Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zaanstad

Beleidsregels verblijfsontzegging Zaanstad 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZaanstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels verblijfsontzegging Zaanstad 2022
CiteertitelBeleidsregels verblijfsontzegging Zaanstad 2022
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 172 van de Gemeentewet
  3. Algemene plaatselijke verordening Zaanstad 2013 (APV)
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-11-2022nieuwe regeling

22-11-2022

gmb-2022-529584

2022/20038

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels verblijfsontzegging Zaanstad 2022

De burgemeester van Zaanstad,

 

Gelet op artikel 2:78 van de Algemene plaatselijke verordening Zaanstad 2013 (Apv), artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 172 van de Gemeentewet;

 

Besluit vast te stellen:

 

Beleidsregels verblijfsontzeggingen Zaanstad

 

Artikel 1 Opleggen verblijfsontzegging bij tweede overtreding

1.

Een verblijfsontzegging kan alleen worden opgelegd aan de betrokkene, in een door de burgemeester aangewezen gebied waar sprake is van structurele overlast en waar de openbare orde wordt verstoord, niet zijnde een openbaar vervoermiddel tenzij in de verblijfsontzegging uitdrukkelijk anders is bepaald.

 

2.

Een besluit tot het opleggen van verblijfsontzegging wordt niet eerder genomen dan na de tweede geconstateerde overtreding van de strafbepalingen zoals opgenomen in artikel 4 van dit beleid, blijkend uit de omstandigheid dat tegen de betrokkene voor de tweede keer

proces-verbaal is opgemaakt, binnen een periode van twaalf maanden.

 

3.

De duur van de verblijfsontzegging is gebaseerd op de zwaarste overtreding.

 

Artikel 2 Waarschuwing

1.

Na de eerste overtreding van de in artikel 4 genoemde strafbepalingen krijgt de betrokkene een schriftelijke waarschuwing waarin wordt vermeld dat bij een herhaling van een overtreding binnen twaalf maanden aan betrokkene een verblijfsontzegging kan worden opgelegd.

 

2.

De waarschuwing wordt door de politie of de buitengewoon opsporingsambtenaar zo spoedig mogelijk na constatering van de overtreding van in het eerste lid bedoelde strafbepalingen aan betrokkene uitgereikt en, indien dat niet mogelijk is, per aangetekende post verstuurd.

 

3.

De politie of de buitengewoon opsporingsambtenaar licht de eerste werkdag, na de eerste constatering van de in het eerste lid bedoelde strafbepaling, de burgemeester in.

 

Artikel 3 Voornemen en zienswijze

1.

Alvorens de burgemeester bij de tweede geconstateerde overtreding van de in artikel 4 genoemde bepalingen overgaat tot het opleggen van een verblijfsontzegging, wordt de betrokkene eerst in kennis gesteld van dit voornemen.

 

2.

Dit voornemen wordt door de politie of de buitengewoon opsporingsambtenaar mondeling aan betrokkenen meegedeeld.

 

3.

De politie of de buitengewoon opsporingsambtenaar licht de eerste werkdag na de herhaling van de in het eerste lid bedoelde strafbepaling de burgemeester in. De burgemeester stelt betrokkene schriftelijk op de hoogte van dit voornemen.

 

4.

Betrokkene wordt in de gelegenheid gesteld om binnen drie werkdagen na deze schriftelijke bekendmaking van het voornemen tot het opleggen van een verblijfsontzegging zijn/haar zienswijze schriftelijk of mondeling naar voren te brengen.

 

Artikel 4 Strafbepalingen

Overtreding van de volgende strafbepalingen kan leiden tot het opleggen van een verblijfsontzegging met bijbehorende duur:

 

Categorie 1 (drie weken)

artikel 2:1 Apv

samenscholing en ongeregeldheden

artikel 2:47, 2:49, 2:50, 2:51, 2:52 Apv

verboden hinderlijk gedrag

artikel 2:26 Apv

 

ordeverstoring bij evenementen

artikel 2:48 Apv

 

verboden drankgebruik

artikel 4:8 Apv

 

natuurlijke behoefte doen

artikel 426 en 453 Sr

openbare dronkenschap en het verstoren van de openbare orde in staat van dronkenschap

artikel 424 Sr

straatschenderij

 

