Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almere

Beleidsregels hardheid huisvestingsverordening kinderopvangtoeslagaffaire november 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmere
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels hardheid huisvestingsverordening kinderopvangtoeslagaffaire november 2022
CiteertitelBeleidsregels hardheid huisvestingsverordening kinderopvangtoeslagaffaire november 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Huisvestingsverordening Almere 2019

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-12-2022nieuwe beleidsregel

29-11-2022

gmb-2022-543658

geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels hardheid huisvestingsverordening kinderopvangtoeslagaffaire november 2022

Burgemeester en wethouders van Almere;

 

Gelet op artikel 27 van de Huisvestingsverordening;

 

Besluiten:

 

Vast te stellen de volgende

 

Beleidsregels hardheid huisvestingsverordening kinderopvangtoeslagaffaire november 2022

 

1. Aanleiding

 

In de periode 2005 t/m 2019 heeft de Belastingdienst regelmatig onterecht kinderopvangtoeslag teruggevorderd, of een huishouden te streng behandeld door bijvoorbeeld onterecht geen persoonlijke betalingsregeling te treffen voor terugbetaling van te veel ontvangen kinderopvangtoeslag. Dit wordt de kinderopvangtoeslagaffaire (hierna ook KOT-affaire) genoemd. Hierdoor is een groot aantal Nederlandse huishoudens in (grote) financiële problemen gekomen, waaronder ook Almeerse huishoudens.

 

Enkele gedupeerden zijn als gevolg van de KOT-affaire hun Almeerse (koop-)woning kwijtgeraakt veelal met een grote (rest-)schuld bij de hypotheeknemer (bank) of de verhuurder. Men kan de woning kwijt zijn geraakt door:

  • Uithuiszetting;

  • Opzegging huur/verkoop woning omdat deze door de KOT-affaire niet meer te betalen was;

  • Scheiding (vaak speelde KOT-affaire een rol bij de scheiding).

Enkele van deze gedupeerden zijn via de reguliere urgentieregeling in een voor die regeling passende woonruimte terecht gekomen. Deze woonruimte is soms kleiner dan de woonruimte die ze buiten hun schuld door de KOT-affaire hebben moeten verlaten. Dit kan zijn omdat:

  • De reguliere urgentie regeling aan (een)ouder(s) met twee kinderen maximaal een drie kamerwoning toekent en aan (een) ouder(s) met drie of vier kinderen maximaal een vierkamerwoning.

  • Een huishouden door (gedwongen) uithuisplaatsing uit minder personen ging bestaan.

 

Soms is de huidige woning wel even groot, maar is deze nu, zelfs volgens de reguliere urgentieregeling, door gezinsuitbreiding niet meer passend en was het door de financiële gevolgen van de KOTA niet mogelijk om ingeschreven te blijven staan bij WoningNet en/of te verhuizen naar een groter huis.

 

Daarnaast zijn er gedupeerden die, wegens financiële problemen als gevolg van de KOT-affaire, niet hebben kunnen verhuizen naar een grotere woning. De woning waar men nu in woont, is al dan niet door gezinsuitbreiding, zelfs niet passend volgens de reguliere urgentieregeling.

 

Ook zijn er gedupeerden die als gevolg van de KOT-affaire uit Almere zijn vertrokken naar een andere Nederlandse gemeente of het buitenland en hulp van die gemeente of van het Ondersteuningsteam Buitenland hebben aanvaard. Een aantal van hen wil graag terug naar Almere.

 

Tot slot zijn er gedupeerden die, wegens financiële problemen als gevolg van de KOT-affaire, geen zelfstandige woonruimte konden betalen, en daarom nog altijd inwonend zijn bij hun ouder(s)/verzorgers.

 

Op 28 september 2020 hebben de VNG en Belastingdienst/Toeslagen een akkoord bereikt om ondersteuning te bieden aan gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire.

