Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eijsden-Margraten

Regels archeologie Eijsden-Margraten 2022 (als bedoeld in artikel 21 van de Erfgoedverordening 2022)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEijsden-Margraten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegels archeologie Eijsden-Margraten 2022 (als bedoeld in artikel 21 van de Erfgoedverordening 2022)
CiteertitelRegels archeologie Eijsden-Margraten 2022 (als bedoeld in artikel 21 van de Erfgoedverordening Eijsden-Margraten2022)
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlagenbeleidskaart westelijk deel NO4334_EIJMA2_KB3a beleidskaart oostelijk deel NO4334_EIJMA2_KB3B

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-12-2022nieuwe regeling

22-11-2022

gmb-2022-533522

Tekst van de regeling

Intitulé

Regels archeologie Eijsden-Margraten 2022 (als bedoeld in artikel 21 van de Erfgoedverordening 2022)

Artikel 1 Regels over de toegestane mate van archeologische verstoring

  • 2.

    Voor zover als in het geldende bestemmingsplan niet is voldaan aan artikel 3.1.6, vijfde lid, van het Besluit ruimtelijke ordening is het verboden om de bodem te verstoren in een archeologisch monument of in een gebied waar archeologische vondsten worden verwacht.

  • 3.

    Voor het vaststellen van de archeologische verwachting en waarde archeologie die in lid 3 t/m 6 van dit artikel worden genoemd wordt verwezen naar archeologische beleidskaarten NO4334_EIJMA2_KB3a en NO4334_EIJMA2_KB3b, die als bijlage aan deze regels zijn toegevoegd en onlosmakelijk onderdeel hiervan uitmaken.

  • 4.

    De in het eerste lid genoemde verbodsbepaling is niet van toepassing indien het gaat om werkzaamheden waarvan de diepte van de verstoring valt binnen de volgende per waarde categorie, zoals aangegeven op de archeologische beleidskaart, gespecificeerde criteria:

    • a.

      voor waarde archeologie 2, 3, 4 een diepte van 0,30 m onder het maaiveld, indien gelegen buiten de krachtens de Wegenverkeerswet 1994 vastgestelde bebouwde kom.

    • b.

      voor waarde archeologie 5 een diepte van 0,40 m onder het maaiveld, indien gelegen buiten de krachtens de Wegenverkeerswet 1994 vastgestelde bebouwde kom.

    • c.

      voor waarde archeologie 2, 3, 4 en 5 een diepte van 0,50 m onder het maaiveld, indien gelegen binnen de krachtens de Wegenverkeerswet 1994 vastgestelde bebouwde kom

  • 5.

    De in het eerste lid genoemde verbodsbepaling is voorts niet van toepassing indien de werkzaamheden per waard categorie weliswaar dieper gaan dan de in het derde lid genoemde criteria, maar betrekking hebben op een op totaal te vergraven en/of totaal te bebouwen oppervlak dat kleiner is dan de volgende per waarde categorie, zoals aangegeven op de archeologische beleidskaart, gespecificeerde criteria:

    • a.

      waarde archeologie 2: 100 m2

    • b.

      waarde archeologie 3: 250 m2

    • c.

      waarde archeologie 4: 500 m2

    • d.

      waarde archeologie 5: 1000 m2.

  • 6.

    De in het eerste lid genoemde verbodsbepaling is voorts niet van toepassing in gebieden welke op de archeologische beleidskaart zijn aangegeven met waarde archeologie 6, tenzij het een bestemmingswijzigingen betreft of een omgevingsvergunning met ruimtelijke onderbouwing, waarbij in beide gevallen de ontwikkeling omvangrijker is dan 25.000 m2 en dieper reikt dan 40 cm.

  • 7.

    Indien het gebied waarvoor de vergunning gevraagd wordt, gelegen is in gebieden met verschillende waarde categorieën, geldt het criterium van de waard categorie met het laagste indicatiegetal.

Artikel 2 Nadere regels voor archeologisch onderzoek

  • 1.

    Archeologisch (voor)onderzoek dient te worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) en door bedrijven die zijn gecertificeerd overeenkomstig de BRL4000. Tevens dienen de medewerkers die het onderzoek namens het bedrijf verrichten in het bezit te zijn van een geldige actorstatus conform de BRL4000.

  • 2.

    Indien binnen het grondgebied van de gemeente Eijsden-Margraten onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van het doen van opgravingen in de zin van artikel 1.1 Erfgoedwet 2016, waaronder bedoeld proefsleuven, opgravingen en archeologische begeleiding zoals omschreven in de geldende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), dient het college een programma van eisen (PvE) vast te stellen waarbij voorwaarden worden gesteld ten aanzien van het onderzoek.

  • 3.

    Een archeologisch programma van eisen wordt opgesteld door de partij die de opgraving gaat verrichten.

  • 4.

    Het college vraagt na ontvangst van het in lid 3 genoemde archeologische programma van eisen advies aan een onafhankelijk deskundige, zijnde een senior-archeoloog zoals omschreven in de KNA, om te beoordelen of het archeologische programma van eisen voldoet aan de kwaliteits-voorwaarden van de KNA en het gemeentelijk archeologisch beleid.

  • 5.

    Het college vraagt na ontvangst van de archeologische onderzoekrapportages advies aan de in lid 4 bedoelde onafhankelijk deskundige om in een advies aan te geven:

    • a.

      Of de onderzoekrapportage voldoetaan de eisen van de KNA en het gemeentelijk archeologisch beleid en

    • b.

      Welke archeologische voorschriften eventueel aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.

Artikel 3 Inwerkingtreding en citeerregel

  • 1.

