Organisatie | Haarlemmermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Actieplan Geluid 2018-2023 |
Citeertitel | Actieplan Geluid 2018-2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-05-2021 | nieuwe regeling | 28-04-2021 | 2021-0000141 |
Voor u ligt het actieplan Geluid van de gemeente Haarlemmermeer. Haarlemmermeer is onderdeel van de agglomeratie Amsterdam/Haarlem. Met dit actieplan geeft de gemeente Haarlemmermeer uitvoering aan de Europese Richtlijn Omgevingslawaai. Dit actieplan beschrijft:
Huidige geluidsituatie (peiljaar 2016)
De gemeente is bevoegd te bepalen wat prioritaire geluidknelpunten zijn. Hiertoe stelt zij zogenoemde plandrempels vast. Plandrempels geven het kwaliteitsniveau voor de geluidsbelasting dat bij overschrijding aanleiding geeft tot het opstellen van een actieplan. Het gemeentebestuur kiest voor de volgende plandrempels:
Voor luchtvaartgeluid en railverkeersgeluid is geen plandrempel vastgesteld, omdat de gemeente weinig invloed kan uitoefenen op dit geluid.
Voor wegverkeer zijn er 36 locaties die als prioritaire geluidknelpunten kunnen worden aangemerkt op grond van de plandrempel van 65 dB. Voor industrielawaai zijn er geen geluidknelpunten buiten de gezoneerde industrieterreinen.
Mogelijk te treffen maatregelen
Van de 36 geluidknelpunten zijn er geen knelpunten waar binnen de planperiode (2018-2023) het wegdek vervangen wordt (groot onderhoud) én waar een stil wegdek technisch mogelijk is.
Op 9 februari 2021 heeft het college van Haarlemmermeer het ontwerp-Actieplan geluid vastgesteld. Dit ontwerp heeft vervolgens vanaf 25 februari tot en met 9 april voor een ieder ter inzage gelegen. Het was gedurende die periode mogelijk om een zienswijze in te dienen. Ook is de gemeenteraad in de gelegenheid gesteld om wensen en een zienswijze ter kennis van burgemeester en wethouders te brengen. Dit is gebeurd via de raadssessie op 18 maart 2021. Tijdens deze sessie zijn ook diverse vragen gesteld. Deze zijn beantwoord via een raadsbrief op 6 april (X.2021.02160).
Inclusief de zienswijze van de gemeenteraad zijn er in totaal 3 zienswijzen binnengekomen. Deze zijn in dit definitieve actieplan verwerkt.
Met vragen over dit actieplan kunt u terecht bij Sacha Kuijs van de gemeente Haarlemmermeer (telefoon: 023 567 4280, e-mail: geluidadvies@haarlemmermeer.nl).
1.1 Waarom dit actieplan Geluid?
De Europese Richtlijn Omgevingslawaai verplicht de gemeente Haarlemmermeer geluidknelpunten te benoemen en hiervoor een actieplan op te stellen ter verbetering van de geluidsituatie. Dit actieplan geeft hier uitvoering aan.
De aanpak van geluid wordt binnen bestaande kaders al meegenomen. Het betreft bijvoorbeeld:
Te veel geluid kan hinderlijk zijn en tot slaapverstoring leiden. Bij langdurige blootstelling aan hoge geluidniveaus neemt de kans op hart- en vaatziekten toe.
In 2017 is de geluidsituatie onderzocht voor het grondgebied van de gemeente Haarlemmermeer. Dit is separaat gebeurd voor de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude en de gemeente Haarlemmermeer, waaruit per 1-1-2019 de fusiegemeente Haarlemmermeer is samengesteld. De colleges van de voormalige gemeenten hebben de geluidsituatie vastgesteld met geluidsbelastingkaarten en tabellen. Hieruit blijkt dat wegverkeer en luchtvaart de grootste bronnen van geluidhinder zijn. Dit plan geeft maatregelen die voor minder geluid moeten zorgen, binnen de mogelijkheden die de fusiegemeente daarvoor ziet in de periode 2018-2023.
