Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Purmerend

Verordening op de heffing en de invordering van leges Purmerend 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePurmerend
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges Purmerend 2023
CiteertitelLegesverordening Purmerend 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Deze regeling vervangt de Legesverordening Purmerend 2022.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
  4. artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet
  5. artikel 7 van de Paspoortwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-12-2022nieuwe regeling

03-11-2022

gmb-2022-535913

1573247

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges Purmerend 2023

De raad van de gemeente Purmerend ;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 september 2022 nr 1573246;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges Purmerend 2023

 

(Legesverordening Purmerend 2023)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

      een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het in behandeling nemen van een verzoek tot het verstrekken van een attestatie de vita t.b.v. een buitenlands pensioen;

  • d.

    het in behandeling nemen van een verzoek tot ontheffing op grond van artikel 87 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor artikel 5, eerste lid van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (het mogen fietsen in het voetgangers- gebied).

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet .

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    De leges zijn verschuldigd bij aanvang van het verlenen van de gevraagde dienst.

  • 2.

    De leges moeten worden betaald op het tijdstip waarop de kennisgeving als bedoeld in artikel 6 wordt gedaan en ingeval die kennisgeving wordt uitgereikt op het moment van uitreiken ervan.

  • 3.

    De leges moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6 wordt toegezonden binnen een maand na dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 8 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 2.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 3.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1.

    De Legesverordening Purmerend 2022 van 11 november 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Purmerend 2023.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 november 2022

De griffier,

R.J.C. van der Laan

de voorzitter,

E. van Selm

Bijlage I Tarieventabel behorende bij de Legesverordening Purmerend 2023

 

Artikel

Omschrijving

Tarief

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

 

 

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

 

1.1.1

De tijden waarop een huwelijk kan worden voltrokken, een registratie van een partnerschap, een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk of een huwelijk kan worden herbevestigd, zijn opgenomen in het vigerende Reglement burgerlijke stand Purmerend. De tijden zijn tevens vermeld op de website van de gemeente. De tarieven bedragen:

 

1.1.1.1

in de trouwkamer van het stadhuis aan de Purmersteenweg op maandag t/m vrijdag

€ 540,00

1.1.1.2

buiten het stadhuis op een andere aangewezen trouwlocatie van maandag tot en met vrijdag

€ 675,00

1.1.1.3

buiten het stadhuis op een andere aangewezen locatie op zaterdag of zondag

€ 1.013,00

1.1.1.4

voor een korte zakelijke plechtigheid zonder toespraak, in de trouwkamer van het stadhuis aan de Purmersteenweg

€ 198,00

1.1.1.5

het tarief voor het in behandeling nemen van een nieuw verzoek tot het aanwijzen van een locatie als huis der gemeente

€ 156,00

1.1.2

Het tarief bedraagt voor het optreden als getuige bij de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap door een medewerker van de gemeente, per getuige

€ 54,00

1.1.3

Het tarief bedraagt voor een geprint trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 21,65

1.1.4

Het tarief bedraagt voor een gekalligrafeerd trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 37,90

1.1.5

Het tarief bedraagt voor een bijschrijving in een trouwboekje of partnerschapsboekje door middel van kalligrafie

€ 6,50

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand voor ieder daaraan besteed kwartier (tevens minimaal tarief)

€ 18,60

1.1.7

Het tarief bedraagt voor het op verzoek wijzigen van de datum van een huwelijksvoltrekking, geregistreerd partnerschap, omzetting van een geregistreerd partnerschap, herbevestiging van een huwelijk

€ 49,50

1.1.7.1

Als op het moment van ontvangst van het verzoek tot wijziging datum huwelijksvoltrekking een trouw-of partnerschapsboekje boekje is opgemaakt, wordt het tarief verhoogd, met het tarief dat geldt voor een trouw- of partnerschapsboekje.

