Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dronten

Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van Sociaal Medische Indicatie (SMI)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDronten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van Sociaal Medische Indicatie (SMI)
CiteertitelBeleidsregel SMI
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-12-2022Nieuwe regeling

18-11-2022

gmb-2022-534664

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van Sociaal Medische Indicatie (SMI)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten

 

BESLUIT

 

Vast te stellen de volgende beleidsregel

 

Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van Sociaal Medische Indicatie (Beleidsregel SMI)

 

 

Artikel 1 Begrippen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Ouder: ouders, pleegouders, verzorgers, woonachtig in de gemeente Dronten, voor wie de definities worden gehanteerd conform de Wet Kinderopvang (artikel 1.1);

  • b.

    Kind: kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot en met 12 jaar of die naar de basisschool gaan;

  • c.

    Kinderopvang: een in het LRK (Landelijk Register Kinderopvang) geregistreerde kinderopvang, gesitueerd in Dronten, waar kinderen van 0 tot en met 12 jaar worden opgevangen;

  • d.

    Plaatsingsovereenkomst: contract met de kinderopvangorganisatie, die is geregistreerd in het LRK;

  • e.

    Medisch specialist: een deskundige onafhankelijke medisch adviseur die (schriftelijk) advies uitbrengt waaruit blijkt dat kinderopvang vanwege de sociaal medische omstandigheden van de ouder noodzakelijk is in het belang van het kind, zoals nader omschreven in artikel 2 en 3;

  • f.

    SMI: Sociaal Medische Indicatie; kinderopvang waarvan de vergoeding wordt toegekend op grond van sociaal-medische factoren en waarvoor geen tegemoetkoming kan worden aangevraagd via de Belastingdienst;

  • g.

    Draagkracht: het inkomen dat in aanmerking wordt genomen bij de beoordeling van de aanvraag voor een tegemoetkoming;

  • h.

    Uurprijsvergoeding is gelijk aan de maximale normvergoeding van de Belastingdienst in betreffend jaar;

  • i.

    Voorliggende voorziening: een adequate (opvang)voorziening in niet professionele zin of een adequate (opvang)voorziening in professionele zin.

 

Artikel 2 Doelgroep Sociaal Medische Indicatie

De ouder die volgens de Basisregistratie Personen (BRP) woonachtig is in de gemeente Dronten en geen recht heeft op reguliere kinderopvangtoeslag, kan voor diens thuiswonend kind, in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten van SMI kinderopvang, mits:

  • a.

    de ouder behoort tot de categorie personen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking en waarvan is vastgesteld dat één of meer van de beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken en g, of

  • b.

    dat zonder deze kinderopvang een ernstige ontwikkelingsachterstand dreigt te ontstaan bij het kind.

.

Artikel 3 Aanvraag tegemoetkoming

  • 1.

    Bij SMI aanvragen moet gebruik gemaakt worden het aanvraagformulier SMI. Deze is aan te vragen bij dronterkoers@dronten.nl. De aanvraag wordt ingediend bij het loket dronterkoers@dronten.nl of via de administratie van de Dronterkoers. Het aanvraagformulier bevat de volgende elementen:

    • a.

      informatie van betrokkenen;

    • b.

      beschrijving van de noodzaak voor de opvang;

    • c.

      aantal noodzakelijke uren (per dag en verwachte duur);

    • d.

      gegevens gewenste kinderopvang

    • e.

      financiële gegevens

    • f.

      informatie van betrokken professionals

  • 2.

    De aanvraag dient voorzien te zijn van de in het aanvraagformulier gevraagde bewijsstukken.

  • 3.

    Alvorens te besluiten, kan het college voor de vaststelling van de noodzaak van kinderopvang advies inwinnen bij een onafhankelijk medisch adviseur.

 

Artikel 4 Voorliggende voorziening

  • 1.

    Het college weigert de tegemoetkoming indien er sprake is van een voorliggende voorziening. Tot een voorliggende voorziening wordt in ieder geval gerekend:

    • a.

      de Wet Kinderopvang;

    • b.

