| Organisatie | Deventer |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Inspraaknota Reclame- en uitstallingennota Deventer 2016 |
| Citeertitel | Inspraaknota Reclame- en uitstallingennota Deventer 2016 |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | algemeen |
| Eigen onderwerp |
De Reclame- en uitstallingennota Deventer 2015 is onderdeel van de Welstandsnota.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 07-12-2022 | nieuwe regeling | 15-09-2015 | 2015-1795 |
Eind 2011 is de nieuwe welstandsnota Deventer vastgesteld. De welstandsnota heeft als doel de aantrekkelijkheid en ruimtelijke kwaliteit van bouwwerken in Deventer te behouden en te versterken. Reclame maakt onderdeel uit van het welstandsbeleid, want reclame kan het beeld van de openbare ruimte sterk beïnvloeden. Daarom zijn er ook regels voor reclame opgenomen in de welstandsnota. De welstandsnota is destijds na intensief overleg met bewoners en ondernemers vastgesteld. Vanuit het bestuur en diverse ondernemers bleek na enige tijd behoefte tot aanpassing, verruiming en verduidelijking van de reclame regels en mogelijkheden.
Deze reclamenota bevat het beleid en de regels voor handelsreclame die zichtbaar vanaf het openbaar toegankelijk gebied geplaatst wordt door ondernemers en andere organisaties op het privéterrein, en handelsreclame en koopwaaruitstallingen geplaatst door ondernemers in het openbaar gebied grenzend aan het privéterrein van de vestiging.
Ook het beleid ten aanzien van handelsreclame in openbaar gebied zoals op rotondes, tv-schermen, reclame in de A1-zone, alsmede bestaande lichtreclame op bestaande gecontracteerde plekken (billboards, abri’s, lichtmasten e.d.), zonder directe relatie met de in de omgeving aanwezige activiteiten komen in deze reclamenota aan de orde.
Dit document is het resultaat van de bijeenkomsten over het gemeentelijk reclamebeleid met de ondernemers. Er zijn overleggen geweest met de ondernemers van:
Tijdens deze bijeenkomsten is het bestaande reclamebeleid geëvalueerd. Er is geïnventariseerd waar nu knelpunten zijn en vervolgens zijn aanpassingen en nieuwe voorstellen besproken. Ondernemers willen graag dat naast een verruiming en verduidelijking van de reclame-regels de nieuwe regels voor iedereen gelden en ook zo gehandhaafd worden.
De nieuwe voorstellen zijn verwerkt in deze nota. De nieuwe regels hebben betrekking op aanvragen voor nieuwe reclame-uitingen. Bestaande reclame-uitingen die op basis van bestaand of oud beleid zijn vergund vallen er buiten en blijven zoals ze zijn.
De opdeling van de ondernemers in drie hoofdgroepen (binnenstad, buiten de binnenstad en de bedrijventerreinen) ten behoeve van het bovengenoemd overleg bleek goed werkbaar en is in deze nota overgenomen als hoofdindeling voor de gebieden waar dezelfde reclame-regels voor gelden.
1 . 3 R e l a t i e m e t a n d e r e w e t - e n r e g e l g e v i n g
Hieronder worden de voor reclame relevante beleidsterreinen genoemd.
Na vaststelling van de “reclamenota Deventer” is dit het toetsingskader voor de reclame. Het document is aanvullend op de welstandsnota en vervangt hoofdstuk 5. Reclamebeleid. Alle andere hoofdstukken en onderdelen uit de welstandsnota blijven ook voor reclame-uitingen van kracht.
> B e s t e m m i n g s p l a n
Het bestemmingsplan regelt onder meer de functie en het ruimtebeslag van bouwwerken. Een bouwplan moet altijd voldoen aan het bestemmingsplan. Bouwmogelijkheden die het bestemmingsplan geeft, kunnen niet door welstandscriteria worden tenietgedaan.
> Beeldkwaliteitsplan Beschermd stadsgezicht Deventer “kwaliteit voor ogen”
Het beeldkwaliteitsplan “kwaliteit voor ogen” heeft tot doel het historische karakter en de leefbaarheid van de Deventer binnenstad te behouden en te versterken. Bij reclameaanvragen wordt dit beeldkwaliteitsplan als toetsingskader gebruikt. Wat betreft het onderdeel reclame, vervangen de geactualiseerde reclameregels in deze nota bij eventuele strijdigheid de reclameregels in het Beelkwaliteitsplan Beschermd Stadsgezicht Deventer.
> M o n u m e n t e n b e l e i d
De gemeente kent meer dan 1.000 rijks- en gemeentelijke monumenten en een achttal beschermde stads en dorpsgezichten, waar de binnenstad van Deventer de grootste van is. Voordat een vergunning voor wijzigingen aan een monument wordt afgegeven, zal conform de Monumentenwet 2008 en de gemeentelijke erfgoedverordening 2010 Deventer advies worden aangevraagd bij de Planadviesraad monumenten en beschermd stadgezicht.
> A l g e m e n e p l a a t s e l i j k e v e r o r d e n i n g D e v e n t e r
In de Algemeen plaatselijke verordening Deventer (APV) zijn gemeentelijke regels vastgelegd over onder andere de openbare orde en veiligheid. Een onderdeel hiervan is handelsreclame die vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar is. Het hier aanbrengen zonder vergunning is kort gezegd verboden.
Er is een lijst opgenomen van reclames-uitingen waarvoor geen omgevingsvergunning voor reclame vereist is. Dit zijn vooral tijdelijk reclame-uitingen, bouw- en makelaarsborden, en ideële en niet-commerciële reclame.
Zodra er echter sprake is van een bouwactiviteit, en dat is voor veel reclame zo, dan moet er een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) worden aangevraagd.
Een ander onderdeel van de APV bestaat uit regels over uitstallingen en losse reclameobjecten in de openbare ruimte. Uitstallingen zijn, omdat ze niet vergunningplichtig zijn, niet welstandplichtig. Voor de losse reclameborden is in de APV opgenomen dat deze moeten voldoen aan redelijke eisen van welstand.
Voor de kwaliteit van het straatbeeld en ook voor de winkelier is vaak het geheel aan uitingen van reclame en uitstallingen belangrijk. Om die reden, namelijk dat ze de sfeer meebepalen en voor de ondernemers een manier zijn om zich te presenteren, komen de uitstallingen in deze nota aan de orde. Er wordt in deze nota in hoofdstuk 9 met beelden aangegeven welke mogelijkheden en regels er zijn voor uitstallingen. De losse reclameobjecten uit de APV zijn in deze reclamenota ondergebracht bij de reclamevormen.
Op een aantal punten wijken de voorstellen in deze nota af van de Algemene plaatselijke verordening Deventer (APV). In §1.5 wordt aangegeven wat de verschillen zijn met het bestaande welstands- en uitstallingenbeleid. Na vaststelling van deze nota dient dan ook de APV op betreffende punten aangepast en vastgesteld te worden.
