Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zundert

Beleidsregels maatschappelijke participatie gemeente Zundert 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZundert
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels maatschappelijke participatie gemeente Zundert 2023
CiteertitelBeleidsregels maatschappelijke participatie gemeente Zundert 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregel maatschappelijke participatie gemeente Zundert 2019.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 160 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023nieuwe regeling

22-11-2022

gmb-2022-536065

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels maatschappelijke participatie gemeente Zundert 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert;

 

gelezen het bepaalde in artikel 160 van de Gemeentewet en art. 4:81 van Algemene wet bestuursrecht,

 

Overwegende dat het wenselijk is participatie van minima in de maatschappij te bevorderen door bij te dragen in de kosten van die participatie met het oogmerk een sociaal isolement op te heffen, te verminderen of te voorkomen. In de gemeente Zundert betekent maatschappelijke participatie het meedoen aan activiteiten met een sportief, educatief, sociaal dan wel cultureel karakter;

 

uitvoering gevend aan de notitie Minimabeleid 2022 vastgesteld door de gemeenteraad op 18 oktober 2022.

 

BESLUIT

 

vast te stellen de ‘Beleidsregels maatschappelijke participatie gemeente Zundert 2023’.

 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (Pw) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert

  • b.

    inwoner: eenieder die op datum aanvraag in de BRP ingeschreven staat in de gemeente Zundert en daar ook feitelijk woonachtig is. Onder inwoner wordt mede verstaan het gezin.

  • c.

    kind: het minderjarige eigen, stief of pleegkind vanaf 4 jaar.

  • d.

    inkomen:

    • bij een vast periodiek maandinkomen: het netto (gezins)inkomen exclusief vakantietoeslag dat is ontvangen in de maand voorafgaand aan de maand waarin de aanvraag is ingediend.

    • bij maandelijks wisselende inkomsten: het gemiddelde netto (gezins)inkomen exclusief vakantietoeslag dat is ontvangen in de drie maanden voorafgaand aan de maand van aanvraag.

      De artikelen 31, 32 leden 1 en 2 en 33 lid 5 Participatiewet zijn van toepassing.

    • de inwoner met problematische schulden die:

      • deelneemt aan een schuldhulpverleningstraject op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs – Msnp),

      • of de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp), wordt geacht een inkomen op bijstandsniveau te hebben.

  • e.

    laag inkomen: hiervan is sprake als de inwoner in de maand voorafgaande aan de maand van aanvraag, of bij wisselende inkomsten 3 maanden voorafgaand aan de maand van aanvraag, een (gemiddeld) netto maandinkomen exclusief vakantietoeslag heeft dat niet hoger is dan 130% van de voor de inwoner geldende bijstandsnorm, exclusief vakantietoeslag:

    • i.

      Bij de vaststelling van laag inkomen is als sprake is van kostendelende medebewoners het bepaalde in artikel 22a van de Participatiewet niet van toepassing.

    • ii.

      Bij gehuwden of bij een gezamenlijke huishouding als bedoeld in artikel 3 van de Participatiewet wordt bij de vaststelling van laag inkomen uitgegaan van het gezamenlijk inkomen.

  • f.

    vermogen: vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet waarbij het vermogen dat is gebonden aan de door de inwoner zelf bewoonde woning met bijbehorend erf buiten beschouwing wordt gelaten.

  • g.

    webwinkel: webwinkel Meedoen Werkplein Hart van West-Brabant.

  • h.

    Stichting Leergeld: Stichting Leergeld Noord-West Brabant.

Artikel 2. Recht op een tegemoetkoming maatschappelijke participatie

  • 1.

    Een inwoner met een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen komt in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten van maatschappelijke participatie bedoeld in artikel 6.

  • 2.

    Inwoners hebben geen recht op een tegemoetkoming op grond van deze Beleidsregel als:

    • a.

      zij niet de Nederlandse nationaliteit hebben, of als zij niet de Nederlandse nationaliteit hebben en het bepaalde in artikel 11 lid 2 Pw op hen niet van toepassing is.

