UITVOERINGSBESLUIT AFVALSTOFFENVERORDENING GEMEENTE OOSTERHOUT 2022 - BEHORENDE BIJ AFVALSTOFFENVERORDENING GEMEENTE OOSTERHOUT 2022

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit uitvoeringsbesluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

• a.

  verordening: Afvalstoffenverordening gemeente Oosterhout 2022;

• b.

  Bioafval: zowel GFT als GFE vallen onder de term bioafval.

Artikel 2. Aanwijzing inzamelende instanties

• 1.

  Als inzameldienst voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen op grond van

• artikel 3, eerste lid, van de verordening wordt aangewezen:

  • a.

    Team Stadsbeheer van de gemeente Oosterhout.

• 2.

  Als inzamelaar voor de afzonderlijke inzameling van bepaalde categorieën huishoudelijk restafval op grond van artikel 4, eerste lid, van de verordening wordt aangewezen:

  • a.

    Detaillisten die daarvoor een inzamelvoorziening getroffen hebben voor batterijen en/ of verfresten;

  • b.

    Locaties als genoemd in bijlage 1 voor de inzameling van luiers (m.u.v. de balie van het gemeentehuis);

  • c.

    Apotheken, huisartsenpraktijken, zorgcentra die medisch afval afkomstig uit particuliere huishoudens (medicijnen, injectienaalden etc.) inzamelen in een geschikte inzamelvoorziening;

  • d.

    Dierenambulance, voor het inzamelen van kadavers van gezelschapsdieren.

• 3.

  Indien de lijst opgenomen in het tweede lid wijzigt, dan zal de wijziging in een addendum worden gepubliceerd op de pagina van de gemeente, het Weekblad Oosterhout en de daarvoor bestemde mediakanalen.

• 4.

  Het is in Oosterhout toegestaan dat in de gemeente Oosterhout ingeschreven sport- en vrijetijdsverenigingen, scholen, kerkelijke en charitatieve instellingen via een daarvoor bestemde inzamelvoorziening op het eigen terrein van de vereniging of instelling, textiel inzamelen ten bate van zichzelf.

Artikel 3 Gescheiden inzameling

1. De volgende omschrijvingen van huishoudelijke afvalstoffen worden op grond van artikel 7, eerste en tweede lid van de verordening vastgesteld:

• a.

  fijn huishoudelijk restafval: afval afkomstig uit particuliere huishoudens dat overblijft na scheiding in andere deelstromen genoemd in artikel 7 van de verordening;

• b.

  bioafval (GFT en GFE) dat deel van de huishoudelijke afvalstoffen dat van organische oorsprong is, beperkt is van omvang en apart wordt ingezameld. Dat zijn bijvoorbeeld schillen en resten van groenten, fruit en aardappelen, resten van gekookt eten, vlees- en visresten (inclusief graten, schelpen en botjes), pinda- en notendoppen, eierschalen, plantaardige olie, gestold vet, onkruid, klein snoeiafval, gemaaid gras en bladeren;

• c.

  oud papier en karton: huishoudelijk oud papier en karton dat droog en schoon en niet vervuild is met andere afvalfracties. Expliciet niet hiertoe behoren de volgende stromen: drankenkartons voor zuivel en frisdranken, ordners en ringbanden met metaal en/of plastic onderdelen, geplastificeerd papier, sanitair papier, behang, vinyl en doorslagpapier;

• d.

  kunststofverpakkingen: verpakkingen van plastic (kunststof) zoals bedoeld in het kader van de Raamovereenkomst Verpakkingen en in het bijhorende Annex 1 en Addendum, met uitzondering van piepschuimverpakkingen;

• e.

  metalen verpakkingen: eenmalige verpakkingen van ferro en non-ferro materiaal voor allerlei consumentenartikelen, bijvoorbeeld conserven- en drankblikken, kroondoppen en deksels

• f.

  drankenkartons: verpakkingen gemaakt van karton gelamineerd met bijvoorbeeld PE-folie voor met name vloeibare voedingsmiddelen zoals, melk, yoghurt en sappen;