1.2 Afstemmen op de mogelijkheden
Vandaag de dag is een breed scala aan maatregelen voorhanden om geluid te verminderen. Dat geldt vooral voor het wegverkeer-, railverkeer en industriegeluid. Voor luchtvaartgeluid zijn de mogelijkheden voor de gemeente zeer beperkt. Wel kunnen bij een hoge geluidsbelasting vanwege de luchtvaart compenserende maatregelen tegen het wegverkeer-, railverkeer en/of het industriegeluid overwogen worden. Ook wordt verder nagedacht over geluidsadaptief bouwen.
Geluidsbeperkende maatregelen kunnen duur zijn. In een stedelijke omgeving zijn maatregelen meestal duurder naar verhouding ze verder van de bron worden getroffen. Zo is het aanbrengen van een geluidreducerend wegdek goedkoper dan het plaatsen van een geluidscherm, en het plaatsen van een geluidscherm op haar beurt weer goedkoper dan het verbeteren van de gevelisolatie.
Het is zaak optimale maatregelen te selecteren die werkelijk toegepast kunnen worden, betaalbaar zijn en bovendien een relevant effect hebben. Om de kosten van deze maatregelen beperkt te houden wordt aansluiting gezocht op de bestaande beheer- en onderhoudsprogramma´s voor de infrastructuur en de openbare ruimte.
Dit actieplan Geluid beschrijft wat de gemeente Haarlemmermeer de komende jaren overweegt te gaan doen om de geluidsituatie te verbeteren. In 2023 wordt het actieplan geactualiseerd. Dan wordt geëvalueerd welke maatregelen daadwerkelijk zijn getroffen.
Hoofdstuk 2 gaat in op de wet- en regelgeving over geluid en haar relatie met dit actieplan. In hoofdstuk 3 wordt beschreven welk proces gevolgd is om dit actieplan vast te stellen.
Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de (gezondheids-)effecten van geluid op de mens gegeven. Hoofdstuk 5 beschrijft de omgeving en de geplande ontwikkelingen. De huidige geluidsituatie van Haarlemmermeer is samengevat in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 is een analyse gemaakt van de geluidsituatie en de knelpunten. Hoofdstuk 8 geeft een beschrijving van de locaties die voor maatregelen in aanmerking komen gedurende de uitvoeringsperiode van dit actieplan.
Voor de inspraakreacties bij dit Actieplan is een apart document beschikbaar, getiteld “Nota van zienswijzen en ambtshalve voorstellen Actieplan geluid 2018-2023 gemeente Haarlemmermeer behorend bij de B&W-nota tot vaststelling van het Actieplan geluid 2018- 2023 gemeente Haarlemmermeer”.
Op grond van de Europese Richtlijn Omgevingslawaai moet de gemeente Haarlemmermeer geluidknelpunten benoemen en een actieplan opstellen ter verbetering van de geluidsituatie. Voor Nederland is deze Richtlijn uitgewerkt in de Wet milieubeheer. Dit hoofdstuk geeft informatie over de geluidwet- en regelgeving.
De Europese Richtlijn 2002/49/EG is gericht op de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai. Deze richtlijn wordt aangehaald als de Richtlijn omgevingslawaai. De bepalingen van deze richtlijn zijn in Nederland opgenomen in hoofdstuk 11 van de Wet milieubeer. De Richtlijn omgevingslawaai is van toepassing op omgevingslawaai waaraan mensen worden blootgesteld. De richtlijn richt zich vooral op het vaststellen, beheersen en waar nodig verlagen van geluidniveaus in de leefomgeving. Het toepassingsgebied beperkt zich tot een aantal gedefinieerde brontypen, te weten wegverkeer, railverkeer, luchtvaart en specifieke industriële activiteiten.
Om de schadelijke gevolgen van omgevingslawaai te bestrijden worden volgens de Richtlijn omgevingslawaai de volgende instrumenten toegepast:
Naast de Richtlijn omgevingslawaai (uit de Wet milieubeheer) bevat ook de Wet geluidhinder regels die tot doel hebben mensen te beschermen tegen omgevingsgeluid. We lichten dit toe.