Categorie 2 (zes weken)

artikel 2:19b Apv

verbod gevaarlijke voorwerpen

artikel 2:74 Apv

drugshandel op straat

Artikel 13 Wet wapens en Munitie

wapen van categorie I te vervaardigen, te transformeren, voor derden te herstellen, over te dragen, voorhanden te hebben, te dragen, te vervoeren, te doen binnenkomen of te doen uitgaan

artikel 350 Sr

vernieling of beschadiging

artikel 141 Sr

openlijke geweldpleging uitsluitend tegen goederen

artikel 138 Sr

huisvredebreuk besloten lokaal

artikel 300 Sr

eenvoudige mishandeling

artikelen 2 en 3 Opiumwet

bezit van meer dan gebruikershoeveelheid drugs, verkopen of verstrekken van softdrugs

artikel 285 Sr

bedreiging

artikel 266 Sr

belediging van een ambtenaar in functie

artikel 184 Sr

negeren bevoegd gegeven ambtelijk bevel

artikelen 180 t/m 182 Sr

wederspannigheid

 

Categorie 3 (twaalf weken)

Artikel 26 en 27 Wet wapens en munitie

Voorhanden hebben en dragen van wapens en munitie van de categorieën II, III en IV

artikel 141 Sr

openlijke geweldpleging uitsluitend tegen personen

artikelen 302 en 287 juncto 45 Sr

zware mishandeling en - poging tot - doodslag

artikel 2 Opiumwet

verkopen en verstrekken van harddrugs

artikel 312 Sr

diefstal met geweld

artikelen 317 en 318 Sr

resp. afpersing en afdreiging

 

Artikel 5 Recidive

Begaat degene die een verblijfsontzegging heeft gekregen binnen twaalf maanden na de datum van het besluit waarbij de verblijfsontzegging is opgelegd, een overtreding van een strafbepaling zoals opgenomen in artikel 4, dan kan in verband met recidive wederom en direct een verblijfsontzegging worden opgelegd.

 

Artikel 6 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels verblijfsontzegging Zaanstad 2022.

Toelichting

Algemeen

Instrument van verblijfsontzegging

Een verblijfsontzegging is een besluit in de zin van de Awb en de burgemeester dient dan ook de eisen die de Awb stelt aan een zorgvuldige besluitvorming in acht te nemen. Dat betekent dat degene aan wie de burgemeester een verblijfsontzegging wil geven eerst in staat gesteld wordt zijn of haar zienswijze kenbaar te maken (artikel 4:8 Awb). De burgemeester dient het besluit zorgvuldig voor te bereiden, deugdelijk te motiveren, tot een proportionele maatregel te besluiten en rekening te houden met de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit. Aan de verblijfsontzegging moet een concreet incident (en) ten grondslag gelegd worden. Het incident behoort de rechtvaardiging te zijn voor de duur van de ontzegging en de omvang van het gebied waarvoor de ontzegging geldt.

Het opleggen van een verblijfsontzegging is een herstelsanctie, bedoeld om een einde te maken aan een onrechtmatige overlast veroorzakende situatie en uitdrukkelijk niet bedoeld om leed toe te voegen. Het is een bewegingsbeperkende maatregel en de nadelige gevolgen daarvan voor betrokkene moeten in verhouding staan tot het te dienen doel. Bij het opleggen van een herstelsanctie past dat de betrokkene eerst zelf de kans krijgt om zijn gedrag te veranderen. Vandaar dat in Zaanstad aan het opleggen van een verblijfsontzegging een waarschuwing vooraf gaat.

Bij een overtreding van de verblijfsontzegging wordt de overtreder aangehouden en volgt een proces-verbaal wegens een overtreding van artikel 184 van het Wetboek van strafrecht.

Doel

Het doel van de beleidsregels is om gebruiksinstructies vast te stellen voor het instrument verblijfsontzegging. De instructies gelden voor de burgemeester, voor de politiefunctionarissen en de buitengewoon opsporingsambtenaren die de waarschuwingen opleggen en de ambtenaren de die verblijfsontzeggingen in (onder)mandaat namens de burgemeester gaan opleggen.