      Algemene wet op bijzondere ziektekosten;

    • c.

      een vergoeding op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning;

    • d.

      voorzieningen voor voorschoolse educatie en peuterspeelzaal;

    • e.

      de mogelijkheid voor informele opvang;

    • f.

      andere ondersteuning uit het voorliggend veld waarmee een passende oplossing wordt geboden.

  • 2.

    De tegemoetkoming kan toegekend worden in combinatie met de voorliggende voorzieningen genoemd onder artikel 4 lid 1 sub f. wanneer deze voorliggende voorziening geen volledige oplossing biedt.

 

Artikel 5 Tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming vindt plaats voor kindercentra of voorzieningen voor gastouderopvang die geregistreerd zijn in het Landelijke Register Kinderopvang.

  • 2.

    De tegemoetkoming wordt alleen verstrekt als (indien mogelijk) professionele begeleiding wordt ingezet om de problematiek weg te nemen. Het niet inzetten of stopzetten van professionele begeleiding is een reden om de tegemoetkoming te weigeren of te stoppen.

  • 3.

    Tegemoetkoming en ouderbijdrage voor kinderopvang wordt vastgesteld aan de hand van de tabel kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst. Opvang kosten die boven dit tarief liggen worden door de ouder zelf betaald. Van de ouderbijdrage kan worden afgeweken indien de ouder(s) een bijstandsuitkering ontvangen (tot het maximum uurtarief, jaarlijks vastgesteld door het Rijk).

  • 4.

    Volledige tegemoetkoming is uitsluitend mogelijk voor ouders met een inkomen tot 120% van de vergelijkbare uitkeringsnorm.

  • 5.

    Veranderingen tijdens de termijn van de tegemoetkoming in de (financiële) situatie van de ouder(s) of in de kinderopvang moeten tijdig worden doorgegeven.

 

Artikel 6 Uitvoering

  • 1.

    De verlening van de tegemoetkoming wordt in een beschikking vastgelegd. In de beschikking staat de termijn van de kinderopvang, het aantal dagdelen en het aantal uren kinderopvang per week.

  • 2.

    De beschikking volgt uiterlijk 6 weken na indienen van het verzoek tot tegemoetkoming op basis van SMI.

  • 3.

    De betaling van de tegemoetkoming wordt rechtstreeks aan de kindercentra of gastouderopvang gedaan.

 

Artikel 7 Duur van de tegemoetkoming

In beginsel bestaat er recht op een tegemoetkoming voor de periode van maximaal 6 maanden. Deze periode kan per keer, op basis van een nieuw advies, verlengd worden met een periode van maximaal 6 maanden.

 

De tegemoetkoming SMI kinderopvang wordt beëindigd of ingetrokken indien:

  • De kinderopvang niet meer plaatsvindt of niet langer adequaat is;

  • De ouder of kind niet meer woonachtig is in Dronten

  • De ouder aanspraak kan maken op tweedelijns jeugdhulp

  • De sociaal medisch indicatie komt te vervallen

  • De ouder niet voldoet aan de in de beschikking genoemde voorwaarden en de daaraan gekoppelde verplichtingen.

 

Artikel 8 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere niet voorziene gevallen afwijken van hetgeen in deze regeling is bepaald wanneer toepassing van deze regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

 

Artikel 9 Tot slot

  • 1.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking na de dag van bekendmaking.

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Beleidsregel SMI’.

 

 

Dronten, 18 november 2022

 

 

 

drs. T. van Lenthe

secretaris

drs. J.P. Gebben

burgemeester

 

 

Toelichting artikelsgewijs

Artikel 1

Bevat de belangrijkste begrippen die in deze regeling worden gebruikt.

Artikel 2

De doelgroep die in aanmerking komt voor de sociaal medische indicatie is wettelijk bepaald. Het belangrijkste uitgangspunt is altijd het belang van het kind. Het kan dus zowel om een ouder/wettelijk verzorger gaan waarbij door een (tijdelijke) beperking inzet van kinderopvang noodzakelijke is, als om een kind waarbij inzet van kinderopvang noodzakelijk is om redenen van het welzijn van dat kind.

