Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nieuwegein

Beleidsregel Sekswerk Lekstroom 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNieuwegein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel Sekswerk Lekstroom 2022
CiteertitelBeleidsregel Sekswerk Lekstroom 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de beleidsregels Prostitutiebeleid 2000.

Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-12-2022nieuwe regeling

27-09-2022

gmb-2022-535804

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Sekswerk Lekstroom 2022

Het college van burgemeester en wethouders van Nieuwegein;

 

De burgemeester van Nieuwegein;

 

Ieder voor zo ver bevoegd

 

gelet op hoofdstuk 3 van de Algemene plaatselijke verordening;

 

besluit

 

vast te stellen

 

Beleidsregel Sekswerk Lekstroom 2022

 

1. Inleiding

 

De afgelopen jaren is het sekswerkbeleid, of ook wel bekend als prostitutiebeleid, met regelmaat een gespreksonderwerp binnen de politiek en maatschappij. Prostitutie is een van de oudste beroepen op deze wereld. Al sinds de 15e eeuw werd dit beroep gereguleerd en vooral benaderd als een vraagstuk vanuit de openbare orde en veiligheid. in 2000 heeft er een grote landelijke wetswijziging plaatsgevonden. Het bordeelverbod is toen opgeheven wat het mogelijk maakt om in iedere gemeente een seksbedrijf te faciliteren. Op basis van deze wetswijziging is lokaal beleid opgesteld. Inmiddels staat ruim 20 jaar na de wetswijziging het onderwerp nog steeds (landelijk) ter discussie. Deze beleidsnota dient ter actualisatie van de lokale wet- en regelgeving en het beter aan laten sluiten van het lokale beleid op de praktijksituatie rondom sekswerk.

 

Afbakening

Sekswerkbeleid heeft betrekking op de regulering van de verschillende vormen van sekswerk en seksbedrijven. Een gemeenteraad kan een verordening vaststellen waarin voorschriften worden gesteld met betrekking tot het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling.

 

Juridisch kader

Gemeenten hebben veel vrijheid in de manier waarop zij invulling geven aan het sekswerkbeleid. Dit leidt er echter toe dat gemeenten verschillende vormen van beleid hanteren en prostitutie zich verplaatst naar gemeenten die minder aandacht hebben voor dit onderwerp ten opzichte van andere gemeenten. De landelijke politiek probeert met wetgeving te anticiperen op de ontwikkelingen binnen de seksbranche. Onderdeel hiervan is de Wet regulering sekswerk (Wrs). De Wrs tracht de seksbranche op landelijk niveau te reguleren door middel van een landelijke vergunningsplicht en leeftijdsverhoging naar 21 jaar voor prostituees. Zij kunnen een vergunning aanvragen en wanneer zij deze ontvangen, mogen zij werkzaam zijn als prostituee binnen seksbedrijven in Nederland. De Minister van Justitie en Veiligheid zal 12 tot 18 gemeenten aanwijzen die belast worden met de vergunningsprocedure. De vergunning wordt aangevraagd bij de burgemeester van één van de 12 tot 18 aangestelde gemeenten.

 

De Wrs is op het moment nog niet in werking getreden. Het kabinet van Rutte III heeft in 2021 een wetsvoorstel ingediend, echter is dit controversieel verklaard door het kabinet naar aanleiding van het advies van de Raad van State. Het kabinet Rutte IV heeft in het coalitieakkoord opgenomen wel een nieuw voorstel voor de Wrs aan te leveren. Het is nog onbekend wanneer dit voorstel komt en hoe dit eruit ziet. Verwachting is dat de Wrs nog enkele jaren op zich laat wachten en wijzigt qua inhoud gelet op het advies van de Raad van State.

 

Daarnaast moeten gemeenten volgens het Interbestuurlijk Programma (IBP) in 2022 beleid opgesteld hebben voor een integrale aanpak van mensenhandel. Nieuwegein is bezig dit voor te bereiden. Dit kan ook raakvlakken hebben met het sekswerkbeleid. Daarom wordt in het sekswerkbeleid rekening gehouden met deze eis vanuit het IBP.

 

De gemeenten binnen regio Lekstroom (Nieuwegein, Houten, IJsselstein, Lopik en Vijfheerenlanden) hebben daarom besloten alvast het voormalige beleid kritisch tegen het licht te houden en nieuw beleid op te stellen. Artikel 151a geeft gemeenten de mogelijkheid een verordening vast te stellen waarin voorschriften worden gesteld met betrekking tot het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling. Binnen de Lekstroom gemeenten is dit opgenomen in de Apv. De Apv biedt de mogelijkheid dit onderwerp verder uit te werken binnen beleid.

 

Aanleiding

Het oude beleid dateert uit het jaar 2000 toen het bordeelverbod werd opgeheven. Inmiddels is een hoop veranderd en is het voormalige beleid dermate verouderd dat het niet meer aansluit op de praktijk. Naast het feit dat het oude beleid achterhaald is, zijn er diverse aanleidingen om het sekswerkbeleid (voormalig bekend als prostitutiebeleid) te herzien. De eerste reden heeft betrekking op de praktijksituatie en regels die het oude beleid biedt. Het oude beleid is verouderd en hanteert bepaalde definities en toelichtingen welke niet aansluiten op de praktijk met als gevolg dat bepaalde situaties juridisch niet goed geregeld zijn.

 

Daarnaast heeft de politie in 2020 de toezichthoudende rol op de prostitutiebranche overgedragen aan gemeenten. Om deze toezichthoudende rol te kunnen vervullen is het noodzakelijk beleid te hebben dat goed aansluit op de huidige regelgeving en de praktijksituatie.

 

Oude beleid en nieuwe beleid

In de aanleiding hierboven is al kort omschreven waar de knelpunten van het voormalige prostitutiebeleid zitten. Deze paragraaf geeft een kort overzicht van de kern van de veranderingen van het oude prostitutiebeleid ten opzichte van dit nieuwe sekswerkbeleid.

 

Prostitutiebeleid

Sekswerkbeleid

Oude definities zijn achterhaald.

Nieuwe definities die aansluiten op de praktijk.

Beleid verwijst naar oude lokale en landelijke wet- en regelgeving.

Door nieuw beleid vast te stellen kan gekeken worden naar de huidige wet- en regelgeving.

Stelt dat toezichthoudende rol bij politie ligt wat sinds 2020 niet meer het geval is.

Biedt ruimte voor een nieuw uitvoeringsprogramma in het kader van de toezichthoudende rol van gemeenten.

 

Organisatieomschrijving

Dit sekswerkbeleid is opgesteld binnen de regio Lekstroom. In 2000 is op verzoek vanuit het Districtelijk College Lekstroom door de gemeenteraad van Nieuwegein besloten gezamenlijk beleid te voeren met de gemeente Houten, IJsselstein, Lopik. Deze gemeenten vormden samen met Nieuwegein regio Lekstroom. Na verloop van tijd heeft Vianen, nu Vijfheerenlanden, zich toegevoegd aan deze regio. In deze samenstelling is het beleid verder opgesteld.

2. Definities en begrippen

 

In dit hoofdstuk zijn de begrippen en definities weergegeven van de verschillende termen die gebruikt worden in deze beleidsnota. Dit is van belang omdat er verschillende soorten vormen van seksbedrijven en sekswerk zijn en deze ieder een eigen omschrijving kennen. Hoofdstuk 4 zal de begrippen en hun context uitgebreider toelichten.

2.1 Begrippenkader

Sekswerk

Het tegen betaling verrichten van seksuele handelingen met of voor een ander. Sekswerk is een overkoepelend begrip waar prostitutie een onderdeel van is.

 

Prostitutie:

Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling.

 

Sekswerker

Degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen voor een derde tegen betaling. Een sekswerker is een overkoepeld begrip van personen welke werkzaam zijn in de seksbranche.