    Deze regels treden in werking met ingang van de achtste dan na die van bekendmaking en worden aangehaald als ‘regels archeologie Eijsden-Margraten 2022 (als bedoeld in artikel 21 van de Erfgoedverordening Eijsden-Margraten2022)’.

Aldus besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders van Eijsden-Margraten van 22 november 2022

Burgemeester en wethouders van Eijsden-Margraten

De secretaris,

Mari-An Gerits

De Burgemeester,

Drs. G.J.M. Cox

TOELICHTING REGELS ARCHEOLOGIE EIJSDEN-MARGRATEN 2022

Artikel 1 Regels over de toegestane mate van archeologische verstoring

De regels in dit artikel hebben betrekking op artikel 21 lid 1 sub b van de Erfgoedverordening Eijsden-Margraten 2022. Betreffende regels zijn overgenomen uit Erfgoedverordening 2013. In 2013 is die verordening het beleid dat in 2012 door RAAP is opgesteld (rapport 4334 d.d. 1 november 2012) vertaald in regelgeving. De verschillende archeologische waarde categorieën zijn aangegeven op de “archeologische beleidskaart voor de gemeente Eijsden-Margraten”, die deel uit maakt van het RAAP-rapport 4334, en eveneens onlosmakelijk deel uit maakt van deze regels.

 

Artikel 2 Nadere regels voor archeologisch onderzoek

De regels in dit artikel hebben betrekking op artikel 21 lid 2 van de Erfgoedverordening Eijsden-Margraten 2022.

Lid 1:

In de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), zijn zoals de naam al zegt de kwaliteitsnormen voor archeologie en archeologisch onderzoek vastgelegd.

De BRL 4000 staat voor de beoordelingsrichtlijn, die is vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen Archeologie ( CCvD Archeologie). Deze regelt de certificatie van bedrijven en waarborgt op deze wijze de kwaliteit van archeologisch onderzoek van voorbereiding, uitvoering en oplevering van archeologische werkzaamheden. Het certificaat is bovendien gebaseerd op de KNA-protocollen die horen bij deze beoordelingsrichtlijn. De basis voor de certificering is gelegd in de Erfgoedwet, waarin is bepaald dat alleen gecertificeerde bedrijven en instellingen opgravingen mogen verrichten.

De bureau- en vooronderzoeken mogen in principe worden uitgevoerd door bedrijven en medewerkers die niet zijn geaccrediteerd. Om ook de kwaliteit van de bureau- en vooronderzoeken te waarborgen is in lid 1 de eis gesteld dat ook de vooronderzoeksfase moet worden verricht door gekwalificeerde bedrijven en personen. Voor meer informatie wordt kortheidshalve verwezen naar de BRL4000.

Lid 2 t/m 4:

In dit deel van het artikel is de gemeentelijke archeologieprocedure aangegeven. Voor een opgraving moet volgens de KNA te allen tijde een PvE worden opgesteld. Het PvE kan door de gemeente worden opgesteld maar in de praktijk gebeurt dit meestal door de partij die het onderzoek gaat uitvoeren. Dat heeft het voordeel dat de uitvoerende partij in het PvE haar eigen aanpak kan verwerken. Het PvE moet worden goedgekeurd en vastgesteld door het bevoegde gezag, de gemeente. Omdat de gemeente niet over voldoende archeologische deskundigheid beschikt wordt de beoordeling van het PvE uitbesteed aan een extern deskundige. Dat geldt ook voor de toetsing van onderzoeken. Een en ander is geregeld in lid 4 en 5.

 

Artikel 3 Inwerkingtreding en citeerregel

De regels worden na vaststelling zo spoedig door publicatie op de gebruikelijke wijze mogelijk bekend gemaakt. De regels treden acht dagen na bekendmaking in werking. Tevens wordt in dit artikel de naam van de regels genoemd.

 

Formulier algemene informatie

 

Vastgesteld door:

Burgemeester en wethouders van Eijsden-Margraten

Officiële naam van de regels:

Regels archeologie Eijsden-Margraten 2022 (als bedoeld in artikel 21 van de Erfgoedverordening Eijsden-Margraten2022)

Citeertitel van de regels:

Regels archeologie Eijsden-Margraten 2022 (als bedoeld in artikel 21 van de Erfgoedverordening Eijsden-Margraten2022)

Publiceertitel

Regels archeologie Eijsden-Margraten 2022 (als bedoeld in artikel 21 van de Erfgoedverordening Eijsden-Margraten2022)

Onderwerp van de regels:

Aanwijzing en bescherming van:

  • Regels over de toegestane mate van archeologische verstoring,

  • Nadere regels voor archeologisch onderzoek

Wettelijke grondslag:

  • de Erfgoedverordening Eijsden-Margraten2022

Afdelingscode:

Beleid Algemeen

Registratienummer van de verordening:

Registratienummer collegevoorstel:

Beleidsonderwerp

Erfgoed

 

Datum inwerkingtreding:

8 dagen na publicatie

Datum terugwerkende kracht (t/m) (indien van toepassing

Nee

Datum besluit/ondertekening:

Geldig voor bepaalde duur: (ja/nee)

Nee

Algemeen verbindend voorschrift?

Ja

 

de verordening treedt in de plaats van:

n.v.t.

Registratienummer vorige verordening:

Onderstaande gegevens niet zelf invullen.

Datum besluit intrekking:

Datum publicatie intrekking:

Datum inwerkingtreding intrekking

 

Bijlage 1 Beleidskaart Westelijk deel NO4334_EIJMA2_KB3a

 

Bijlage 2 Beleidskaart Oostelijk deel NO4334_EIJMA2_KB3b