 

1.1.8

Voor het op verzoek annuleren van een huwelijk, geregistreerd partnerschap, omzetting van een geregistreerd partnerschap of herbevestiging van een huwelijk

€ 49,50

1.1.8.1

Als op het moment van ontvangst van het verzoek tot annulering een trouw- of partnerschapsboekje is opgemaakt, wordt het tarief verhoogd met het tarief dat geldt voor een trouw- of partnerschapsboekje

 

 

 

 

1.1.8.2

Voor de werkzaamheden die door buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand zijn verricht op het moment van ontvangst van het verzoek tot annulering wordt het tarief verhoogd met

€ 78,75

1.1.8.3

Bij annulering van een kosteloos of van een betaald huwelijk volgt geen restitutie van de leges voor uittreksels en afschriften als deze zijn afgegeven in verband met melding voorgenomen huwelijk.

 

1.1.9

Bij annulering vanwege een sterfgeval worden de leges zoals vermeld in 1.1.8 tot en met 1.1.8.2. niet in rekening gebracht. Onder sterfgeval wordt mede verstaan een sterfgeval in de familie van het bruidspaar tot en met de tweede graad alsmede het overlijden van één van de getuigen.

 

1.1.10

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

1.1.10.1.

Het tarief bedraagt voor een laissez passez voor lijken

€ 23,15

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse Identiteitskaart

 

1.2.

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.2.1

van een nationaal paspoort:

 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 77,75

1.2.1.2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 58,80

1.2.2.

voor een nationaal paspoort , een groter aantal bladzijde bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1. (zakenpaspoort):

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 77,75

1.2.2.2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 58,80

1.2.3.

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.2.3.1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 77,75

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 58,80

1.2.4.

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 58,80

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.5.1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 70,30

1.2.5.2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 37,95

1.2.6.

van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

€ 34,25

1.2.7.

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1.tot en met 1.2.6. genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

€ 52,96

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 41,60

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

1.3.3

Bij een verzoek tot het omwisselen van een buitenlands rijbewijs worden de onder 1.3.1.vermelde leges verhoogd met de kosten van het aangetekend verzenden.

 

1.3.4

Het tarief wordt, bij een aanvraag in verband met (beschadiging of) vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met:

€ 45,20

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 12,50

1.4.3

In afwijking van onderdeel 1.4.2 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid van het Besluit basisregistratie personen

€ 24,50

1.4.4

In afwijking van het voorgaande onderdeel bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid van het Besluit basisregistratie personen*

€ 7,50

1.4.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een persoonslijst als bedoeld in de Wet Brp artikel 2.55

€ 25,00

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van het Besluit basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier (tevens minimaal tarief)

€ 18,60

 

Abonnementen

 

1.4.7

A. bij abonnement met een geldigheidsduur van een kalenderjaar:

 

 

  • -

    voor 25 inlichtingen

€ 258,30

 

  • -

    voor 100 inlichtingen

€ 977,30

 

met dien verstande, dat voor een gedeelte van een kalenderjaar de leges per kwartaal worden berekend.

 

 

 

 

 

B. Inlichtingen uit de basisregistratie van de gemeente aan:

 

 

de schoolraad van het openbaar onderwijs en de besturen van de bijzondere scholen voor lager onderwijs, voor zover de inlichtingen verband houden met het opsporen van leerplichtige kinderen;

 

 

  • a)

    zonder abonnement, voor elke inlichting

€ 2,70

 

  • b)

    zonder abonnement, voor elke inlichting

 

 

  • -

    voor 100 inlichtingen

€ 190,15

 

  • -

    voor 500 inlichtingen

€ 817,15

 

  • c)

    bijzondere inlichting

€ 81,40

 

 

 

 

 

 

 

C. Een selectie van gegevens uit de basisregistratie:

 

 

per selectie bedraagt het basisbedrag

€ 399,40

 

voor iedere regel van een selectie wordt het basisbedrag verhoogd met

€ 0,60

 

  • -

    indien het een aanvraag betreft van één van de onder B genoemde instellingen, wordt het tarief gereduceerd tot 25%.