In 1979 is de Wet geluidhinder in werking getreden om de geluidhinder in Nederland binnen acceptabele grenzen te houden. In de Wet geluidhinder zijn hiertoe grenswaarden voor de geluidsbelasting opgenomen. De grenswaarden gelden op gevels van geluidgevoelige bestemmingen, zoals woningen.
De grenswaarden van de Wet geluidhinder gelden voor:
De grenswaarden gelden per weg, spoorweg en industrieterrein afzonderlijk. Er gelden dus geen grenswaarden voor het totaal van verschillende geluidbronnen; dit wordt de cumulatie van geluid genoemd. De Wet geluidhinder geeft ook geen grenswaarden voor de toegestane mate van hinder en slaapverstoring. Bij de nieuwbouw van geluidsgevoelige bestemmingen moet de gemeente overigens wel rekening houden met cumulatieve effecten van geluid.
De Wet geluidhinder is een complexe wet. De hoogte van grenswaarden voor de geluidsbelasting is afhankelijk van specifieke omstandigheden en verschilt per geluidbron en per geluidgevoelige bestemming. Figuur 1 geeft de bandbreedten van de grenswaarden voor achtereenvolgens wegverkeergeluid, railverkeergeluid en industriegeluid (afkomstig van gezoneerde industrieterreinen).
Naast de Wet geluidhinder geeft ook de Wet milieubeheer grenswaarden voor de geluidsbelasting op de gevels van geluidgevoelige bestemmingen. Deze grenswaarden gelden alleen voor bedrijven, die al dan niet op een gezoneerd industrieterrein liggen. De grenswaarden uit de Wet milieubeheer gelden voor elk bedrijf afzonderlijk. Meestal bedraagt de grenswaarde 50 dB(A). Hogere of lagere grenswaarden zijn echter ook mogelijk.
De Wet luchtvaart regelt de bescherming van geluidgevoelige bestemmingen tegen geluidhinder veroorzaakt door het vliegverkeer van en naar Schiphol. In het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol is deze bescherming uitgewerkt. Voor Schiphol gelden grenswaarden voor de geluidsbelasting op handhavingspunten. Figuur 2 toont deze handhavingspunten. De hoogte van de grenswaarde verschilt per handhavingspunt. Naast de grenswaarden op de handhavingspunten geldt er een grens voor het Totale Volume Geluid (TVG). Deze grens betreft zowel een gewogen etmaalgemiddelde waarde als een waarde voor de nachtperiode (tussen 23 en 7 uur).
Voor de uitvoering van taken uit de Richtlijn omgevingslawaai zijn de volgende overheden verantwoordelijk:
Burgemeester en wethouders stellen het actieplan van de gemeente Haarlemmermeer vast. De gemeenteraad kan wensen en bedenkingen indienen.
De actieplannen voor rijkswegen, hoofdspoorwegen en de luchthaven Schiphol worden vastgesteld door de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland stellen het actieplan voor provinciale wegen vast.
Voorafgaand aan dit actieplan zijn geluidsbelastingkaarten opgesteld (zie hoofdstuk 6). Het actieplan borduurt hierop voort met een beschrijving van het beleid ter beperking van de geluidsbelasting (zie hoofdstuk 7) en de maatregelen die in de toekomst mogelijk getroffen worden (zie hoofdstuk 8). Figuur 3 geeft schematisch het proces om tot een vastgesteld actieplan te komen. Daarna is per processtap een korte toelichting gegeven.
3.1 Bepalen van de plandrempel
Volgens de Europese Richtlijn Omgevingslawaai moet het actieplan gaan over ‘prioritaire problemen’. Van een prioritair probleem is sprake als een ‘relevante grenswaarde’ wordt overschreden. Bij de implementatie van de Europese Richtlijn Omgevingslawaai in de Nederlandse wetgeving is het begrip ‘relevante grenswaarde’ vertaald in ‘plandrempel’. De eerste stap in het maken van een actieplan is het vaststellen van één of meer plandrempels. In situaties waar de geluidsbelasting hoger is dan de plandrempel moeten maatregelen overwogen worden.
