Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Fryske Marren

Verordening periodiek onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid van gemeente De Fryske Marren (verordening ex artikel 213a Gemeentewet)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Fryske Marren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening periodiek onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid van gemeente De Fryske Marren (verordening ex artikel 213a Gemeentewet)
CiteertitelVerordening periodiek onderzoek doelmatig- en doeltreffendheid van gemeente De Fryske Marren
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 213a van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-12-202201-04-2021nieuwe regeling

23-11-2022

gmb-2022-540257

2022/112

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening periodiek onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid van gemeente De Fryske Marren (verordening ex artikel 213a Gemeentewet)

De raad van De Fryske Marren;

gelezen het voorstel van college van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2022 zaaknummer: Z.717759;

gelet op artikel 213a van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening periodiek onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid van gemeente De Fryske Marren (verordening ex artikel 213a Gemeentewet).

 

 

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Doelmatigheid: de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten van beleid worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen, of dat met de beschikbare middelen zo veel mogelijk resultaat wordt bereikt.

  • 2.

    Doeltreffendheid: de mate waarin de gewenste prestaties en de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

  • 3.

    Onderzoek: Onderzoeken die ten doel hebben om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van beoogde maatschappelijke effecten van beleid (alsmede de doelmatige voorbereiding (opzet en bestaan) en uitvoering (werking) ervan.

  • 4.

    Interne auditor: Interne auditor biedt onafhankelijke en objectieve assurance (zekerheid)- en adviesdiensten, die bedoeld zijn om meerwaarde te leveren en de activiteiten van een organisatie te verbeteren.

 

Artikel 2. Onderzoeksfrequentie

  • 1.

    Het college onderzoekt jaarlijks de doelmatigheid van (onderdelen van) de organisatie-eenheden van de gemeente en de uitvoering van taken door of namens de gemeente.

  • 2.

    Het college toetst jaarlijks de doeltreffendheid van (delen van) programma’s en paragrafen.

 

Artikel 3. Onderzoeken

  • 1.

    De interne auditor stelt jaarlijks voorafgaand aan het volgend kalender jaar een lijst op met te onderzoeken onderwerpen en doet het college een voorstel voor het periodiek college onderzoek, welke het college dient vast te stellen.

  • 2.

    Het college stelt voorafgaand aan elk volgend kalenderjaar de raad in kennis van de te onderzoeken onderwerpen voor de periodieke onderzoeken naar doelmatigheid en doeltreffendheid.

  • 3.

    Het college stelt de rekenkamer tijdig op de hoogte van de te onderzoeken onderwerpen om eventuele doublures in onderzoeken te signaleren en mogelijk voorkomen.

  • 4.

    Bij aanvang van de onderzoeken wordt op hoofdlijnen in een opdrachtbrief aangegeven:

    • a.

      het object van onderzoek;

    • b.

      de beginsituatie en de aanleiding voor het onderzoek;

    • c.

      de onderzoeksvraag;

    • d.

      het soort onderzoek (doelmatigheid, doeltreffendheid of beide);

    • e.

      de reikwijdte van het onderzoek;

    • f.

      de onderzoeksmethode;

    • g.

      de doorlooptijd van het onderzoek;

    • h.

      de samenstelling van het onderzoeksteam;

    • i.

      de wijze van uitvoering van het onderzoek.

  • 5.

    Genoemde aspecten onder lid 4 worden vastgelegd in een opdrachtbrief en ter kennisneming aan het college aangeboden.

  • 6.

    De interne auditor voert de college onderzoeken uit, al dan niet met de concern controller (en indien nodig met een externe deskundige).

 

Artikel 4. Rapportage en gevolgtrekking

  • 1.

    De uitkomsten van een onderzoek worden vastgelegd in een rapportage door de interne auditor. De rapportage bevat tenminste een analyse van de onderzoeksresultaten en indien nodig aanbevelingen voor verbeteringen.

  • 2.

    Op basis van de resultaten van ieder onderzoek stelt het college indien nodig een actieplan van verbetering op. Het college neemt indien nodig op basis van het actieplan van verbetering organisatorische maatregelen.

  • 3.

    Het college stelt de raad van de uitkomsten van het onderzoek in kennis.

  • 4.

    Periodiek wordt door de interne auditor via de P&C rapportage over de voortgang van de acties (uit het actieplan van verbetering) gerapporteerd.

 

Artikel 5. Voortgang

Het college rapporteert in de P&C rapportages over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en/of doeltreffendheid, de uitputting van de bijbehorende budgetten en de belangrijkste uitkomsten en genomen maatregelen.

 

Artikel 6. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag, volgende op die van haar bekendmaking en werkt terug tot en met 1 april 2021.

  • 2.

    De verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid, vastgesteld bij raadsbesluit op 16 december 2015, wordt op het moment van inwerkingtreding ingetrokken.

 

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening periodiek onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid van gemeente De Fryske Marren”.

 

Aldus besloten door de raad van De Fryske Marren in zijn openbare vergadering van 23 november 2022.

de griffier, de voorzitter,

H.A. van Dijk-Beekman F. Veenstra