• g.

  verpakkingsglas: op kleur (wit- en bontglas) gescheiden eenmalige glasverpakkingen zoals flessen, potten en andere glazen verpakkingen. Hiertoe behoren expliciet niet vlakglas, (glas)keramiek, gloei- en spaarlampen, TL-lampen, nagellakflesjes, stenen kruiken, porselein, kristal, spiegels, doppen van flessen, kunststofflessen en kurken;

• h.

  textiel: kleding, lakens, dekens, handdoeken en dergelijke, schoeisels, grote lappen stof en gordijnen die schoon zijn, niet vervuild met andere afvalfracties en niet eerder gebruikt als bijvoorbeeld poets- of verflappen;

• i.

  klein chemisch afval: huishoudelijke afvalstoffen zoals vermeld op meest actuele KCA-lijst van het ministerie van Infrastructuur en Milieu;

• j.

  grof huishoudelijk restafval: volumineus of zwaar huishoudelijk afval dat door afmeting of gewicht niet in een inzamelmiddel of via een inzamelvoorziening ter inzameling kan worden aangeboden;

• k.

  afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA): de producten zoals genoemd in de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur (waaronder koelkasten, wasmachines, magnetrons, stofzuigers, broodroosters, computers, etc.);

• l.

  asbest en asbesthoudend materiaal: afval waarin zich asbest bevindt;

• m.

  B-hout: schoon hout alsook verlijmd hout zoals spaanplaat, multiplex, laminaat, hard- en zachtboard;

• n.

  C-Hout: een duurzaam geconserveerde houtfractie (bijvoorbeeld geïmpregneerd of gecreosoteerd), zoals bielzen of tuinhout. Riet en verbrand hout vallen hier niet onder;

• o.

  Gasflessen: drukhouders waarin een gas, gewoonlijk vloeibaar gemaakt propaan (lpg) of butaan, onder (lage) druk is opgeslagen;

• p.

  schone grond: schoon zand en aarde afkomstig van particuliere tuinen;

• q.

  autobanden: banden afkomstig van personenauto’s met of zonder velg. Banden afkomstig van fietsen, tractoren en vrachtwagens worden hier niet onder begrepen;

• r.

  dakleer: bitumineus dakbedekkingsmateriaal;

• s.

  piepschuim/ EPS: geëxpandeerd polystyreen (schoon, droog, wit piepschuim);

• t.

  schoon puin: harde steenachtige materialen, zoals puin, metselspecie, beton, dakpannen en serviesgoed;

• u.

  gipsafval en zacht puin: afval dat doorgaans vrijkomt bij verbouwingen, zoals gipsplaten, gipsblokken of gasbetonblokken;

• v.

  grof tuinafval: plantaardige of organische afvalstoffen door aard, samenstelling of omvang niet vallend onder gft-afval en vrijkomend bij de aanleg, het onderhoud of verwijdering van particulier groen, zoals grof loofafval, snoeihout et cetera, met uitzondering van bielzen, tuinhekken en tuinschuttingen;

• w.

  harde kunststoffen: producten van PVC/PE/HDPE zoals speelgoed, tuinmeubilair, PVC laminaat, afvoerbuizen en emmers;

• x.

  matrassen: afgedankte matrassen van bedden en ledikanten, droog en niet rottend en/of beschimmeld;

• y.

  oud ijzer en metalen: ferro (ijzer) en non-ferro (aluminium) houdende materialen;

• z.

  vlakglas: glas zoals ramen, draadglas, spiegelglas en figuurglas, niet zijnde verpakkingsglas;

• aa.

  plantaardige oliën en vetten: gebruikt frituurolie en –vet;

• bb.

  afgewerkte olie: oliehoudende vloeistoffen gebruikt in motoren;

• cc.

  luiers- en incontinentiemateriaal: incontinentieluiers, onderliggers, wegwerpluiers en billendoekjes afkomstig van particuliere huishoudens;

• dd.

  tapijtresten: afvalstoffen die voor meer dan 98% bestaan uit traditionele vloerbedekking vrijkomend bij bouw- en sloopwerkzaamheden;

• ee.

  reinigings- en dienstenafval: afval afkomstig van de handmatige straatreiniging, dumpafval, zwerfvuil en plantsoenonderhoud;

• ff.

  kadavers: dode kleine huis- en gezelschapsdieren;

• gg.

  glaswol: silicaat dat gebruikt wordt als isolatiemateriaal.

