Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rhenen

Gemeente Rhenen - Beleidsregels gebiedsontzeggingen Rhenen 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRhenen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGemeente Rhenen - Beleidsregels gebiedsontzeggingen Rhenen 2022
CiteertitelBeleidsregels gebiedsontzeggingen Rhenen 2022
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4.81 van de Wijzigingswet Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten (nieuwe omgevingsrecht en nadeelcompensatierecht)
  2. Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Rhenen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-12-2022nieuwe beleidsregels

05-12-2022

gmb-2022-543520

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeente Rhenen - Beleidsregels gebiedsontzeggingen Rhenen 2022

De burgemeester van de gemeente Rhenen;

 

Overwegende dat

- in de gemeente Rhenen overlast plaatsvindt van personen die de openbare orde verstoren of zich schuldig maken aan strafbare feiten;

- het gedrag van deze personen onder meer bestaat uit: samenscholing, intimiderend groepsgedrag, handel in drugs, openlijk drugsgebruik, geweldpleging, doelloos ophouden in portieken van woningen of winkels, belemmering van de vrije doorgang, schreeuwen, urineren, onvoorspelbare agressiviteiten en het anderszins lastig vallen van andere personen;

- dit gedrag bij bewoners en bezoekers gevoelens van onveiligheid teweeg brengt en naar het zich laat aanzien niet laat veranderen door middel van (politie)optreden op basis van strafrechtelijke bepalingen dan wel de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Rhenen 2020 (APV);

- de burgemeester met het oog op de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen in het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan bovenstaand overlastgevend persoon een bevel kan geven zich niet in één of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats te houden;

- het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor de toepassing van gebiedsontzeggingen voor lichte en zware feiten;

 

Gelet op

artikel 2:78 van de APV en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluit

vast te stellen de Beleidsregels voor de toepassing van gebiedsontzeggingen gemeente Rhenen 2022 (Beleidsregels gebiedsontzeggingen Rhenen 2022).

 

 

 

Inleiding

Bij het opleggen van gebiedsontzeggingen wordt een onderscheid gemaakt tussen lichte en zware feiten. Lichte feiten hebben in de regel een (relatief) geringere impact op de openbare orde dan zware feiten. Voor zware feiten geldt dan ook een langere gebiedsontzegging.

 

In deze beleidsregels wordt aangegeven hoe de burgemeester (of een door of namens hem gemandateerde ambtenaar) van deze bevoegdheid gebruik zal maken.

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Gebiedsontzegging: het bevel van de burgemeester aan een persoon waarbij deze een verbod krijgt zich in een bepaald gebied op te houden gedurende een bepaalde periode.

  • b.

    Zich op te houden: zich in een bepaald gebeid toegang te verschaffen dan wel aanwezig te zijn.

  • c.

    APV: de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Rhenen 2020.

  • d.

    Overlastgevend gedrag: gedragingen van een persoon bestaande uit het plegen van strafbare feiten of het verstoren van de openbare orde.

  • e.

    Feitentabellen: de niet limitatieve feitentabellen A1 en B1 in de bijlage behorend bij deze beleidsregels.

  • f.

    Termijnentabellen: de niet limitatieve termijnentabellen A2 en B2 in de bijlage behorend bij deze beleidsregels.

 

Artikel 2 Voorwaarden voor het opleggen van een gebiedsontzegging

  • 1.

    Een gebiedsontzegging kan worden opgelegd aan een persoon die overlastgevend gedrag heeft vertoond. Niet limitatieve lijsten van overlastgevend gedrag zijnde strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen zijn opgenomen in de feitentabellen A1 en B1.

  • 2.

    Een gebiedsontzegging wordt in het beginsel opgelegd voor het gebied waarbinnen het overlastgevend gedrag heeft plaatsgevonden.

  • 3.

    In afwijking van lid 2 kan er bij een gebiedsontzegging met een preventief karakter een gebied aangewezen worden waar het overlastgevende gedrag niet heeft plaatsgevonden.

  • 4.

    De duur van de gebiedsontzegging is aaneengesloten of over bepaalde periodes verspreid.