    • b.

      hen rechtens hun vrijheid is ontnomen.

    • c.

      zij student zijn met recht op studiefinanciering (WSF 2000), of een tegemoetkoming voor scholieren (WTOS).

  • 3.

    Geen tegemoetkoming wordt verstrekt als:

    • a.

      blijkt dat voor de inwoner in het kalenderjaar waarin de aanvraag wordt gedaan voor hem al eenzelfde bijdrage werd ontvangen door de inwoner zelf of door zijn of haar ouders/ verzorgers.

    • b.

      deze betrekking heeft op een kalenderjaar vóór het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend.

  • 4.

    Een wijziging in de persoonlijke en/of financiële omstandigheden van de inwoner na de datum waarop op de aanvraag voor een bijdrage is beslist, is niet van invloed op het eerder genomen besluit, behoudens een verhuizing van de inwoner naar een andere gemeente, niet zijnde een gemeente die deel uitmaakt van het Werkplein Hart van West-Brabant. In dat geval vervalt de eerder toegekende maar nog niet verbruikte tegemoetkoming per de datum van verhuizing.

  • 5.

    Als de inwoner diens inlichtingenplicht niet, niet tijdig of niet volledig nakomt, kan:

    • a.

      de aanvraag voor een bijdrage worden afgewezen;

    • b.

      een eerder toegekend recht op een tegemoetkoming worden beëindigd en ingetrokken.

Hoofdstuk 2 Inhoudelijke bepalingen

§ 2.1. De uitvoering

Artikel 3 Uitvoeringsorganisaties

De uitvoering van deze regeling geschiedt door de in dit artikel genoemde organisaties:

  • a.

    de aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten maatschappelijke participatie genoemd in artikel 6, lid 1 wordt ingediend bij en behandeld door het Dagelijks Bestuur van het Werkplein Hart van West-Brabant zoals nader omschreven in artikel 4.

    Als een inwoner bezwaar maakt tegen een beslissing van het Dagelijks Bestuur wordt het bezwaarschrift eveneens behandeld door het Dagelijks Bestuur van het Werkplein Hart van West-Brabant.

  • b.

    In afwijking van het bepaalde onder a, wordt de aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten maatschappelijke participatie voor kinderen, genoemd in artikel 6, lid 1 sub b, c, e, f, ingediend bij en behandeld door de Stichting Leergeld Noord-West Brabant zoals nader omschreven in artikel 5.

  • c.

    In afwijking van het bepaalde onder a, geschiedt de uitvoering van de tegemoetkoming in de kosten maatschappelijke participatie genoemd in artikel 6, lid 1 sub d voor de aanschaf van kinderkleding door de gemeente Zundert zoals nader omschreven in artikel 8.

Artikel 4 Aanvraag bij het Werkplein Hart van West-Brabant

  • 1.

    Een aanvraag voor een tegemoetkoming maatschappelijke participatie bedoeld in artikel 3 onder a moet vóór 1 november van het lopende kalenderjaar worden ingediend. De aanvraag wordt digitaal ingediend via het daarvoor beschikbaar gestelde aanvraagformulier op de website van het Werkplein Hart van West-Brabant. In afwijking van deze digitale aanvraag is een schriftelijke aanvraag mogelijk als naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur bijzondere omstandigheden in het individuele geval hiertoe aanleiding geven.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan het Werkplein de tegemoetkoming maatschappelijke participatie ook ambtshalve toekennen als de inwoner in het voorafgaande kalenderjaar gebruik heeft gemaakt van de webwinkel en het (gezins)inkomen van de inwoner in het lopende kalenderjaar bestaat uit algemene periodieke bijstand.

  • 3.