1 . 4 H o e w o r d t e r g e t o e t s t ?
> W a n n e e r i s e e n v e r g u n n i n g n o d i g ?
Zodra er sprake is van een bouwactiviteit, bouwen of een bouwwerk dan is een omgevingsvergunning vereist (artikel 2.1, eerste lid onder a. van de Wabo). Een uitzondering hierop zijn de vergunningsvrije bouwwerken, maar voor reclame- uitingen is er geen uitzondering gemaakt.
De definitie van een bouwwerk is: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
Omdat veel reclame is bevestigd met een constructie aan het gebouw of de grond, is een omgevingsvergunning nodig.
Maar als bijvoorbeeld bij vervanging van een reclame de bestaande constructie niet verandert en de nieuwe reclame past binnen de regels van deze reclamenota dan is een vergunning niet meer nodig.
Omdat losse uitstalling in de openbare ruimte geen bouwwerk is, is geen vergunning nodig.
> W a n n e e r i s e e n w e l s t a n d s t o e t s i n g n o d i g ?
Als er geen omgevingsvergunning nodig is voor een bouwwerk, dan vindt er (vooraf) ook geen welstandstoetsing plaats. Als er wel een omgevingsvergunning nodig is voor een bouwwerk dan staat in de Welstandsnota of er ook een welstandstoets nodig is. De gemeente is vrij hierin haar beleid te bepalen; welstandstoets of welstandsvrij.
In de hierboven beschreven APV is bepaald in welke gevallen een welstandstoets vereist is voor handelsreclame. Dit is ook facultatief.
> G e w o o n e n b i j z o n d e r
G e w o o n / s t a n d a a r d
De regels waar een reclame-uiting aan moet voldoen gelden voor een ‘gewone, standaard’ reclame. Een gewone reclame-uiting past binnen de vooraf vastgestelde reclame-regels. Deze regels zijn objectief, meetbaar en eenduidig en dus goed toetsbaar. Zo weet een ondernemer van te voren dat ‘het goed’ is en er in principe een vergunning afgegeven wordt. De aanvraag wordt niet voorgelegd aan de Planadviesraad Welstand, maar de gemeentelijke coördinator welstand verricht de toets aan de hand van de regels. De vergunning kan dan snel verleend worden.
De regels voor een gewone, standaard reclame wordt in deze notitie met illustraties toegelicht.
B i j z o n d e r / m a a t w e r k
Een reclame-uiting die niet past binnen de vooraf vastgestelde regels is bijzonder en vereist maatwerk. Dit kan het geval zijn als een pand ongeschikt is voor een gewone reclame-uiting of omdat de ondernemer iets bijzonders wil of omdat er anderszins sprake is van een bijzondere situatie. Dit betekent niet dat de reclame afgekeurd wordt, maar dat de ondernemer en de gemeente in overleg moeten voor een maatwerkoplossing. Om vooraf enige duidelijkheid te kunnen geven, worden waar mogelijk de kaders voor een maatwerkoplossing aangegeven. De gemeentelijke coördinator welstand beoordeelt of de bijzondere reclame past binnen de beschreven bandbreedte. Als de reclame – na overleg - niet past binnen de aangegeven bandbreedte of bij twijfel over de toepasbaarheid, dan wordt de aanvraag ter advisering voorgelegd aan de Adviesraad Welstand.
Een reclame-aanvraag voor een beschermd monument moet altijd worden voorgelegd aan de Planadviesraad monumenten en beschermd stadgezicht.
Dat is zo vastgelegd in de Monumentenwet 2008 en de gemeentelijke Erfgoedverordening 2010 Deventer. De Adviesraad Welstand toetst vervolgens op basis van de reclame-regels van deze nota. De gebieds- en algemene welstandscriteria uit de welstandsnota Deventer zijn in die situaties ook het toetsingskader.
In deze reclamenota komen de volgende typen reclame-regels voor:
A l g e m e n e r e c l a m e - r e g e l s ( h o o f d s t u k 2 )
Er gelden algemene regels waar alle reclame aan moet voldoen.
G e b i e d s - e n o b j e c t r e g e l s ( h o o f d s t u k 3 , 4, 5 e n 6 )
Voor gebieden in de gemeente die een grote overeenkomst in gebruik of ruimtelijke samenhang vertonen, zoals een bedrijventerrein of de binnenstad, gelden dezelfde reclame-regels.
De volgende gebiedsindeling wordt voor reclame-uitingen gehanteerd:
De reclamekaart met de gebiedsindeling is opgenomen in de bijlage.
Voor naamborden (hoofdstuk 7) met een bescheiden oppervlakte (tot 0,5 m²) zijn de regels van toepassing zoals deze in de APV zijn opgenomen.
A a n l i c h t i n g e n v e r l i c h t i n g
Veel reclame-uitingen worden ’s avonds verlicht. In dit hoofdstuk (8) worden de beleidsintenties over de verlichte reclame uiteengezet en de toepassingsregels behandeld.
In hoofdstuk 9 staan de regels waar uitstallingen in de openbare ruimte aan dienen te voldoen. Deze uitstallingsregels gelden in een beperkt aantal aangewezen gebieden. De uitstallingen worden niet vooraf getoetst; ze zijn vergunningsvrij. Wel wordt gecontroleerd of aan de algemene regels wordt voldaan en indien nodig wordt er handhavend opgetreden.
Als er achteraf in bestaande situaties wordt ingegrepen omdat een reclame in ernstige mate strijdig is met redelijke eisen van welstand, dan kan gebruikgemaakt worden van de bestaande excessenregeling uit de welstandsnota Deventer.
1 . 5 W a t z i j n d e v e r s c h i l l e n m e t h e t b e s t a a n - d e r e c l a m e - e n u i t s t a l l i n g e n b e l e i d ?
In deze reclamenota wordt een onderscheid gemaakt tussen gewone en bijzondere reclame en uitstallingen. Voor de gewone reclame zijn duidelijke en eenduidige regels opgesteld. Dan weet iedereen waar hij aan toe is. Maar je kunt als je iets anders of bijzonders wilt er wel van afwijken. De afwijking van de standaardregels hoeft niet bekrachtigd te worden met een B & W- besluit; de reclamenota biedt hier ruimte voor.
In de bestaande welstandsnota zijn er gebiedsgerichte reclamecriteria die van toepassing zijn bij of aan panden gelegen in de betreffende gebieden, en er zijn bestemmingsgerichte reclamecriteria die van toepassing zijn bij of aan panden waar op grond van de bestemming van het betreffende perceel reclame is toegestaan.
De gebiedsindeling in de welstandnota voor reclame is door samenvoeging vereenvoudigd en teruggebracht naar vier gebieden, namelijk “binnenstad”, “buiten de binnenstad”, “De Boreel”, en “Bedrijventerreinen”. Ook de indeling in bestemmingsgerichte reclame is vervallen, waardoor de regels voor alle functies dezelfde zijn geworden. Alleen voor sport-, en recreatieterreinen zijn afzonderlijke eisen gesteld.