 

Artikel 3 Bestuurlijke waarschuwing

Voordat een gebiedsontzegging wordt opgelegd, waarschuwt de burgemeester de persoon die zich voor de eerste keer schuldig heeft gemaakt aan overlastgevend gedrag, zoals opgenomen in de feitentabellen A1 en B1, op schriftelijke wijze. Een waarschuwing wordt één keer gegeven en geldt voor een periode van zes maanden vanaf het moment van aanzeggen van de waarschuwing.

 

Artikel 4 Gebiedsontzegging gedurende ten hoogste 24 uur

  • 1.

    Indien ten aanzien van een persoon voor de tweede keer een gedraging als bedoeld in de feitentabel A1 en B1 wordt geconstateerd, wordt een gebiedsontzegging opgelegd om zich gedurende 24 uur, al dan niet aaneengesloten, niet te bevinden op in die gebiedsontzegging aangewezen openbare plaatsen.

  • 2.

    Per situatie wordt in de gebiedsontzegging nader opgenomen of de 24-uurs gebiedsontzegging aaneengesloten wordt opgelegd of dat de gebiedsontzegging wordt opgesplitst in tijdvakken.

 

Artikel 5 Gebiedsontzegging gedurende ten hoogste 8 weken

Aan een persoon die zich binnen 6 maanden na het opleggen van een gebiedsontzegging opnieuw schuldig maakt aan een gedraging als bedoeld in feitentabellen A1 en B1 wordt een gebiedsontzegging opgelegd om zich gedurende het in de termijnentabellen A2 en B2 genoemde tijdvak niet te bevinden op in die gebiedsontzegging aangewezen openbare plaatsen.

 

Artikel 6 Zienswijze

  • 1.

    De persoon aan wie een gebiedsontzegging in persoon wordt uitgereikt, wordt indien mogelijk door degene die een gebiedsontzegging uitreikt of het voorstel daartoe doet aan de burgemeester, direct in de gelegenheid gesteld zijn zienswijzen kenbaar te maken.

  • 2.

    Indien de persoon van de gelegenheid om zienswijze in te dienen gebruik maakt, wordt de afgelegde zienswijze schriftelijk vastgelegd.

 

Artikel 7 Inwerkingtreding en cumulatie gebiedsontzegging

  • 1.

    Een gebiedsontzegging treedt in werking op het moment dat deze aan de persoon wordt uitgereikt.

  • 2.

    Als een gebiedsontzegging wordt opgelegd terwijl er al een gebiedsontzegging geldt, gaat de nieuwe gebiedsontzegging in na afloop van de eerder opgelegde gebiedsontzegging.

  • 3.

    Indien de persoon een aantoonbaar zwaarwegend belang heeft om zich op een bepaalde plaats in het gebied op te houden, dan wordt in de gebiedsontzegging een looproute opgenomen. Het is de persoon in dat geval slechts toegestaan om de desbetreffende locatie via de aangegeven looproute te bereiken. Doorgaans zal het daarbij gaan om de toegang tot belangrijke primaire voorzieningen als het woonhuis, het werkadres, de familie, arts, advocaat, zorginstelling of hulpverleningsinstantie van de persoon.

 

Artikel 8 Uitzonderingen gebiedsontzegging

  • 1.

    In afwijking van artikel 3 lid 1 legt de burgemeester direct een gebiedsverbod op bij:

    • a.

      een directe vrees voor een verdere verstoring van de openbare orde, waarbij de vereiste spoed zich verzet tegen het waarschuwen;

    • b.

      een bijzonder gewelddadige ordeverstoring;

    • c.

      een handeling die direct dan wel indirect aanleiding gaf tot grootschalige vechtpartijen;

    • d.

      geweld tegen functionarissen met een publieke taak of ambtenaren in functie (zoals o.a. bedoeld in art. 141 Sr en 300 t/m 304 Sr);

    • e.

      een verstoring van de orde waarbij wapens zijn gebruikt;

    • f.

      een horeca- of evenementgerelateerde overlastgevende gedraging.

  • 2.

    In afwijking van artikel 5 kan indien er sprake is van bijzondere omstandigheden, van de gestelde duur van een gebiedsontzegging, genoemd in termijnentabellen A2 en B2, worden afgeweken. Eén en ander is afhankelijk van de mate van verstoring van de openbare orde en specifieke omstandigheden.

