Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Tijdelijke Subsidieregeling Herdenkingsjaar Slavernijverleden Amsterdam 2023 |
Citeertitel | Tijdelijke Subsidieregeling Herdenkingsjaar Slavernijverleden Amsterdam 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De regeling vervalt van rechtswege nadat de laatste subsidie die op basis van deze regeling is vastgesteld.
Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-12-2022 | nieuwe regeling | 06-12-2022 |
Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 3 Doel subsidieregeling
Het doel van deze subsidieregeling is het vergroten van kennisdeling en bewustwording onder Amsterdammers over het slavernijverleden en de doorwerking daarvan in het heden op Amsterdam en haar inwoners, en het versterken van onderling begrip en verbinding tussen Amsterdammers.
Artikel 6 Verdeelsleutel subsidieplafond
Indien meerdere aanvragen op dezelfde plaats op de prioriteitenlijst worden gerangschikt en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag gehonoreerd die in totaal het hoogste aantal punten scoort voor de in het derde lid genoemde onderdelen a, b, c en f.
Artikel 11 Aanvullende verplichtingen
Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, wordt aan de subsidieontvanger de verplichting verbonden om de geplande activiteiten bekend te maken via de gemeente hiervoor geëigende communicatiekanaal.
Toelichting bij de subsidieregeling
Het slavernijverleden is een gedeelde geschiedenis van Amsterdammers en een onlosmakelijk onderdeel van de identiteit van onze stad. Zo is het slavernijverleden zichtbaar in de straatnamen en gebouwen, maar ook is het terug te zien in de diverse bevolking waarvan vele nazaten zijn van tot slaaf gemaakte mensen in de voormalige koloniën. Op 1 juli 1863 werd de slavernij in Suriname en de Caraïbische eilanden (de toenmalige koloniën van het Nederlands Koninkrijk) wettelijk afgeschaft. Tot 1873 voerden tot slaaf gemaakte mensen in Suriname echter nog gedwongen arbeid uit op de plantages onder 'bijzonder toezicht van de Staat’. Om deze reden is de slavernij in Suriname pas daadwerkelijk ten einde gekomen in 1873. In 2023 is dit 150 jaar geleden. Op Curaçao heerste tot eind negentiende eeuw het systeem van paga tera, een systeem waarbij de vrijgekomen tot slaaf gemaakte mensen konden blijven wonen op de plantage met de verplichting een aantal dagen in het jaar onbetaald te werken voor de plantage-eigenaar. 2023 is een belangrijk en bijzonder herdenkingsjaar waarin wordt stilgestaan bij 150/160 jaar trans-Atlantisch slavernijverleden.
Sinds 2016 is het thema slavernijverleden een onderdeel van het diversiteitsbeleid van de gemeente en is hier momenteel specifiek aandacht voor binnen de programmalijn van Gedeelde Geschiedenis. Zo is in 2019 onderzoek gedaan naar de rol van de stad en de stadsbestuurders in de slavenhandel en de slavernij, en zijn in 2021 excuses aangeboden voor de betrokkenheid van het toenmalige stadsbestuur. Ook wordt er gewerkt aan een Nationaal Slavernijmuseum. Het college wil naast de aandacht die er al is voor het slavernijverleden in dit herdenkingsjaar extra aandacht voor het slavernijverleden en de doorwerking daarvan in het heden. Met deze subsidieregeling wil het college kennisdeling en bewustwording over het slavernijverleden en de doorwerking daarvan in het heden vergroten, en onderling begrip en verbinding tussen verschillende groepen Amsterdammers versterken. Het doel is om het thema slavernijverleden dichter onder de aandacht te brengen bij zoveel mogelijk Amsterdammers en om gezamenlijk stil te staan bij dit gedeelde verleden.
Middels deze regeling wordt in het Herdenkingsjaar prominent aandacht geschonken aan het trans-Atlantische slavernijverleden. Ook wordt ruimte geboden voor activiteiten die gericht zijn op het slavernijverleden in Azië.
Het college heeft het vertrouwen dat door middel van kennisdeling, bewustwording en dialoog Amsterdam hier meer verbonden uit zal komen. Het college heeft bovendien in het coalitieakkoord ‘Amsterdams akkoord 2022-2026’ de ambitie geformuleerd ‘om samen met een maatschappelijke coalitie eraan te werken om de doorwerking van het slavernijverleden breed bespreekbaar te maken’. Deze tijdelijke subsidieregeling sluit aan bij deze ambitie. De subsidieregeling is van toepassing op de ‘Beleidsbrief diversiteit en inclusiviteit 2018’
Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen speelt de adviesgroep een belangrijke rol. Deze adviesgroep bestaat uit een aantal onafhankelijke personen die deskundig zijn op het thema slavernijverleden, die ervaring hebben binnen de culturele en/ educatieve sector, ervaring hebben in het beoordelen van subsidies en/of fondsenwerving en het organiseren van dialoogbijeenkomsten en het leggen van verbindingen tussen groepen. De adviesgroep bestaat uit vier leden die hun werkzaamheden verrichten op basis van een hiervoor opgestelde opdrachtovereenkomst.