 

Een deel van de Almeerse gedupeerden die hulp van de gemeente Almere of het Ondersteuningsteam Buitenland hebben aanvaard hebben huisvestingsproblemen. Deze problemen zijn onder te verdelen in de volgende categorieën:

  • Geen vaste woon/verblijfplaats (al dan niet met inkomen boven de max. norm voor sociale huurwoning);

  • (tijdelijke) verblijfplaats niet geschikt door omstandigheden;

  • Wel een verblijfplaats maar kinderen hebben geen eigen kamer wat problemen geeft vanwege leeftijd kinderen en/of psychische gesteldheid van de kinderen

  • Wel een verblijfplaats maar geen kamer voor (vrijwillig) uithuisgeplaatste kinderen waardoor terugkeer van het kind wordt bemoeilijkt;

  • Wel een verblijfplaats, maar deze is buiten Almere, en men wil weer terug.

 

Het college wenst huishoudens die als gevolg van de KOT-affaire in ernstige problemen zijn gekomen wat betreft hun huisvesting ruimhartig te ondersteunen. De regels over de toewijzing van sociale huurwoningen en over het toekennen van urgentie voor woningzoekenden zijn vastgelegd in de Huisvestingsverordening Almere 2019 (hierna Huisvestingsverordening). De Huisvestingsverordening en de daarin opgenomen urgentieregeling laten in principe geen ruimhartigheid toe.

In artikel 11 is bepaald dat burgemeester en wethouders in bepaalde situaties een urgentieverklaring kunnen afgeven, in de meeste situaties na verkregen advies van de externe urgentiecommissie. Het college heeft deze bevoegdheid gemandateerd aan Het Vierde Huis. Voor bepaalde situaties gelden bovendien passendheidscriteria m.b.t. het aantal kamers.

 

In de verordening is een hardheidsclausule opgenomen (artikel 27) waarin is bepaald dat als strikte naleving van de verordening tot onbillijkheid van overwegende aard zou leiden, burgemeester en wethouders ten gunste van de woningzoekende kunnen afwijken van deze verordening.

De (adjunct-) afdelingsmanager Stedelijk Beleid is bevoegd om deze beslissing te nemen. De hardheidsclausule is bedoeld voor incidentele, zeer uitzonderlijke en schrijnende gevallen waarin de urgentieregeling geen oplossing biedt. In de KOT-affaire gaat het om meerdere uitzonderlijke gevallen. Bovendien hebben de woningcorporaties en het Vierde Huis aangegeven behoefte te hebben aan een generieke uitspraak van de wethouder of het college, daar het misschien om een groter aantal gaat.

 

Er is derhalve behoefte aan richtlijnen over de wijze waarop het college gebruik maakt van zijn bevoegdheid tot het toepassen van de hardheidsclausule ten aanzien van hen die als gevolg van de KOT-affaire huisvestingsproblemen hebben.

 

Deze beleidsregels beogen daarin te voorzien. Zij beschrijven welke KOT-gedupeerden voor toepassing van de hardheidsclausule in aanmerking komen, welke bepalingen van de Huisvestingsverordening dan buiten toepassing blijven en van welke bepalingen van deze verordening kan worden afgeweken ten gunste van de betrokken woningzoekenden.

 

2. Criteria en maximum

 

Om in aanmerking te komen voor toepassing van de uitzonderingen als beschreven in deze beleidsregels moet een woningzoekende aan de volgende voorwaarden voldoen.

 

De woningzoekende is:

  • a.

    aantoonbaar (via compensatiebrief Belastingdienst) gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire en

  • b.

    heeft als direct of indirect gevolg van deze affaire

  • i.

    een woning in Almere moeten verlaten of

  • ii.

    een woning elders moeten verlaten maar is ingeschreven in de Basisregistratie Personen in Almere en heeft door school/zorg van kinderen en/of werk een binding met Almere of

  • iii.

    geen zelfstandige woonruimte kunnen krijgen en woont daardoor nog altijd in bij ouder(s)/verzorger(s) in Almere of

  • iv.

    niet kunnen verhuizen naar een woning die beter past bij de huidige gezinssamenstelling.