    De tegemoetkoming in de kosten van maatschappelijke participatie als bedoeld in artikel 6, lid 1 dient als het winkelaanbod daarin voorziet, of daarvoor een goed en vergelijkbaar alternatief biedt, besteed te worden aan de producten en diensten die via de webwinkel van het Werkplein worden aangeboden.

  • 4.

    Als de door de inwoner te maken kosten van maatschappelijke participatie wel voldoen aan het bepaalde in artikel 8 lid 1 maar het winkelaanbod zoals bedoeld in lid 3 voorziet hierin niet, dan kan de inwoner in afwijking van lid 3 de door hem te maken kosten binnen twee maanden, of bij kosten die betrekking hebben op de periode 1 november tot en met 31 december vóór 1 januari van het nieuwe kalenderjaar, declareren bij het Werkplein Hart van West-Brabant.

    De uitbetaling van de declaratie geschiedt na overlegging van een deugdelijk bewijsstuk waaruit blijkt dat de inwoner de kosten heeft gemaakt.

  • 5.

    De voor een kalenderjaar toegekende tegemoetkoming voor maatschappelijke participatie als bedoeld in artikel 6, lid 1 sub a kan uiterlijk tot en met 31 december van dat kalenderjaar worden gebruikt. De eventuele restanttegemoetkoming voor dat kalenderjaar vervalt met ingang van 1 januari van het daaropvolgende kalenderjaar en wordt niet uitbetaald aan de inwoner en kan ook niet worden meegenomen naar het daaropvolgende kalenderjaar.

Artikel 5 De aanvraag bij de Stichting Leergeld Noord-West Brabant.

  • 1.

    Stichting Leergeld hanteert nadere regels ter uitvoering van deze beleidsregel.

  • 2.

    Stichting Leergeld toetst in hoeverre wordt voldaan aan de in de gemeentelijke subsidieregeling gestelde voorwaarden en criteria.

  • 3.

    Als de inwoner een inkomen heeft boven de geldende inkomensgrens maar hoge schulden heeft, kan de Stichting Leergeld in een individueel geval daarvan afwijken.

  • 4.

    Doelgroep - kinderen

    • in de leeftijd van 4 tot en met 17 jaar;

    • waarvan de ouders een netto besteedbaar inkomen hebben tot 130% van het bijstandsniveau;

    • die mee willen doen aan binnen- of buitenschoolse activiteiten en hieraan door onvoldoende financiële middelen niet kunnen deelnemen.

  • 5.

    Stichting leergeld kan een aanvraag weigeren in enig jaar, als:

    • a.

      de aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden zoals in deze beleidsregel opgenomen, dan wel nadere regels door stichting Leergeld opgesteld;

    • b.

      de aanvraag bij stichting Leergeld niet aan de inlichtingenplicht voldoet;

    • c.

      stichting leergeld onvoldoende financiële middelen voorhanden heeft.

§ 2.2. De voorzieningen

Artikel 6 Soorten voorzieningen

  • 1.

    De voorzieningen voor maatschappelijke participatie op grond van deze regeling bestaan uit een tegemoetkoming in de kosten:

    • a.

      van maatschappelijke participatie;

    • b.

      voor deelname aan sport en cultuur;

    • c.

      in verband met schoolbezoek minderjarige kinderen;

    • d.

      voor aanschaf van kinderkleding in artikel 8;

    • e.

      bij overgang van het basis -naar het voortgezet onderwijs;

    • f.

      voor een abonnement op tijdschriften voor kinderen die basisonderwijs volgen;

    • g.

      voor deelname aan een vakantieactiviteit.

  • 2.