 

Prostitu(é)e

Degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling.

 

Thuiswerker

Degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling in of vanuit de eigen woning.

 

Seksbedrijf

De activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot:

 

  • a.

    Het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling; of

  • b.

    Het verrichten van seksuele handelingen voor een derde tegen betaling;

 

Prostitutiebedrijf

de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig aan een prostituee gelegenheid geven tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling;

 

Escortbedrijf

de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig aan een prostituee gelegenheid geven tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling door te bemiddelen tussen de prostituee en de derde met het oog op prostitutie die plaats vindt op een ander adres dan de woning van de prostituee of een seksinrichting;

 

Seksinrichting

Voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, onderdeel van een seksbedrijf;

 

Sekswinkel

De voor het publieke toegankelijke, besloten ruimte, waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch pornografische aard aan particulieren worden verkocht of verhuurd.

 

Exploitant

de natuurlijke persoon of de bestuurder van een rechtspersoon of, indien van toepassing, de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon bevoegde natuurlijk persoon, voor wiens rekening en risico een seksbedrijf wordt uitgeoefend;

 

Beheerder

de natuurlijke persoon die door de exploitant is aangesteld voor de feitelijke leiding van een seksbedrijf;

 

Klant

degene die tegen betaling seksuele diensten afneemt van een prostituee of sekswerker;

 

Bezoeker

degene die aanwezig is in een seksinrichting, met uitzondering van:

 

  • -

    De exploitant;

  • -

    De beheerder;

  • -

    De sekswerker;

  • -

    Personeel dat aanwezig is in dienst van het seksbedrijf;

  • -

    Toezichthouders die zijn aangewezen op grond van artikel 6:2 van deze verordening;

  • -

    andere personen wier aanwezigheid in de seksinrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is.

Roulatiepand

Voor het publiek toegankelijke woning welke als bedrijfsmatige seksinrichting wordt gebruikt;

 

Advertentie

elke commerciële uiting in een medium, die een seksbedrijf of een prostituee onder de aandacht van het publiek brengt.

 

Lekstroom

De Lekstroomgemeenten Nieuwegein, Houten, IJsselstein, Lopik en Vijfheerenlanden.

2.2 Wat valt er onder de seksbranche

De seksbranche is veel omvattend en bestaat uit een vergunde en onvergunde sector. De vergunde sector komt voort uit art. 151a van de Gemeentewet, die stelt dat een gemeenteraad een verordening kan vaststellen met voorschriften voor het bedrijfsmatig aanbieden van seksuele handelingen met of voor een derde. Dit betekent dat alle bedrijven die bedrijfsmatig seksuele handelingen aanbieden met of voor derden onder de vergunde sector vallen. Dit beleidsstuk ziet op deze vergunde sector.

 

Verder zijn er nog ‘thuiswerkers’. Voor wat betreft het begrip ‘thuiswerkers’ kan het beleid per gemeente binnen Lekstroom verschillen. Dit gelet op de verschillende situaties die zich kunnen voordoen. Er zijn gemeenten binnen Lekstroom welke een aparte beleidsregel hebben opgesteld voor thuiswerkers ‘Beleidsregel Thuiswerkers Seksbranche Lekstroom’. Voor de andere gemeenten die niet met de beleidsregel van thuiswerkers werken, valt bedrijfsmatig thuiswerken onder de vergunningsplicht die geldt voor seksbedrijven.

 

Tot slot zijn er bedrijven die niet onder de vergunde sector vallen. De seksbranche is een brede sector met diverse soorten bedrijven. De bedrijven die niet onder de vergunningsplicht vallen zijn bedrijven die wel in de seksbranche vallen maar geen seksuele handelingen aanbieden. Voorbeeld hiervan zijn sekswinkels.

3. Uitgangspunten beleid

 

Prostitutie is een beroep dat al eeuwen oud is. Het blijft echter een thema waarover meerdere maatschappelijke opinies zijn. In deze beleidsregel zijn uitgangspunten opgesteld die gehanteerd zijn bij het opstellen van dit beleid.

3.1 Voorkomen van misstanden & brede blik op de seksbranche

De seksbranche is een branche welke gevoelig is voor misstanden zoals uitbuiting of andere problematiek. Het voorkomen en signaleren van deze misstanden is een belangrijk uitgangspunt van dit beleid. In hoofdstuk 2 is in de aanleiding omschreven dat de ontwikkelingen van de afgelopen jaren het beeld op de seksbranche hebben veranderd. Wet- en regelgeving leiden ertoe dat bepaalde sekswerkers uitgesloten worden. Daarnaast zijn seksbedrijven voornamelijk gericht op het aanbieden van vrouwelijke prostituees en bieden deze vaak geen plek voor mannelijke prostituees. Dit leidt ertoe dat sekswerkers de illegaliteit in worden gedwongen met als gevolg een vergrote kans op misstanden en minder toezicht vanuit hulpverlening en overheid, omdat ze lastig te bereiken zijn. Door een bredere blik te hanteren in dit nieuwe beleid wordt getracht misstanden te voorkomen en beter aan te sluiten op de ontwikkelingen en praktijk.

3.2 Gezondheid en veiligheid sekswerkers

Het beleid heeft als doel om de gezondheid en veiligheid van sekswerkers te bevorderen. Dit door het stimuleren van hulpverlening en veilige werkomgevingen. Dit wordt bereikt via barrières voor exploitanten, toezicht op de seksbranche en het aanbieden van hulpverlening waar nodig of gewenst is. Daarnaast wordt er getracht bij te dragen aan destigmatisering van het beroep van sekswerkers.

3.3 Handhaven van openbare orde en veiligheid

De openbare orde en veiligheid mogen niet in het geding komen. Bij het opstellen van het beleid staat dit centraal. Situaties die leiden tot geweld, uitbuiting, overlast of andere vormen van het verstoren van de openbare orde en veiligheid worden niet getolereerd. Uitgangspunt van dit beleid is dat de omgeving zo min mogelijk hinder ondervindt van de bedrijvigheid vanuit de seksbranche.

3.4 Samenwerking regio Lekstroom

In 2000 is het voormalige prostitutiebeleid opgesteld naar aanleiding van het opheffen van het bordeelverbod. Om de aanpak binnen het politiedistrict te bevorderen is gekozen om gezamenlijk beleid op te stellen tussen Nieuwegein, Houten, IJsselstein en Lopik. Bij het actualiseren van dit beleid is gekozen om deze samenwerking te behouden en uit te breiden met de tussentijds toegetreden gemeente Vijfherenlanden. Het voeren van gemeenschappelijk beleid heeft diverse voordelen voor betrokkenen. Het is overzichtelijker en efficiënter voor het bevoegd gezag om toezicht te houden op het gebied van prostitutie binnen de regio. Denk hierbij aan organisaties zoals politie die niet gebonden zijn aan de grenzen van een gemeente. Dit geldt ook voor zorgorganisaties zoals de GGD.

 

Het voeren van gezamenlijk beleid biedt ook voordelen voor exploitanten. Binnen Lekstroom kunnen exploitanten rekenen op dezelfde regelgeving vanuit de gemeenten en weten zij dat bijv. escorts moeten voldoen aan dezelfde regels in deze gemeenten. De samenwerking binnen Lekstroom maakt daarmee het beleid overzichtelijker voor alle betrokkenen.