  • c.

    en heeft nu

  • i.

    een woning waarin de ouder(s) en de kinderen niet elk een eigen slaapkamer hebben, terwijl de zelfstandige woning die ooit verlaten is als gevolg deze affaire dat wel had, of

  • ii.

    geen (veilige) vaste woon- of verblijfplaats waar structureel kan worden verbleven met het hele huishouden, of

  • iii.

    geen zelfstandige woonruimte (inwonend bij ouder(s)/verzorgers), of

  • iv.

    een woning met een aantal slaapkamers dat volgens de reguliere urgentieregels van de Huisvestingsverordening niet passend is of

  • v.

    een woning buiten Almere, maar wil weer terug naar Almere.

 

De maatwerker Ondersteuning Schuldstabilisatie (OSS) doet het vooronderzoek op bovenstaande zaken en beschrijft de bevindingen in een begeleidend schrijven bij de aanvraag. Deze beschrijving van de situatie is voldoende voor Het Vierde Huis om een besluit te nemen. De urgentieaanvraag voor een KOT-gedupeerde kan alleen via de Maatwerker OSS/ Wijkwerker KOTA van De Schoor worden ingediend.

 

Ingeschat wordt dat niet meer dan plm. 90 woningzoekenden die geen sociale huurwoning in Almere achterlaten een gegrond beroep op deze regels zullen doen. Het aantal woningzoekenden dat geen sociale huurwoning in Almere achterlaat, aan wie met toepassing van deze beleidsregels een urgentieverklaring kan worden verleend, wordt daarom vastgesteld op maximaal 90.

 

3. Voorwaarden en passendheidscriteria

3.1 Afwijking van voorwaarden

Voor woningzoekenden die aan bovengenoemde criteria voldoen wordt een uitzondering gemaakt m.b.t. de voorwaarden die de Huisvestingsverordening stelt om voor urgentie in aanmerking te komen. In de tabel in bijlage I is vermeld van welke voorwaarden op welke wijze kan worden afgeweken.

 

3.2 Extra kamer

In afwijking van de urgentieregeling in de Huisvestingsverordening (Bijlage II onder II) kunnen woningzoekenden die voldoen aan de in paragraaf 2 genoemde criteria b sub I en II, en een huishouden hebben bestaande uit 1 of 2 ouders en 2, 3 of 4 kinderen urgentie krijgen voor woonruimte met een extra kamer. Hierbij geldt de aanvullende voorwaarde dat de woning die ooit verlaten is door de kinderopvangtoeslagaffaire beschikte over een eigen slaapkamer voor de ouder(s) en elk van de kinderen.

 

Samenstelling van het huishouden*

Kamertal regulier urgent

KOT-gedupeerden, die een woning hebben verlaten, waarbij ouder(s) en kinderen beschikten over een eigen slaapkamer

1 persoon jonger dan 23 jaar

1

1

1 persoon 23 jaar en ouder

1-2

1-2

2 personen

3

3

1 ouder* en 1 kind

3

3

2 ouders* en 1 kind

3

3

1 ouder* en 2 kinderen

3

4

2 ouders* en 2 kinderen

3

4

1 ouder* en 3 kinderen

4

5

2 ouders* en 3 kinderen

4

5

1 ouder* en 4 kinderen

4

5

2 ouders* en 4 kinderen

4

5

1 of 2 ouders* met 5 of meer kinderen

5 of meer

5 of meer

of meer dan 6 personen

5 of meer

5 of meer

 

* Er wordt uitgegaan van gezinssamenstelling ten tijde van indiening van de aanvraag.

 

3.3 Eengezinswoning in plaats van appartement

In de urgentieregeling in de Huisvestingsverordening (Bijlage II onder II), krijgen woningzoekenden met een zoekprofiel van 1, 2 of 3 kamers uitsluitend urgentie voor een appartement. In afwijking daarvan kunnen woningzoekenden, die aan bovengenoemde criteria voldoen en een zoekprofiel tot en met 3 kamers hebben, ook urgentie krijgen voor eengezinswoningen.

