’ als coördinerende gemeente voor BOEG.

  • d.

    Initiatief: voorstel tot activiteiten ter verbetering van de jeugd- en gezinshulp in Gelderland. Deze activiteiten zijn in de regeling beschreven als: het zorgen voor passende oplossingen voor jongeren met complexe en meervoudige problematiek die nu vastlopen in de zorg en niet de juiste hulp krijgen; het bijdragen aan een lerend stelsel en de ontwikkeling van kennis; de organisatie en het beheer van een expertisecentrum jeugdhulp.

  • e.

    Initiatiefnemer: rechtspersoon of combinatie van rechtspersonen met een initiatief.

  • f.

    Kerngroep: overleg van gedelegeerde stuurgroepleden van uit het Ambtelijk Overleg G7.

  • g.

    Voorziening voor verblijf: voorziening voor jeugdigen om tijdelijk te wonen.

 

Artikel 2 Relatie met NKS 2019

Op deze nadere regels is de Nijmeegse Kaderverordening Subsidies 2019 van toepassing, tenzij hiervan in deze regeling wordt afgeweken.

 

Artikel 3 Doel subsidie

Het doel van deze subsidieregeling is om tot activiteiten te komen die een bijdrage leveren aan de functies van het BOEG: Consultatie en advies, Organiseren van hulp, Kennis-en leerfunctie. Als voorwaarde om in aanmerking te komen voor subsidie verlening wordt getoetst aan onder andere de onderstaande criteria:

  • a.

    Het Initiatief draagt bij aan duurzame oplossingen voor de problematiek van jeugdigen en gezinnen- en draagt bij aan een beter toekomstperspectief;

  • b.

    Het Initiatief maakt verbinding met de vertrouwde leefomgeving, gaat uit van normalisering en inclusie en heeft een expliciete plek ingeruimd voor informele steunfiguren en ervaringsdeskundigheid;

  • c.

    Het Initiatief draagt bij aan het de ambitie Zo Thuis Mogelijk, dat houdt in met de juiste hulp thuis blijven wonen of als uithuisplaatsing toch nodig is zo snel mogelijk terug naar huis, en verblijf buitenshuis altijd zoveel mogelijk gecombineerd met thuis en het gewone leven van een jeugdige en anders verblijf dat zo huiselijk mogelijk is (oa door kleinere groepen en warme hulp).

  • d.

    Het Initiatief draagt bij aan de Beweging van 0 en streeft naar 0 gedwongen afzonderingen, 0 suïcides, 0 gesloten plaatsingen of 0 doorplaatsingen;

  • e.

    Het Initiatief draagt bij aan 1 van drie functies van het BOEG;

  • f.

    Het Initiatief heeft een bovenregionaal karakter;

  • g.

    Het Initiatief doet een tijdelijk beroep op de middelen van het BOEG;

  • h.

    Het Initiatief draagt bij aan een hiaten in het Gelderse zorglandschap en is aanvullend op de gemeentelijke zorgplicht uit de Jeugdwet en de zorginfrastructuur in de jeugdregio’s;

  • i.

    Het Initiatief is vernieuwend in het Gelderse zorglandschap en heeft bij voorkeur een kostenbesparend karakter;

  • j.

    Het Initiatief bouwt voort op de kennis in het land en draagt bij aan die kennis;

  • k.

    De Initiatiefnemer is geloofwaardig, er is aantoonbare aanwezigheid van de benodigde expertise en er is commitment;

  • l.

    Het Initiatief is passend binnen de financiële kaders (beschikbare financiële ruimte) van het bovenregionale expertisecentrum;

 

Bij een verzoek tot financiering van een nieuwe Voorziening voor verblijf gelden de volgende aanvullende criteria:

  • m.

    De Voorziening speelt in op een actuele (zorg)vraag waar aantoonbaar onvoldoende passend aanbod voor is binnen de bestaande contractering (het kan een nieuwe voorziening zijn of een nieuwe combinatie van bestaande voorzieningen en/of diensten);

  • n.

    Het is te verwachten dat er een blijvende vraag is naar de nieuwe Voorziening voor verblijf op basis van wachtlijsten en voorliggende casussen;

  • o.

    Er is een productbeschrijving met een financiële onderbouwing van de kosten (de investeringskosten, opstartkosten, ontwikkelkosten en exploitatiekosten) en baten inclusief bijdrage van de reguliere financiering.