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister <geen onderdelen>

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Vervallen

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken <geen onderdelen>

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

 

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

 

1.8.1.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

€ 24,15

1.8.1.2

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 78,70

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.8.2.1

objectgegevens voor de verkoop van de woning

€ 78,70

1.8.2.2

bodeminformatie over een perceel

€ 78,70

 

 

 

 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

 

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

Tot verstrekking van een verklaring omtrent gedrag natuurlijke personen, het tarief zoals dat voor deze dienst geregeld is in de laatst vastgestelde “Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden”.

 

1.9.2

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap

€ 12,10

1.9.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 15,20

1.9.4

tot het waarmerken van een document

€ 15,20

1.9.5

tot het verkrijgen van een verklaring om in afwijking van de genoemde termijnen in artikel 16 van de Wet op de Lijkbezorging te mogen verbranden of begraven

€ 14,90

 

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

 

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 18,60

 

(tevens minimumtarief)

 

 

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

 

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.11.1

Niet van toepassing

 

1.11.2

Niet van toepassing

 

1.11.3

Niet van toepassing

 

1.11.4

Niet van toepassing

 

1.11.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: het verlenen van een vergunning voor ingebruikname van een zelfstandige huurwoning met een rekenhuur tot de liberalisatiegrens, als bedoeld in artikel 2.1.1 en van een standplaats, zoals bedoeld in art. 2.7.1 van de huisvestingsverordening gemeente Purmerend 2018.

€ 48,00

1.11.6

Niet van toepassing

 

1.11.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een voorrangsverklaring

€ 40,00

 

 

 

 

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

 

1,12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Leegstandwet

€ 118,90

 

 

 

 

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

 

1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

€ 118,90

1.13.1

Tot het verstrekken van een gemeentegarantie

€ 118,90

1.13.2

tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening

€ 118,90

1.13.3.

het verkrijgen van toestemming om naast de geborgde eerste hypotheek een tweede hypotheek te mogen vestigen onder handhaving van de borgstelling van de verleende gemeentegarantie

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 14 Vervallen

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

 

 

Vervallen

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 16 Kansspelen

 

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 50,00

1.16.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening.

€ 425,60

 

 

 

 

Hoofdstuk 17 <geen onderdelen>

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 18 Instemmingsbesluiten

 

1.18

Het basistarief voor het in behandeling nemen van:

 

 

  • -

    een aanvraag voor het verkrijgen van instemming

 

 

  • -

    een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning

 

 

 

 

 

als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur Purmerend 2016 bedraagt per aanvraag

€ 187,60

 

Dit basistarief wordt verhoogd met een opslag, afhankelijk van de lengte van de te graven sleuf. De verhoging bedraagt;

 

 

€ 2,50 per meter met een minimum van € 59,80 als de te graven sleuf een lengte heeft tussen de 0 en 100 meter;

 

 

€ 1,90 per meter met een minimum van € 209,10 als de te graven sleuf een lengte heeft tussen de 101 en 500 meter;

 

 

€ 1,20 per meter met een minimum van € 746,70 als de te graven sleuf een lengte heeft van meer dan 501 meter.

 

 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 2.1 lid 2 en 4 van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur Purmerend 2016 bedraagt € 1,90 per melding Voor de berekening wordt het aantal meldingen aangehouden dat in het voorafgaande jaar door of namens de netwerkbeheerder gemeld zijn.