 

4. Welke kinderen tellen wel/niet mee voor aantal kamers?

 

Volgens de Huisvestingsverordening tellen kinderen mee in de huishoudensgrootte als de woningzoekende de zorg over de kinderen heeft en de kinderen bij deze persoon in de Basisregistratie Personen staan geregistreerd. Onder de gedupeerden zijn een aantal ouders die, vanwege omstandigheden, niet de kinderen op het eigen adres in de BRP hebben staan. Voor deze beleidsregels tellen kinderen mee in de huishoudensgrootte als de betrokken ouder kan aantonen voor 50% of meer de zorg over deze kinderen te hebben of kan aantonen dit op korte termijn te zullen krijgen (bijvoorbeeld via het ouderschapsplan).

 

Als er een ondersteuningstraject loopt door het Ondersteuningsteam Uithuisplaatsingen of het College van Herstelexperts in het kader van uithuisgeplaatste kinderen en aantoonbaar vast staat dat er een bezoekregeling komt gericht op terugkeer in de toekomst, wordt het zoekprofiel uitgebreid met max. 1 kamer om deze bezoekregeling mogelijk te maken ongeacht het aantal kinderen. Ook als het kind/de kinderen niet ingeschreven staan in de basisadministratie van de gemeente Almere. De kinderen die uithuisgeplaatst zijn tellen niet mee in de huishoudsamenstelling, maar gezien de situatie komt de gedupeerde, ongeacht het aantal kinderen waarvoor de bezoekregeling telt, in aanmerking voor max. 1 extra kamer voor de bezoekregeling. Het kan dus zijn dat bij het bezoek meerdere kinderen op een kamer slapen.

 

5. Geen advies urgentiecommissie, uitvoering wel door Vierde Huis, bezwaar

 

Artikel 13 eerste lid van de Huisvestingsverordening bepaalt dat burgemeester en wethouders zich bij de beoordeling van het verzoek om een urgentieverklaring laten adviseren door de urgentiecommissie. Omdat voor deze groep op voorhand wordt besloten een uitzondering te maken op de urgentieregeling, heeft advisering door de urgentiecommissie geen zin. In afwijking daarvan blijft advisering in de situaties als beschreven in deze beleidsregels daarom achterwege.

In het ondermandaatbesluit Huisvestingsverordening Almere Het Vierde Huis staat dat het Vierde Huis bevoegd is om ‘na verkregen advies van de externe urgentiecommissie’ te beslissen op urgentieaanvragen. In afwijking daarvan is het Vierde Huis in de in deze beleidsregels beschreven gevallen bevoegd om zonder advies van de urgentiecommissie op de urgentieaanvragen te beslissen.

 

Tegen de beslissing van het Vierde Huis op de urgentieaanvraag staat bezwaar en beroep open. Eventuele bezwaarschriften worden om advies in handen gesteld van de bezwaarschriftencommissie (en worden derhalve niet via zgn. ambtelijk horen behandeld).

 

6. Gedupeerde kiest wijze van ondersteuning

 

De gedupeerden van de KOT-affaire zijn door handelen van de overheid in een situatie geraakt waarin ze, vaak al jaren, hun autonomie kwijt waren. Doordat de Belastingdienst hen beschuldigde van fraude bleven deuren van bijvoorbeeld schuldhulpverlening gesloten. Dit heeft in veel gevallen tot grote psychische schade gezorgd. Sommige gedupeerden hebben hierdoor heel veel ondersteuning nodig bij het nemen van beslissingen, andere willen juist zo veel mogelijk zelf doen. Daarom wordt aan de woningzoekenden die met toepassing van deze beleidsregels ondersteuning krijgen overgelaten op welke manier ze ondersteund willen worden bij het verkrijgen van een (grotere) woning:

  • Optie 1:

  • De gedupeerde urgentie van 1 jaar te verlenen op basis van zelf zoeken via WoningNet of

  • Optie 2:

  • De gedupeerde urgentie van 1 jaar te verlenen op basis van directe bemiddeling door de woningcorporaties (naar een woning die nog niet op WoningNet staat)

  • Optie 3:

  • De inschrijfduur op WoningNet van gedupeerde ophogen tot 15 jaar. Dit maakt dat er verder geen uitzonderingen hoeven te worden gemaakt voor gedupeerden. Bovendien kan de gedupeerde zelf op zoek naar een nieuwe woning in het eigen tempo. Dit kan maar voor een beperkt aantal personen (enkele tientallen, geen honderden).

