Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Wegsleepverordening gemeente Nijmegen 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWegsleepverordening gemeente Nijmegen 2022
CiteertitelWegsleepverordening gemeente Nijmegen 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 170 van de Wegenverkeerswet 1994
  3. artikel 173 van de Wegenverkeerswet 1994
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-12-2022Vervangende regeling

30-11-2022

gmb-2022-539827

Raadsbesluit 30 november 2022, rvs nr. 77/2022

Tekst van de regeling

Intitulé

Wegsleepverordening gemeente Nijmegen 2022

 

De raad van de gemeente Nijmegen, bijeen in zijn vergadering van 30 november 2022

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 oktober 2022.

 

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 170 eerste lid en 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;

overwegende dat het wenselijk is om in voorkomende gevallen op de weg staande voertuigen te kunnen verwijderen, over te brengen en in bewaring te stellen;

 

Besluit vast te stellen de volgende verordening: Wegsleepverordening gemeente Nijmegen

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder

  • 1.

    besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen;

  • 2.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen;

  • 3.

    motorrijtuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Wegenverkeerswet 1994;

  • 4.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • 5.

    verordening: de Wegsleepverordening gemeente Nijmegen 2022;

  • 6.

    voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, RVV 1990 met uitsluiting van fietsen en bromfietsen;

  • 7.

    aanhangwagens: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, RVV 1990;

  • 8.

    wegslepen: het verwijderen, overbrengen en in bewaring stellen (van een op de weg staand (motor)voertuig);

  • 9.

    wet: de Wegenverkeerswet 1994.

 

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente Nijmegen aangewezen voor zover ze behoren tot één van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

 

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

 

  • 1.

    Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen: het terrein van Houterman Autosleepdienst gevestigd aan de Keizer Hendrik VI Singel 4, 6515 KZ in Nijmegen en Bijsterhuizen 2110, 6604 LG in Wijchen. Tel 024-3297729.

  • 2.

    Als plaats van bewaring van voertuigwrakken, aanhangers, caravans, kampeerwagens, trailers wordt aangewezen: het terrein van Bergingsbedrijf VOF H. van de Koolwijk gevestigd aan de Westerkanaaldijk 1 6581 KC in Malden. Tel 024- 344 4804.

  • 3.

    De openingstijden van de bewaarplaatsen zijn: op werkdagen van 09.00 uur tot 17-18.00 uur; op zaterdag, zon- en feestdagen na telefonisch overleg met en goedkeuring van de exploitant van de bewaarplaats.

 

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

 

  • 1.

    De eigenaar/houder van het weggesleepte voertuig is de kosten verbonden aan het wegslepen en het bewaren van het voertuig verschuldigd.

  • 2.

    De kosten voor het overbrengen van een (motor)voertuig lichter dan 3500KG niet zijnde een autowrak, caravan, aanhangwagen of aanhanger naar de bewaarplaats en het bewaren gedurende de eerste zeven etmalen of een gedeelte daarvan bedragen € 154,59 en €80,26 aan voorrijkosten.

  • 3.

    De kosten voor het bewaren van het (motor)voertuig lichter dan 3500KG niet zijnde een autowrak, caravan, aanhangwagen of aanhanger na afloop van de zevende dag bedragen € 11,49 voor elk volgend etmaal of een gedeelte daarvan.

  • 4.

    De kosten voor het overbrengen van een (motor)voertuig zwaarder of gelijk aan 3500KG niet zijnde een autowrak, caravan, aanhangwagen of aanhanger bedragen €278,30 en €303,60 aan voorrijkosten.

  • 5.

    De kosten voor het bewaren van het (motor) voertuig zwaarder dan 3500KG niet zijnde een autowrak, caravan, aanhangwagen of aanhanger bedragen €40,48 voor elk etmaal of een gedeelte daarvan.

  • 6.

    De kosten voor het overbrengen van een caravan naar de bewaarplaats en het bewaren gedurende de eerste zeven etmalen of een gedeelte daarvan bedragen €157,30.

  • 7.

    De kosten voor het overbrengen van een aanhangwagen of vouwwagen naar de bewaarplaats en het bewaren gedurende de eerste zeven etmalen of een gedeelte daarvan bedragen €157,30.