Voor de binnenstad gelden op grond van het nieuwe reclamebeleid overal dezelfde reclame-regels. Tot nog toe was de binnenstad verdeeld in twee gebieden. Het kernwinkelgebied en de binnenstad buiten het kernwinkelgebied.
In de binnenstad is de regel nu dat er één reclame-uiting per 10 strekkende meter gevel is toegestaan. Het voorstel is straks per 7,5 strekkende meter gevel één reclame-uiting toe te staan. Aangezien een aanzienlijk deel van de panden in de binnenstad tussen de 6 en 10 m breed is, is de verwachting dat daar straks een tweede reclame-uiting zal komen. Hierdoor kan bijvoorbeeld ook de horeca bij veel panden een tweede reclame-uiting van de brouwerij plaatsen.
In het bestaande uitstallingen- en terrassenbeleid zijn in de uitstallingszone en op de vergunde terrassen geen losse menuborden en losse menustandaards toegestaan. In de nieuwe nota wordt, onder strikte voorwaarden, de mogelijkheid geboden één uitklapbaar schoolkrijtbord als mededelingenbord en een menustandaard te plaatsen.
(Voor de twee laatste veranderingen moet ook de APV aangepast worden.)
B u i t e n d e b i n n e n s t a d
In het nieuwe beleid zijn de bestemmingsgerichte criteria uit de bestaande nota vervangen en ondergebracht tot de gebiedsgerichte regels voor één gebied buiten de binnenstad. De bedrijventerreinen, De Boreel en de woonbestemmingen vallen niet onder de reclame-regels voor dit gebied.
(Voor de twee laatste veranderingen moet ook de APV aangepast worden.)
B e d r i j v e n t e r r e i n e n
In deze reclamenota wordt er een onderscheid gemaakt tussen de zichtlocaties langs de hoofdwegen en de A1 enerzijds en de interne locaties op de bedrijventerreinen anderzijds.
Hier is niets veranderd en zijn de bestaande regels aan de hand van de ervaringen met de plantoetsing iets vereenvoudigd.
W o n e n m e t b e d r i j f o f b e r o e p a a n h u i s
Deze categorie is geschrapt. De bestaande, vergunningsvrije regels uit de APV voor naamborden voorzien hierin.
De regels over algemene handelsreclame in de openbare ruimte zijn nu ook opgenomen. Voor veel onderdelen, bijvoorbeeld abri’s, zijn contracten opgesteld en voor andere onderdelen zoals de A1-zone, tv-schermen en rotondes is nieuw beleid geformuleerd en in deze nota opgenomen.
Voor de A1-zone geldt nu dat er ruimte is voor maximaal twee reclamemasten.
Tv-schermen zijn behalve op de gevels van bedrijfsgebouwen ook toegestaan op abri’s, billboards, lichtmasten e.d. in plaats van de bestaande lichtreclames.
B i j z o n d e r e en t i j d e l i j k e s i t u a t i e s
Voor bijzondere of tijdelijke situaties kan na advies van de Planadviesraad worden afgeweken van het in deze nota geformuleerde beleid.
2 A l g e m e n e re c l am e r e g e l s
2 . 1 A l g e m e n e r e c l a m e r e g e l s
Voor alle reclame-uitingen gelden de volgende algemene regels:
reclame heeft een relatie met de bestemming van de onroerende zaak of met het gedeelte daarvan waarop de reclame is of wordt aangebracht of met het feitelijke gebruik dat van de onroerende zaak of het gedeelte wordt gemaakt, tenzij het handelsreclame van tijdelijke aard betreft of indien het om een door het college aangewezen onroerende zaak gaat (zie hiervoor ook de APV);
geen bewegende lichtreclame, knipperende lichtreclame of reclame met mechanisch bewegende delen, behoudens onder voorwaarden bij tv-schermen en reclamemasten in een beperkt aantal daartoe aangewezen twee gebieden in de A1-zone, de bestaande gecontracteerde plekken in de gemeente en de aangewezen gebieden conform de nota Tv-schermen.
geen spandoeken*;
2. 2 U i t z o n d e r i n g e n o p d e a l g e m e n e r e c l a m e - r e g e l s
Het kan voorkomen dat een reclameaanvraag niet voldoet aan de algemene reclame- regels en er toch redenen zijn om medewerking te verlenen. Er zijn vooraf geen objectieve, eenduidige criteria voor zo’n medewerking op te stellen. Voor regels 4 en 8 zijn in relatieve zin de criteria waar de afwijking aan getoetst kan worden, beschreven. Zie voor afwijking regel 4 ‘reclame buiten de binnenstad- bijzonder’ en voor regel 8 ‘reclame bedrijventerreinen- bijzonder’. De toetsing aan redelijke eisen van welstand gebeurt in eerste instantie ambtelijk.
Bij twijfel of bij een negatief resultaat of als de aanvraag niet voldoet aan een van de andere algemene reclame-regels, wordt de aanvraag voorgelegd aan de Planadviesraad Welstand. De gebieds- en algemene welstandscriteria uit de welstandsnota Deventer zijn in die situaties ook het toetsingskader
3 R e c l a m e b i n n e n s t a d
Het hoofduitgangspunt voor reclame in de binnenstad is dat reclame moet bijdragen aan de sfeer en de ruimtelijke kwaliteit van de historische binnenstad. De reclame moet chique en ingetogen zijn en de ondernemer voldoende mogelijkheden bieden zich te presenteren.
De bestaande reclame-regels voor de binnenstad voldoen over het algemeen goed, zo bleek op de bijeenkomsten op 2 februari en 9 maart 2015. Iets meer flexibiliteit en verruiming, maar ook een gelijke behandeling van elke ondernemer wordt belangrijk gevonden. Een andere wens is dat de verschillende sferen die de binnenstad juist aantrekkelijk maken met het nieuwe beleid concreet invulling kunnen krijgen. In dit reclamebeleid worden daarom aan de ene kant concrete en eenduidige regels voorgesteld waar een gewone, standaard reclame aan moet voldoen. Aan de andere kant wordt er ruimte geboden voor nieuwe maatwerkoplossingen die goed passen bij een gewenst sfeerbeeld of na te streven ruimtelijke kwaliteit.
G e w o n e r e c l a m e v o r m e n
Als eerste wordt er een overzicht gegeven van de reclamevormen waarvoor standaardregels zijn opgesteld. De vorm of het type worden geïllustreerd.
Het stapelen van de reclamevormen
De navolgende reclamevormen kunnen – binnen de voorwaarden die aan de maximale aantallen voor een reclamevorm gesteld worden - met elkaar gecombineerd worden (of anders gezegd gestapeld worden).
Vaste reclame; reclame aan de gevel
Per 7,5 strekkende meter gevel is één van de drie getoonde reclamevormen aan de gevel (zie blz.17) toegestaan. Bijvoorbeeld op een 9 m brede gevel kunnen twee van de drie getoonde reclamevormen aan de gevel geplaatst worden.