 

Om ongelijkheid te voorkomen tussen gedupeerden die in het verleden voor deze optie hebben gekozen (en 12 jaar inschrijfduur hebben gekregen) wordt hun inschrijfduur met 3 jaar verhoogd.

 

Een gedupeerde kan een eenmaal gemaakte keuze niet wijzigen. Dit moet bij het maken van de keuze ook goed helder gemaakt zijn. De keuze wordt vastgelegd in de beschikking.

 

In afwijking van het voorgaande geldt voor de woningzoekende die met toepassing van deze beleidsregels in aanmerking komt voor urgentieverlening en in de Maatschappelijke Opvang verblijft, dat:

  • de wijze van ondersteuning alleen bestaat uit een urgentie op basis van directe bemiddeling door de woningcorporaties

  • de urgentie wordt verleend voor de reguliere termijn van ten hoogste 6 maanden. Deze termijn kan – overeenkomstig artikel 14 lid 4 van de Huisvestingsverordening 2019 - worden verlengd indien de woningzoekende in de genoemde periode geen woning aangeboden heeft gekregen die voldoet aan het zoekprofiel.

Deze uitzondering wordt gemaakt in verband met de grote vraag naar en de beperkte capaciteit van de Maatschappelijke Opvang.

 

7. Weigeren woning

 

In artikel 15 lid 2 sub c van de Huisvestingsverordening is vastgelegd dat de urgentie vervalt als een woningzoekende een aanbod van een woning heeft geweigerd die voldoet aan het zoekprofiel. In afwijking daarvan wordt woningzoekenden die onder deze beleidsregels vallen toegestaan binnen één jaar maximaal 1 x een aangeboden woning te weigeren.

Reden: de gedupeerden zijn al jarenlang hun zelfregie kwijt omdat ze als fraudeur bestempeld waren. De gemeente Almere wil de gedupeerde weer zo goed mogelijk op weg helpen naar een nieuwe start. Als een gedupeerde heeft gekozen voor directe bemiddeling en een woning echt niet gewenst is, wordt het redelijk geacht om 1 x een sociale huurwoning te mogen weigeren.

 

Het voorgaande geldt niet indien de woningzoekende in de Maatschappelijke Opvang verblijft. In dat geval geldt de regel van de Huisvestingsverordening dat een woningzoekende het eerste aanbod van een woning die voldoet aan het zoekprofiel moet accepteren. Deze uitzondering wordt gemaakt in verband met de grote vraag naar en de beperkte capaciteit van de Maatschappelijke Opvang.

 

8. Kosten inschrijving als woningzoekende en bijdrage voor aanvraag woonurgentie

 

De KOT-gedupeerden dienen in principe zelf de inschrijving bij WoningNet te regelen.

De bijdrage voor de aanvraag van een woonurgentie voor deze doelgroep komt te vervallen. Er is geen sprake van een digitale aanvraag, waardoor het betalen van de bijdrage alleen door overschrijving kan en Het Vierde Huis extra werkzaamheden zal moeten verrichten om de betalingen te verwerken. Hier zijn dan weer extra kosten en tijd aan verbonden.

 

9. Geldigheidsduur

 

Het besluit tot indeling in een urgentiecategorie is geldig voor ten hoogste 1 jaar. Burgemeester en wethouders kunnen de geldigheidsduur verlengen met één jaar indien de woningzoekende in de genoemde periode geen woning heeft kunnen vinden die voldoet aan het zoekprofiel van de woonurgentie. De woningzoekende kan in plaats van verlenging met één jaar van indeling in een urgentiecategorie ook kiezen voor een inschrijfduur bij WoningNet van 16 jaar (= 15 jaar plus het jaar dat urgentie is genoten).