    Onder maatschappelijke participatie als bedoeld in het eerste lid onder a vallen de volgende maatschappelijke activiteiten:

    • recreatief bezoek aan, of lidmaatschap van: sportvereniging, sportschool, zwembad en fitnessinstelling;

    • bij (willekeurig) lidmaatschap: attributen verbonden aan het lidmaatschap van de vereniging;

    • sportkleding en sportschoenen (in beginsel tot maximaal € 66,00 per gezinslid);

    • lidmaatschap culturele organisatie;

    • recreatief bezoek: dierentuin, pretpark, museum;

    • recreatief bezoek bioscoop en schouwburg;

    • recreatief bezoek sportwedstrijden;

    • bezoek evenementen en congressen;

    • reiskosten verbonden aan bezoek dierentuin, pretpark, musea, bioscoop, schouwburg, evenementen en congressen;

    • volgen van hobbycursussen;

    • kosten van een reisproduct via de webwinkel;

    • schoolreisjes;

    • andere kosten die naar hun aard en strekking vergelijkbaar zijn met de hiervoor genoemde.

  • 3.

    Voor kinderen tussen de 4 en 18 jaar lopen de genoemde regelingen via Stichting Leergeld. De webshop is voor hen een aanvulling hierop, bedoeld voor uitstapjes en schoolreisjes, waarin Stichting Leergeld niet voorziet.

Artikel 7. Tegemoetkoming maatschappelijke participatie

  • 1.

    De tegemoetkoming in de kosten van maatschappelijke participatie bedoeld in artikel 6 lid 1onder a bedraagt per kalenderjaar:

    • € 60,00 voor kinderen van 4 tot 18 jaar;

    • € 200,00 voor volwassenen.

  • 2.

    Vergoeding van de reiskosten verbonden aan bezoek dierentuin, pretpark, musea, bioscoop, schouwburg, sportwedstrijden, evenementen en congressen geschiedt op basis van:

    • a.

      werkelijk gemaakte kosten voor openbaar vervoer, aan te tonen met vervoersbewijzen of bonnetjes;

    • b.

      vergoeding op basis van aantal kilometers heen- en terugreis volgens de kortste route ANWB-routeplanner. De vergoeding per kilometer is gelijk aan het bedrag dat de Belastingdienst hanteert voor onbelaste woon-werkverkeer kilometervergoeding.

    Deze kosten komen ten laste van het budget maatschappelijke participatie.

  • 3.

    Voor de hoogte van de tegemoetkoming voor kinderen geldt als peildatum de leeftijd van het kind op 1 juli van elk jaar.

  • 4.

    In gevallen van aankoop van: sportkleding, sportschoenen of eventuele andere sportattributen kan van het bepaalde in artikel 4 lid 3 worden afgeweken als die goederen niet aangeschaft kunnen worden bij een bij de webwinkel aangesloten leverancier.

Artikel 8. Tegemoetkoming in kosten voor de aanschaf van kinderkleding

  • 1.

    Jaarlijks verstrekt de gemeente Zundert een tegemoetkoming in de kosten van aanschaf van kinderkleding voor minderjarige, inwonende kinderen van 0 tot en met 17 jaar.

  • 2.

    Deze tegemoetkoming wordt verstrekt in de vorm van een fashioncheque ten bedrage van € 100,00 per kind per kalenderjaar.

  • 3.

    Voorafgaand aan de verstrekking maakt de gemeente Zundert algemeen bekend op welke wijze de verstrekking plaatsvindt.

  • 4.

    Indien de gegevens bekend zijn bij de gemeente Zundert, zal de gemeente Zundert de ouders/verzorgers van de kinderen, die in aanmerking komen voor de waardecheque actief benaderen met informatie en de voorwaarden.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 10. Citeertitel.

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Beleidsregels maatschappelijke participatie gemeente Zundert 2023’.

Artikel 11. Inwerkingtreding.

Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2023 onder gelijktijdige intrekking van de ‘Beleidsregel maatschappelijke participatie gemeente Zundert 2019’.

Aldus besloten in de vergadering van 22 november 2022

Burgemeester en wethouders van Zundert,

Gemeentesecretaris,

Drs. J.W.F. Compagne

Burgemeester,

J.G.P. Vermue