3.2 Inventarisatie maatregelen
Voordat maatregelen worden benoemd om overschrijdingen van de plandrempel zoveel mogelijk ongedaan te maken, is het verstandig eerst te bezien in hoeverre bestaande ontwikkelingen op andere beleidsterreinen invloed hebben op de geluidkwaliteit van de relevante locaties. Mogelijk worden hierdoor enkele knelpunten al opgelost of worden er nieuwe knelpunten verwacht.
3.4 Vaststellen ontwerp actieplan
In het Besluit geluid milieubeheer staan onder hoofdstuk 4 de elementen genoemd die in een actieplan beschreven moeten worden. Grofweg komt het neer op een beschrijving van de relevante wetgeving, het betrokken gebied, de resultaten van de geluidsbelastingkaart, het voorgenomen beleid dat gevolgen kan hebben voor de geluidkwaliteit, de voorgenomen maatregelen ter verbetering van de geluidkwaliteit en de reacties uit de inspraakprocedure.
Het college van Burgemeester en Wethouders stelt het definitieve actieplan vast. Het actieplan bevat een inhoudelijke reactie op de zienswijzen die op het ontwerp actieplan zijn ingebracht. Binnen één maand na de vaststelling worden de stukken ter beschikking gesteld aan geïnteresseerden en wordt het actieplan verstuurd naar de door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aangewezen instantie InfoMil. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is ervoor verantwoordelijk dat de gegevens elke vijf jaar worden verzameld, gecategoriseerd en verzonden naar de Europese Commissie.
4 Geluid en gezondheidseffecten
Omgevingsgeluid is een belangrijk probleem voor de volksgezondheid1. De geluidniveaus vanwege het wegverkeer, het railverkeer, de luchtvaart en de industrie veroorzaken hinder en slaapverstoring. Blootstelling aan omgevingsgeluid kan via lichamelijke stressreacties leiden tot een verhoogde kans op hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten. Tevens kan omgevingsgeluid klachten doen verergeren bij mensen die al lijden aan een hart- en vaataandoening. Ook kan omgevingsgeluid leiden tot verminderde leerprestaties bij kinderen.
De (ontwikkeling van de) geluidhinder en slaapverstoring in Nederland door omgevingsgeluid wordt regelmatig onderzocht door het RIVM2. Deze informatie wordt vastgesteld op basis van een enquête onder een grote, representatieve groep personen. In 2019 gaf 10,4% van de Nederlanders aan ernstige hinder door geluid van wegverkeer te ondervinden3. Na het wegverkeergeluid wordt luchtvaartgeluid het meest hinderlijk gevonden. Luchtvaartgeluid veroorzaakt voor 6,3% ernstige hinder. Voor railverkeer ligt het percentage ernstige hinder op 2,1. Dit zijn landelijke gemiddelden.
Bij een hoge geluidsbelasting wordt eerder geluidhinder en slaapverstoring ondervonden. Landelijke dosis-effectrelaties4 zijn in figuur 4 tot en met figuur 6 gegeven5. Hieruit blijkt duidelijk dat luchtvaartgeluid eerder hinder veroorzaakt dan wegverkeergeluid, en wegverkeergeluid weer eerder dan railverkeergeluid. Vanaf een geluidsbelasting van ongeveer 40 dB Lden of Lnight is (ernstige) hinder en slaapverstoring te verwachten. Bij een geluidsbelasting van 65 dB Lden door wegverkeer ondervindt één van de zes mensen ernstige hinder. Bij een geluidsbelasting van 55 dB Lnight door wegverkeer is één van de twaalf mensen in hun slaap verstoord.
Figuur 4 Dosis-effectrelaties tussen geluidhinder en geluidsbelasting
Figuur 5 Dosis-effectrelaties tussen ernstige geluidhinder en geluidsbelasting
Figuur 6 Dosis-effectrelaties tussen slaapverstoring en geluidsbelasting
Van de gemeente Haarlemmermeer maken 25 woonplaatsen (31 kernen) deel uit. Deze liggen verspreid over een gebied van 206 vierkante kilometer. De ligging van de woonplaatsen is verduidelijkt in figuur 7. De grootste woonkernen zijn Hoofddorp, Nieuw-Vennep, Badhoevedorp en Zwanenburg. De gemeente heeft ongeveer 157.000 inwoners.