  • 8.

    De kosten voor het overbrengen van een autowrak met kenteken geregistreerd in Nederland naar de bewaarplaats en het bewaren gedurende de eerste zeven etmalen of een gedeelte daarvan bedragen €157,30.

  • 9.

    De kosten voor het overbrengen van een autowrak met kenteken geregistreerd buiten Nederland naar de bewaarplaats en het bewaren gedurende de eerste zeven etmalen of een gedeelte daarvan bedragen €157,30.

  • 10.

    De in lid 2 tot en met 9 vermelde bedragen worden door de sleepdienst jaarlijks op 1 januari geïndexeerd volgens het prijsindexcijfer van de Beroepsgoederenvervoer over de weg dat door het CBS wordt gepubliceerd. Het college is bevoegd de tarieven indien nodig opnieuw vast te stellen.

 

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130, vierde lid, artikel 164, zevende lid, of artikel 170 en 174, eerste lid van de wet, zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 6 Wegslepen van voertuigen, voertuigwrakken en aanhangers op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen

Wanneer met gebruik van bestuursdwang handhavend wordt opgetreden (op grond van/bij overtredingen van) artikel 5:4, 5:5, 5:5a, 5:6, 5:7, 5:8, 5:9 of 5:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Nijmegen, zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

 

Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de Wegsleepverordening gemeente Nijmegen 2014.

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Wegsleepverordening gemeente Nijmegen 2022’.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 november 2022

De raadsgriffier,

Drs. S.J. Ruta

De voorzitter,

Drs. H.M.F. Bruls

Toelichting

 

Toelichting algemeen

Het uitvoeren van de wegsleepregeling is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. Het wegslepen van een voertuig moet worden gezien als een bijzondere vorm van bestuursdwang. In de Awb zijn algemene regels gesteld over de toepassing van bestuursdwang. Deze regels zijn voor een groot deel ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen. In de WVW 1994 wordt een aantal bepalingen uit de Awb niet van toepassing verklaard. Tegen besluiten tot het wegslepen van voertuigen staat op grond van de Awb bezwaar en vervolgens beroep open.

Verordening in artikel 170 e.v.

WVW 1994 is het kader aangegeven waarbinnen het college van burgemeester en wethouders gebruik kan maken van zijn bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen. Hoewel de bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen in de wet is neergelegd, kan het college pas goed van deze bevoegdheid gebruikmaken wanneer de gemeenteraad in een verordening nadere regels heeft gesteld over de toepassing van deze bevoegdheid, zoals in artikel 173, tweede lid van de wet wordt voorgeschreven. In deze verordening dienen in elk geval regels te worden gesteld over:

1. de aanwijzing van de plaats(en) waar de weggesleepte voertuigen worden bewaard;

2. de berekening van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van het wegslepen en bewaren van voertuigen;

3. de eventuele aanwijzing van wegen en weggedeelten waar op grond van artikel 170, eerste lid, onder c WVW 1994 voertuigen mogen worden weggesleept.

Aangezien in artikel 173, tweede lid van de wet wordt aangegeven dat de nadere regels bij gemeentelijke verordening moeten worden gesteld, kunnen de hiervoor genoemde onderwerpen niet worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders. De uitwerking van de nadere regels van de verordening kan wel door het college van burgemeester en wethouders geschieden (bijvoorbeeld door middel van beleidsregels). Beoordeling door een BOA van de gemeente Nijmegen is verplicht bij het nemen van een besluit tot wegslepen.

Wanneer wegslepen?

Wegslepen ten behoeve van veiligheid op de weg en vrijheid van het verkeer:

Als gevallen waarin verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg en de vrijheid van het verkeer (zie artikel 170, eerste lid, aanhef en onder a en b van de wet) noodzakelijk kunnen zijn, kunnen worden genoemd:

 

a. Plaats op de weg

een voertuig is tot stilstand gebracht op een trottoir, voetpad of fietspad, tenzij het een fiets, bromfiets of invalidenvoertuig betreft (Zie artikel 10 en artikel 5 tot en met 7 RVV 1990.)