Artikel 4 Inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen

• 1.

  Op grond van artikel 10, eerste lid van de verordening worden de inzamelmiddelen- en voorzieningen als volgt aangewezen:

• a.

  voor de huishoudelijke afvalstoffen zoals genoemd in artikel 3 onder a., b. en c. van het uitvoeringsbesluit vindt de inzameling voor laagbouw plaats via van gemeentewege verstrekte verrijdbare containers (140 liter/ 240 liter);

• b.

  voor de huishoudelijke afvalstoffen zoals genoemd in artikel 3 onder a. en b. van het uitvoeringsbesluit vindt de inzameling voor hoogbouw plaats via ondergrondse of bovengrondse verzamelcontainers;

• c.

  voor de huishoudelijke afvalstoffen zoals genoemd in artikel 3 onder c. van het uitvoeringsbesluit vindt de inzameling voor hoogbouw plaats via van gemeentewege verstrekte kratjes, ondergrondse verzamelcontainers of indien separate afspraken zijn gemaakt met de vereniging van eigenaren via een van gemeentewege verstrekte verrijdbare container;

• d.

  voor de huishoudelijke afvalstoffen zoals genoemd in artikel 3 onder d., e. en f. van het uitvoeringsbesluit vindt de inzameling plaats via een speciaal daartoe bestemde kunststof zak (PMD zak);

• e.

  voor de huishoudelijke afvalstoffen genoemd in artikel 3 onder g. en h. van het uitvoeringsbesluit vindt de inzameling plaats via ondergrondse of bovengrondse verzamelcontainers;

• f.

  voor de huishoudelijke afvalstoffen zoals genoemd in artikel 3 onder a., c. tot en met gg. van het uitvoeringsbesluit vindt de inzameling plaats via de milieustraat aan de Wilhelminakanaal-Oost 7 te Oosterhout;

• g.

  voor de huishoudelijke afvalstoffen genoemd in artikel 3 onder cc. van het uitvoeringsbesluit worden speciaal daartoe bestemde kunststof zakken van gemeentewege ter beschikking gesteld.

• h.

  voor de huishoudelijke afvalstoffen genoemd in artikel 3 onder cc. van het uitvoeringsbesluit staan bij de locaties als genoemd in bijlage 1 speciale verrijdbare containers voor de inzameling.

• 2.

  De inzamelmiddelen moeten, behoudens wanneer zij ter inzameling worden aangeboden, gestald worden op het perceel van de gebruiker.

• 3.

  Voor wat betreft gebiedsontwikkelingsplannen waarin hoogbouw is opgenomen, is de ontwikkelende partij verantwoordelijk voor de aanleg van voldoende inzamelvoorzieningen, zoals genoemd in art. 4 lid 4 en lid 5 van het uitvoeringsbesluit, ten behoeve van de inzameling van de huishoudelijke afvalstoffen genoemd in artikel 3 onder a., b., c. en g. van het uitvoeringsbesluit bij die hoogbouwlocaties;

• 4.

  Voor wat betreft de inzamelvoorzieningen als bedoeld in art. 4 lid 1 sub b en c van het uitvoeringsbesluit, geldt dat per 50 wooneenheden één ondergrondse container voor de huishoudelijke afvalstoffen genoemd in artikel 3 onder a. en één bovengrondse inzamelvoorziening voor de huishoudelijke afvalstoffen genoemd in artikel 3 onder b. moet worden geplaatst. Per 100 wooneenheden geldt dat minimaal één ondergrondse container voor de huishoudelijke afvalstoffen genoemd in artikel 3 onder g. moet worden aangelegd. De loopafstand naar de ondergrondse en bovengrondse inzamelvoorziening, voor de huishoudelijke afvalstoffen genoemd in artikel 3 a. en b., mag maximaal 75 meter van de portiek naar de inzamelvoorziening zijn. De omgeving van de inzamelvoorziening moet toegankelijk zijn voor het inzamelvoertuig en dient vrij te zijn van obstakels in het kader van de lediging van de inzamelvoorziening.