3.5 Maximumstelsel

In 2000 is het bordeelverbod opgeheven waardoor het exploiteren van een seksbedrijf in principe in iedere gemeente mogelijk is. Binnen regio Lekstroom zijn afspraken gemaakt over het gezamenlijk voeren van sekswerkbeleid. De gemeenten binnen Lekstroom hebben naar aanleiding van het opheffen van het bordeelverbod in 2000 ingestemd met het invoeren van een maximumstelsel. Het maximumstelsel houdt in dat er een limiet is gesteld aan het aantal exploitatievergunningen voor seksbedrijven. De gemeenten Lekstroom hebben bij het opstellen van dit beleid afgesproken het maximumstelsel in stand te willen houden. In hoofdstuk 4 is toegelicht hoe dit maximumstelsel is gereguleerd. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijke verplichting die wordt gesteld in het bordeelverbod en wordt tevens reactie gegeven op de maatschappelijke vraag naar een vergund seksbedrijf.

3.6 Voorkomen van ondermijning

In artikel 2 van het BIBOB-beleid Nieuwegein is een aantal bedrijfssectoren omschreven die een hoger risico kennen met betrekking tot ondermijning. De seksbranche is in dit beleid ook aangewezen als risicosector en verplicht gesteld voor een onderzoek vanuit de toepassing van de Wet Bibob. De seksbranche bestaat uit gelegaliseerde seksbedrijven, sekswinkels en seksbioscopen. De exploitanten komen echter bijna zonder uitzondering uit de voormalige illegale wereld. Hoewel daarmee niet gezegd is dat men zich niet aan de regels zal houden, is toezicht hierop niet overbodig. Verschuiving in het aanbod en verschuiving in de illegaliteit is het gevolg van de afschaffing van het bordeelverbod. Signalen die mogelijk wijzen op mensenhandel of onvergunde prostitutie zijn veel voorkomende problemen binnen de seksbranche. Door al deze kenmerken is de seksbranche aan te merken als een risicovolle branche.

4. Regulering

 

Voor de seksbranche in de lekstroomgemeenten geldt voor verschillende soorten bedrijven een vergunningsplicht op grond van de Apv. Een vergunningsplicht is belangrijk voor een beheersbare seksbranche en het creëren van een barrièremodel voor het voorkomen van uitbuiting en ondermijningsactiviteiten. Ook speelt een vergunningsplicht een belangrijke rol bij het voorkomen van misstanden, waarborgen van de openbare orde en de bescherming van het woon- en leefklimaat. Met de actualisering van het beleid wordt beoogd dat het beleid zowel eenduidiger als beter onderbouwd wordt.

4.1 Uitwerking en toelichting begrippenkader

In hoofdstuk 3 van de Apv zijn de begripsbepalingen opgenomen. Voor de begrippen wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de Apv en hieronder wordt alleen een nadere toelichting gegeven. Hieronder volgt een kort overzicht van de belangrijkste begrippen zoals deze omschreven zijn in hoofdstuk 2 en 4 van deze beleidsnota

 

Verschil tussen prostituee en sekswerker

Een prostituee is een persoon die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen vergoeding. Het geslacht of gender doet voor deze aanduiding verder niet ter zake. Het begrip sekswerker wordt gebruikt als algemene aanduiding voor de persoon die tegen vergoeding seksuele handelingen verricht met een derde (prostitutie), of die tegen vergoeding seksuele handelingen verricht voor een derde (onder meer bij live seksshows, peepshows en striptease-bars). In alle gevallen gaat het om seksuele handelingen door personen. De sekswerkers betreffen een bredere groep werkers dan de prostituees: bijvoorbeeld ook strippers en paaldansers. Een prostituee is dus een sekswerker, maar een sekswerker is niet altijd een prostituee. Zowel prostituees als sekswerkers vallen onder de reikwijdte van deze beleidsnota.

 

Thuiswerker

Een thuiswerker is een persoon die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling in of vanuit de eigen woning. Het feit dat de seksuele handelingen vanuit een woning plaatsvinden staat hierin centraal. Een thuiswerker is daarmee in feite een prostituee die vanuit zijn of haar eigen woning werkt.

 

Begrippen seksinrichting en seksbedrijf

Met het begrip seksinrichting wordt gedoeld op de voor een derde toegankelijke besloten ruimte dat onderdeel is van een seksbedrijf. Een seksbedrijf is een overkoepelend begrip. Het begrip seksbedrijf wordt als verzamelnaam gebruikt voor bedrijven welke bedrijfsmatig seksuele handelingen met, of voor derden aanbieden. Denk hierbij aan prostitutiebedrijven, escortbedrijven en overige seksbedrijven. Daarbij wordt gedoeld op de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot:

 

  • het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen vergoeding (=prostitutiebedrijf); of

  • prostitutie in de vorm van bemiddeling tussen klant en prostituee (=escortbedrijf) (de activiteit vindt op een andere plek plaats dan het verrichten van de seksuele handeling); of

  • het verrichten van seksuele handelingen met en voor een derde (niet tegen vergoeding) (=overig seksbedrijf, zoals een parenclub/swingersclub of sekssauna); of

  • het verrichten van seksuele handelingen voor een derde tegen vergoeding (=overig seksbedrijf, zoals een sekstheater/peepshow/seksbioscoop); of

  • het aanbieden van fysieke vertoningen van erotisch-pornografische aard (al dan niet tegen vergoeding) (=overig seksbedrijf, zoals een paaldansclub of stripteaseclub).

De elementen ‘tegen vergoeding’ en ‘een derde’ zijn gebonden aan seksuele handelingen die op dat moment met of voor een derde plaatsvinden. In onderstaande tabel zijn verschillende soorten seksbedrijven in een overzicht opgenomen waarbij ook is aangegeven of de soorten seksbedrijven wel of niet locatie gebonden zijn. Let op: het overzicht is niet uitputtend en per situatie zal altijd moeten worden gekeken welke activiteit(en) er werkelijk wordt/worden uitgeoefend.

 

Alle soorten seksbedrijven vallen, als het gaat om bedrijfsmatig gelegenheid geven van seksuele handelingen met of voor een derde (al dan niet tegen vergoeding) of als er fysieke vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden, onder de vergunningplicht.

 

Uitgezonderd van de vergunningplicht is:

 

  • De (seks)winkels waar erotische producten worden verkocht, zoals seksspeeltjes, pornografisch materiaal, erotische lingerie en erotische boeken. Deze winkels vallen onder de detailhandel. Wanneer een sekswinkel ook erotische vertoningen aanbiedt via bijv. videocabines vallen deze wel onder de vergunningsplicht.

4.2 Maximumstelsel

Gemeenten zijn verplicht ruimte voor exploitatie van een seksbedrijf aan te bieden. Nieuwegein voert samen met de gemeenten IJsselstein, Houten, Lopik en Vijfheerenlanden gezamenlijk sekswerkbeleid. In deze genoemde regio wordt een maximumstelsel gehanteerd van 7 seksbedrijven waarvan 1 locatiegebonden seksbedrijf en 6 niet-locatie gebonden seksbedrijven m.u.v. straatprostitutie. In de tabel bij hoofdstuk 4.3 wordt toegelicht wat onder locatie- en niet-locatiegebonden valt. Het locatiegebonden seksbedrijf is gevestigd in Nieuwegein en Nieuwegein zal deze ruimte voor exploitatie ook faciliteren. Daarnaast dient iedere deelnemende gemeente ruimte te bieden voor een maximum van 1 locatiegebonden seksbedrijf in het geval de locatie in Nieuwegein ophoudt te bestaan en zich wil vestigen in een van de andere gemeenten.