Voor een hoekpand worden de voorgevel en de bewinkelde zijgevel gerekend als strekkende meter gevel. Bijvoorbeeld: aan de voorgevel van 7 m breed kan één van de getoonde reclame vormen geplaatst worden en aan de bewinkelde zijgevel van 5 m breed kan ook één van de getoonde reclamevormen geplaatst worden.
Als een reclamevorm niet in het overzicht staat, dan zijn er geen standaardregels voor opgesteld. Vaak is dat omdat een bepaalde reclamevorm voor de binnenstad ongewenst wordt gevonden, maar het kan ook zijn dat het een nieuwe vorm betreft of dat het een afwijkende variant is van een reclamevorm in het overzicht. De ondernemer en de gemeente moeten dan in overleg. De gemeente beoordeelt of de afwijkende reclamevorm past binnen de algemene en bijzondere reclame-regels van deze nota.
R e g e l s b i n n e n s t a d
Vervolgens worden per reclamevorm aan de hand van een tekening en foto de standaardregels die betrekking hebben op de aantallen, plaatsing, afmetingen en de verlichting toegelicht. Ook wordt aangegeven of een vergunning noodzakelijk is.
Tv-schermen zijn in binnenstad in de gecontracteerde gebieden toegestaan als vervanging van lichtreclame in abri’s, abri’s, billboards, mitst passend in de bestaande frames. Tijdelijke en bijzondere reclame kan in bijzondere gevallen en bij uitzondering. De PAR beoordeelt.
B i j z o n d e r e r e c l a m e
Een reclame-uiting die niet past binnen deze standaardregels is bijzonder. Dit kan zijn omdat een pand ongeschikt is voor een gewone reclame-uiting, maar ook omdat de ondernemer het bijzondere karakter van zijn pand of straat wil benadrukken. De ondernemer(s) en de gemeente moeten dan in overleg voor een maatwerkoplossing. Om vooraf enige duidelijkheid te kunnen geven, worden de kaders voor een maatwerkoplossing zo helder mogelijk beschreven. De gemeentelijk coördinator welstand beoordeelt de maatwerkoplossing. Bij twijfel of als de reclame niet past binnen de aangegeven bandbreedte, wordt de aanvraag voorgelegd aan de Planadviesraad welstand, monumenten en beschermd stadsgezicht.
________________________________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________________________________
open letters of doosletters aan de gevel
Reclame is afgestemd op de detaillering, maat, materialisatie en kleurstelling van de pui en het pand
maximaal één per 7,5 m gevel* | |
Los reclameobject aan de gevel
direct te verwijderen reclameobject
gezamenlijke oppervlakte maximaal 0,6 m² maximaal 0,6 m²* | |
Reclame die niet past binnen de regels, zoals hiervoor beschreven, is bijzonder. Er zijn geen objectieve eenduidige criteria voor een toetsing vooraf voor bijzondere reclame op te stellen. Hieronder worden aan de hand van de mogelijkheden die zich kunnen voordoen in relatieve zin de criteria beschreven waar een bijzondere reclame aan getoetst kan worden. Een belangrijk criterium is de bijdrage en verhoging van de reclame aan de sfeer in een straat of op een plein. De toetsing van de bijzondere reclame aan redelijke eisen van welstand gebeurt in eerste instantie ambtelijk. Bij twijfel of bij een negatief resultaat of als de hieronder beschreven criteria niet passend zijn, wordt de aanvraag voorgelegd aan de Planadviesraad welstand, monumenten en beschermd stadsgezicht. De gebieds- en algemene welstandscriteria uit de welstandsnota Deventer, alsmede de uitgangspunten uit het Beeldkwaliteitsplan Beschermd stadsgezicht Deventer zijn in die situaties ook het toetsingskader.
________________________________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________________________________
4 R e c l a m e b u i t e n d e b i n n e n s t a d
In het bestaande welstandsbeleid zijn er gebiedsgerichte en bestemmingsgerichte reclamecriteria. In deze reclamenota zijn deze bestemmingsgerichte reclamecriteria vervangen en grotendeels ondergebracht in het gebied ‘Buiten de binnenstad’. Dit gebied omvat het grondgebied van de gehele gemeente Deventer, behoudens de binnenstad, De Boreel en de bedrijventerreinen.
De bestaande bestemmingsgerichte reclame-regels voldoen namelijk maar ten dele. Dit bleek op de bijeenkomsten van 2 februari en 9 maart 2015. Zo zijn er voor de solitaire bedrijfs-en winkelvestigingen te weinig reclamemogelijkheden. Een ander punt is dat men weinig merkt van de handhaving van regels (bij anderen) en vindt dat het opstellen van regels ook toezicht op naleving door iedereen betekent. Nieuw is de vraag van een vestiging in het buitengebied, die zich door de afgelegen ligging niet kenbaar kan maken.
Voor de gebieden de binnenstad, de bedrijventerreinen en De Boreel zijn ‘eigen’ reclame-regels opgesteld omdat ze onderling een grote overeenkomst in gebruik en ruimtelijke samenhang hebben (zie hoofdstuk 3, 5 en 6). Voor de panden en percelen met een woonbestemming zijn geen aparte regels opgesteld. Voor wonen met bedrijf of beroep aan huis voldoen de bestaande regels uit de Algemene plaatselijke verordening Deventer (APV) voor een vergunningsvrij naambord. In hoofdstuk 7 is dit naambord geïllustreerd.
In de regels voor de gebieden buiten de binnenstad wordt op onderdelen, bijvoorbeeld voor verlichting, een onderscheid gemaakt tussen reclame binnen en reclame buiten de bebouwde kom.
Het uitgangspunt voor de reclame buiten de binnenstad is dat er een goede balans is tussen de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte en het buitengebied enerzijds en de belangen van de ondernemers anderzijds.
De reclame-uitingen moeten er verzorgd uitzien en de ondernemer voldoende mogelijkheden bieden zich te presenteren.
G e w o n e r e c l a m e v o r m e n
Als eerste wordt een overzicht gegeven van de reclamevormen waarvoor standaardregels zijn opgesteld. De vorm of het type worden geïllustreerd.
Het stapelen van de reclamevormen
De onderstaande reclamevormen kunnen – binnen de voorwaarden die aan de maximale aantallen voor een reclamevorm gesteld worden - met elkaar gecombineerd worden (of anders gezegd gestapeld worden, zie blz. 28).
Vaste reclame: reclame aan de gevel en vrijstaande reclame op eigen terrein
Binnen de bebouwde kom zijn tot 10 strekkende meter gevel drie reclame- uitingen toegestaan.
Buiten de bebouwde kom zijn per vestiging drie reclame-uitingen toegestaan. Combinatie naar keuze uit de getoonde reclamevormen aan de gevel op blz. 28 of de getoonde vrijstaande reclames op eigen terrein op blz. 28.
Bijvoorbeeld één uithangbord, één vrijstaand bord en één vlag.