 

Artikel 4 Doelgroep

De doelgroep betreft Gelderse kinderen en gezinnen die kampen met zeer complexe en meervoudige hulpvragen waarvoor binnen de bestaande infrastructuur geen passende zorg en ondersteuning voorhanden is. Niet uitputtend:

  • Jongeren tot 23 jaar met weinig voorkomende ernstige psychiatrische of anderszins complexe problematiek voor wie gespecialiseerde hulp nodig is, waaronder bijvoorbeeld:

  • Meisjes vanaf de middelbare schoolleeftijd met een combinatie van suïcidaliteit, depressie, zelfbeschadiging, trauma, eetproblemen, autisme en/of een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling.

  • Jongens van 8 tot 14 jaar met autisme, trauma, agressiviteit en vaker een lagere intelligentie.

  • Jongens en meisjes vanaf 17 jaar, vaak in JZ+, met Autisme Spectrum Stoornis, agressiviteit, verslaving en een disharmonisch intelligentieprofiel.

  • Jongeren tot 23 jaar met twee of meer aandoeningen of stoornissen.

 

Artikel 5 Tijdvak indienen aanvragen subsidie en beoordeling

  • 1.

    Een aanvraag kan het hele jaar worden ingediend.

  • 2.

    De beoordeling vindt plaats door de te toetsen aan de in artikel 3 omschreven doelstelling en de in artikel 8 opgenomen weigeringsgronden. Deze toetsing wordt uitgevoerd door de Kerngroep eventueel aangevuld met een tijdelijk samen te stellen team van onafhankelijke inhoudelijke experts die speciaal voor dit doel per aanvraag wordt gevormd en een onafhankelijk financieel expert. Er is geen specifiek termijn afgesproken. Aanvrager kan verzocht worden de aanvraag te herzien.

  • 3.

    Als peildatum voor de aanvraag geldt de definitieve besluitvorming van de Kerngroep.

 

Artikel 6 Indieningsvereisten subsidie aanvraag

  • 1.

    De aanvraag wordt ingediend door de aanvrager volgens een vrij format. Als handreiking is er een format Initiatief beschikbaar (zie bijlage 1).

  • 2.

    De aanvraag wordt schriftelijk ingediend of digitaal.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 Awb en artikel 5 lid 2 van de NKS, dient de aanvrager bij een subsidie aanvraag de volgende gegevens te overleggen:

  • een gedegen en onderbouwd plan van aanpak van het Initiatief waarin de te behalen doelen voor de doelgroep staan beschreven, met een gespecificeerde begroting en een beschrijving van de organisaties waarmee eventueel wordt samengewerkt.

  • 4.

    De Kerngroep van het BOEG is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het derde lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van de beslissing op de aanvraag noodzakelijk zijn.

 

Artikel 7 Subsidieverlening en beslistermijn

  • 1.

    Op het advies van de Stuurgroep van het BOEG wordt conform de in de NKS opgenomen termijnen op de aanvraag subsidieverlening beslist.

  • 2.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (subsidie van rechtswege) is niet van toepassing.

  • 3.

    De hoogte van de toe te kennen subsidie wordt bepaald aan de hand van de ingediende begroting, het beschikbare budget en bedraagt nooit een hoger bedrag dan de maximale uitvoeringskosten .

  • 4.

    Indien besloten wordt tot bevoorschotting, dan wordt dat in het besluit tot subsidieverlening opgenomen en worden in dat besluit de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.

 

Artikel 8 Weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de NKS weigert het college op advies de Stuurgroep van het BOEG een aanvraag om subsidieverlening indien:

  • a.

    de aanvraag niet voldoet aan de in artikel 3 genoemde doelstelling en criteria van deze regeling;

  • b.

    de activiteiten niet gericht zijn op de doelgroep in Gelderland;

  • c.

    bij de beoordeling van de subsidie aanvraag zoals bedoeld in artikel 5 lid 4 blijkt het tijdelijk samen te stellen team van onafhankelijke inhoudelijke experts en een onafhankelijk financieel expert een negatief advies uitbrengt aan de Kerngroep BOEG, die op haar beurt weer advies uitbrengt aan het college. de subsidie aanvraag betrekking heeft op reguliere individuele voorzieningen op het gebied van de Jeugdwet;

  • d.

    het subsidieplafond van deze regeling bereikt is.