4.3 Vergunningsplichtige sector

Gelet op artikel 151a Gemeentewet hebben gemeenten de bevoegdheid om bedrijven, die bedrijfsmatig de gelegenheid geven tot het verrichten van seksuele handelingen, vergunningsplichtig te stellen. Dit houdt in dat exploitanten van een seksbedrijf een vergunning moeten aanvragen willen zij een bedrijf kunnen exploiteren. Doel van deze vergunningsplicht is om een goede afweging te kunnen maken in relatie tot het woon- en het leefklimaat, en in het belang van prostituees, eisen te stellen aan de inrichting en exploitant. In de tabel hieronder is een overzicht weergegeven van de verschillende soorten seksbedrijven. Er wordt onderscheid gemaakt tussen prostitutiebedrijf en seksbedrijf overig. Het verschil hierin zit dat prostitutie altijd sekswerk is, maar sekswerk niet altijd prostitutie. Sekswerk is een overkoepelende term die begrip heeft op alle beroepen met een seksueel oogpunt. Een voorbeeld hiervan zijn erotische dansers. Prostitutie is een onderdeel van sekswerk waarbij seksuele handelingen worden verricht tegen betaling. Verder wordt er gekeken naar locatiegebonden en niet-locatiegebonden seksbedrijven. Locatiegebonden heeft betrekking op het aspect dat, de seksuele handelingen die worden verricht met of voor een derde, op de locatie van een seksinrichting van een seksbedrijf plaatsvindt. Wanneer de seksuele handelingen elders plaatsvinden dan spreekt men van een niet-locatiegebonden vorm van een seksbedrijf.

 

De tabel hieronder maakt inzichtelijk welke soorten bedrijven er onder de vergunde seksbranche vallen met daarbij het onderscheid of het onder de prostitutiebranche of seksbranche in zijn algemeen valt.

 

Soort seksbedrijf

Locatiegebonden

Niet-locatiegebonden

Prostitutiebedrijf

Bordeel/privéhuis

Escortbedrijf

 

Raambordeel (niet toegestaan)

Straatprostitutie/tippelen

(niet toegestaan)

 

Erotische massagesalon

 

Seksbedrijf overig

Sekstheater/peepshow

 

 

Seksbioscoop

 

 

Parenclub/swingersclub

 

 

Sekssauna

 

 

Paaldans/stripteaseclub

 

 

De exploitatievergunning stelt voorwaarden waaraan de exploitant zich moet houden. Deze voorwaarden zullen ook gecontroleerd en gehandhaafd worden. De kracht van beleid schuilt in de uitvoering en handhaving ervan. De maatregelen die volgen naar aanleiding van overtredingen van de regels, staan omschreven in de handhavingsmatrix. Het kader is strikt en geeft helderheid. Daarbij is rekening gehouden met de mogelijkheid tot het leveren van maatwerk waar dat nodig is. Het doel van de handhavingsmatrix is niet het opleggen van zoveel mogelijk regels. Het doel is de bescherming tegen ongewenste situaties in de seksbranche en het verbeteren van de positie van sekswerkers.

4.4 Verboden vormen van sekswerk

Niet alle vormen van sekswerk zijn toegestaan in de gemeente Nieuwegein. Sommige vormen hebben meer impact op de leefomgeving dan anderen vormen van seksbedrijven. Denk hierbij aan raam- en straatprostitutie. De bedrijvigheid is bij deze vormen beduidend zichtbaarder voor de omgeving dan bij een ander besloten seksbedrijf. Deze zichtbaarheid van de bedrijvigheid kan nadelig zijn voor het woon- en leefklimaat en is daarmee ongewenst. Raam- en straatprostitutie zijn daarmee aangemerkt als vormen van seksbedrijven die verboden zijn. Dit is in lijn met het besluit wat is genomen na het opheffen van het bordeelverbod.

4.5 Vestigingsbeleid

Een seksbedrijf heeft impact op zowel de sociale als de fysieke leefomgeving. De seksbranche is een risicovolle branche met mogelijke risico’s voor de volksgezondheid en de openbare orde en veiligheid. Gelet op deze risico’s en impact op de omgeving is het niet wenselijk een seksbedrijf te exploiteren in de woonbestemming binnen een wijk. Het exploiteren van een seksbedrijf trekt bezoekers aan waar omwonenden overlast van kunnen ervaren in het kader van verkeer, parkeren, geluid, openbare orde en veiligheid. Om die reden is een afbakeningsgebied van toepassing. Een seksbedrijf kan enkel gevestigd zijn op een industrieterrein in de desbetreffende gemeente. Seksbedrijven dienen terughoudend om te gaan met de uitstraling richting de omgeving. Denk hierbij aan de mate van speciale verlichting, uithangborden en gevelreclame. Seksbedrijven dienen een neutrale uitstraling te waarborgen. Daarnaast is het een vereiste dat een seksbedrijf geen hinder of overlast veroorzaakt voor omwonenden.

 

Het omgevingsplan van Nieuwegein biedt ruimte voor het exploiteren van een seksbedrijf binnen de werkingsgebieden voor het exploiteren van een bedrijf (bestemmingsplan: gebieden met een bedrijfsbestemming). Mocht de aanvrager van een exploitatievergunning hiervan af willen wijken, dan is naast de Apv-vergunning ook een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik) vereist. Voor het exploiteren van een seksbedrijf binnen het omgevingsplan aangewezen werkingsgebied ‘exploiteren van een bedrijf’ is geen omgevingsvergunning nodig.

5. Vergunningverlening

5.1 Vergunning

Hoofdstuk 3 van de Apv eist een vergunning voor het exploiteren van een seksbedrijf. In veruit de meeste gevallen is de burgemeester het bevoegd gezag. Zijn bevoegdheid betreft namelijk de voor publiek openstaande gebouwen (art. 174 Gemeentewet). Dit betekent dat het college van Burgemeester en Wethouders het bevoegde gezagsorgaan is indien het bijvoorbeeld gaat om de vergunningverlening van een seksbedrijf. In het belang van eenduidigheid en uit praktisch oogpunt is het mogelijk om deze bevoegdheid te mandateren aan de burgemeester, hetgeen bij deze wordt gedaan.

 

Als de aanvraag voldoet aan de gestelde aanlevercriteria dan wordt deze in behandeling genomen. Onderdeel hiervan is dat de aanvraag getoetst wordt volgens de Bibob-procedure. Voor het afgeven van de exploitatievergunning is het een voorwaarde dat de aanvrager zonder bezwaren het Bibob-onderzoek doorkomt.

5.2 Schaarse vergunning

De exploitatievergunning voor een seksbedrijf is een schaarse vergunning die alleen voor bepaalde tijd kan worden afgegeven. De vergunning wordt verleend voor een periode van vijf jaar met een optie tot verlenging van nog eens vijf jaar. Na vijf jaar zal er een Bibob-onderzoek plaatsvinden. Indien er geen bijzonderheden uit dit Bibob-onderzoek voortvloeien, zal de vergunning met nog eens vijf jaar worden verlengd. Indien er een ernstig gevaar uit het Bibob-onderzoek volgt, zal de vergunning niet nog eens voor vijf jaar worden verlengd en zal de vergunning opnieuw ter beschikking worden gesteld. Daarnaast vindt er geen verlenging van opnieuw vijf jaar plaats als meer dan de helft van de uiteindelijk zeggenschaphebbenden uit de onderneming is getreden binnen deze eerste vijf jaar. Doordat de vergunning voor bepaalde tijd wordt verleend, wordt redelijk frequent opnieuw beoordeeld of het betreffende bedrijf nog aan de gestelde eisen voldoet. Hiermee wordt de preventieve werking van het vergunningenstelsel versterkt. Dit is van groot belang, gezien het feit dat de prostitutiebedrijven tot de risicovolle bedrijven moeten worden gerekend; prostitutie is gevoelig voor zaken als uitbuiting, geweld, illegaliteit, misbruik van minderjarigen en andere criminele activiteiten. Het is zaak om ongewenste neveneffecten zoveel mogelijk te voorkomen en beheersbaar te houden door er snel en adequaat op te reageren, mochten deze aan het licht komen.