Vanaf een 10 m brede gevel binnen de bebouwde kom is per 10 strekkende meter één extra reclame-uiting mogelijk. Bijvoorbeeld voor een 15 m brede gevel kunnen 4 reclame-uitingen geplaatst worden.
Voor een hoekpand binnen de bebouwde kom worden de voorgevel èn de bewinkelde zijgevel gerekend als strekkende meter gevel. Bij bijvoorbeeld een voorgevel van 7 m breed en een bewinkelde zijgevel van 5 m breed (samen 12 m gevel) is één extra reclame-uiting mogelijk.
Buiten de bebouwde kom blijft in alle omstandigheden het maximum aantal reclame-uitingen per vestiging gelden.
Deze zijn toegestaan aan de gevel in de stadsassen en ontsluitingswegen op bedrijventerreinen en op de bedrijventerreinen zelf, mits passend binnen het maximaal toegestane aantal en de maximaal toegestane oppervlakte van 2,5 m². Daarnaast mogen tv-schermen toegepast worden in abri’s, lichtmasten, billboards of als vervanging van de bestaande gecontracteerde lichtreclame onder voorwaarde dat ze binnen de bestaande oppervlakten/frames passen.
Deze zijn toegestaan aan de gevel in de stadsassen en ontsluitingswegen op bedrijventerreinen en op de bedrijventerreinen zelf, mits passend binnen het maximaal toegestane aantal en de maximaal toegestane oppervlakte zoals voor een ‘spanframe’: 2 m². Daarnaast mogen tv-schermen toegepast worden in abri’s als vervanging van de bestaande lichtreclame.
Als een reclamevorm niet in dit overzicht staat, dan zijn er geen standaardregels voor opgesteld. Vaak is dat omdat een bepaalde reclamevorm ongewenst wordt gevonden. Maar het kan ook dat het een nieuwe vorm betreft of dat het een afwijkende variant op een reclamevorm of uitstallingstype in het overzicht is. De ondernemer en de gemeente moeten dan in overleg. De gemeente beoordeelt of de afwijkende reclamevorm past binnen de algemene en bijzondere reclame-regels van deze nota.
R e g e l s b u i t e n d e b i n n e n s t a d
Vervolgens worden per reclamevorm aan de hand van een tekening en/of foto de standaardregels die betrekking hebben op de aantallen, plaatsing, afmetingen en de verlichting toegelicht. Ook wordt aangegeven of een vergunning noodzakelijk is. Voor de vaste reclame aan de gevel en de vaste vrijstaande reclame op het eigen terrein is een klein onderscheid aangebracht tussen de bebouwde kom en daarbuiten. Buiten de bebouwde kom is het maximale aantal van drie reclame-uitingen gerelateerd aan de vestiging of het gebouw, binnen de bebouwde kom is het gerelateerd aan de gevellengtes. Dit is omdat er binnen de bebouwde kom vaak sprake is van aaneengesloten bebouwing of een lintbebouwing met bedrijvigheid en buiten de bebouwde kom meestal een solitaire bedrijfsvestiging in vrijstaande bebouwing op enige afstand van de openbare weg. Verlichte of aangelichte reclame is in het buitengebied buiten de bebouwde kom niet toegestaan conform de standaardregels.
B i j z o n d e r e r e c l a m e
Een reclame-uiting die niet past binnen de standaardregels is bijzonder. Dit kan zijn omdat een pand of de situering ongeschikt is voor een gewone reclame-uiting of omdat de winkeliers in een winkelcentrum iets bijzonders willen. De ondernemer(s) en de gemeente moeten dan in overleg voor een eventuele maatwerkoplossing. Om vooraf enige duidelijkheid te kunnen geven worden de kaders voor een enkele mogelijke maatwerkoplossing zo helder mogelijk beschreven. De gemeentelijk coördinator welstand beoordeelt in eerste instantie de maatwerkoplossing. Bij twijfel, bij een negatief resultaat of als er geen kaders zijn aangegeven voor een maatwerkoplossing, wordt de aanvraag voorgelegd aan de Planadviesraad Welstand. De gebieds- en algemene welstandscriteria uit de welstandsnota Deventer zijn in die situaties ook het toetsingskader.
4.3 Regels buiten de binnenstad
Vrijstaand los reclamebord op de stoep
tijdens openingstijden voor de gevel van de vestiging In het aangewezen deel van de Boxbergerweg en de Rielerweg in de 0,60 m brede uitstallingszone vóór de gevel* | |
één bord per 10 strekkende meter gevel en twee borden als de gevel breder is dan 10 m | |
4.3 Regels buiten de binnenstad
los reclameobject aan de gevel
direct te verwijderen reclameobject
gezamenlijke oppervlakte maximaal 0,6 m²* | |
4.4 Reclame buiten de binnenstad
Reclame die niet past binnen de hiervoor beschreven regels is bijzonder.
Er zijn geen objectieve, eenduidige criteria voor een toetsing vooraf voor bijzondere reclame op te stellen. Hieronder wordt aan de hand van de mogelijkheden die zich kunnen voordoen in relatieve zin de criteria beschreven waar een bijzondere reclame aan getoetst kan worden. De toetsing van de bijzondere reclame aan redelijke eisen van welstand gebeurt in eerste instantie ambtelijk. Bij twijfel of bij een negatief resultaat of als de hieronder beschreven criteria niet passend zijn, wordt de aanvraag voorgelegd aan de Planadviesraad Welstand. De gebieds- en algemene welstandscriteria uit de welstandsnota Deventer zijn in die situaties ook het toetsingskader.
________________________________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________________________________
5 R e c l a m e b e d r i j v e n t e r r e i n e n
Het nieuwe beleid voor reclame op de bedrijventerreinen is het resultaat van de bijeenkomst op 23 april 2014 met de ondernemers, de gemeente en andere betrokkenen.
De hoofdpunten van het gesprek zijn kort samengevat;
Voor de bedrijventerreinen worden langs de hoofdwegen en de A1 strengere eisen gesteld aan de reclames aan de gevel dan elders op het bedrijventerrein. Over deze wegen komen veel mensen langs en kent de ruimtelijke omgevingskwaliteit ook een sterk algemeen belang.
Uithangborden aan de gevel komen door de vaak ruime afstand tot de weg nauwelijks voor op het bedrijventerrein. Voor de borden of banieren die haaks op de gevel zijn geplaatst, zijn daarom geen aparte regels voor de maatvoering opgenomen.
Reclame op tv-schermen is toegestaan aan de gevel langs de stadsassen, de ontsluitingswegen als mede op de bedrijventerreinen zelf, mits het reclame van het eigen bedrijf betreft en mits het past binnen het maximaal toegestane aantal en oppervlakte. Het plaatsen van een tv-scherm is altijd vergunningplichtig.
