Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | |
2.1.1.1 | Aanlegkosten: | |
| de aannemingssom, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, staatscourant. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen als bedoeld in normblad NEN 2699:2017. Het normblad NEN 2699:2017 ligt ter inzage op het Stadskantoor van de gemeente Deventer en is gepubliceerd in de Staatscourant 2017, 20770 op 13-04-2017. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen; | |
2.1.1.2 | Bouwkosten: | |
| de aannemingssom, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Staatscourant 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, exclusief omzetbelasting als bedoeld in normblad NEN 2699:2017. Het normblad NEN 2699:2017 ligt ter inzage op het Stadskantoor van de gemeente Deventer en is gepubliceerd in de Staatscourant 2017, 20770 op 13-04-2017. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschied wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen; | |
2.1.1.2a | Bouwkosten grondgebonden zonnepark | |
In afwijking van het bepaalde in onderdeel 2.1.1.2, wordt bij het bepalen van de bouwkosten van een grondgebonden zonnepark uitgegaan van de kosten van de constructieve werken, bestaande uit de stellingen waarop de zonnepanelen worden geplaatst, de onderstations en eventuele andere bouwwerken en/ of voorzieningen, maar uitgezonderd de zonnepanelen zelf en de elektrische installaties (leidingwerk, omvormers en schakelingen in de onderstations. Onder een zonnepark verstaan we een aaneengesloten gebied dat zodanig is ingericht dat zo efficiënt mogelijk zonnestroom wordt opgewekt, voor een substantiële bijdrage in de duurzame stroomvoorziening. Belangrijk kenmerk van het zonnepark is verder dat dit door een partij beheerd en geëxploiteerd wordt die in principe niet (alleen) de eindgebruiker van de energie is. |
2.1.1.3 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | |
| | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | |
| | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | |
| | |
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag | |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
2.2.1 | om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is | € 645,00 |
| | |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
| | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.1.1.1 | n.v.t. | |
2.3.1.1.2 | Vervallen. | |
2.3.1.1.3 | indien de bouwkosten minder dan € 100.000 bedragen: | 4,54 % |
2.3.1.1.4 | indien de bouwkosten € 100.000 tot € 750.000 bedragen: | 3,81 % |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 4.542,00 |
2.3.1.1.5 | indien de bouwkosten € 750.000 tot € 1.500.000 bedragen: | 3,29% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 28.577,00 |
2.3.1.1.6 | indien de bouwkosten € 1.500.000 tot € 5.000.000 bedragen: | 3,01% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 49.352 |
2.3.1.1.7 | indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen: | 2,67% |
| van de bouwkosten, met een minimum van: | € 135.452,00 |
2.3.1.1.8 | En met een maximum van | € 1.000.000 |
| | |
2.3.1.4 | Achteraf ingediende aanvraag | |
| Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.4, 2.3.5, 2.3.6.2, 2.3.7.1, 2.3.8, 2.3.9, 2.3.10 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. | 110,00% |
| | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
| indien de kosten welke zijn verbonden aan de uitvoering van de werken/werkzaamheden: |
2.3.2.1 | minder zijn dan € 2.275,-- | € 175,00 |
2.3.2.2 | € 2.275,-- of meer, maar minder zijn dan € 4.545,-- | € 347,00 |
2.3.2.3 | € 4.545,-- of meer, maar minder zijn dan € 45.450,-- | € 869,00 |
2.3.2.4 | € 45.450,-- of meer | € 1.740,00 |
| | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo | |
| (binnenplanse afwijking) dan wel artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | |
| | 10% |
| van de bouwkosten, echter met een minimum van € 81,50 en een maximum van € 743,00; | |
| |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | |
2.3.3.3.1 | indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 100.000,-: | € 10.888,00 |
2.3.3.3.2 | indien de bouwkosten meer dan € 100.000,- maar niet meer dan | |
| € 300.000,- bedragen: | € 14.061,00 |
2.3.3.3.3 | indien de bouwkosten meer dan € 300.000,- maar niet meer dan | |
| € 1.000.000,- bedragen: | € 23.405,00 |
2.3.3.3.4 | indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000,- maar niet meer dan | |
| € 2.000.000,- bedragen: | € 30.624,00 |
2.3.3.3.5 | indien de bouwkosten meer dan € 2.000.000,- maar niet meer dan | € 40.635,00 |