 

10. Hardheidsclausule

 

In gevallen, waarin strikte naleving van deze beleidsregels tot onbillijkheid van overwegende aard zou leiden, kan het college van burgemeester en wethouders ten gunste van de woningzoekende afwijken van deze beleidsregels. Het college laat zich daarbij adviseren door het adviesteam hardheid KOTA (bestaande uit een beleidsadviseur Wonen, gemeentelijk interventieteam, een lid van het College van Herstelexperts en een beleidsadviseur Werk & Inkomen).

 

11. Citeertitel, inwerkingtreding en looptijd

 

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking en zijn van kracht tot 1 juli 2025.

  • 2.

    De Beleidsregels hardheid huisvestingsverordening kinderopvangtoeslagaffaire, zoals vastgesteld op 2 november 2021, worden met ingang van de onder 1 bedoelde dag ingetrokken.

  • 3.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels hardheid huisvestingsverordening kinderopvangtoeslagaffaire november 2022.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. 29 november 2022

burgemeester en wethouders van Almere,

de secretaris, de burgemeester

J.D. Pruim, A.T.B. Bijleveld-Schouten

Bijlage I

In onderstaande tabel is vermeld van welke voorwaarden en op welke wijze ten behoeve van KOT-gedupeerden die onder de doelgroep van deze beleidsregels vallen kan worden afgeweken.

 

Voorwaarden reguliere urgentieaanvraag

KOT-gedupeerde

Meerderjarig

Handhaven

max. huishoudinkomen van € 46.000

Handhaven

De woningzoekende is op het moment van indienen van een verzoek om een urgentieverklaring minimaal twee jaar onafgebroken ingezetene van de gemeente Almere. Deze voorwaarde is niet van toepassing indien de woningzoekende behoort tot een van de categorieën bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Wet en het tweede lid onder g van dit artikel 11. Een woningzoekende als bedoeld in het tweede lid onder d van dit artikel 11 moet direct voorafgaande aan het verblijf in een instelling minimaal twee jaar onafgebroken ingezetene van de gemeente Almere zijn geweest.

Laten vervallen.

De gedupeerde dient in principe op het moment van het indienen van de urgentieaanvraag ingeschreven te staan in de BRP op een (brief)adres in Almere.

De gedupeerden hebben hun woning moeten verlaten door toedoen van het gedrag van de overheid. Soms hebben zij (tijdelijk) onderdak kunnen krijgen binnen of buiten Almere waar ze zich niet mochten inschrijven. Derhalve vervalt de voorwaarde dat de gedupeerde minimaal twee jaar onafgebroken ingezetenen van de gemeente Almere moet zijn geweest. In het geval dat iemand niet twee jaar ingezetene is geweest van Almere dient er op het moment van de urgentieaanvraag wel een binding zijn met Almere door school/zorg kinderen en/of werk/scholing gedupeerde.

Uitzondering:

Gedupeerden die als gevolg van de KOTA vertrokken zijn uit Almere en nu elders in Nederland wonen en terug willen naar Almere en

Gedupeerden die in een traject zitten bij het Ondersteuningsteam Buitenland of College van Herstelexperts, en Almere als laatste woonplaats in Nederland hadden kunnen een woonurgentie aanvragen, zonder dat zij ingeschreven staan in de BRP op een (brief)adres in Almere.

De woningzoekende staat ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres waar hij of zij feitelijk woont, tenzij hij of zij beschikt over een briefadres.

Handhaven

De woningzoekende – met uitzondering van de vergunninghouder als bedoeld in artikel 28 van de Wet - staat geregistreerd als woningzoekende in Almere en kan gezien zijn of haar inschrijfduur binnen een jaar geen passende woning krijgen.

Wijzigen. Voor KOT-gedupeerden wordt wel rekening gehouden met woonwensen ongeacht inschrijfduur. De gedupeerde dient wel ingeschreven te zijn bij WoningNet.

De woningzoekende heeft het afgelopen jaar geen sociale huurwoning geweigerd.