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

 

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (inrijverbod)

 

 

voor maximaal 2 weken

€ 27,00

 

voor een periode langer dan twee weken met een maximale geldigheidsduur van één jaar

€ 114,00

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.19.2.1

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BAWB)

 

1.19.2.1.1

Met medisch advies

€ 176,00

1.19.2.1.2

Zonder medisch advies

€ 93,00

1.19.2.2

tot het verlengen van de geldigheid van een document als bedoeld in 1.19.2.1

Gelijk aan tarief verkrijgen

1.19.2.3

tot het vervangen van een document als bedoeld in 1.19.2.1 in geval van verlies, diefstal, beschadiging of slijtage of duplicaat

€ 40,00

1.19.2.4

Tot het wijzigen van het kenteken van de gehandicaptenparkeerplaats

€ 51,00

 

 

 

1.19.2.5

Niet van toepassing

 

1.19.2.5.1

Niet van toepassing

 

1.19.2.5.2

Niet van toepassing

 

1.19.2.6.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag of besluit als bedoeld in artikel 34 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) voor:

 

1.19.2.6.1.

Een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel) voor één tot drie dag(en)

€ 216,00

1.19.2.6.2.

Een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel) voor één week

€ 432,00

1.19.2.6.3.

Een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel) tot vier maanden

€ 864,00

1.19.2.6.4.

Een besluit inzake het wegverkeer Verkeersbesluit artikel 18 Wegenverkeerswet 1994

€ 216,00

1.19.2.6.5..

Voor spoedeisende werkzaamheden die binnen 24 uur moeten worden uitgevoerd (tijdelijke verkeersmaatregel)

€ 216,00

 

Hoofdstuk 20 Diversen

 

1.20.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.20.1.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 8,60

1.20.1.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.20.1.2.1

per pagina op papier van A4-formaat in zwart-wit

€ 0,30

1.20.1.2.2

per pagina op papier van A3-formaat in zwart-wit

€ 0,50

1.20.1.2.3

per pagina op papier van A4-formaat in kleur

€ 0,60

1.20.1.2.4

per pagina op papier van A3-formaat in kleur

€ 1,10

1.20.1.3

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 50,80

1.20.1.4

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze titel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 7,45

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

 

 

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

 

 

 

 

2.1

Definities

 

2.1.1

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.1.2

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.1.3

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

2.1.4

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ wordt onder de in die omschrijving genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 verstaan de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567.

 

2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

omgevingsoverleg

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

2.3

Bepalen tarief

 

2.3.1

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.3.2

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

2.3.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met één of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

2.3.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

2.3.5

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

2.3.6

In afwijking van artikel 2.3.2 en 2.3.3 kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

 

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

 

2.4

Omgevingsoverleg

 

2.4.1

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een indicatieverzoek

€ 350,00

b.

voor een omgevingsinitiatief

€ 1.000,00

2.4.2

Onverminderd het bepaalde onder het eerste lid verschuldigde bedrag, bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde verzoek een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Nota Omgevingskwaliteit 2020 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand noodzakelijk is:

 

a.

bij bouwkosten tot €20.000,-

€ 239,70

b.

bij bouwkosten boven de €20.000,- wordt het tarief onder a verhoogd met een percentage van de bouwkosten van

0,25%

 

met een maximum van

€ 2.750,00

 

 

 

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnisch deel)

 

2.5.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

over het deel van de bouwkosten

0,50%

 

met een minimum

€ 239,70

2.5.1.1

Als een aanvraag voor een (ver)bouwproject, zoals bedoeld in artikel 2.5.1 betrekking heeft op de realisatie van een groen dak waarbij geldt dat het gewicht van het vegetatiedak minimaal 60 kg/m2 bedraagt en de dikte van de substraatlaag minimaal 5 centimeter, dan bedraagt het tarief 50% van de verschuldigde leges zoals vermeld in artikel 2.5.1.1 Het dak moet voor tenminste 70% worden afgedekt met het vegetatiedek. De minder verschuldigde leges als gevolg van de korting van 50% bedraagt maximaal €50.000 per aanvraag. Als gebruik wordt gemaakt van de legeskorting zoals genoemd in de artikelen 2.5.1.3, 2.5.1.4, 2.5.1.5 en 2.5.1.6 kan geen aanspraak meer gemaakt worden op deze legeskorting.