Het stapelen van de reclamevormen
De navolgende reclamevormen kunnen – binnen de voorwaarden die aan de maximale aantallen voor een reclamevorm gesteld worden - met elkaar gecombineerd worden (of anders gezegd gestapeld worden):
Vrijstaande zuil, bord, of spanframe op eigen terrein
maximaal twee vrijstaande borden, zuilen of spanframes per kavel* | |
Reclame-uitingen die niet passen binnen de hiervoor beschreven regels worden aangemerkt als ‘bijzonder’. Er zijn geen objectieve, eenduidige criteria voor een toetsing vooraf voor bijzondere reclame-uitingen op te stellen. Hieronder worden aan de hand van de mogelijkheden die zich kunnen voordoen in relatieve zin de criteria beschreven waar een bijzondere reclame aan getoetst kan worden. De toetsing van de bijzondere reclame aan redelijke eisen van welstand gebeurt in eerste instantie ambtelijk. Bij twijfel of bij een negatief resultaat of als de hieronder beschreven criteria niet passend zijn, wordt de aanvraag voorgelegd aan de Plan Adviesraad Welstand. De gebieds- en algemene welstandscriteria uit de welstandsnota Deventer zijn in die situaties ook het toetsingskader.
6 R e c l a m e D e B o r e e l
Voor reclame-uitingen binnen het plangebied De Boreel is destijds een specifiek reclameplan opgesteld. Om deze reden wordt een afzonderlijk hoofdstuk aan De Boreel gewijd.
Een sleutelbegrip voor de uitwerking van het reclameplan was destijds integraliteit, waarbij reclame en architectuur in elkaars verlengde moeten liggen om te voorkomen dat er een andere sfeer ontstaat dan door de architectuur wordt opgeroepen. Er is gestreefd naar een eenduidige uitwerking waarin de individuele ondernemer zijn herkenbaarheid niet verliest maar een onderdeel is van een totaal concept. De uitstraling van de reclame-uitingen is daarbij afgestemd op de bijzondere ligging van De Boreel en de economische verbinding aan de binnenstad. Aangezien er geen aanwijzingen zijn van de eigenaar dat dit reclameplan niet meer voldoet, zijn de bestaande reclame-regels zoals deze zijn opgenomen in de welstandsnota, overgenomen. Op basis van de ervaringen van de afgelopen jaren met deze toetsing zijn sommige regels iets vereenvoudigd.
In het reclameplan voor De Boreel is de term ‘thematische beelden’ geïntroduceerd. Thematische beelden zijn geen directe handelsreclame, maar brengen met een verbeelding op een bord een gewenste sfeer tot uitdrukking.
7 R e c l a m e i n d e o p e n b a r e r u i m t e
Met de ontwikkeling van het bedrijvenpark A1 springt de stad Deventer letterlijk over de snelweg A1. Ondernemers zien volop kansen om hun bedrijf en producten prominent in de etalage van de snelweg te tonen. De afgelopen tijd hebben diverse partijen de wens kenbaar gemaakt om de zichtbaarheid van hun bedrijf vanaf de snelweg te vergroten en andere reclame-uitingen mogelijk te maken waar onder de plaatsing van reclamemasten nabij de snelweg A1.
A1-zone het Groen-Blauwe stadsfront
De A1-zone met haar verkeersaansluitingen vormt samen met de Schipbeek, de bijbehorende dijklichamen, de zwaar beplante taluds en restgebiedjes een wereld op zich. Deze wereld en de aangrenzende bebouwing van de omliggende bedrijventerreinen noemen we de A1-zone. Vanuit de inpassingsfilosofie van de A1 als parkway is het idee om ter hoogte van het stedelijk gebied Deventer een streekeigen stadsfront te ontwikkelen: vanaf de A1 een parkachtige voorgrond met daarachter gelegen bedrijven.
Dit zogenaamde Groen-Blauwe stadsfront Deventer beslaat het trajectdeel IJsseldijk- Handelspark de Weteringen en bouwt voort op het Masterplan Schipbeek, de gewenste transformatie van de Stadsentree (Structuurvisie Stadsaszone) en het beeldkwaliteitsplan voor het bedrijvenpark A1. Centraal staat het omvormen van de huidige boom- en struweelbeplanting tot een parkachtig zone tussen stadsfront en snelweg, zodat vanaf de snelweg een gedoseerd zicht op de bedrijvigheid van Deventer mogelijk wordt. Samen met o.a. duurzame energiewinning (wind en zon) biedt dit kansen om de A1-zone uit te laten groeien tot een beeldmerk van de Duurzame Maakstad Deventer, dan wel Cleantechregio Stedendriehoek.
Het Groen-Blauwe stadsfront en reclame
De gewenste parkachtige setting van de A1-zone met doorzichten op de omliggende bedrijven vraagt om een subtiel samenspel van snelweg, groen- en waterelementen, zichtlijnen en bedrijfsbebouwing. Reclame uitingen in de A1-zone zijn ruimtelijk mogelijk, mits ze een vanzelfsprekend onderdeel uitmaken van dit samenspel. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen reclame op gebouwen (of eigen terrein) en reclamemasten in de openbare ruimte.
De bedrijfsgebouwen rondom de A1 zijn op enige afstand van de snelweg gelegen. Een parkachtige setting vormt in de toekomst de voorgrond. Reclame uitingen aan de gevel, op het dak en/of vrijstaand op eigen terrein kunnen op een vanzelfsprekende manier in het Groen-Blauwe stadsfront worden ingepast, mits ze integraal deel uit maken van de vormgeving/architectuur van de bebouwing c.q. terreininrichting. Gezien de afstand tussen snelweg en reclame-uitingen én de snelheid van de automobilist vraagt dit wel om specifieke criteria. Deze zijn opgenomen in de ’Reclame- en uitstallingennota Deventer 2015’.
Reclamemasten, aantal en plaatsingscriteria
Vanuit het concept Groen-Blauwe stadsfront zijn masten ofwel bouwwerken in de bermen direct langs de A1 niet wenselijk. Dit betekent niet dat er geen reclamemasten mogelijk zijn, maar het stelt eisen aan het aantal, situering, omvang en vormgeving van de masten.
Criteria voor de situering zijn:
Aan de noordzijde van de snelweg niet in de groenzone tussen de Schipbeek en A1 (overeenkomstig het Masterplan Schipbeek) en aan de zuidzijde niet in de groenzone tussen A1 en eerste lijnbebouwing van het bedrijventerrein A1; een deel van deze groenzone is gerealiseerd in het kader van natuurcompensatie.
In verband met een logische samenhang tussen de locatie van de mast en de ligging van bedrijven, die gebruikmaken van de reclame- c.q. verwijsmogelijkheid op de mast, is het voorstel om de masten aan de zuidzijde van de A1 binnen een straal van 600 m van de aansluiting Deventer Oost en aan de noordzijde binnen een straal van 600 m bij de aansluiting Deventer centrum te situeren.