| € 4.000.000,- bedragen: |
2.3.3.3.6 | indien de bouwkosten meer dan € 4.000.000,- bedragen: | € 57.198,00 |
| Het bepaalde in de artikelen 2.3.3.3.1 tot en met 2.3.3.3.6 vindt geen toepassing indien de met de buitenplanse afwijking gepaard gaande kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald. | |
|
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | 10,00% |
| van de bouwkosten, echter met een minimum van € 477,- en een maximum van € 1.209,-; | |
| | |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | 10,00% |
| van de bouwkosten echter met een minimum van € 87,00 en een maximum van € 782,00; | |
| | |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | 10,00% |
| van de bouwkosten echter met een minimum van € 87,00 en een maximum van € 782,00. | |
|
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | 10,00% |
| van de bouwkosten echter met een minimum van € 82,50 en een maximum van € 744,00; | |
| | |
2.3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | 10,00% |
| van de bouwkosten echter met een minimum van € 82,50 en een maximum van € 744,00. | |
| | |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo (binnenplanse afwijking) dan wel artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo (buitenplanse kleine afwijking) wordt toegepast: | € 513,00 |
2.3.4.2 | Vervallen | |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | |
| € 11.019,00 |
| Het bepaalde in dit artikel vindt geen toepassing indien de met de buitenplanse afwijking gepaard gaande kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald. | |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | € 1.045,00 |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 436,00 |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project betreft en de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 513,00 |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project betreft en de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 513,00 |
2.3.4.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 513,00 |
| | |
| | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | |
2.3.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 363,00 |
| met dien verstande dat: | |
| dit bedrag wordt verhoogd voor bouwwerken en inrichtingen met een gebruiksoppervlakte: | |
2.3.5.1.1 | - tot en met 100 m² | € 289,00 |
2.3.5.1.2 | - van 101 tot en met 500 m² | € 289,00 |
| vermeerderd met € 1,78 per m² of gedeelte daarvan boven 100 m² | |
2.3.5.1.3 | - van 501 tot en met 2000 m² | € 1.034,00 |
| vermeerderd met € 0,92 per m² of gedeelte daarvan boven 500 m² | |
2.3.5.1.4 | - van 2.001 tot en met 5000 m² | € 2.480,00 |
| vermeerderd met € 0,54 per m² of gedeelte daarvan boven 2.000 m² | |
2.3.5.1.5 | - van 5.001 tot en met 50.000 m² | € 4.188,00 |
| vermeerderd met € 0,04 per m² of gedeelte daarvan boven 5.000 m² | |
2.3.5.1.6 | - boven de 50.000 m² | € 6.375,00 |
| vermeerderd met € 0,03 per m² of gedeelte daarvan boven 50.000 m² | |
| | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f of artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of hoofdstuk 4 Erfgoed van de Verordening fysieke leefomgeving, of ingeval sprake is van een bouwactiviteit in een beschermd stads- of dorpsgezicht anders dan aan of bij een monument, bedraagt het tarief: | |
2.3.6.1.1 | Indien het tevens betreft een vergunningplichtige activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo en onverminderd het bepaalde in artikel 2.3.1: voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument dan wel voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | |
2.3.6.1.1.1 | indien de bouwkosten minder dan € 5.000,-- bedragen | € 13,45 |
2.3.6.1.1.2 | indien de bouwkosten € 5.000,- of meer | 0,58% |
2.3.6.2 | Voor het geheel of gedeeltelijk slopen van een monument of het geheel of gedeeltelijk slopen van een bouwwerk anders dan een monument in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder h, of artikel 2.2. eerste lid, onder c van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of hoofdstuk 4 Erfgoed van de Verordening fysieke leefomgeving, indien de te verwachten hoeveelheid sloopafval bedraagt: | |
2.3.6.2.1 | - minder dan 100 m³ | € 284,00 |
2.3.6.2.2 | - 100 m³ of meer doch minder dan 1000 m³ | € 807,00 |
2.3.6.2.3 | - 1000 m³ of meer | € 2.010,00 |
| | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het geheel of gedeeltelijk slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo bedraagt het tarief: | |
2.3.7.1.1 | - minder dan 100 m³ | € 284,00 |
2.3.7.1.2 | - 100 m³ of meer doch minder dan 1000 m³ | € 807,00 |