 

2.5.1.2

Leges zijn niet verschuldigd als een aanvraag voor een (ver)bouwproject, zoals bedoeld in artikel 2.5.1 enkel betrekking heeft op een realisatie van een groen dak. Voorwaarden hierbij zijn dat het gewicht van het vegetatiedek minimaal 60 kg/m2 bedraagt, de dikte van de substraatlaag minimaal 5 centimeter bedraagt en het dak voor tenminste 70% is afgedekt met het vegetatiedek. Als gebruik wordt gemaakt van de legeskorting zoals genoemd in de artikelen 2.5.1.3, 2.5.1.4, 2.5.1.5 en 2.5.1.6 kan geen aanspraak meer gemaakt worden op deze legeskorting.

 

2.5.1.3

Indien bij een aanvraag voor een nieuwbouwproject, zoals bedoeld in artikel 2.5.1 door middel van een BREEAM-beoordeling of een hiermee gelijkwaardige beoordeling, aangetoond kan worden dat significante duurzaamheidsmaatregelen worden getroffen dan bedraagt het tarief 50% van de verschuldigde leges zoals vermeld in artikel 2.5.1. De minder verschuldigde leges als gevolg van de korting van 50% bedraagt maximaal €100.000 per aanvraag. Onder significante duurzaamheidsmaatregelen wordt bij een BREEAM-beoordeling verstaan een beoordelingskwalificatie van het pakket aan duurzaamheidsmaatregelen van ten minste “excellent”.

 

2.5.1.4

Indien een aanvraag voor een verbouwproject, zoals bedoeld in artikel 2.5.1, betrekking heeft op een bouwwerk met een utiliteitsfunctie met een aantoonbaar Energielabel A die voldoet aan de Regeling energieprestatie gebouwen, dan bedraagt het tarief 50% van de verschuldigde leges zoals vermeld in artikel 2.5.1. De minder verschuldigde leges als gevolg van de korting van 50% bedraagt maximaal €100.000 per aanvraag.

 

2.5.1.5

Indien een aanvraag voor een verbouwproject, zoals bedoeld in artikel 2.5 lid 1, betrekking heeft op een bouwwerk met een woonfunctie met een aantoonbaar Energielabel A die voldoet aan de Regeling energieprestatie gebouwen, dan bedraagt het tarief 50% van de verschuldigde leges zoals vermeld in artikel 2.5.1. De minder verschuldigde leges als gevolg van de korting van 50% bedraagt maximaal €100.000 per aanvraag.

 

2.5.1.6

Indien in combinatie met een verbouwproject als genoemd onder artikel 2.5.1.4 of 2.5.1.5 tevens sprake is van vervanging van een asbestdak, dan bedraagt het tarief 25% van de verschuldigde leges zoals vermeld onder artikel 2.5.1. De minder verschuldigde leges als gevolg van de korting van 75% bedraagt maximaal €100.000 per aanvraag.

 

2.6

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit (inclusief wijzigingsbevoegdheid en uitwerkingsplicht) over het deel van de bouwkosten:

2,50%

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit over het deel van de bouwkosten:

3,10%

2.7

Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 239,70

 

 

 

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

2.8

Omgevingsplanctiviteit: Monumenten

 

2.8.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 239,70

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 239,70

2.8.2

Artikel 2.8.1 en onder a zijn van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Purmerend 2021 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing: a. als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en b. als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

2.9

Rijksmonumentenactiviteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 239,70

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 239,70

2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

2.10.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 239,70

2.10.2

Artikel 2.10.1 is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 239,70

 

 

 

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

 