Artikel 3

Ouders/ verzorgers kunnen een SMI aanvragen. Bij deze aanvraag moet altijd een verklaring van een professional zitten (bewijsstuk). Hierbij valt te denken aan professionals van Veilig Thuis, een medisch specialist, gezinsvoogd, of een jeugdarts. De aanvraag wordt gedaan door middel van een aanvraagformulier, dat fysiek en digitaal beschikbaar is.

Voor het vaststellen van het recht op en de hoogte van de tegemoetkoming zijn in ieder geval de identiteitsgegevens, inkomensgegevens van aanvragers nodig, alsmede een bewijs van de noodzaak. Bij een vast inkomen volstaat een inkomensspecificatie van de maand voorafgaand aan de maand van aanvraag. Bij wisselende inkomsten wordt het gemiddelde genomen van de 3 maanden voorafgaand aan de maand van aanvraag. Bewijsstukken die nodig zijn, kunnen bestaan uit een verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag en/of een afwijzing van VVE. Als het nodig is, kan het college er voor kiezen om (aanvullend) advies op te vragen bij een onafhankelijke beoordelaar.

Artikel 4

Een voorliggende voorziening betreft iedere voorziening waar de aanvrager een beroep op kan doen ter bekostiging van specifieke uitgaven en ter verwerving van middelen, of ondersteuning die voorziet in een passende oplossing. Het is niet mogelijk om een vergoeding te verstrekken voor kosten waar sprake is van een voorliggende voorziening.

Wel zal altijd getoetst moeten worden of de voorliggende voorziening toereikend en passend is gelet op het doel waar deze voor bestemd is. Wanneer dit niet het geval is, kan aanvullend op de voorliggende voorziening genoemd bij artikel 4 lid 1 sub f. een tegemoetkoming worden toegekend.

Artikel 5

Aan het verstrekken van een tegemoetkoming voor de kosten van de kinderopvang zitten een aantal voorwaarden die in dit artikel staan opgenoemd.

Lid 1 Om zeker te zijn van verantwoorde kinderopvang kan er alleen gebruik gemaakt worden van kindercentra of gastouderopvang die vermeld staan in het Landelijk register kinderopvang.

Lid 2 Als er sprake is van de mogelijkheid om problemen hanteerbaar te maken of weg te nemen dan is professionele begeleiding vaak noodzakelijk. De aanvrager heeft hierin ook een belangrijke eigen verantwoordelijkheid. We vinden het daarnaast van belang dat mensen zelfredzaam zijn en dit ook naar vermogen nastreven.

Lid 3 de tegemoetkoming en ouderbijdrage voor kinderopvang wordt vastgesteld aan de hand van de tabel kinderopvangtoeslag van de belastingdienst.

Lid 4 De Belastingdienst hanteert een maximum uurprijs die voor vergoeding via de toeslag in aanmerking komt. Voor de uitvoering is er voor gekozen om voor de maximale hoogte van de tegemoetkoming aan te sluiten bij de rekenwijze van de Belastingdienst. De kosten die overblijven, zijn voor rekening van het gezin zelf.

Lid 5 wijzigingen in de thuissituatie die effect hebben op het recht, de hoogte of de duur van de SMI moeten tijdig doorgegeven worden.

Artikel 6

Spreekt voor zich.

Artikel 7

Kinderopvang op basis van de sociaal medische indicatie is in principe een voorziening gericht op tijdelijke ondersteuning. De hier bepaalde duur sluit zo veel mogelijk aan bij de bestaande praktijk. In principe is het de verantwoordelijkheid van de aanvrager om tijdig een nieuwe aanvraag in te dienen.

Artikel 8

Dit artikel geeft de mogelijkheid om in incidentele gevallen af te wijken als het anders voor aanvrager gevolgen zou hebben die niet in verhouding staan tot de doelen die met die regeling worden nagestreefd.

Artikel 9

Spreekt voor zich.