2.3.7.1.3 | - 1000 m³ of meer | € 2.010,00 |
| | |
| Activiteit Handelsreclame | |
2.3.8 | Indien een aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h en i van de Wabo, in samenhang met artikel 4:6 Algemene plaatselijke verordening Deventer bedraagt het tarief: |
2.3.8.1 | indien geen sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, aanhef en eerste lid, onder a, van de Wabo | € 78,50 |
2.3.8.2 | indien tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, aanhef en eerste lid, onder a, van de Wabo en | |
2.3.8.3 | de bouwkosten tot € 1.000 bedragen | € 78,50 |
2.3.8.4 | de bouwkosten van € 1.000 tot € 3.000 bedragen | € 210,00 |
2.3.8.5 | indien de bouwkosten € 3.000 of meer bedragen gelden de tarieven voor bouwactiviteiten zoals opgenomen in artikel 2.3.1.1.3 e.v. van deze verordening, met dien verstande dat de vermeerdering van dit tarief als bedoeld in artikel 2.3.6 niet van toepassing is. | |
| | |
2.3.9 | Uitweg / Inrit | € 88,50 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale wegenverordening of artikel 8.1.2 van de Verordening fysieke leefomgeving een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
| | |
2.3.10 | Kappen | |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 5.1.1 van de Verordening fysieke leefomgeving een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
2.3.10.1 | Voor een aanvraag: tot en met 2 bomen | € 96,00 |
2.3.10.2 | Voor een aanvraag: van 3 bomen | € 194,00 |
2.3.10.3 | vermeerderd met € 39,00 voor iedere volgende boom met een maximum van € 3.937,00 | |
2.3.11 | Bij weigering van een omgevingsvergunning met betrekking tot het vellen of doen vellen van houtopstand vindt volledige restitutie van de leges plaats. | |
2.3.12 | Bij intrekking van een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot het vellen of doen vellen van houtopstand vindt volledige restitutie van de leges plaats. | |
| | |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | € 0,00 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (Flora- en Fauna activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
| | |
2.3.14 | Andere activiteiten | |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 0,00 |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief | |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief: | € 42,00 |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | |
| | |
2.3.16 | Beoordeling bodemrapport | |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: |
2.3.16.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 466,00 |
| | |
2.3.17 | Advies | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.17.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € 352,00 |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.18.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
Hoofdstuk 4 Vermindering | |
2.4.1 | Wanneer een vooroverleg / beoordeling conceptaanvraag, zoals bedoeld in 2.2.1, binnen zes maanden na bekendmaking van het eindresultaat over de haalbaarheid, wordt vervolgd met een aanvraag om omgevingsvergunning, bestemmingsplanherziening, wijzigingsplan of uitwerkingsplan voor hetzelfde plan, worden de ter zake van het vooroverleg geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag als bedoeld in hoofdstuk 3 of 8. | |
2.4.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. | |
De vermindering bedraagt: |
2.4.2.1 | bij 5 tot 10 activiteiten: | 2% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | |
2.4.2.2 | bij 10 tot 15 activiteiten: | 3% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | |
2.4.2.3 | bij 15 of meer activiteiten: | 5% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges. | |
| | |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten en teruggaafregeling bijzondere procedures | |
| | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, uitweg, bijzondere procedures 1 en 2 of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3.1, 2.3.3.4 t/m 2.3.3.8, 2.3.4.1, 2.3.4.4 tot en met 2.3.4.8, 2.3.6, 2.3.7, 2.3.8 en 2.3.9 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | |
2.5.1.1 | indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat een beslissing op de aanvraag is genomen maar: | |
2.5.1.1.1 | binnen 2 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag | 75% |
| van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges | |
2.5.1.1.2 | binnen 7 weken na ontvangst van de aanvraag (maar later dan 2 weken na de ontvangst daarvan) | 65% |
| van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges | |
2.5.1.1.3 | later dan 7 weken na ontvangst van de aanvraag | 55% |