Figuur 7 Woonplaatsen binnen gemeente Haarlemmermeer
De gemeente ligt ingeklemd tussen de steden Haarlem in het noordwesten, Amsterdam in het noordoosten en Leiden in het zuidwesten. Ten westen liggen enkele kleinere plaatsen in de Bollenstreek en ten oosten ligt Aalsmeer en haar kassengebied.
Kenmerkend voor de gemeente is de diversiteit: grootschaligheid tegenover kleinschaligheid, verstedelijkt gebied tegenover platteland, high-tech tegenover boerenbedrijf.
De gemeente wordt grotendeels omsloten door de Ringvaart en doorsneden door de rijkswegen A4, A5, A9, A44 en A200. Ook lopen verschillende provinciale wegen door de gemeente, overwegend van het zuidwesten naar het noordoosten en van het noordwesten naar zuidoosten. Het betreft de N201, N202, N205, N207, N231, N232, N519 en N520. In het oosten ligt de luchthaven Schiphol. De industrie in de gemeente Haarlemmermeer concentreert zich voornamelijk rond deze luchthaven. Naast Schiphol zijn er nog enkele kleine gezoneerde industrieterreinen. Aan de oostzijde van de gemeente ligt de spoorlijn Leiden-Amsterdam. Tevens ligt hier de spoorlijn van de HSL. In het noorden van de gemeente ligt de spoorlijn Haarlem-Amsterdam gebundeld met de A200.
5.2.1Wegverkeer, railverkeer, luchtvaart en industrie
In de gemeente Haarlemmermeer wordt geluid veroorzaakt door het wegverkeer, het railverkeer, de luchtvaart en de industrie. Deze geluidbronnen zijn in tabel 1 samengevat. De geluidbronnen van de geluidsbelastingkaarten zijn weergegeven in figuur 8.
Buiten de gemeente liggen twee gezoneerde industrieterreinen:
Figuur 8Belangrijkste geluidbronnen, zoals meegenomen in de geluidsbelastingkaarten
5.2.2Scheepvaart, brommers, buren en andere geluidbronnen
Dit actieplan richt zich niet op geluid afkomstig van de scheepvaart, brommers, buren en andere bronnen dan het wegverkeer, het railverkeer, de luchtvaart en de industrie. Hiervoor zijn de volgende redenen:
De gemeente heeft minimale mogelijkheden om de geluidhinder vanwege de niet in dit actieplan betrokken bronnen aan te pakken. Scheepvaartgeluid heeft bijvoorbeeld een sterk laagfrequent karakter. Geluidschermen of –wallen langs vaarwegen verminderen het scheepvaartgeluid daardoor nauwelijks. Verder is niet de gemeente maar de politie bevoegd om handhavend op te treden als geluidhinder door brommers of buren wordt veroorzaakt.
5.3 Bestaande geluidmaatregelen
In het verleden zijn op verschillende locaties al maatregelen getroffen ter beperking van de geluidhinder en slaapverstoring. Hiermee is rekening gehouden bij het vaststellen van de huidige geluidsituatie (peiljaar 2016, zie hoofdstuk 6). Het betreft de aanleg van stille wegdekken, geluidschermen en –wallen, en de invoering van 30 km/uur gebieden. Daarnaast zijn de gevels van diverse woningen geïsoleerd.
Als bronmaatregel is op de rijkswegen bijna overal enkellaags ZOAB aangebracht. Enkellaags ZOAB is circa 3 dB stiller dan DAB (standaard asfalt). Op de A9 ter hoogte van Badhoevedorp is tweelaags ZOAB aangebracht (circa 3 dB stiller dan ZOAB). Op sommige provinciale wegen zijn dunne deklagen toegepast (o.a. delen van de N201, N205, N232, N519 en N520). Op gemeentelijke wegen is nog weinig stil wegdek aanwezig. Figuur 9 geeft de wegverhardingen die in 2016 aanwezig waren.