  • 3.

    In geval van een persoon die individueel of in groepsverband de openbare orde ernstig heeft verstoord of bij groepsgewijze ernstige verstoring van de openbare orde een leidende rol heeft gehad, dan wel herhaaldelijk individueel of in groepsverband de openbare orde heeft verstoord of bij groepsgewijze verstoring van de openbare orde een leidende rol heeft gehad, bij ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde, kan de burgemeester in afwijking van de gebiedsontzegging uit artikel 2:78 van de APV rechtstreeks toepassing geven aan artikelen 172a en 172b van de Gemeentewet.

 

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie.

 

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels gebiedsontzeggingen Rhenen 2022.

 

 

 

 

Aldus vastgesteld door de burgemeester van gemeente Rhenen op 5 december 2022,

drs. J.A. van der Pas

burgemeester

Bijlage – Beleidsregels gebiedsontzeggingen Rhenen 2022

Feitentabellen (niet limitatief)

 

Tabel A1: Lichte feiten

Art. 2:47 APV

Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen

Art. 2:48 APV

Verboden drankgebruik

Art. 2:49 APV

Verboden gedrag bij of in gebouwen

Art. 2:50 APV

Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten

Art. 4:8 APV

Natuurlijke behoefte doen

Art. 424 Sr

Straatschenderij

Art. 426 Sr

Ordeverstoring in dronkenschap

Art. 453 Sr

Openbare dronkenschap

 

Tabel B1: Zware feiten

Art. 2.1 APV

Samenscholing en ongeregeldheden

Art. 2:1 APV

Bevel politie weg te vervolgen of zich te verwijderen

Art. 2:26 APV

Ordeverstoring bij evenementen

Art. 2:41 APV

Betreden gesloten woning of lokaal

Art. 2:44 APV

Bezit inbrekerswerktuigen en hulpmiddelen voor winkeldiefstal

Art. 2:74 APV

Drugshandel op straat

Art. 3:19 APV

Straatprostitutie

Art. 141 Sr

Openlijke geweldpleging tegen personen of goederen

Art. 285 Sr

Bedreiging

Art. 300 Sr

Eenvoudige mishandeling

Art. 310 t/m 312 Sr

Diefstal

Art. 350 t/m 352 Sr

Vernieling

Art. 266 en 267 Sr

Belediging

Art. 285 Sr

Bedreiging

Art. 141 Sr

Openlijke geweldpleging

Art. 302 Sr

Zware mishandeling

Art. 416 Sr

Opzetheling

Art. 426 Sr

Overtredingen betreffende algemene veiligheid

Art. 2 Opw

Verkopen enz. van harddrugs

Art. 3 Opw

Verkopen enz. van softdrugs

Art. 13 WWM

Dragen verboden wapens categorie I

Art. 26 WWM

Dragen verboden wapens categorie II

Art. 27 WWM

Dragen verboden wapens categorieën II, III en IV

Bovengenoemde feiten hoeven niet per se op straat plaats te vinden, maar er moet wel een relatie zijn met de in artikel 2:78 lid 1 APV genoemde belangen. Zo zullen bedreigingen in een winkel of een inloopcentrum wel degelijk relevant zijn voor de openbare orde en ten grondslag kunnen liggen aan een gebiedsverbod. Ook kunnen strafbare feiten die zich afspelen in een voor het publiek toegankelijke inrichting, zoals café, bar of hotel, de basis zijn voor een gebiedsontzegging.

 

 

 

Termijnentabellen

Tabel A2: Lichte feiten

1e constatering (na waarschuwing)

1 x 24 uur (al dan niet aaneengesloten)

2e constatering

7 x 24 uur (al dan niet aaneengesloten)

3e constatering

14 x 24 uur (al dan niet aaneengesloten)

4e constatering

28 x 24 uur (al dan niet aaneengesloten)

 

Tabel B2: Zware feiten

1e constatering (na waarschuwing)

1 x 24 uur (al dan niet aaneengesloten)

2e constatering

14 x 24 uur (al dan niet aaneengesloten)

3e constatering

28 x 24 uur (al dan niet aaneengesloten)

4e constatering

56 x 24 uur (al dan niet aaneengesloten)