 

b. Laten stilstaan

een voertuig is tot stilstand gebracht:

1. op een kruispunt, rotonde of een overweg;

2. op een fietsstrook of de rijbaan langs een fietsstrook;

3. op een oversteekplaats of binnen een afstand van 5 meter daarvan;

4. in een tunnel;

5. bij een bord bushalte (eventueel: ook tramhalte) ter hoogte van de geblokte markering of, indien die markering niet is aangebracht, op een afstand van minder dan 12 meter van het bord, tenzij het stilstaan dient voor het onmiddellijk laten in- en uitstappen van passagiers;

6. op de rijbaan langs een busstrook;

7. op een busbaan of een busstrook met uitzondering van een lijnbus;

8. langs een gele doorgetrokken streep of in strijd met bord E2 van bijlage 1 RVV 1990;

9. op de rijbaan, inclusief de invoeg- en uitrijstrook, van een autosnelweg of autoweg, of - behoudens in noodgevallen - op de vluchtstrook, de vluchthaven of de berm van zo'n weg. (Zie artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990.)

 

c. Parkeren

een voertuig is geparkeerd:

1. bij een kruispunt op een afstand van minder dan 5 meter daarvan;

2. voor een inrit of een uitrit;

3. buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg;

4. langs een gele onderbroken streep of in strijd met bord El van bijlage 1 RVV 1990;

5. op een wijze waardoor er sprake is van dubbel parkeren;

6. binnen een erf, waarbij - voor zover het een motorvoertuig betreft - geen gebruik is gemaakt van de parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangewezen;

7. op een weg waarvoor een geslotenverklaring geldt;

8. zonder dat de voorgeschreven voertuigverlichting in werking is gesteld (Zie artikel 24, 25, 38 e.v. en 46 RVV 1990 en bord El van bijlage 1 bij het RVV 1990.)

 

d. Bevel of aanwijzing

een voertuig is tot stilstand gebracht in strijd met een bevel of een aanwijzing, gegeven door een daartoe bevoegd en als zodanig kenbare ambtenaar of ander persoon (Zie artikel 82 RVV 1990.)

 

e. Gevaarlijk of hinderlijk gedrag

een voertuig is overigens zodanig tot stilstand gebracht of geparkeerd dat gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd (Zie artikel 5 van de wet, het zogenaamde kapstokartikel.)

 

Hierboven zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer. Zoals reeds in de algemene toelichting is aangegeven, zal van geval tot geval beoordeeld moeten worden of de geconstateerde parkeerovertreding ook daadwerkelijk wegsleepwaardig is.

In onderdeel a gaat het om overtreding van artikel 10 RVV 1990. Bestuurders van voertuigen, met uitzondering van fietsen, bromfietsen en invalidenvoertuigen (zie artikel 5 tot en met 7 RVV 1990), gebruiken de rijbaan. Zij mogen hun voertuig niet parkeren op een trottoir, voetpad of fietspad.

In onderdeel b gaat het om overtreding van het bepaalde in artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

In onderdeel c is er sprake van overtreding van het bepaalde in artikel 24, 25, 38 e.v. en 46 RVV 1990 en bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

In onderdeel d wordt gedoeld op overtreding van het bepaalde in artikel 82 RVV 1990.

In onderdeel e gaat het om overtreding van het bepaalde in artikel 5 WVW 1994, het kapstokartikel. Op grond van deze bepaling is het verboden zich zodanig te gedragen dat er gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd. De inhoud van deze bepaling is zo ruim dat ongewenst gedrag op de weg, i.c. ongewenst parkeren, dat niet reeds in onderdeel a tot en met d is geregeld, doorgaans onder deze bepaling kan worden gebracht.