• 5.

  Voor wat betreft hoogbouwlocaties in gebiedsontwikkelingsplannen is de ontwikkelende partij verantwoordelijk voor het realiseren van voldoende inpandige ruimte voor de inzameling van de huishoudelijke afvalstoffen genoemd in artikel 3 onder c. De ruimte moet, gelet op het aantal huishoudens, voldoende zijn voor één of meerdere 750/1.100 liter verrijdbare containers.

• 6.

  Betaalzakken kunnen ter inzameling worden aangeboden voor de gevallen dat (nog) niet wordt beschikt over een ander van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of inzamelvoorziening. De betaalzakken zijn bedoeld voor fijn huishoudelijk restafval en gft.

• 7.

  In het najaar worden gedurende de bladval tijdelijke inzamelvoorzieningen voor blad op wijkniveau geplaatst.

• 8.

  Voor diverse categorieën van huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van huishoudens die deelnemen aan bepaalde proeven met betrekking tot alternatieve wijzen van afvalinzameling dan wel alternatieve inzamelmiddelen en/of -voorzieningen kan de inzameldienst andere inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen aanwijzen voor de duur van de betreffende proef. Dit kan bijvoorbeeld een wijkvoorziening zijn voor restafval waar de deelnemer aan de proef zijn/haar restafval naar toe brengt (het zogenaamd gespiegeld of omgekeerd inzamelen).

• 9.

  De inzameldienst kan onder bepaalde voorwaarden een extra inzamelmiddel verstrekken voor medisch afval, bijvoorbeeld stoma - en dialysemateriaal bij chronisch zieken (maatwerk).

• 10.

  Voor het aanbieden van het huishoudelijk afval genoemd in artikel 3 onder l. (asbest en asbesthoudend materiaal) van het uitvoeringsbesluit mag dit uitsluitend op de milieustraat worden aangeboden in speciale zakken die op de milieustraat worden verstrekt.

• 11.

  De teamleider Stadsbeheer kan in het belang van een efficiënte inzameling of maatwerk besluiten over de verstrekking van inzamelmiddelen, de aanleg van inzamelvoorzieningen en de plaatsing van tijdelijke inzamelvoorzieningen.

Artikel 5 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

Op grond van artikel 8, derde lid van de verordening worden de volgende categorieën personen vrijgesteld van de gescheiden inzameling van gft-afval:

• a.

  de personen die woonachtig zijn in de zogenaamde hoogbouw of andere meergezinswoningen en niet beschikken over een door de gemeente beschikbaar gestelde verrijdbare container of bovengrondse inzamelvoorziening.

Artikel 6 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

• 1.

  Het college stelt op grond van artikel 10, derde lid van de verordening de volgende regels voor het gebruik van de van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen:

  • a.

    het beheer van de inzamelmiddelen en milieupassen die in bruikleen zijn verstrekt door of namens de gemeente, berust bij de team Stadsbeheer van de gemeente Oosterhout;

  • b.

    de inzameldienst is bevoegd om de containers te voorzien van een sticker en/ of chip die bestemd is voor de registratie in het kader van het DIFTAR systeem, het genereren van managementinformatie en het containerbeheer;

  • c.

    de door of namens de gemeente verstrekte inzamelmiddelen behoren bij de woning en zijn om die reden voorzien van een adressticker en/of adrescode en/of een registratiechip; deze sticker c.q. adrescode dient te allen tijde aanwezig en zichtbaar te zijn; de registratiechip mag niet verwijderd worden; bij verhuizing van de gebruiker van een perceel moeten de verstrekte inzamelmiddelen in de originele staat, leeg en schoongemaakt, bij het perceel worden achtergelaten;