De commerciële waarde van een reclamemast wordt in grote mate bepaald door de zichtbaarheid van de mast, waarbij aspecten als de hoogte, het ontwerp, omvang, het aantal schermen, verlichting en aanlichting, alsmede de (bijzondere) architectonische vormgeving en rol speelt:
Voor de zichtbaarheid van de reclame vanaf de A1 is het van belang dat deze niet wegvalt achter of tegen bebouwing of alleen afhankelijk is van doorzichten op de masten. Er wordt een masthoogte van tussen circa 40 – 60 m toegestaan.
Omvang en aantal reclame-uitingen
Het aantal en omvang van de reclame-uitingen per mast is afhankelijk van het ontwerp van de mast en de verschijningsvorm van de reclame-uitingen, dynamisch, statisch of een combinatie daarvan. De markt is erg in beweging en beweegt zich van een statische naar een led-gedreven, bewegende reclame-uitingen.
Om te voorkomen dat de hele mast wordt volgehangen is de vuistregel dat circa een derde van de mastlengte door borden met reclame-uitingen in beslag mag worden genomen.
Daarnaast zijn er ook hybride denkmodellen denkbaar, een combinatie van statische borden en led-verlichte dynamische Tv-borden.
De reclame-uitingen zijn in eerste instantie gericht op de A1, maar ook reclame- uitingen gericht op de Siemelinksweg en de Zutphenseweg zijn vanuit commercieel oogpunt denkbaar. Hierbij moet wel de bestaande contracten en afspraken ten aanzien van bestaande reclame-uitingen in de openbare ruimte gerespecteerd worden.
De verlichting en aanlichting maken integraal deel uit van het ontwerp van de mast. Bij dynamische led–verlichte reclame is de verlichting onderdeel van de reclame- uiting zelf. Statische reclameborden worden veelal indirect aangelicht. De verlichting kan hinder geven voor omwonenden, automobilisten, natuur, piloten et cetera. Om hinder te voorkomen zullen de masten met de reclame-uitingen moeten voldoen aan de Richtlijn Lichthinder van de Commissie lichthinder NSVV (2014). Daarnaast zijn van toepassing de Richtlijnen voor het Ontwerp van Autosnelwegen (ROA), waarin ook voorwaarden voor omgevingsverlichting zijn aangegeven.
Bij het ontwerp zal ook getoetst worden op aspecten van duurzaamheid met dan met name ten aanzien van het energieverbruik. Daarom zal er bij het ontwerp ook beoordeeld worden naar mogelijkheden van energiebesparing, bijvoorbeeld door toepassing van energiezuinige lampen, zonnepanelen, de mogelijkheid tot het dimmen van de verlichting, bijvoorbeeld gedurende de nacht et cetera.
Het voorstel is om de masten meer te laten zijn dan de standaard reclamemast met zogenaamde driehoekborden. Door een bijzondere vormgeving vallen masten meer op en daarmee wordt de commerciële waarde groter. Voor Deventer kunnen de masten een positieve bijdrage leveren aan de herkenbaarheid van Deventer, de exposure van Deventer als duurzame Maakstad, dan wel Stedendriehoek als Cleantech-regio et cetera. Kortom de inzet is om te komen tot een win-winsituatie, waarbij zowel de commerciële waarde, als de meerwaarde voor de stad tot uiting komt in de architectonische vormgeving. Zie onderstaande referentiebeelden.
De vormgeving van de reclamemast zal aan Planadviesraad worden voorgelegd. Op basis van de algemene criteria uit de welstandsnota wordt het ontwerp getoetst. Hierbij is de ambitie om tot een hoogwaardige architectonische vormgeving te komen.
Daarnaast is een belangrijke rol voor Rijswaterstaat weggelegd. Het ontwerp zal ook getoetst moeten worden aan aspecten van lichthinder voor het wegverkeer, omwonenden en het spoor. Met name Rijkswaterstaat is hierin een belangrijke partij. Naast de standaard onderzoeken maakt de bouwhoogte van 40-60m onderzoek naar een aantal specifieke aspecten noodzakelijk.
Het onderzoek naar deze planologische risico’s is voor rekening van de initiatiefnemers.
7 . 2 R e c l a m e o p r o t o n d e s
Steeds meer gemeenten gaan ertoe over om op rotondes reclame-uitingen toe te staan met het doel om extra inkomsten te genereren. De gemeenteraad heeft in november 2015 het beleid voor reclame op rotondes vastgesteld. In het besluit is vastgelegd dat reclame niet is toegestaan op rotondes. Een uitzondering is gemaakt voor reclame die ten tijde van de vaststelling aanwezig was op de volgende rotondes:
De eerste is geadopteerd door de Stichting Groei en Bloei, de tweede door bewoners Platvoet en de derde is geadopteerd door het bedrijf BWWS.
Meer achtergrondinformatie is te vinden in de bijlage van dit document.
Tv–schermen zijn schermen waarop wisselende digitale reclame-uitingen direct of indirect op schermen worden getoond of geprojecteerd. Dit in tegenstelling tot lichtbakken waarop stilstaande reclames worden getoond.
Tv-schermen wisselen in omvang: van grote reclame zuilen op masten langs snelwegen (zie 7.1) to bewegende billboards langs invalswegen, op bedrijventerreinen of achter ramen. Het gaat om led-verlichte bewegende reclame, die veelal 24 uur per dag verlicht zijn.
Verwacht mag worden en het is toegestaan dat tv-schermen de bestaande vergunde reclames in de openbare ruimte op termijn ten dele gaan vervangen, met name op abri’s, billboards en matrixborden (vitrinekasten).
Toetsing van aanvragen vindt plaats op basis van (licht-)hinder voor verkeer en omwonenden en moeten passen binnen de contractueel vastgelegde afmetingen van de borden.
Tv-schermen zijn niet toegestaan op gevels en overige openbare ruimte in beschermde stads- of dorpsgezichten en monumenten.
Tv-reclame is eventueel tijdelijk toegestaan en alleen bij hoge uitzonderingen, bijvoorbeeld bij een evenement of in bijzondere gevallen, waarin het huidige beleid niet voorziet, na consultering van de Planadviesraad.
8 N a a m b o r d r e c l a m e
deze regels gelden voor woonbestemmingen
met het beroep, de naam, de dienst, of het bedrijf dat in of op de onroerende zaak wordt uitgeoefend
Indien de aanvraag niet past binnen bovengenoemde regels, wordt de aanvraag getoetst aan de regels van het gebied waar de reclame geplaatst wordt (binnenstad, buiten de binnenstad, bedrijventerreinen en het Boreel). Als de aanvraag voor een bijzonder naambord een gebouw met woonbestemming betreft, dan wordt in overleg met de gemeente gekeken naar een maatwerkoplossing.
9 A a n l i c h t i n g e n v e r l i c h t i n g
Zodra het donker wordt verandert het karakter van de omgeving. Overdag is er winkelend publiek of zijn er mensen onderweg naar hun werk of school. ‘s Avonds wordt het bijna overal stiller en in de binnenstad is er uitgaanspubliek.
In de bestaande reclame-regels zijn in de meeste gebieden losse, open doosletters als lichtreclame en het aanlichten van de reclame toegestaan.