Met het Westen wordt bedoeld het trans-Atlantische slavernijverleden;
Met het Oosten wordt bedoeld het slavernijverleden in Azië.
Onder e. onderbelichte perspectieven:
Betreffen perspectieven van nazaten van tot slaafgemaakte mensen en andere groepen met een relatie tot het slavernijverleden die nog onbekend zijn. Onderbelichte perspectieven op het slavernijverleden kunnen gaan over verzet en opstand of over de doorwerking van het slavernijverleden in het heden. Deze perspectieven zijn onder andere onderbelicht omdat het slavernijverleden overheersend is verteld vanuit het Europese perspectief.
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten en subsidiabele kosten
Hieronder worden enkele voorbeelden gegeven van activiteiten die het slavernijverleden en de doorwerking daarvan in het heden, extra onder de aandacht brengen in het Herdenkingsjaar. De lijst is niet volledig.
Met doorwerking in het heden op Amsterdam en haar inwoners wordt bedoeld psychologische, sociaal-maatschappelijke, economische en politieke gevolgen; zowel positief als negatief, die te herleiden zijn naar het slavernijverleden. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan systemische ongelijkheid, institutioneel racisme, discriminatie en koloniaal erfgoed maar ook diversiteit en het ontdekken of vieren van roots.
Voor dialoog wordt een brede definitie gehanteerd, niet gebonden aan specifieke vormen, methodieken of disciplines. Hierbij gaat het om gesprekken tussen verschillende groepen Amsterdammers en gemeenschappen over het pijnlijke slavernijverleden en de doorwerking daarvan in het heden met als doel het vergoten van onderling begrip voor verschillende perspectieven op dit gedeelde verleden en het versterken van verbinding tussen Amsterdammers.
Tot de kosten, die betrekking hebben op de subsidiabele activiteiten worden bijvoorbeeld gerekend: kosten van huur locatie, inhuur spreker of gespreksleider, verzorging catering, posters, flyers, brochures. Huur van geluidsinstallatie en camera apparatuur. Bij het maken van theater of exposities het huren van materiaal.
Artikel 6 Verdeelsleutel subsidieplafond
De rangschikking op een prioriteitenlijst van de aanvragen van 5.000 tot 25.000 euro geschiedt door de adviesgroep. Belangrijk hierbij is de vraag in hoeverre het plan dat de aanvrager indient, bij kan dragen aan de doelen benoemd in artikel 3. Dat wordt niet alleen bepaald door de inhoud van het plan zelf. Ook de vraag of het plan wel kan worden uitgevoerd met het aangevraagde budget gelet op de ingediende begroting en of de aanvrager ervaring heeft met de doelgroep en de doelen benoemd in artikel 3. Het uitgangspunt is dat bij de verdeling van de subsidie kennisdeling, bewustwording en dialoog binnen de activiteiten voorop staat. Daarom worden de subsidies beoordeeld op verschillende onderdelen en wegen de doelen van kennisdeling, bewustwording, dialoog en de werkwijze om deze doelen te behalen, zwaarder. Deze onderdelen zijn opgesomd in het derde lid. Per onderdeel wordt een beoordelingsschaal gehanteerd van 1 tot en met 5 punten (1= onvoldoende tot 5= heel goed). Hieronder wordt een aantal inhoudelijke aspecten van deze onderdelen verder toegelicht.
Onder bijdragen aan kennisdeling over onderbelichte perspectieven kan het volgende verstaan worden:
onderbelichte perspectieven van nazaten van tot slaafgemaakten mensen en andere groepen met een relatie tot het slavernijverleden die een nieuw licht werpen op het slavernijverleden en de doorwerking daarvan in het heden;
hoe deze onderbelichte perspectieven (ook) een onderdeel zijn van dit verleden van Amsterdam en haar inwoners.
Onder het creëren van bewustwording wordt verstaan:
het inzichtelijk maken van het Amsterdamse slavernijverleden;
het inzichtelijk maken van de doorwerking van het slavernijverleden op onze huidige samenleving en stad in de vorm van systematische ongelijkheid, institutioneel racisme en discriminatie onder Amsterdammers;
bewustwording hoe dit verleden een gedeeld verleden is van Amsterdam en haar inwoners;
Onder het bewerkstelligen van de dialoog wordt verstaan:
het stimuleren van Amsterdammers om het gesprek over het slavernijverleden en doorwerking daarvan in het heden met elkaar aan te gaan;
het bieden van een veilige omgeving om van en met elkaar te leren.