  • d.

    de verstrekte milieupassen horen bij de woning;

  • e.

    de gebruiker van een perceel dient zich tot de Helpdesk Afval van de gemeente Oosterhout (0800-333 66 99) te wenden:

    • •

      bij een verhuizing naar een perceel waar geen of een kapot inzamelmiddel dan wel milieupas wordt aangetroffen;

    • •

      bij verdwijning of beschadiging van het inzamelmiddel of milieupas;

    • •

      indien een extra inzamelmiddel gewenst is, dan wel er geen behoefte is aan een bepaald inzamelmiddel;

    • •

      bij alle overige vragen over afval(inzameling);

  • f.

    de inzamelmiddelen en milieupassen blijven eigendom van de inzameldienst en worden bij normale slijtage voor haar rekening technisch onderhouden. De kosten van schade aan het inzamelmiddel of milieupas, buiten normale slijtage, wordt in rekening gebracht bij de eigenaar van het perceel en/ of gebruiker;

  • g.

    de gebruiker is verantwoordelijk voor het gebruik en het onderhoud van de in bruikleen ontvangen inzamelmiddelen als ware deze zijn eigendom;

  • h.

    milieupassen mogen niet worden uitgeleend aan derden;

  • i.

    de inzameldienst is bevoegd om een inzamelvoorziening zijnde een ondergrondse -of bovengrondse verzamelcontainer te voorzien van een toegang(registratie)systeem waarmee een beperkte groep gebruikers van bepaalde percelen die een toegangspas wordt uitgereikt, toegang krijgt tot deze verzamelcontainer. Alléén bewoners woonachtig op het perceel waarop ook de toegangspas is geregistreerd, mogen gebruik maken van de betreffende inzamelvoorziening, het is niet toegestaan de toegangspas uit te lenen/ af te geven aan derden. Bij vermissing dient dit onmiddellijk gemeld te worden bij de Helpdesk Afval van de gemeente Oosterhout;

  • j.

    de gebruiker is verplicht de inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen zodanig te gebruiken dat deze geen overlast voor derden veroorzaken. Het is te allen tijde niet toegestaan inzamelmiddelen te bewaren en/of stallen in de openbare ruimte zoals groenvoorzieningen, pleinen en brandgangen.

• 2.

  Het college stelt op grond van artikel 4, vierde lid van de verordening de volgende regels omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden:

  • a.

    het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen dient ordelijk te geschieden door plaatsing van het inzamelmiddel op de daarvoor bestemde aanbiedplaats, zodanig dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en gevaar of schade wordt voorkomen en waarbij aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd;

  • b.

    invaliden of minder validen kunnen uitgezonderd worden van de aanbieding op een aanbiedplaats (maatwerk). De teamleider Stadsbeheer kan op basis van een onderbouwd verzoek tot maatwerk een besluit nemen.

  • c.

    inzamelmiddelen dienen goed gesloten te zijn en inzamelingvoorzieningen moeten na gebruik goed gesloten worden;

  • d.

    uit de inzamelmiddelen en de inzamelvoorzieningen mag geen huishoudelijk afval steken;

  • e.

    afvalstoffen welke ten onrechte of op een onjuiste wijze zijn aangeboden en welke na inzameling daardoor zijn achtergebleven, dienen onverwijld door de aanbieder uit de openbare ruimte te worden verwijderd en op een volgend moment juist te worden aangeboden dan wel naar de milieustraat worden gebracht;

  • f.

    het gewicht van de hoeveelheid afvalstoffen en het eigen gewicht van de ter lediging aangeboden minicontainer mag in zijn totaliteit niet zwaarder zijn dan 90 kilogram;

  • g.

    klein chemisch afval mag om veiligheidsredenen niet aan de openbare weg worden aangeboden, maar moet persoonlijk worden overhandigd bij de milieustraat;

  • h.

    de inzameling van grof huishoudelijk afval, huisraad, snoeihout, schone grond, puin en bouw en sloopafval vindt op afroep plaats, de aanbieder dient voor deze inzameling op afroep een afspraak te maken met de inzameldienst of inzamelaar. Dit geldt niet voor bedrijven;

  • i.

    het grof huishoudelijk afval, huisraad, snoeihout, schone grond, puin en bouw en sloopafval dient op de afgesproken dag en tijd op een voor het inzamelmaterieel goed bereikbare plaats bij de woning klaar te staan;

  • j.

    kleinere stukken grof huishoudelijk afval, huisraad, snoeihout, schone grond, puin en bouw en sloopafval moeten zoveel mogelijk in één of meer bundels samengedrukt en –gebonden worden overgedragen.

