Organisatie | Etten-Leur |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Tijdelijke noodmaatregel Energielasten Maatschappelijke Instellingen Etten-Leur 2022-2023 |
Citeertitel | Tijdelijke noodmaatregel Energielasten Maatschappelijke Instellingen Etten-Leur 2022-2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-12-2022 | nieuwe regeling | 15-11-2022 |
Het college van burgemeester en wethouders van Etten-Leur,
uit een gemeentelijke inventarisatie blijkt dat dat diverse verenigingen en non-profitorganisaties, actief binnen het sociaal, sportief en/of maatschappelijk leven in Etten-Leur zich zorgen maken over hun hun financiële mogelijkheden om de toenemende (energie) kosten op korte of langere termijn te betalen;
gelet op het bepaalde in artikel 160 Gemeentewet, artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 2 en 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Etten-Leur 2018;
vast te stellen: De ‘Tijdelijke noodmaatregel Energielasten Maatschappelijke Instellingen Etten-Leur 2022-2023’:
de beoordelingsrichtlijn BRL9500 voor het NL-EPBD(r)-procescertificaat voor ‘ENERGIEPRESTATIE GEBOUWEN’. | |
het register dat gegevens van faillissementen, surseances van betaling en schuldsaneringen natuurlijke personen bevat (te vinden op www.rechtspraak.nl). | |
het gebouw of gedeelte daarvan, gelegen in Etten-Leur, dat door de organisatie wordt gebruikt voor het aanbieden van zijn activiteiten en/of voorzieningen aan de inwoners van Etten-Leur. | |
de lasten of kosten die een organisatie direct aan de energiemaatschappij of aan de verhuurder van een gebouw moet betalen voor de afname van gas en/of elektriciteit in een gebouw. | |
het energieprestatieadvies (EPA) van een BRL 9500 gecertificeerd bedrijf of adviseur, waarin inzichtelijk wordt gemaakt welke energiebesparende maatregelen nog getroffen kunnen worden in een gebouw. | |
de privaatrechtelijke rechtspersoon zonder winstoogmerk die, op basis van zijn statuten en structurele feitelijke werkzaamheden, hoofdzakelijk aan inwoners van Etten-Leur activiteiten en/of voorzieningen van sportieve, educatieve, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard aanbiedt. De organisatie moet, voor zijn totale inkomsten, voor meer dan 65% afhankelijk zijn van de gemeente Etten-Leur en/of zijn inwoners. | |
het prijsplafond waarbij de leveringstarieven voor energie (inclusief energiebelasting) voor alle huishoudens en andere kleinverbruikers als volgt zijn begrensd:
|
Artikel 3 Doel van de regeling
Deze regeling is nadrukkelijk bedoeld als een tijdelijke noodmaatregel, bedoeld om het aanbod van niet commerciële maatschappelijke voorzieningen en activiteiten in Etten-Leur in de energiecrisis overeind te houden. Burgemeester en wethouders kunnen tussentijds besluiten om de regeling aan te passen of hiervan af te wijken als de doelen van deze regeling naar het oordeel van de gemeente niet of onvoldoende worden bereikt en/of als in de praktijk blijkt dat de regeling onbedoelde effecten heeft.
Artikel 4 Reikwijdte van de regeling
Deze regeling is alleen van toepassing op organisaties die een gebouw gebruiken waarin zij minimaal een keer per week (schoolvakanties uitgezonderd) aan inwoners van Etten-Leur activiteiten en voorzieningen van sportieve, educatieve, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard aanbieden.
Burgemeester en wethouders kunnen, op verzoek van een organisatie, en met inachtneming van deze regeling een voorwaardelijke incidentele subsidie verlenen voor hun stijgende energielasten. Onverminderd het bepaalde in de ASV en de Awb worden aanvragen die niet voldoen aan de bepalingen uit deze regeling geweigerd.
Artikel 6 Tegemoetkoming energielasten 2022
Bij het bepalen van de subsidie wordt uitgegaan van het netto-energieverbruik en de netto-energielasten van de organisatie. Bij het bepalen van dit verbruik en/of deze lasten wordt rekening gehouden met de energie dat afkomstig is uit duurzame bronnen (zoals een opwekinstallatie voor zonne-energie) en de ontvangen (teruglever)vergoedingen.
Een aanvraag tot verlening van de subsidie moet voor 1 april 2023 bij het college van burgemeester en wethouders zijn ingediend. Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie direct vaststellen als deze betrekking heeft op een afgesloten periode en er bij de aanvraag voldoende objectieve en verifieerbare bewijsstukken van de prijsverhoging en het verbruik zijn ingeleverd.
Artikel 7 Tegemoetkoming energielasten 2023
Voor de vraag of er sprake is van een verhoging van de energielasten als bedoeld in het vorige lid, wordt gekeken naar de tarieven zoals die op 31 december 2021 contractueel op de organisatie voor het gebouw van toepassing waren (energietarieven leverancier 31 december 2021 = 0). Als er sprake is van een verhoging in vorenbedoelde zin dan moet deze verhoging ook liggen boven het gas- en of elektratarief uit het prijsplafond. Voor gas moet er dus meer dan € 1,45 per m3 worden betaald. Voor stroom moet er meer dan € 0,40 per kWh worden betaald.
Bij het bepalen van de subsidie wordt uitgegaan van het netto-energieverbruik en de netto-energielasten van de organisatie. Bij het bepalen van dit verbruik en/of deze lasten wordt rekening gehouden met de energie dat afkomstig is uit duurzame bronnen (zoals een opwekinstallatie voor zonne-energie) en de ontvangen (teruglever)vergoedingen.
Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie moet voor 1 april 2024 bij burgemeester en wethouders zijn ingediend. Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie direct vaststellen als deze betrekking heeft op een afgesloten periode en er bij de aanvraag voldoende objectieve en verifieerbare bewijsstukken van de prijsverhoging en het verbruik zijn ingeleverd en ook is voldaan aan het bepaalde in artikel 8, lid 2 van de regeling.
Artikel 8 Voorwaarden en verplichtingen
Indien een subsidie wordt verleend op grond van de artikelen 5 en 7 van deze regeling wordt hieraan in elk geval de voorwaarde verbonden dat de organisatie uiterlijk bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie aantoont dat zij een energiescan van het gebouw heeft uitgevoerd en een, door het bestuur van de organisatie, vastgesteld plan van aanpak heeft opgesteld waarin de organisatie aangeeft hoe en wanneer zij uitvoering geeft aan de adviezen die op basis van de energiescan zijn gegeven.
Als bij de vaststelling van de subsidie blijkt dat de organisatie een beroep heeft gedaan of heeft kunnen doen op een andere voorziening of regeling voor dezelfde kosten als waarvoor de subsidie is verleend, dan wordt hiermee bij de vaststelling van de definitieve hoogte van subsidie rekening gehouden. In dat geval kan de definitieve subsidie lager worden vastgesteld.
Indien een organisatie voor de verlening van subsidie in aanmerking komt, kunnen burgemeester en wethouders vooruitlopend op de definitieve vaststelling van de subsidie een voorschot verlenen mits de organisatie voldoende gegevens over zijn gemiddeld energieverbruik in het gebouw over de jaren 2019 tot en met 2021 bij zijn aanvraag tot verlening van de subsidie heeft overgelegd.