In de welstandsnota Deventer 2011 is voor de binnenstad een aanlichtingsbeleid voor gebouwen en objecten opgenomen, zodat ook in de avond en de nacht de binnenstad haar bijzondere karakter behoudt. De regels voor het aanlichtingsbeleid zijn in de Algemene plaatselijke verordening Deventer (APV) opgenomen.
Voor het verlichtingsniveau en de sfeer wordt voor de nieuwe regels van de reclameverlichting aangesloten bij dit aanlichtingsbeleid.
De avond- en nachtsfeer in de openbare ruimte wordt voor een deel bepaald door de straatverlichting, de aanlichting van gebouwen èn de reclameverlichting. Reclameverlichting dient naast de aandacht die het vraagt voor een product of dienst ook bij te dragen aan de sfeer van de omgeving. In bijvoorbeeld het uitgaansgebied in de binnenstad is sfeervolle verlichting gewenst die gezelligheid en warmte uitstraalt. Voor bijvoorbeeld de winkelstrip in Schalkaar is vooral de sfeer van openbaarheid, functionaliteit (waar is wat) en veiligheid belangrijk.
S f e e r e n v e r l i c h t i n g s t y p e
Tot voor kort bestond reclameverlichting, naast aanlichting, voornamelijk uit neon- en TL-verlichting. Vanwege de duurzaamheid (levensduur, energiekosten en aanschafkosten) kiest men tegenwoordig bijna altijd voor een LED-verlichting. Neon-reclameverlichting kent een sfeervolle en stijlvolle uitstraling. LED- verlichting heeft de reputatie wit en schel te zijn. Maar er is met LED-verlichting door de vele mogelijkheden in de uitlichting (indirect, linelight, backlight, enz.) ook een goede stijlvolle uitstraling te verkrijgen.
De verlichte reclame dient een subtiele verlichting te zijn zodat sprake is van een chique en ingetogen reclame.
h e t v e r l i c h t i n g s n i v e a u
Voor de binnenstad zijn in het aanlichtingsbeleid gebieden met een hoog, midden en laag aanlichtingsniveau aangegeven (zie navolgende tekening). De monumentale, grote gebouwen worden met een hoog aanlichtingsniveau de stralende middelpunten in de omgeving.
Aansluitend bij de intenties van het aanlichtingsbeleid om het verschil in dag en nachtsferen te ondersteunen kunnen de reclame-verlichtingsniveaus in de gebieden in algemene zin ten opzichte van elkaar worden geduid.
Buiten de bebouwde kom en in het Bergkwartier is duisternis een kwaliteit. Reclameverlichting is hier, maar ook langs het IJsselfront niet gewenst. Bij voorkeur wordt de reclame hier zwak aangelicht.
In alle andere gebieden kan de reclameverlichting een redelijk verlichtingsniveau hebben. In de winkel- en uitgaansgebieden is de reclameverlichting één van de middelen die ingezet kunnen worden voor een sfeervolle en gezellige uitstraling. Het reclame verlichtingsniveau kan hiertoe op sommige tijdstippen van een hoger verlichtingsniveau zijn.
Aangezien bij woonbestemmingen geen reclame is toegestaan is reclame- verlichting hier niet aan de orde.
Bij de beoordeling van een reclameaanvraag wordt de verlichtingssituatie beschouwd. Om lichthinder te voorkomen hanteert de gemeente Deventer de “Richtlijn Lichthinder van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV publicatie november 2014).” In deze richtlijn staan grenswaarden aangegeven voor verlichtingssterkte op omliggende gevels en lichtsterkte vanaf de armaturen, afgestemd op verschillende omgevingszones (natuurgebied, landelijk gebied, stedelijk gebied en stadscentrum/industriegebied). Ook zijn er verschillende normen opgenomen voor dag-, avond- en nachtperiode. De gemeente kan in voorkomende gevallen een lichthinderonderzoek verlangen van de aanvrager, waarin eventuele maatregelen onderzocht worden om lichthinder te beperken en te onderbouwen dat aan de grenswaarden voldaan kan worden. Dit geldt ook in het geval er sprake is van een constatering van overtreding, bijvoorbeeld naar aanleiding van een verzoek om handhaving.
9 . 1 Aanlichting en verlichting
Onder uitstalling wordt in deze nota verstaan: een los voorwerp geplaatst voor een pand op de stoep of de weg, en dat een relatie heeft met de handel van de in het pand gevestigde onderneming of met het gebruik van het pand en niet valt onder het gemeentelijke reclamebeleid. Voorbeelden van koopwaar zijn kledingrekjes, kratjes met koopwaar, een mededelingenbord, menubord e.d.
Elke vorm van reclame, los of vast in de vorm van een uitstalling, wordt elders in deze nota behandeld.
In de APV zijn de algemene regels voor een uitstalling opgenomen. Voor aangewezen gebieden die een deel van de binnenstad of een deel van de Boxbergerweg en de Rielerweg vormen, zijn concrete aanvullende regels opgesteld voor de afmetingen en de plaatsing van een uitstalling. Dit is in verband met veiligheidsoverwegingen (doorgang brandweer, ambulance), de mogelijke aantasting van het straatbeeld en het voorkomen van obstakels waardoor wandelend publiek wordt gehinderd in deze aangewezen gebieden.
Voor uitstallingen is geen vergunning nodig. Wel wordt gecontroleerd of aan de algemene regels wordt voldaan en indien nodig wordt er handhavend opgetreden.
De APV is hiervoor het toetsingskader en niet de reclame- of welstandsnota.
Echter, omdat uitstallingen de sfeer van de openbare ruimte medebepalen en voor de ondernemers een manier zijn om zich te presenteren, worden de mogelijkheden van de uitstallingen voor de aangewezen gebieden in de reclamenota geïllustreerd.
Tevens wordt de mogelijkheid geboden de uitstalling uit te breiden met één uitklapbaar schoolkrijtbord als mededelingenbord èn een menustandaard.
Als een uitstallingstype niet in dit overzicht voor de aangewezen gebieden staat dan zijn er geen standaardregels voor opgesteld. Vaak is dat omdat een bepaalde uitstallingsvorm ongewenst wordt gevonden, bijvoorbeeld beach-vlaggen.
Maar het kan ook dat het een nieuw type of een afwijkende variant op een uitstallingstype uit het overzicht betreft. De ondernemer en de gemeente moeten dan in overleg treden en bekijken of een ontheffing van de APV kan worden verleend.
Er kan soms sprake zijn van een bijzondere situatie of anderszins dat een uitstalling niet geplaatst kan worden volgens de hiervoor beschreven regels of de algemene regels uit de APV. In dat geval dient er vooraf overlegd te worden over een maatwerkoplossing en kan mogelijk ontheffing verleend worden van de APV.
________________________________________________________________________________________________________
In overleg met de winkeliers (-vereniging) kunnen in één straat bijzondere afspraken over de omvang van de uitstallingen worden gemaakt.