• 3.

  Op grond van artikel 10, derde lid van de verordening kunnen grof huishoudelijk afval, huisraad, snoeihout, schone grond, puin en bouw en sloopafval zonder inzamelmiddel maar wel gescheiden ter inzameling worden aangeboden.

• 4.

  De milieustraat aan het Wilhelminakanaal-Oost 7 te Oosterhout is aangewezen als brengdepot in de zin van artikel 5 van de verordening. Bij de afgifte van afvalstoffen aan de milieustraat zijn de acceptatievoorwaarden van de milieustraat van toepassing. Hierin wordt nader omschreven welke bestanddelen van huishoudelijk afval op welke wijze met welke maximale hoeveelheden aangeboden mogen worden en welke materialen niet worden geaccepteerd.

• 5.

  De teamleider Stadsbeheer kan in het kader van een efficiënte bedrijfsvoering de openingstijden en openingsdagen van de milieustraat bepalen.

• 6.

  De teamleider Stadsbeheer stelt de acceptatievoorwaarden voor de milieustraat vast in het Reglement Milieustraat.

• 7.

  De ontdoener van afvalstoffen moet bij de milieustraat een zogenaamde milieupas kunnen tonen en zich daarnaast kunnen legitimeren met een geldig legitimatiebewijs.

• 8.

  Bij wangedrag op de milieustraat, kan een persoon tijdelijk of voor onbepaalde tijd de toegang worden ontzegd. De bevoegdheid hiertoe ligt bij de teamleider Stadsbeheer. Indien de toegang tot de milieustraat is ontzegd, dan is men voor het ontdoen van het afval aangewezen op particuliere afvalverwerkingsbedrijven.

• 9.

  Het college stelt op grond van artikel 15a lid 3 van de verordening dat medewerkers van de inzameldienst de bevoegdheid hebben om ter inzameling aangeboden afvalstoffen te inspecteren en te doorzoeken op andere categorieën afvalstoffen dan volgens het inzamelschema voorgeschreven is of waarvoor het betreffende inzamelmiddel bedoeld is.

Artikel 7 Frequentie, dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

• 1.

  Op grond van artikel 9 van de verordening stelt het college voor de verschillende categorieën huishoudelijke afvalstoffen de volgende inzamelfrequentie vast:

  • a.

    fijn huishoudelijk restafval wordt ten minste één maal per vier weken bij elk perceel ingezameld;

  • b.

    fijn huishoudelijk restafval en gft dat niet bij elk perceel wordt ingezameld, maar in een inzamelvoorziening wordt bewaard, wordt op basis van volmelding ingezameld;

  • c.

    bioafval wordt ten minste één maal per twee weken bij elk perceel ingezameld. In de zomermaanden kan de frequentie om milieu-hygiënische redenen worden aangepast. De bevoegdheid hiertoe ligt bij de teamleider Stadsbeheer.

  • d.

    oud papier en karton wordt ten minste één maal per vier weken door de inzameldienst bij elk perceel ingezameld;

  • e.

    kunststofverpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons worden ten minste één maal per twee weken bij elk perceel ingezameld;

  • f.

    betaalzakken worden één maal per vier weken in de route voor het restafval ingezameld;

  • g.

    de ondergrondse en bovengrondse glascontainers worden tenminste één maal per week geledigd. De frequentie van inzameling kan per locatie variëren.

  • h.

    de bovengrondse verzamelcontainers voor gft worden tenminste één maal per twee weken geledigd. De frequentie van inzameling kan per locatie variëren.