Wegslepen ten behoeve van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen

Verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen (zie artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c WVW 1994 en artikel 2 Besluit wegslepen van voertuigen) kunnen noodzakelijk zijn in het geval dat een voertuig geparkeerd is:

 

a. op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E1 van bijlage 1 van het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, lid 1 onder e RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een parkeerverbod geldt;

 

b. op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E2 van die bijlage of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, lid 1 onder g RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een verbod stil te staan geldt;

 

c. op een parkeerplaats nader aangeduid door bord E4 van die bijlage (al dan niet met onderbord) voor zover:

  • I.

    het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen; - het voertuig op een andere dan de aangegeven wijze is geparkeerd;

  • II.

    het voertuig op andere dagen of uren dan aangegeven is geparkeerd;

 

d. op een taxistandplaats, nader aangeduid door bord E5 van die bijlage, tenzij het parkeren gebeurt met een taxi;

 

e. op een gehandicaptenparkeerplaats, nader aangeduid met bord E6 van die bijlage:

-tenzij het parkeren gebeurt met een gehandicaptenvoertuig;

-tenzij gebruik wordt gemaakt van een geldige en duidelijk zichtbaar aangebrachte gehandicaptenparkeerkaart;

-die gereserveerd is voor een bepaald voertuig, tenzij het parkeren gebeurt met dat voertuig;

 

f. op een laad- en losplaats, nader aangeduid door bord E7 van die bijlage (met uitzondering van de aangegeven dagen of uren), tenzij de bestuurder van het voertuig bezig is met het onmiddellijk laden en lossen van goederen;

 

g. op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E8 van die bijlage voorzover het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;

 

h. op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E9 van die bijlage en bestemd voor vergunninghouders, tenzij het parkeren gebeurt met het voertuig waarvoor een parkeervergunning is afgegeven;

 

i. in een voetgangersgebied, nader aangeduid door bord G7 of C1 van die bijlage (eventueel: met uitzondering van aangegeven dagen en uren.

Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief niet zozeer ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer, maar wel bij het vrijhouden van wegen en weggedeelten. In de oude wettelijke regeling werd een specifiek voorbeeld van een locatie genoemd waar voertuigen mochten worden weggesleept wanneer hier door onbevoegden werd geparkeerd, namelijk de gehandicaptenparkeerplaats. In de praktijk bleken er aanzienlijk meer locaties denkbaar te zijn waar het wegslepen van voertuigen noodzakelijk werd geacht zonder dat er direct sprake was van verkeersonveiligheid of belemmering van de doorstroming van het verkeer. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is concreet aangegeven op welke soorten wegen en weggedeelten voertuigen mogen worden weggesleept in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten. Deze soorten wegen en weggedeelten zijn eerder onder a tot en met i nader aangeduid.

Incident Management

Waar in Nijmegen vrijwel direct over gegaan zal worden tot het wegslepen van voertuigen is wanneer deze, al dan niet door pech, stil zijn komen te staan is de (snel)wegen en A-doorstromingswegen. Hieronder valt ook de Waalbrug. Deze wegen vormen de belangrijkste verkeersaders van de stad en dienen, zeker in verband met doorgang voor hulpdiensten, te allen tijde door te stromen. Door het gebrek aan pechstroken kan een stilstaande auto op de Waalbrug al snel een (grote) opstopping veroorzaken. In beginsel zal het wegslepen van auto’s op deze wegen echter niet geschieden op grond van de publiekrechtelijke bevoegdheid uit artikel 170 Wegenverkeerswet en deze wegsleepverordening maar op grond van een privaatrechtelijke bevoegdheid als gevolg van een onrechtmatige daad gepleegd jegens de wegbeheerder. Dit gebeurt in het kader van Incident Management, een landelijk geheel van maatregelen die beogen de (belangrijkste) (snel)wegen zo snel mogelijk nadat een incident heeft plaatsgevonden, voor het verkeer vrij te maken. Een vooraanstaand verschil met wegslepen op grond van de Wegenverkeerswet en de Wegsleepverordening is dat bij wegslepen in het kader van Incident Management de Wegsleepverordening dus niet van toepassing is en het voertuig dus ook niet naar de in de verordening genoemde plaats van bewaring wordt gebracht.

Tijdelijke Verkeersmaatregelen

Een andere situatie die we specifiek willen vermelden is het wegslepen van voertuigen wegens tijdelijke verkeersmaatregelen. Door middel van verkeersbesluiten kunnen parkeerverboden worden uitgevaardigd om straten vrij te maken voor evenementen zoals de Vierdaagse maar ook voor werkzaamheden. Het is het van belang dat de straten in dergelijke gevallen tijdig vrij van geparkeerde voertuigen zijn en blijven ter waarborging van de veiligheid en toegankelijkheid. De parkeerverboden worden vastgelegd in een verkeersbesluit. Op die manier kan adequaat handhavend worden opgetreden.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.