 

Bij een schaarse vergunning dient de gemeente een verdelingsprocedure toe te passen. Een transparante verdelingsprocedure middels een tendersysteem creëert gelijke kansen voor potentiële gegadigden om toe te treden tot de markt. Achtergrond van deze procedure is dat wanneer sprake is van meerdere belangstellenden, zij allen op eenzelfde wijze in de gelegenheid moeten worden gesteld om mee te dingen naar een nieuwe vergunning of exploitatierecht. Voor de gemeente is het belangrijk dat er een eerlijk en transparant proces is en via een aanbesteding verloopt dit op de gewenste manier. Het aanvraagtijdvak wordt minimaal acht weken vooraf openbaar bekendgemaakt. Hierbij worden ook heldere criteria bekendgemaakt, waaraan de vergunningaanvragen wordt getoetst. De aanvragen dienen te zijn voorzien van alle gegevens en bescheiden die vereist zijn voor de beoordeling daarvan.

5.3 Vergunningsprocedure

Aanvraag, intake en beoordeling

Een ondernemer die een seksbedrijf wil beginnen vraagt hiervoor de benodigde exploitatievergunning aan. De aanvraag voor een vergunning voor een seksbedrijf wordt ingediend bij de burgemeester van de gemeente waar de exploitant zijn bedrijf wil gaan uitoefenen. Indien onder de aanvraag van het seksbedrijf een seksinrichting valt, die is gelegen in een andere gemeente dan de gemeente waar het seksbedrijf gevestigd is, wordt de aanvraag ingediend bij de burgemeester van de gemeente waar de seksinrichting is gelegen. Bij deze aanvraag wordt de ondernemer uitgenodigd voor een intake gesprek waarin de aanvraag wordt besproken en de ondernemer informatie meekrijgt inzake het sekswerkbeleid en de vergunningprocedure.

 

De aanvraag moet in ieder geval bevatten:

 

  • 1.

    Een volledig ingevulde aanvraag voorzien van de bijbehorende documenten.

  • 2.

    Een bedrijfsplan waarin staat beschreven welke maatregelen getroffen worden op het gebied van hygiëne, bescherming van de (volks)gezondheid, veiligheid en zelfbeschikkingsrecht van de prostitué(e). Daarnaast moet er specifiek aandacht zijn hoe de exploitant voorkomt dat deze zich schuldig maakt aan strafbare feiten, hoe klanten worden beschermd in het kader van de volksgezondheid, en hoe deze maatregelen concreet worden vormgegeven in de bedrijfsvoering.

  • 3.

    Een document, waaruit blijkt dat de aanvrager gerechtigd is over de ruimte te beschikken.

  • 4.

    Een plattegrond op schaal van de inrichting.

  • 5.

    Een verklaring omtrent het gedrag van de leidinggevenden/beheerders.

  • 6.

    Een kopie legitimatiebewijs en een uittreksel bevolkingsregister van de leidinggevenden/beheerders.

  • 7.

    Een ingevuld, voorzien van de gevraagde bescheiden/informatie en ondertekend, Bibob formulier.

Wanneer de aanvraag niet compleet is aangeleverd wordt de ondernemer in de gelegenheid gesteld om binnen de aangegeven termijn de ontbrekende gegevens aan te leveren. Als de ondernemer hier geen gehoor aan geeft en de gegevens niet binnen de aangegeven termijn aanlevert, wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld. Voor het in behandeling nemen van de aanvraag worden leges gevraagd.

 

Vergunningsvoorschriften

Aan de vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden, in ieder geval met betrekking tot de openings- en sluitingstijden van de inrichting, hygiëne, het toezicht in en buiten de inrichting en de exploitatie van de inrichting.

 

Daarnaast kan de vergunning uitsluitend op naam van de exploitant of exploitanten worden gesteld. De vergunning is niet overdraagbaar.

 

Tot slot worden in de vergunning de namen van de leidinggevenden/beheerders opgenomen. Het seksbedrijf mag niet voor het publiek geopend zijn, indien in de inrichting niet een op de vergunning of het aanhangsel vermelde leidinggevende/beheerder aanwezig is. De leidinggevenden zien er op toe dat er in de inrichting geen strafbare feiten plaatsvinden (artikel 3:8, eerste en tweede lid, Apv).

 

Weigeringsgronden

Naast de in artikel 3.13 Apv genoemde weigeringsgronden, kan een exploitatievergunning voor een seksbedrijf worden geweigerd indien:

 

  • 1.

    het maximaal aantal af te geven vergunningen voor het soort seksbedrijven is verleend.

  • 2.

    Er informatie naar voren komt dat een of meer werknemers de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt.

  • 3.

    Indien niet wordt voldaan aan de vereisten voor indiening van de aanvraag en indien er sprake is van een situatie zoals genoemd in artikel 3 van de Wet Bibob.

Intrekkingsgronden:

De burgemeester trekt de vergunning in (uitwerking mede op basis van artikel 1:6 Apv), indien:

 

  • 1.

    blijkt, dat de vergunning ten gevolge van onjuiste of onvolledige opgave van gegevens is verleend en de vergunning niet zou zijn verleend als de juiste dan wel volledige gegevens waren verstrekt.

  • 2.

    de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd, dat een situatie is ontstaan zoals genoemd onder het kopje ‘weigeringsgronden’.

  • 3.

    de vergunninghouder niet langer gerechtigd is om over de ruimte te beschikken.

  • 4.

    gehandeld wordt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen.

  • 5.

    Alle uiteindelijk zeggenschaphebbenden uit de onderneming zijn getreden.

  • 6.

    Indien er sprake is van een situatie zoals genoemd in artikel 3 van de Wet Bibob.

5.4 Vergunningsprocedure

In de Legesverordening zijn de tarieven opgenomen voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een exploitatievergunning ten behoeve van een seksbedrijf. Ook de tarieven ten aanzien van wijzigingen in de exploitatievergunning zijn hierin opgenomen. De tarieven in de Legesverordening worden jaarlijks vernieuwd.

5.5 Overgangsregelingen exploitanten

Besluiten, genomen krachtens het Prostitutiebeleid 2000, die golden op het moment van de inwerkingtreding van dit gebied, gelden als besluiten genomen krachtens dit beleid.

6. Tegengaan van misstanden in prostitutiebranche en mensenhandel

 

De seksbranche is een anonieme sector en daarmee extra kwetsbaar voor misstanden. Zo kan het voorkomen dat criminelen prostituees uitbuiten, wat strafbaar is. Diverse organisaties zijn betrokken bij de aanpak van mensenhandel waaronder CoMensha, Moviera, Belle hulpverlening, de politie en gemeenten. Om misstanden te voorkomen en te signaleren zijn een aantal barrières gecreëerd en samenwerkingen opgesteld.

6.1 Omvang mensenhandel

De omvang van mensenhandel is erg complex om inzichtelijk te maken. Mensenhandel heeft betrekking op verschillende vormen zoals arbeidsuitbuiting, gedwongen orgaanverwijdering, criminele uitbuiting, gedwongen huwelijk en seksuele uitbuiting. Het landelijk coördinatiecentrum mensenhandel – CoMensha - verzamelt cijfers over de omvang van mensenhandel. De Nationaal Rapporteur Mensenhandel brengt hier jaarlijks verslag over uit aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Dit zijn echter alleen de cijfers van de gevallen die gemeld zijn of in beeld zijn gekomen. Het grootste deel van de gevallen blijft nog onopgemerkt en hoe groot dit precies is, is niet bekend. In 2020 waren in Nederland 984 meldingen van mensenhandel maar naar schatting zijn er jaarlijks tussen de 5000 en 7500 slachtoffers van mensenhandel in Nederland.