Laten vervallen

De woningzoekende heeft de afgelopen twee jaar niet voor eenzelfde soort problematiek een urgentieverklaring ontvangen.

Laten vervallen. Deze urgentiegrond bestond tot voor kort niet.

De woningzoekende heeft er alles aan gedaan om het probleem op te lossen; andere oplossingen zijn niet mogelijk of zijn uitgeput.

Laten vervallen. Het gaat hier om een KOT-gedupeerde waarvan door de Belastingdienst is aangegeven dat door fout handelen van de overheid problemen zijn ontstaan.

De woningzoekende heeft de situatie niet zelf veroorzaakt of had deze niet kunnen voorkomen.

Laten vervallen. Vastgesteld is dat de gedupeerde door de KOT-affaire de woning heeft moeten verlaten.

De woningzoekende is in staat om een zelfstandig huishouden te voeren. Voor de eventueel aanwezige schulden (huurschulden uitgezonderd) heeft de woningzoekende de afbetaling voldoende geregeld:

Wijzigen

de woningzoekende moet aantonen dat er op de datum van urgentieaanvraag een minnelijke schuldregeling via de gemeentelijke schuldregelaar of een wettelijke schuldregeling loopt, of

Wijzigen: de woningzoekende moet aantonen dat er op de datum van urgentieaanvraag een KOT-dossier is geopend bij de gemeentelijke schuldregelaar of De Schoor (Maatwerk OSS of Wijkteam Maatschappelijk Werk). Er komt een landelijke schuldregeling voor de particuliere schuldeisers (waaronder woningcorporaties en hypothekers). Voor KOT-gedupeerden gaan de overheidsschulden worden kwijtgescholden. Het is voor KOT-gedupeerden met schulden geen voorwaarde om over een budgetbeheerrekening te beschikken daar de schulden niet het gevolg zijn van het handelen van de gedupeerde, maar van het handelen van de overheid.

de woningzoekende moet aantonen dat er op de datum van urgentie-aanvraag een ondersteuning schuldstabilisatietraject (OSS) loopt via de gezamenlijke zorgpartners en dat hij beschikt over een budgetbeheerrekening bij de gemeentelijke schuldregelaar.

 

Indien de woningzoekende alleen een huurschuld heeft, moet hij aantonen dat een adequate betalingsregeling is getroffen met de oude verhuurder waarbij rekening is gehouden met de beslagvrije voet.

 

De woningzoekende levert bij het verzoek de gegevens en stukken als bedoeld in artikel 12 volledig en juist aan.

 

naam, contactgegevens, leeftijd, nationaliteit en, indien van toepassing, de verblijfstitel van de verzoeker;

Handhaven

een uittreksel uit de Basisregistratie personen;

Overbodig: Het Vierde Huis kan in BRP Almere

omvang van het huishouden van de verzoeker;

Handhaven

aanduiding en motivering van de urgentiecategorie, en

Handhaven

Mest recente inkomensverklaring van Belastingdienst van alle gezinsleden 18+

Handhaven

Loonstrookje/uitkeringsspecificatie van alle gezinsleden 18+

Handhaven

Stukken waarmee de probleemsituatie wordt aangetoond

Wijzigen: beschrijving van gedupeerden van de situatie en voorzien van een verklaring van de Maatwerker OSS. In beschrijving is opgenomen:

Dat er sprake is van een OSS-traject i.v.m. KOT-affaire

Vaststelling dat het om een KOT-gedupeerde gaat (via kopie brief Belastingdienst)

Beschrijving verband verlaten van de passende woning en KOT-affaire

Als iemand in een huurwoning woont: kopie van het huurcontract

Handhaven

Overzicht schulden en/of afbetalingsregeling indien van toepassing

Wijzigen: voor zover mogelijk een overzicht van de schulden en verklaring dat er een dossier is geopend bij maatwerk OSS. Er wordt namelijk gewerkt aan een landelijke schuldregeling voor particuliere schulden.

Brief Belastingdienst waarin compensatie wordt toegekend

Toevoegen