2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit

€ 2.985,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 5.970,00

c.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 8.955,00

2.13

Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit

€ 2.985,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 5.970,00

c.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 8.955,00

2.14

Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit

€ 2.985,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 5.970,00

c.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 8.955,00

2.15

Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit

€ 2.985,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 5.970,00

c.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 8.955,00

2.16

Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit

€ 2.985,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 5.970,00

c.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 8.955,00

2.17

Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit

€ 2.985,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 5.970,00

c.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 8.955,00

2.18

Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit

€ 2.985,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 5.970,00

c.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 8.955,00

2.19

Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit

€ 2.985,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 5.970,00

c.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 8.955,00

2.20

Samenloop van milieubelastende activiteiten

 

a.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

 

b.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

 

 

 

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

 

2.21

Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 840,00

2.22

Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.100,00

 

 

 

 

Paragraaf 2.7 Aanleg activiteiten

 

2.23

Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

 

2.23.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 239,70

2.23.2

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit het graven in het gebied met een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 239,70

2.23.3

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 239,70

2.23.4

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 239,70

2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

  • a.

    aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

  • b.

    indrijven van voorwerpen,

  • c.

    ophogen van de grond, of

  • d.

    verharden van de grond, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 239,70

2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 239,70

2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, de aard of de breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van de aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet, artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of artikel 22.278 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 239,70

2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 239,70

2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 239,70

 

 

 

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

 

2.29

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen of te doen vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 239,70

2.30

Plaatsen van voorwerpen op of aan een openbare plaats

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het plaatsen van voorwerpen op of aan een openbare plaats, bedoeld in artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 103,20

2.31

Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

met een geldigheidsduur van maximaal twee weken

€ 85,50

b.

met een geldigheidsduur langer dan twee weken

€ 214,50

2.32

Andere activiteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 239,70

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 239,70

 

 

 

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschiften

 

2.33

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

  • 1.

    het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 2.

    bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 3.

    het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

  • 4.

    het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift:

€ 500,00

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 500,00

2.34

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

2.34.1

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.100,00

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 2.200,00

c.

vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 3.300,00

2.34.2

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt de tarieven als genoemd onder het eerste lid.

 

2.35

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.33 en 2.34, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

 

 

 

 

 

Paragraaf 10 Gelijkwaardigheid

 

2.36

Gelijkwaardige maatregel

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

€ 500,00

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:

€ 500,00

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 1.100,00

d

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief:

€ 500,00

 

 

 

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

 

2.37

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 239,70

2.38

Wijzigen omgevingsvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning een percentage van

25%

 

van de leges die oorspronkelijk verschuldigd was

 

 

met een minimumbedrag van

€ 239,70

 

en een maximumbedrag van

€ 2.782,20

2.39

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning een percentage van

25%

 

van de leges die oorspronkelijk verschuldigd was

 

 

met een minimumbedrag van

€ 239,70

 

en een maximumbedrag van

€ 2.738,40

2.40

Intrekken omgevingsvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.53 van toepassing is:

€ 239,70

2.42

Niet genoemd besluit op aanvraag

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 239,70

 

 

 

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

 

2.43

Buitenplanse omgevingsplanactiviteit niet zijnde bouwactiviteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, niet zijnde een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.6, worden de op grond van artikel 2.7 of de paragrafen 2.4 tot en met 2.7 verschuldigde leges:

 

a.

voor een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit) of voor een andere activiteit in strijd met het omgevingsplan verhoogd met:

 

 

voor een aanvraag met oppervlakte kleiner dan 99 m2

€ 750,00

 

voor een aanvraag met oppervlakte tot 100 t/m 1.000 m2

€ 3.000,00

 

voor een aanvraag met oppervlakte groter dan 1.001 m2

€ 9.322,60

2.44

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met

10%

 

met een minimumbedrag van

€ 239,70

2.45

Uitgebreide voorbereidinsgprocedure

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

 

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 4.264,00

 

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 9.322,60

 

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 9.322,60

2.46

Advies

 

2.46.1

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

a.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Nota Omgevingskwaliteit 2020 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

 

 

bij bouwkosten tot €20.000,-

€ 239,70

 

bij bouwkosten boven de €20.000,- wordt het tarief van € 239,70 verhoogd met een percentage van de bouwkosten van

0,25

 

met een maximum van

€ 2.750,00

b.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.46.2

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.47

Instemming

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

a.

als de gemeenteraad moet besluiten over de instemming:

€ 663,60

b.

als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

 

 

 

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

 

2.48

Vermindering na omgevingsoverleg (omgevingsinitiatief)

 

2.48.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.4, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in artikel 2.48.2 genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

50%

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

2.48.2

Voor de toepassing van artikel 2.48.1 wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

  • a.