In het kader van Duurzaam Veilig Verkeer is de maximumsnelheid op een groot aantal wegen verlaagd van 50 naar 30 km/uur. Deze snelheidsverlaging levert een reductie van 3 dB bij een ongewijzigde wegverharding. In sommige gevallen is voor de herkenbaarheid van de 30 km/uur gebieden ook de asfaltverharding gewijzigd in klinkerbestrating en/of zijn drempels aangelegd. In die gevallen is de geluidsbelasting nagenoeg gelijk gebleven.
Figuur 9Wegdekken in 2016, zoals meegenomen op de geluidsbelastingkaart.
5.3.3Geluidschermen en -wallen
Op enkele locaties zijn geluidschermen en -wallen aangelegd. Deze zijn weergegeven in Figuur 10.
Figuur 10 Geluidschermen en –wallen, zoals meegenomen in de geluidsbelastingkaarten
5.4 Evaluatie vorige actieplan
Voor de voormalige gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude en de gemeente Haarlemmermeer van voor de fusie zijn aparte actieplannen vastgesteld. We evalueren de twee actieplannen hier.
5.4.1Actieplan geluid Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2013-2018
Het actieplan van de voormalige gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude (d.d. 18 februari 2014) geeft alleen een plandrempel voor wegverkeersgeluid. Situaties met 68 dB Lden en hoger worden als knelpunt gezien6. Het actieplan licht toe dat er geen concrete maatregelen voorzien werden gedurende de planperiode, omdat er bij de situaties met 68 dB en hoger geen verkeerswegen waar groot onderhoud voorzien was.
Het actieplan geeft aan dat er ook aandacht is voor situaties tussen 55 en 67 dB. Daarbij wordt concreet de Oranje Nassaustraat te Halfweg genoemd als meest geschikte locatie, waar mogelijk stil asfalt komt.
Dit stille asfalt is tijdens de afgelopen planperiode niet aangebracht, zo blijkt uit de gegevens van 2016. Wel staat deze locatie ook nu weer op de lijst met knelpunten van §7.3.2, namelijk als nummer 23. De intentie is echter om hier een 30 km/u-regime te gaan invoeren.
5.4.2Actieplan geluid Haarlemmermeer 2013-2018
Het actieplan van de voormalige gemeente Haarlemmermeer (d.d. 21 januari 2014) geeft aan dat een plandrempel van 65 dB Lden voor wegverkeersgeluid is gehanteerd en 60 dB Letm industriegeluid. De keuze voor de plandrempel voor de regio is gebaseerd op een haalbare, realistisch berekende doelstelling, gebaseerd op de aanpak van het aantal knelpunten in samenhang met het kostenaspect.
Op verkeerswegen waar de plandrempel van 65 dB Lden wordt overschreden, worden stille wegdekken overwogen. Daarnaast wordt voorgenomen om ook wegen aan te pakken waar 60 dB Lden wordt overschreden en waar volgens het onderhoudsschema in de planperiode het wegdek wordt vervangen.
Concreet zijn zeven locaties in de toenmalige gemeente Haarlemmermeer genoemd waar geluidmaatregelen overwogen zouden kunnen worden. Deze zijn genummerd H-001 tot en met H-007. In de oplegbrief bij het actieplan is uitgelegd dat geluidmaatregelen op die locaties om uiteenlopende redenen afvallen, op één na: locatie H-007. Die locatie ligt in Nieuw-Vennep en het betreft de Venneperweg met parallel daaraan de Schoolstraat (het gedeelte tussen de Westerdreef en de Hoofdweg). In het verlengde van die locatie is bij groot onderhoud rond 2014 geluidreducerend asfalt aangebracht.
Er zijn geen knelpunten vastgesteld die de plandrempel van 60 dB Letm overschrijden voor industrielawaai. Maatregelen zijn daarom niet aan de orde.
5.5 Recente en in voorbereiding zijnde projecten
Voor Schiphol wordt gewerkt aan een nieuwe normen- en handhavingstelsel voor het geluid7. Dit nieuwe stelsel zal het stelsel met grenswaarden in handhavingspunten en totale volume van de geluidsbelasting gaan vervangen. In het nieuwe stelsel wordt de verdeling van de geluidsbelasting over de omgeving niet meer gereguleerd via grenswaarden in handhavingspunten, maar via regels voor strikt geluidpreferent baangebruik. Dit zijn regels voor baan- en routegebruik die ertoe leiden dat bij voorkeur de start- en landingsbanen nabij de dunst bevolkte gebieden worden gebruikt met relatief de minste hinder in de omgeving en dat niet meer banen worden ingezet dan strikt noodzakelijk. Om de totale geluidsbelasting voor de omgeving te begrenzen, wordt jaarlijks een norm voor de Maximale Hoeveelheid Geluid vastgesteld.