| van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges | |
| | |
2.5.1.3 | Teruggaafregeling bijzondere procedures | |
| Ingeval een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning waarbij artikel 2.12, eerste lid, onder a onder 3°, van de Wabo wordt toegepast als bedoeld in de onderdelen 2.3.3.3, 2.3.4.3, 2.8.1 en 2.8.2 wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. | |
2.5.1.3.1 | De teruggaaf bedraagt: | |
| indien het verzoek is ingetrokken binnen 2 weken na de indiening van het verzoek en vóórdat op dat verzoek een beslissing is genomen, tenzij dit bedrag lager is dan € 59,00 | 75% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | |
2.5.1.3.2 | De teruggaaf bedraagt: | |
| indien het verzoek is ingetrokken op een later tijdstip dan 2 weken na indiening van het verzoek, maar binnen 1 week na het einde van de terinzageleggingstermijn, tenzij dit bedrag lager is dan € 59,00 | 50% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | |
2.5.1.3.3 | De teruggaaf bedraagt: | |
| indien het verzoek is ingetrokken op een later tijdstip dan 1 week na het einde van de terinzageleggingstermijn maar voordat een beslissing op de aanvraag is genomen, tenzij dit bedrag lager is dan € 59,00 | 25% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges | |
| | |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | |
| Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- sloop of uitweg / inritactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, 2.3.7en 2.3.9 intrekt, bestaat geen aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. | |
| | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | |
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- brandveiligheid, - sloop, handelsreclame- of uitweg / inritactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5, 2.3.6, 2.3.7, 2.3.8 of 2.3.9 al dan niet beslissend op bezwaar weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. | |
| De teruggaaf bedraagt: | 50% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | |
2.5.3.2 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging bij rechterlijke uitspraak van de beschikking waarbij de vergunning is verleend. | |
| | |
2.5.4 | Minimumbedrag voor teruggaaf | |
| Een bedrag minder dan € 37,00 wordt niet teruggegeven. | |
| | |
2.5.5 | Geen teruggaaf legesdeel bijzondere procedures, advies of verklaring van geen bedenkingen | |
| Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.3 tot en met 2.3.4.8 , - ingeval op het afwijkingsverzoek een besluit is genomen - alsmede de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. | |
| | |
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning | |
2.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is: | € 0,00 |
| | |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | |
2.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project | |
2.7.1 | Ingeval en voor zover geen sprake is van bouwen: | 5% |
| van de oorspronkelijk geheven leges met een minimum van € 37,00 en een maximum van € 4.885,00. | |
2.7.2 | Ingeval en voor zover sprake is van bouwen en | |
2.7.2.1 | het gewijzigd plan niet leidt tot een verhoging van de bouwkosten van het oorspronkelijke plan: | 5% |
| van de oorspronkelijk geheven leges (berekend op de wijze zoals in onderdeel 2.3.1 bepaald) met een minimum van € 37,00 en een maximum van € 4.885,00; | |
2.7.2.2 | indien de aanvraag voor het bouwen in afwijking van een eerder ingediend plan als hiervoor bedoeld wel leidt tot een verhoging van de bouwkosten, dan wordt het normale tarief, berekend op de wijze als in onderdeel 2.3.1 bepaald, toegepast over die meerkosten, zulks echter met inachtneming van het minimum en maximum zoals hiervoor onder 2.7.2.1 is bepaald; | |
2.7.2.3 | de vergunning is geweigerd en deze aanvraag niet leidt tot een verhoging van de bouwkosten: | 55% |
| van de leges berekend op de wijze zoals in onderdeel 2.3.1 bepaald. | |
| | |
Hoofdstuk 8 a Wet Geluidhinder | |
2.8 a.1 | Het tarief bedraagt voor het vaststellen van een hogere grenswaarde in het kader van de Wet Geluidhinder, voor zover dit voor het vaststellen van een bestemmingsplan, wijzigingsplan of uitwerkingsplan of het verlenen van een omgevingsvergunning waarbij artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast, nodig is | € 3.246,00 |
| | |
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking | |
2.10.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: | € 42,00 |
2.10.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende bouw-, sloop- aanlegvergunning | € 35,00 |