Organisatie | Oosterhout |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | AFVALSTOFFENVERORDENING GEMEENTE OOSTERHOUT 2022 |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 10.23 van de Wet milieubeheer
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-12-2022 | nieuwe regeling | 22-11-2022 |
De raad van de gemeente Oosterhout,
Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 10.23, eerste lid, 10.24, tweede lid, 10.25 en 10.26, eerste lid, van de Wet milieubeheer, artikel 3.5, eerste lid, van de Wet dieren[en artikel 2, eerste lid, van het Besluit gescheiden inzameling huishoudelijke afvalstoffen;
rekening houdend met het gemeentelijk milieubeleidsplan
vast te stellen de Afvalstoffenverordening gemeente Oosterhout 2022.
Hoofdstuk 2 Huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 5. Aanwijzing van inzamelplaats
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor ten minste één daartoe ter beschikking gestelde plaats binnen de gemeente waar in voldoende mate gelegenheid wordt geboden om huishoudelijke afvalstoffen, met inbegrip van grof huishoudelijk afval, achter te laten.
Artikel 9. Tijdstip van aanbieding
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan op de door het college daartoe bepaalde dag en tijden. Deze kunnen voor verschillende bestanddelen verschillend worden vastgesteld.
Hoofdstuk 3 Bedrijfsafvalstoffen
Artikel 11 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
Het college kan bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die worden ingezameld door de inzameldienst die is aangewezen op grond van artikel 3, in gevallen waarin de voor inzameling krachtens Verordening afvalstoffenheffing Oosterhout 2022 verschuldigde heffing is voldaan.
Artikel 12 Aanbieding ter inzameling bedrijfsafvalstoffen
Het is verboden anders dan in overeenstemming met artikel 11 bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden, of over te dragen, of bij een inzamelplaats, als bedoeld in artikel 5, achter te laten.
Hoofdstuk 4 Zwerfafval en overige
Artikel 15a Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
Het college kan naast de handhavers en toezichthouders, medewerkers van de inzameldienst aanwijzen, die de bevoegdheid hebben om ter inzameling aangeboden afvalstoffen te inspecteren en te doorzoeken op andere categorieën afvalstoffen dan volgens het inzamelschema voorgeschreven is of waarvoor het betreffende inzamelmiddel bedoeld is. Regels omtrent de handhaving van verkeerd aangeboden huishoudelijk- en bedrijfsafval zijn te vinden in het besluit van het college van Oosterhout van 22 november 2021 te weten: Beleidsregel handhaving verkeerd aangeboden huishoudelijk- en bedrijfsafval gemeente Oosterhout 2021.
Artikel 16 Zwerfafval rondom inrichtingen
Degene die een inrichting drijft waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, draagt zorg voor de aanwezigheid in of nabij de inrichting, van een steeds voor gebruik door publiek beschikbare en tijdig geleegde afvalbak of soortgelijk middel voor het houden van afval.
Artikel 17 Afval en verontreiniging op de weg
Degene die in strijd met het eerste lid de weg verontreinigt of het milieu nadelig beïnvloedt, of diens opdrachtgever, zorgt terstond na de beëindiging van de werkzaamheden van die dag voor het reinigen van de weg, of zoveel eerder als nodig is om de veiligheid van het verkeer of de bescherming van het wegdek te verzekeren.
Artikel 18 Verbod opslag van afval in de open lucht
Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek waarneembare plaats in de open lucht en buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben, anders dan door het in overeenstemming met paragraaf 2 van deze verordening aanbieden, achterlaten of overdragen van huishoudelijke afvalstoffen.
Hoofdstuk 4a. Kadavers van gezelschapsdieren
Artikel 19a. Kadavers van gezelschapsdieren
Het vierde lid is niet van toepassing op het kadaver dat wordt begraven op een terrein dat ter beschikking staat van de houder van het kadaver of dat uiterlijk de eerste werkdag na overlijden wordt afgegeven aan een ondernemer die is erkend op grond van artikel 24, eerste lid, onder b, c of d, van de Verordening 1069/2009/EG.
Hoofdstuk 5 Handhaving en toezicht
Overtredingen van het bij of krachtens de artikelen 4, 6, 8 tot en met 10 en 12 tot en met 19a bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen, is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 3, Wet op de economische delicten.
Onverminderd het eerste lid wijst het college de ambtenaren van de teams Vergunningen, Toezicht en Handhaving en Stadsbeheer aan met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening, ieder voor zover het betreft zaken die aan hun toezicht zijn toevertrouwd. (Beleidsregel handhaving verkeerd aangeboden huishoudelijk- en bedrijfsafval gemeente Oosterhout 2021)
Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 22. Wijzigingen als gevolg van de Omgevingswet en overgangsrecht
Op het tijdstip waarop de Omgevingswet in werking treedt, wordt deze verordening gewijzigd als volgt:
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 23, tweede lid, blijven – indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – van kracht.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 23, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in deze verordening.
Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift, betreffende een aanwijzing bedoeld in het eerste lid, dan wel ontheffing bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 23, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 23, tweede lid.
De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 23, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.