6.2 Verantwoordelijkheid lokale overheid

Gemeenten staan het dichtst bij hun inwoners en hebben hierdoor een cruciale positie om signalen te ondervangen en hulpverlening aan te bieden aan slachtoffers. De Nationaal Rapporteur mensenhandel concludeert dat het de verantwoordelijkheid is van de overheid om te zorgen voor actieve preventie, bescherming en de juiste hulpverlening. Daarnaast zijn gemeenten vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) en de Jeugdwet verantwoordelijk voor de opvang en ondersteuning van burgers en slachtoffers. Verder hebben gemeenten een wettelijke taak in het reguleren van exploitatie van bedrijfsmatige prostitutie, door middel van het uitgeven van vergunningen en het controleren van de voorwaarden. Tijdens deze controles kan de gemeente in aanraking komen met slachtoffers van mensenhandel. De gemeente kan ook in aanraking komen met signalen van mensenhandel tijdens het controleren van de thuiswerkers of tijdens de reguliere bedrijfsprocessen, zoals het inschrijven van een persoon binnen de gemeente. Bij het constateren van signalen van mensenhandel wordt samengewerkt met hulpverlening en politie om de slachtoffers te helpen. Als een slachtoffer hulpverlening weigert wordt de situatie gerapporteerd en overgedragen aan politie en hulpverlening

6.3 Ketenregisseur en zorgcoördinator mensenhandel

Om de aanpak van mensenhandel te versterken en slachtoffers te kunnen ondervangen zijn er ketenregisseurs en zorgcoördinatoren aangesteld per provincie. De ketenregisseurs werken samen met partners en gemeenten om een effectieve regionale samenwerking op te bouwen. Een uniforme aanpak en informatiedeling is belangrijk voor een complex onderwerp als mensenhandel. Dit geldt ook voor de opvang en coördinatie voor slachtoffers van mensenhandel. Hiervoor zijn zorgcoördinatoren aangesteld. Het opvangen van slachtoffers is een complexe zaak en vaak moet er veel geregeld worden. Denk hierbij aan verblijfvergunningen, inschrijvingen, zorgverzekeringen, uitkeringen en onderdak.

 

Slachtoffers hebben vaak deze kennis niet en zijn niet bekend met de wet- en regelgeving. Ook kan het voorkomen dat slachtoffers getraumatiseerd zijn en hierdoor niet in staat zijn om zelfstandig dit soort taken op te pakken. Hier komt de zorgcoördinator in beeld. Deze zorgt dat de juiste procedures op de juiste momenten opgestart worden. Voor de regio Utrecht is de organisatie Moviera betrokken bij de zorgcoördinatie. Moviera houdt zich bezig met het zorg- en ondersteuningsaanbod in de regio, coördinatie van hulpverlening per slachtoffer en rapportage en terugkoppeling over mensenhandel aan CoMensha.

6.4 Politie & Afdeling Vreemdelingenpolitie

Mensenhandel is een strafbaar feit en de opsporing en vervolging van daders is een verantwoordelijkheid van politie. Hiervoor is een speciale afdeling opgericht namelijk het AVIM (Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel/Mensensmokkel). Het AVIM doet onderzoek naar de identiteit en verblijfsrechtelijke status van vreemdelingen. Daarnaast onderzoekt zij grootschalige criminaliteit zoals mensenhandel en – smokkel. Bij signalen van mensenhandel of mogelijke slachtoffers wordt contact gezocht met het AVIM voor verdere afstemming. Daarnaast is het lokale basisteam van politie beschikbaar bij levensbedreigende situaties of overige acute situaties.

6.5 Training

Om signalen van mensenhandel te kunnen ondervangen en constateren zullen de toezichthouders opgeleid worden. Doel van deze opleiding is om de toezichthouders te voorzien van specialistische kennis die vereist is om vermoedens en signalen van mensenhandel beter te kunnen herkennen. Deze kennis draagt ook bij aan de kwaliteit van het toezicht dat plaatsvindt op de branche.

6.6 Verantwoordelijkheid exploitant

De exploitant van een seksbedrijf heeft diverse verplichtingen. Zoals eerder beschreven worden deze gecontroleerd tijdens de vergunningsaanvraag. Het hebben van een exploitatievergunning is tevens de eerste vereiste voor een exploitant. Om aan de vergunningsaanvraag te voldoen zal een exploitant een gedegen bedrijfsplan moeten aanleveren met een beschrijving van maatregelen over: hygiëne, volksgezondheid, veiligheid en zelfbeschikkingsrecht van prostituees. Daarbij moet de exploitant op de hoogte zijn van wie in de prostitutiebranche mag werken. Alleen personen afkomstig uit de Europese Economische Ruimte mogen werkzaam zijn als prostitué(e). Verder moet een exploitant een degelijke bedrijfsadministratie bijhouden en deze beschikbaar stellen voor toezichthouders.

 

Bij het bestuurlijk toezicht ligt de prioriteit bij het signaleren van misstanden en het controleren van vergunningsvoorwaarden. In de seksbranche zijn veel wisselingen van de bij een bedrijf werkzame prostituees en er zijn verplichtingen ten aanzien van wie er mag werken als prostitué(e). Daarom is de exploitant van een seksbedrijf verplicht om zorg te dragen voor een deugdelijke bedrijfsadministratie. Deze bedrijfsadministratie moet actuele gegevens bevatten over de prostituees die voor of bij het seksbedrijf werkzaam zijn, de verhuuradministratie en de werkroosters van de beheerders. Hierdoor kan de toezichthouder ook beoordelen of er geen onredelijk aantal uren wordt gewerkt door prostituees en of er voldoende rekening wordt gehouden met de aanwezigheidsplicht van een exploitant of beheerder. De bedrijfsadministratie moet te allen tijde beschikbaar zijn voor de toezichthouder.

 

Tot slot zijn exploitanten verplicht om in advertenties van het seksbedrijf, de naam van het bedrijf, het vergunningskenmerk en het telefoonnummer, zoals dat is opgenomen in de vergunning, te vermelden. De toezichthouder kan aan de hand van deze gegevens achterhalen in welke gemeente de vergunning is afgegeven en contact opnemen met het desbetreffende bedrijf of gemeente indien nodig. Voor prostitutiebedrijven geldt aanvullend dat het verboden is om onveilige seks aan te bieden of te garanderen dat prostituees vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen.

7. Versterken van de positie sekswerker

Prostitutie is een legale activiteit die onder bepaalde regelgeving in Nederland mag worden uitgevoerd. De regelgeving dient enerzijds om de prostitué(e) te beschermen tegen de risico’s die het beroep met zich meebrengt. Prostituees krijgen vaak te maken met lichamelijk en verbaal geweld. Het is een lichamelijk en mentaal zwaar beroep.

7.1 Toezicht door de GGD

Gemeenten zijn volgens de Wet publieke gezondheid (Wpg) verplicht taken uit te voeren (hoofdstuk 2 Wpg). Een van deze taken is dat Burgemeester en Wethouders zorg dragen voor de uitvoering van infectieziektebestrijding en zijn verplicht een lijst bij te houden met daarop instellingen waar een verhoogd risico bestaat op de verspreiding van pathogene micro-organismen zoals SOA’s en hiv (hoofdstuk 2, Wpg). Nieuwegein stelt daarnaast, in haar Algemene plaatselijke verordening en de exploitatievergunning, eisen aan de exploitant van een seksbedrijf met betrekking tot waarborgen van de gezondheid, arbeidsomstandigheden en veiligheid.

 

Voor alle gemeenten in de provincie Utrecht is een gemeenschappelijke regeling opgesteld met de GGDrU gelet op de basistaken vanuit de Wpg. Toezicht en inspectie bij seksbedrijven maakt geen vast onderdeel uit van deze basistaken. Het toezicht op de hygiëne en de arbeidsomstandigheden valt onder de maatwerkovereenkomst die Nieuwegein afneemt bij de GGDrU. Hiervoor worden afspraken gemaakt tussen Nieuwegein en de GGDrU. Deze afspraken bevatten onder andere de frequentie en kosten die de GGDrU maakt in het kader van het toezicht op de hygiëne en arbeidsomstandigheden bij de seksbedrijven. De GGDrU rapporteert aan de gemeente haar bevindingen zodat de gemeente op de hoogte blijft van de situatie omtrent de hygiëne en arbeidsomstandigheden binnen de seksinrichting. De inspectie van de GGDrU is gericht op het waarborgen van de kwaliteit van seks- en relaxinrichtingen en gericht op de hygiëne binnen een seksinrichting.