• 2.

  Op grond van artikel 9, van de verordening stelt het college de volgende regels:

  • a.

    de teamleider is bevoegd om inzameldagen te bepalen. Deze worden bekend gesteld via de afvalkalender en/ of digitale communicatiemiddelen;

  • b.

    inzamelmiddelen moeten voor 7.30 uur op de juiste wijze worden aangeboden op de vastgestelde inzameldag zoals aangegeven op de (digitale) afvalkalender. De inzamelmiddelen mogen vanaf 20:00 uur op de avond voorafgaand aan de vastgestelde inzameldag zoals aangegeven op de (digitale) afvalkalender op de juiste wijze aangeboden worden;

  • c.

    de inzamelmiddelen moeten zo spoedig mogelijk na lediging van de weg of de aangewezen aanbiedplaats zijn verwijderd, doch uiterlijk om 21:00 uur van de vastgestelde inzameldag;

  • d.

    grof huishoudelijk afval, huisraad, snoeihout, schone grond, puin en bouw en sloopafval wordt op afroep ingezameld, deze categorieën mogen slechts worden aangeboden op het tijdstip dat is afgesproken.

Artikel 8 Het in bijzondere gevallen aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

• 1.

  Als het voor de inzameldienst door werkzaamheden niet mogelijk is om de normale inzamelplaatsen te bereiken, kunnen op grond van artikel 10 derde lid van de verordening, door de teamleider voor de duur van de werkzaamheden tijdelijke inzamelplaatsen worden aangewezen, welke worden bekendgemaakt in het huis-aan-huisblad of een brief aan de betrokken huishoudens.

• 2.

  Op grond van artikel 6, vijfde lid van de verordening kunnen nabestaanden tijdelijk gebruikmaken van de inzamelmiddelen, inzamelvoorzieningen en/ of milieupas ten behoeve van de toegang tot de milieustraat.

• 3.

  Op grond van artikel 6, vijfde lid van de verordening kunnen inwoners uit een andere gemeente die een woning of perceel bezitten in de gemeente Oosterhout ten behoeve van een verbouwing of de bouw van een woning op dat perceel, tijdelijk gebruik maken van de milieupas ten behoeve van de toegang tot de milieustraat.

Artikel 9 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Op grond van artikel 11 van de verordening kan de inzameldienst of een inzamelaar ook bedrijfsafval uit de kantoor-, winkel- en dienstensector inzamelen. Voor gemeentelijke instellingen mag de inzameldienst het afval inzamelen, behoudens in die gevallen dat vanwege speciale eisen aan de verwerking een andere verwerker dient te worden gecontracteerd.

Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Bedrijven die krachtens artikel 11 van de verordening bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst of inzamelaar aanbieden, dienen deze aan te bieden overeenkomstig de in de verordening en dit uitvoeringsbesluit gestelde regels.

Artikel 11 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

1. Het college stelt op grond van artikel 12 en 13 van de verordening de volgende regels:

• a.

  in de kernen mag het bedrijfsafval alleen worden ingezameld tussen 07.30 en 19.00 uur;

• b.

  de inzamelmiddelen mogen niet op of aan de openbare weg geplaatst worden anders dan voor onmiddellijke overdracht aan de inzamelaar;

• c.

  de gebruikte inzamelmiddelen dienen na lediging onmiddellijk te worden teruggeplaatst in of op het perceel van de gebruiker overeenkomstig de daarvoor geldende regels.

• d.

  De inzamelmiddelen (bedrijfsafvalcontainers) die ter inzameling op de openbare weg geplaatst worden, dienen voorzien te zijn van tenminste een adressticker met daarop duidelijk aangegeven: straat, postcode en huisnummer van het perceel van waaruit de bedrijfsafvalstoffen worden aangeboden.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking op het moment dat de Afvalstoffenverordening gemeente Oosterhout 2022 in werking treedt en vervangt het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening gemeente Oosterhout 2017.

Artikel 13 Citeerbepaling

Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening gemeente Oosterhout 2022.