    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

  • b.

    in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

  • c.

    binnen 9 maanden na uitspraak op het omgevingsinitiatief.

 

 

 

 

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

 

2.49

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, wordt het volgende tarief in rekening gebracht:

€ 239,70

2.50

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na het in behandeling nemen ervan:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking na 4 weken na het in behandeling nemen ervan, maar voor het verlenen van de vergunning:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

2.51

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, sloop- of milieubelastende activiteiten

 

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw-, aanleg-, sloop- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

10%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

2.52

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

20%

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

2.53

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12 artikel 2.46 en 2.47.

 

2.54

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 239,70 wordt niet teruggegeven.

 

2.55

In deze titel niet benoemde beschikking

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere in deze titel niet benoemde beschikking

€ 239,70

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

 

 

Hoofdstuk 1 Horeca

 

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

3.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

€ 714,25

3.1.2

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 274,00

3.1.2.1

een aanvraag tot wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 161,95

3.1.2.2

een aanvraag tot verlening van een vergunning met betrekking tot het hebben/plaatsen van terrassen als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 80,50

3.1.3

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening

 

 

geldig voor een periode van maximaal twee weken

€ 51,00

 

geldig voor een periode langer dan twee weken met een maximale geldigheidsduur van één jaar

€ 171,25

3.1.4

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet

€ 53,00

3.1.5

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet

€ 161,95

3.1.6

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet

 

 

voor één leidinggevende

€ 105,90

 

voor elke volgende leidinggevende

€ 91,25

3.1.7

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

€ 114,00

 

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

 

3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft:

 

3.2.1

een evenement tot 500 bezoekers of deelnemers

€ 83,00

3.2.2

een evenement vanaf 500 tot 2.500 bezoekers of deelnemers

€ 223,00

3.2.3

een evenement vanaf 2.500 tot 5000 bezoekers of deelnemers

€ 432,40

3.2.4

een evenement met meer dan 5.000 bezoekers of deelnemers

€ 1.394,00

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Seksbedrijf

 

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen of verlengen van een vergunning voor een seksbedrijf als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 1.860,00

3.3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de vergunning, als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening:

25%

 

van de leges bedoeld in 3.3.1

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 4 Huisvestingswet

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.4

tot het verlenen van een vergunning voor het onttrekken, van woonruimte aan de bestemming tot bewoning, het samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte, het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a,b,c en d van de Huisvestingswet 2014 en als bedoeld in de vigerende Huisvestingsverordening gemeente van de Purmerend

€ 2.085,00

 

Hoofdstuk 5 Marktstandplaatsen

 

 

Vervallen

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet

 

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag :

 

3.6.1

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

€ 80,85

3.6.2

tot het wijzigen van een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing

€ 80,85

 

 

 

 

Hoofdstuk 7 Kinderopvang

 

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in de artikelen 1.45 van de Wet kinderopvang tot opneming in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK):

 

3.7.1

voor het in exploitatie nemen van een gastouderbureau, kindercentrum (kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang)

€ 1.559,20

3.7.2

voor het aanbieden van gastouderopvang op het adres van de gastouder of op het adres van de vraagouder

€ 493,20

 

 

 

 

Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

3.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

€ 50,80

 

Behoort bij besluit van de raad van 3 november 2022

de raadsgriffier,

R.J.C. van der Laan