 

Artikel 9 Subsidievoorwaarden

  • 1.

    Het college op advies van de Kerngroep van het BOEG kan aan de subsidieverlening voorwaarden verbinden over de voortgangsrapportage, verantwoording en termijn van uitvoering.

  • 2.

    De activiteiten waarvoor de subsidie is verleend dienen uiterlijk binnen 6 maanden van start te gaan.

 

Artikel 10 Intrekkings- en wijzigingsgronden

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 4:48 Awb en artikel 8 NKS kan de verleende subsidie worden gewijzigd of ingetrokken indien:

  • a.

    indien de activiteiten zoals beschreven in het plan van aanpak niet zijn uitgevoerd binnen de daartoe gestelde termijn in de subsidievoorwaarden;

  • b.

    indien de uitgevoerde activiteiten niet in overeenstemming zijn met het opgestelde plan van aanpak

 

Artikel 11 Verantwoording en subsidievaststelling

  • 1.

    Vaststelling van de verleende subsidie vindt plaats door het college op advies van de Stuurgroep nadat:

  • a.

    de in de aanvraag opgenomen activiteiten schriftelijk zijn gereed gemeld bij het college op advies van de Stuurgroep van het BOEG. De gereedmelding dient uiterlijk binnen 13 weken na voltooiing van de werkzaamheden plaats te vinden;

  • b.

    uit een controle gebleken is, dat de activiteiten overeenkomstig de subsidieverlening en het ingediende plan van aanpak zijn uitgevoerd.

  • 2.

    Indien bij de eindcontrole blijkt dat (op onderdelen) wordt afgeweken van de subsidieverlening kan het college op advies van de Stuurgroep de in eerste instantie toegekende subsidie verlagen of op ‘nihil’ vaststellen.

  • 3.

    Paragraaf 4.1.3.3 Awb (subsidievaststelling van rechtswege) is niet van toepassing.

 

Artikel 12 Subsidieplafond

Het subsidieplafond van deze subsidieregeling is gelijk aan het bedrag dat daartoe in de begroting van BOEG is opgenomen.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding en looptijd

Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2023 en loopt zolang de rijksregeling “specifieke uitkering instandhouding en doorontwikkeling expertisecentra jeugdhulp of een rechtsopvolger daarvan loopt.

 

Artikel 14 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Subsidieregeling Bovenregionaal Expertisenetwerk Gelderland

 

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 6 december 2022.

 

de gemeentesecretaris

Drs. A.P.W. van de Klift

 

de burgemeester

drs. H.M.F. Bruls

 

 

Bijlage 1  

 

Format Initiatief

Een hulpmiddel voor het aanleveren van een voorstel.

 

1. Probleem analyse

Beschrijf kort de essentie van het voorstel.

Voor welk probleem is het voorstel een oplossing (kwalitatieve informatie)?

Zijn er aantallen bekend voor de regio Gelderland (kwantitatieve informatie)?

 

2. Het voorstel

Uitwerking van het voorstel. Beschrijving van het doel, doelgroep, de activiteiten en het resultaat.

Onderbouwing van het voorstel middels state-of-the-art literatuur en wenkende voorbeelden uit het land

 

3. Partners

Wie zijn betrokken bij de uitwerking van het voorstel en op welke wijze? Korte beschrijving van de betrokken partners en hun rollen.

Is er commitment van de partners ?

Welke competenties zijn beschikbaar om het voorstel te realiseren?

Is er sprake van intersectorale samenwerking?

 

4. De aanpak

Welke (grofmazige) stappen moeten gezet worden om het voorstel te realiseren. Geef de mijlpalen aan in de planning.

Waar zitten de risico’s en zijn deze te concretiseren en te voorzien van maatregelen?

 

5. Monitoring en leren

Is er een proces van leren en kennis-delen opgenomen in de aanpak?

Hoe ziet het monitoringsplan eruit?

Is er een onderzoekscomponent voorzien?

 

6. Financiën

Wat zijn de investeringskosten, opstartkosten, ontwikkelkosten en exploitatiekosten van het voorstel? Graag specificatie.

Welke gedeelte van de kosten is gedekt? Waar wordt een bijdrage voor gevraagd? Is de bijdrage marktconform?

Wat zijn de baten? Bespaart het initiatief ten opzichte van de bestaande situatie?

 

 

7. Contactgegevens

Vul hier de contactgegevens in.