Lid 3: Motorrijtuig

Het begrip 'motorrijtuig' is apart omschreven omdat artikel 5 van de model-wegsleepverordening alleen betrekking heeft op dit soort voertuigen.

Lid 6: Voertuig

Het begrip 'voertuig', zoals in artikel 1, onder al RVV 1990 is omschreven, is ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen, maar ook fietsen en bromfietsen, invalidenvoertuigen, trams en wagens. Al deze voertuigen vallen derhalve onder de werking van deze wegsleepverordening.

 

Artikel 2. Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

De bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen is in de wet zelf geregeld. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente gebruik worden gemaakt. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 173, tweede lid, aanhef en onder c WVW 1994 bij gemeentelijke verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is nader aangegeven om welke soorten van wegen en weggedeelten het kan gaan, zoals onder andere gehandicaptenparkeerplaatsen, taxistandplaatsen, laad- en loshavens, parkeerplaatsen voor vergunninghouders, voetgangersgebieden en dergelijke. Het is aan de gemeenteraad om in deze wegsleepverordening de wegen en weggedeelten aan te wijzen waar het college van burgemeester en wethouders van deze bevoegdheid gebruik kan maken. In deze wegsleepverordening is de ruimste variant opgenomen: alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente zijn aangewezen.

Voor de volledigheid wordt nog eens opgemerkt dat een parkeerovertreding, zoals in deze bepaling bedoeld, op zich niet zonder meer voldoende is om over te gaan tot het wegslepen en in bewaring stellen van een voertuig. Per geval zal tevens moeten worden beoordeeld of de specifieke parkeerovertreding het wegslepen en in bewaring stellen van het desbetreffende voertuig ook rechtvaardigt. Indien bijvoorbeeld een voertuig midden in de nacht op een laad- en loshaven wordt geparkeerd terwijl alle winkels en bedrijven dicht zijn, zal het normaal gesproken niet weggesleept mogen worden.

 

Artikel 3. Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

De inhoud van de bepaling spreekt voor zich. Vanwege de redactie van artikel 173, tweede lid WVW 1994 moet(en) de plaats(en) van bewaring van voertuigen door de gemeenteraad worden aangewezen. Delegatie aan het college van burgemeester en wethouders is niet mogelijk. In onvoorziene omstandigheden is het denkbaar dat de burgemeester op grond van zijn bijzondere bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde tijdelijk ook andere terreinen aanwijst als plaats van bewaring van voertuigen.

 

Artikel 4. Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

In artikel 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, WA-verzekering en dergelijke.

In dit artikel wordt meermaals het begrip 'etmaal' gebruikt. Het etmaal, zoals hier bedoeld, begint op het moment van in bewaring nemen van een voertuig en eindigt 24 uur later.

 

Artikel 5. Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1994 bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:

  • - het niet afgeven van zijn rijbewijs, wanneer dit is ingevorderd, omdat iemand zijn motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij onder invloed was van drogerende stoffen of alcohol en dergelijke (zie artikel 130 en 164 WVW 1994);

  • - de situatie dat een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het 'knoeien' met kentekens in geval van autodiefstal.

Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Artikel 170, eerste lid WVW 1994, waarin de bestuursdwangbevoegdheid is geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in de genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt.

Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit het vigerende hoofdstuk inzake Bestuursdwang van de WVW 1994 (artikel 170 e.v.) van overeenkomstige toepassing verklaard. Daarom worden in de wegsleepverordening de artikelen over de bewaarplaats(en) van voertuigen en openingstijden (artikel 3) en de kosten van overbrengen en bewaren van voertuigen (artikel 4) voor deze gevallen van overeenkomstige toepassing verklaard.

 

Artikel 6. Wegslepen van voertuigen, voertuigwrakken en aanhangers op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Nijmegen

Dit artikel verklaart artikel 1, 3 en 4 van de Wegsleepverordening van toepassing wanneer met toepassing van bestuursdwang op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening voertuigen worden weggesleept.

 

Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel regelt de inwerkingtreding en citeertitel.