In dit onderdeel wordt gekeken of de kosten van het initiatief in verhouding staan tot de te verwachten resultaten en de impact van de activiteiten.
In dit onderdeel wordt met de beoogde doelgroep wordt gerefereerd naar Amsterdammers in algemene zin en Amsterdammers met een relatie tot het slavernijverleden in het Westen en het Oosten;
met de beoogde doelstelling van het plan wordt bedoeld hoe de activiteit gaat bijdragen aan de gestelde doelen zoals benoemd in artikel 3.
Met werkwijze wordt bedoeld het plan hoe de aanvrager de activiteiten gaat organiseren en uitvoeren;
met de beoogde doelstelling van het plan wordt bedoeld hoe de activiteit gaat bijdragen aan de gestelde doelen zoals benoemd in artikel 3.
Voor subsidies tot maximaal 5.000 euro kan eenieder een aanvraag indienen, zoals buurtbewoners, kunstenaars, creatieve makers of programmamakers. Voor subsidies tot maximaal 25.000 euro kunnen alleen rechtspersonen een aanvraag indienen, zoals musea, theaters en archieven. De personen of organisaties die een subsidie aanvragen moeten actief zijn in Amsterdam en activiteiten uitvoeren die gericht zijn op Amsterdam en haar inwoners. Op die manier wordt gewaarborgd dat het gaat om activiteiten voor Amsterdammers.
Artikel 8 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
In het tweede lid is opgenomen welke gegevens aanvullend op de eisen die ASA 2013 stelt, moet aanleveren. Van een sluitende begroting is sprake wanneer de totale kosten volledig worden gedekt door financiering, inclusief het bedrag waarvoor subsidie wordt aangevraagd.
Een onderbouwing hoe in eerdere activiteiten ervaring is opgedaan met de beoogde doelgroep, en kennis is opgedaan op het thema en de doelen zoals genoemd in artikel 3 wordt gevraagd om wat is opgenomen onder e in artikel 6 te kunnen beoordelen.
In het eerste lid is opgenomen dat als subsidie wordt aangevraagd voor activiteiten waarvoor de aanvrager al op een andere wijze door het college financieel wordt ondersteund, deze wordt geweigerd. Deze subsidieregeling dient echter wel als een mogelijke aanvulling en/of stimulans op extra te organiseren activiteiten in het kader van het Herdenkingsjaar. Voor een, voor het Herdenkingsjaar relevante, activiteit die al gefinancierd wordt vanuit een andere gemeentelijke bron, zoals bijvoorbeeld de Subsidieregeling Sociale Basis, kan wel een aanvraag worden ingediend als het om een inhoudelijk relevante, eenmalige uitbreiding van de al gefinancierde activiteiten qua aantal en/of bereik van deze activiteiten betreft. Deze subsidieregeling dient als een mogelijke aanvulling en extra stimulans op extra te organiseren activiteiten in het kader van het Herdenkingsjaar. Onder onderdeel f is opgenomen dat de activiteiten geen vast onderdeel uit mogen maken van het curriculum van een opleiding. Ook mogen de activiteiten of producten niet commercieel gebruikt worden. Bijvoorbeeld door het uitbrengen van een boek of film, het ontwikkelen van verkoopbare producten zoals buttons etc. Het uitbrengen van een boek of film is wel mogelijk als subsidiabele activiteit als deze kosteloos te verkrijgen is. Een aanvrager kan op grond van deze regeling slechts één aanvraag indienen. Op deze manier wordt gewaarborgd dat er een verscheidenheid van activiteiten plaatsvindt georganiseerd door verschillende aanvragers.
Artikel 11 Aanvullende verplichtingen
Het college wil in dit Herdenkingsjaar en met deze subsidieregeling extra activiteiten faciliteren om het slavernijverleden en doorwerking daarvan in het heden onder de aandacht te brengen. Het college wil ook gedurende het jaar actief over dit thema communiceren en geplande activiteiten extra zichtbaar maken. Daarom vraagt het college om geplande activiteiten te delen zodat hierover kan worden gecommuniceerd op een geëigend communicatiekanaal van de gemeente.
In de nadere regel is geen artikel opgenomen over de verantwoording van de subsidie. Voor de verantwoording volstaat wat in de ASA 2013 is opgenomen.
Artikel 12. Inwerkingtreding en looptijd regeling
Het gaat om een tijdelijke regeling voor een herdenkingsjaar.