 

De GGD biedt daarnaast gericht zorg aan voor sekswerkers. Sekswerkers kunnen zich kosteloos door de GGD laten vaccineren tegen Hepatitis B of een soa-onderzoek laten uitvoeren. Ook geeft de GGD voorlichting aan sekswerkers en fungeert deze als vertrouwenspersoon voor sekswerkers voor eventuele zorg gerelateerde vragen of het in contact brengen met begeleiders van uitstapprogramma’s.

7.2 Decentrale Uitkering Uitstapprogramma’s (DUUP)

Sekswerkers die uit de seks- of prostitutiebranche willen stappen moeten hiervoor de kans krijgen om te stoppen met het werk. Voorheen werd door de Rijksoverheid subsidie beschikbaar gesteld via de Regeling uitstapprogramma’s prostituees (RUPS) voor organisaties welke begeleiding aanbieden voor sekswerkers. Per januari 2021 is er een andere financieringssystematiek in werking getreden waarbij de Rijksoverheid door middel van een decentralisatie-uitkering middelen heeft overgemaakt aan achttien aangewezen centrumgemeenten, waaronder Utrecht. Hiervoor is de regel subsidie regionale uitstapprogramma’s prostituees (DUUP) gemeente Utrecht opgesteld. Deze omschrijft de DUUP-regeling voor de regio Utrecht waar Nieuwegein onder valt. In 2021 bieden twee organisaties regionale uitstapprogramma’s aan in de regio Utrecht. Dit zijn Belle Hulpverlening en Pretty Woman.

 

Deze organisaties bieden op een zo laagdrempelig mogelijke wijze hulpverlening aan alle (ex)sekswerkers en slachtoffers van mensenhandel. Zij bieden ondersteuning en begeleiding en streven het ideaal na dat iedere sekswerker de vrijheid en veiligheid heeft om eigen keuzes te maken. Uitgangspunt bij deze hulpverlening is dat er geen voorwaarde is dat een sekswerker moet uitstappen wil deze een beroep kunnen doen op de hulpverlening. Ervaring toont echter aan dat een uitstaptraject een complex en gefaseerd proces is. Het werkelijk ‘uitstappen’ is een stap die later in het proces aan bod komt. Het stoppen met sekswerk of prostitutie is niet makkelijk en niet in één dag geregeld. Zaken zoals begeleiding, huisvestiging, financiële ondersteuning etc. moeten allemaal opgebouwd worden. Ook is vertrouwen een erg cruciaal aspect en dit kost tijd om op te bouwen. Deze organisaties zijn betrokken bij het gehele traject en ondersteunen de sekswerkers waar mogelijk en gewenst.

 

Het bieden van hulpverlening is een cruciaal aspect in het voorkomen en bestrijden van misstanden. Vanwege de laagdrempeligheid van deze organisaties zijn zij een belangrijke partner in deze keten en zal de lekstroomgemeenten samen blijven werken om de kwaliteit van de hulpverlening en samenwerking te waarborgen en te verbeteren.

8. Sanctiebeleid

Om gedegen sekswerkbeleid te voeren en misstanden te voorkomen is het noodzakelijk dat de gestelde regels en voorwaarden worden gehandhaafd. Hiervoor worden door de gemeente periodieke controles uitgevoerd. Deze dienen om toezicht te houden op de branche en misstanden te voorkomen en te bestrijden. Dit hoofdstuk omschrijft de handhaving van het sekswerkbeleid. De gemeente houdt periodiek toezicht op zowel de vergunde als onvergunde seksbranche. De controles richten zich op het naleven van de Apv, de voorwaarden van een vergunning en op thuiswerkers. Daarnaast hebben toezichthouders bij het uitoefenen van deze taak aandacht voor signalen van mensenhandel of illegale prostitutie. Dit doen zij door tijdens de controles gesprekken te voeren met sekswerkers en hierbij aandacht te hebben op signalen die duiden op dwang of uitbuiting. Daarnaast zullen zij waar mogelijk hulpverlening aanbieden of doorverwijzen. Slachtoffers van mensenhandel worden waar mogelijk opgevangen en signalen worden doorgegeven aan hulpverlening en politie.

8.1 Noodzaak & omstandigheden

Risicobranche en verantwoordelijkheden

Vanwege het bijzondere karakter van dit beleidsveld en de ernstige gevolgen van de mogelijke overtredingen, grijpen wij hier echter sneller en strenger in dan bij andere beleidsvelden. Bij constateringen van overtredingen van de Apv en/of de vergunningsvoorwaarden zal bestuurlijk worden opgetreden. Bij het optreden tegen ernstige overtredingen mag van de gemeente verwacht worden dat ze dit behoorlijk en eenduidig doet. Het handhavingsarrangement is er op gericht overtredingen en risicovolle situaties op te heffen en herhaling hiervan te voorkomen.

 

Verzwarende omstandigheden en spoedeisend belang

Het kan voorkomen dat er sprake is van spoedeisend belang. In dit geval wordt niet gewaarschuwd maar wordt er direct opgetreden. In de volgende gevallen is er sprake van spoedeisend belang:

 

  • -

    bij dreigende onomkeerbaarheid

  • -

    bij gevallen van mensenhandel en/of gedwongen prostitutie

  • -

    bij levensgevaar

  • -

    bij ernstig geweld

  • -

    wanneer de betreffende wet direct optreden vereist

  • -

    bij ernstig gevaar voor de openbare orde en veiligheid

Als er sprake is van verzwarende omstandigheden zoals hieronder omschreven kan de burgemeester afwijken van het handhavingsarrangement. In dit geval kan een zwaardere maatregel van de handhavingsmatrix worden ingezet. Onderstaande opsomming omschrijft de verzwarende omstandigheden. Let op deze opsomming is niet limitatief:

 

  • -

    Aanwezigheid van een (vuur)wapen of verboden wapenbezit als bedoeld in de Wet Wapens en Munitie;

  • -

    Aanwezigheid of gebruik van drugs als bedoeld in de lijsten I en II van de Opiumwet;

  • -

    Er sprake is van gewelds- of andere openbare orde delicten;

  • -

    Er sprake is van overlast voor de omgeving;

8.2 Sancties

Effectieve vorm van handhaving

Per geval wordt de meest effectieve vorm van handhaving gekozen. Daarbij zullen in sommige gevallen naast de overtreder(s), ook anderen getroffen worden door de gevolgen van de maatregelen. Deze gevolgen worden meegenomen in de belangenafweging bij onze overweging. Het kan echter niet altijd voorkomen worden, dat derden, waaronder de prostituees, getroffen worden door de gevolgen van een sanctie.

 

Harder en sneller straffen

Gelet op de mogelijke ernst van de overtredingen en de gevolgen hiervan, grijpt de gemeente sneller in dan bij andere beleidsvelden. Immers de exploitanten hebben een zware verantwoordelijkheid. Niet alleen ten aanzien van het naleven van de vergunningsvoorwaarden en het bedrijfsplan, maar ook ten aanzien van de prostituees, klanten en de omgeving. Hierbij kan het voorkomen dat op bepaalde feiten, meerdere sancties mogelijk zijn. Vanwege de gestelde prioriteiten en het belang van het bestrijden van misstanden in de seksbranche, gaat in die gevallen de zwaarste bestuursrechtelijke sanctie voor en wordt deze in ieder geval opgelegd. Daarbij kunnen meerdere lichtere sancties worden opgelegd. Het stapelen van sancties is in beginsel toegestaan.

 

Verwijtbaarheid

Een exploitant is verplicht signalen van mensenhandel of andere misstanden te melden. Dit is tevens onderdeel van goed ondernemerschap. Als er in een specifiek geval geen sprake is van concrete verwijtbaarheid van de exploitant, kan ook gekozen worden om een sanctie niet op te leggen. Dit zal per geval onderzocht worden.

8.3 Afwijkingsbevoegdheid

Uit de opgedane ervaring blijkt dat een strategie een dynamisch document moet zijn dat inspeelt op jurisprudentie en zaken uit de praktijk. Een statisch document levert beperkingen op in de praktijk die ertoe leiden dat niet in alle gevallen adequaat handhavend kan worden opgetreden. Dit is niet wenselijk. Daarnaast kan het kan zo zijn dat toepassing van het beleid voor een of meerdere belanghebbenden gevolgen heeft die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Op basis van de inherente afwijkingsbevoegdheid, zoals neergelegd in artikel 4:84 Awb, kan dan van dit beleid worden afgeweken. Er wordt altijd per geval aan de hand van de concrete omstandigheden beoordeeld of een last onder dwangsom geboden is, of dat door de burgemeester een zwaardere sanctie dient te worden opgelegd. Afwijking van het beleid dient voorzien te worden van een heldere motivering.

8.4 Vergunde branche

Het handhaven en toezichthouden op de vergunde branche richt zich op het naleven van de regelgeving uit de Apv en de vergunningsvoorwaarden. Dit richt zich voornamelijk op de exploitant en beheerders. De handhaving is in eerste instantie, in mindere mate, gericht op sekswerkers. In plaats daarvan ligt de focus op bieden van zorg- en hulpverlening. Wanneer sekswerkers herhaaldelijk een overtreding plegen en hulpverlening niet het gewenste effect oplevert kan er voor worden gekozen om alsnog te handhaven. Het controleren van de vergunde branche is een verantwoordelijkheid van de gemeente. Gemeentelijke toezichthouders voeren bestuurlijke controles uit en controleren of de voorwaarden gesteld in de Apv en in de vergunning worden nageleefd. Wanneer overtredingen geconstateerd worden kan de gemeente bestuursrechtelijk handhaven. Doel hiervan is om ervoor te zorgen dat de onrechtmatige situatie hersteld wordt. Welk handhavingsinstrument hiervoor wordt ingezet is afhankelijk van de ernst van de overtreding, de feiten en de omstandigheden. De controles op de vergunde seksbranche hebben een preventief karakter en richten zich erop om onrechtmatige situaties te herstellen en misstanden te voorkomen en rapporteren.

 

Bij het controleren van de vergunde seksbranche worden de volgende taken uitgevoerd:

 

  • -

    Voeren van gesprekken met exploitanten van seksbedrijven die geregistreerd staan op de vergunning.

  • -

    Toezicht houden op naleving van vergunningsvoorwaarden en de Apv.

  • -

    Signaleren van misstanden zoals mensenhandel, minderjarigheid en illegaliteit door het voeren van gesprekken met de medewerkers van een seksbedrijf.

  • -

    Houden van toezicht op gebied van openbare orde en veiligheid in de directe omgeving van een seksbedrijf.

  • -

    Aanleveren van bestuursrechtelijke rapportages bij overtredingen van de Apv en vergunningsvoorwaarden.

 

Overtreding

Artikel

Constatering

Sanctie

Exploiteren van seksbedrijf zonder vergunning

Art. 3.4

1e constatering

Sluiting van de seksinrichting.

Wijzigen van seksbedrijf zonder vergunning

Art. 3.4

1e constatering

Last onder dwangsom van 5.000,- per overtreding tot een maximum van 10.000,- Begunstigingstermijn van 7 dagen.

 

 

2e constatering

Verhoogde last onder dwangsom of last onder bestuursdwang.

 

 

3e constatering

Intrekken vergunning.

De exploitant of beheerder voldoet niet langer aan de gestelde gedragseisen

 

Art. 3.5

1e constatering

Intrekken vergunning.

Overtreden van gestelde sluitingsuren of door het bevoegd gezag gesloten delen van het seksbedrijf.

Art 3.7 lid 1

1e constatering

Last onder dwangsom van 5.000,- per overtreding tot een maximum van 10.000,- Begunstigingstermijn van 7 dagen.

 

 

2e constatering

Verhoogde last onder dwangsom of last onder bestuursdwang

 

 

3e constatering

Intrekken vergunning.

Afwezigheid van exploitant of beheerder

Art. 3.8 lid 1

1e constatering

Waarschuwing.

 

 

2e constatering

Last onder dwangsom van 5.000,- per overtreding tot een maximum van 10.000,- Begunstigingstermijn van 7 dagen.

 

 

3e constatering

Intrekken vergunning

Er hebben zich strafbare feiten voorgedaan als bedoeld in artikel 3.8 lid 2 Apv.

Art 3.8 lid 2a

1e constatering

Intrekking exploitatievergunning.

Aanwezigheid van illegale of minderjarige prostituees of prostituees die in strijd zijn met de Wet arbeid vreemdelingen of de Vreemdelingenwet bepaalde.

Art 3.8 lid 2b

1e constatering

Intrekking exploitatievergunning

Het uitvoeren of aanbieden van raamprostitutie

Art. 3.9

1e constatering

LOD - TW

Het uitvoeren of aanbieden van straatprostitutie

 

1e constatering

Gebiedsverbod

Het exploiteren van een sekswinkel in door het college aangewezen gebieden of delen van de gemeente waar dit niet toegestaan is.

Art. 3.10

1e constatering

Bestuursdwang (sluiting)

Het openlijk tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken, dan wel afbeeldingen van erotisch-pornografische aard.

Art. 3.11

1e constatering

Last onder dwangsom van 5.000,- per overtreding tot een maximum van 10.000,- Begunstigingstermijn van 7 dagen.

 

 

2e constatering

Verhoogde last onder dwangsom of last onder bestuursdwang

 

 

3e constatering

Bestuursdwang (sluiting)

Er zijn aanwijzingen dat in het seksbedrijf of seksinrichting personen werkzaam zijn of zullen zijn in strijd met artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht of met het bij krachtens de Wet vreemdelingen of de Vreemdelingenwet bepaalde.

Art. 3.13 lid 1c

1e constatering

Intrekken exploitatievergunning

Aanwezigheid van minderjarige klanten

Art. 1.6c

1e constatering

Intrekking exploitatievergunning.

Het seksbedrijf voldoet niet aan de vergunningsvoorwaarden waaronder de algemene eisen van hygiëne die hiervoor in de branche gelden

Art. 1.6c

1e constatering

Waarschuwen

 

 

2e constatering

Intrekken vergunning

Er hebben zich feiten voorgedaan die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van de vergunning gevaar oplevert voor de OOV

Art. 3.13 lid 2

1e constatering

Intrekking exploitatievergunning

 

Slotbepalingen

 

Oude regeling

De beleidsregels Prostitutiebeleid 2000 worden ingetrokken.

 

Overgangsrecht

H3.3. van het prostitutiebeleid 2000 komt niet te vervallen voor de gemeenten welke de beleidsregel Thuiswerkers Lekstroom 2022 niet ondertekend hebben. Voor de gemeenten die de beleidsregel Thuiswerkers Seksbranche Lekstroom wel ondertekend hebben komt daarmee H3.3. van het Prostitutiebeleid 2000 te vervallen

 

Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

 

Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregel Sekswerk Lekstroom 2022.

Aldus vastgesteld op 27 september 2022.

Ellie Liebregts

secretaris

Frans Backhuijs

burgemeester

Frans Backhuijs

burgemeester