Er zijn verschillende infrastructurele projecten gepland en in uitvoering. De grootste projecten zijn8:
Daarnaast loopt in het kader van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) een onderzoek naar de situatie Zuidwestkant Amsterdam-Schiphol- Hoofddorp (weg en spoor). Of dit gevolgen heeft voor het geluid van weg- en railverkeer is nog niet bekend.
Daarnaast werken Rijkswaterstaat9 en ProRail10 aan de geluidsanering in het kader van het Meerjarenprogramma Geluidsanering (MJPG). Het betreft dan locaties waar de geluidbelasting hoger is dan de saneringsdrempel. De saneringsplannen zullen eind 2023 definitief zijn.
Volgens het Actieplan Geluid van de Provincie Noord-Holland (2018-2023) zal de komende jaren 840 meter aan stil wegdek worden toegepast op de N232 (Schipholweg) bij Badhoevedorp, tussen km 28,49 en km 29,33. Dit zal leiden tot een geluidreductie van ongeveer 3 dB op die locatie.
Het beeld van de geluidsituatie van 2016 vormt de basis voor het actieplan. Dit hoofdstuk geeft een samenvatting van de resultaten die in het kader van de geluidbelastingkaarten zijn vastgesteld in 2017 voor de oorspronkelijke gemeente Haarlemmermeer en de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude.
De belangrijkste bevindingen zijn:
In Tabel 2 is de geluidsituatie samengevat in een aantal deeltabellen. Deze analyse is verricht op basis van de geluidsbelastingkaarten van 2016.
Tabel 2 Aantal woningen, bewoners, gehinderden, slaapverstoorden per geluidsbelastingklasse.
*Er zijn hier geen gehinderden en slaapverstoorden voor de luchtvaart vermeld, omdat die niet zijn opgenomen in het standaardformaat van de rijksoverheid waarin de gemeente gegevens moet aanleveren.
Figuur 11 en Figuur 12 geven de geluidsbelasting van 2016. Deze kaarten zijn samengesteld uit de formele geluidsbelastingkaart voor de gemeente Haarlemmermeer van voor de fusie en die van de voormalige gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude.
Figuur 11 Lden geluidsbelastingkaart vanwege wegverkeer (links) en railverkeer (rechts).
Figuur 12 Lden geluidsbelastingkaart vanwege industrie (links) en luchtvaart (rechts).
Met behulp van de plandrempels die de gemeente heeft vastgesteld wordt met behulp van de geluidsbelastingkaarten uit het vorige hoofdstuk onderzocht welke locaties voor prioritaire maatregelen in aanmerking komen. Daar waar de geluidbelasting bij woningen boven de plandrempel ligt, is sprake van een geluidknelpunt. Bij de overweging om maatregelen te treffen in het kader van dit actieplan worden op die locaties de volgende criteria gehanteerd:
We geven in dit hoofdstuk eerst de plandrempels. Daarna bespreken we de knelpuntlocaties. Tot slot beoordelen we de maatregelen tegen bovenstaande criteria.
Plandrempels geven het kwaliteitsniveau van de geluidsbelasting dat bij overschrijden aanleiding geeft tot het opstellen van een actieplan. Het gemeentebestuur kiest voor de volgende plandrempels (zie §5.4.2 voor een toelichting van de keuze):
Met gezamenlijk wordt bedoeld dat het geluid van alle wegen worden samengenomen: gemeentelijke wegen, waterschapswegen, provinciale wegen, rijkswegen. Het geluid van andere bronnen wordt daarin niet betrokken (luchtvaart, industrie, spoor).
Voor industriegeluid zijn er op basis van de Lden-geluidcontouren van de geluidsbelastingkaarten 26 woningen geteld met 60 dB of meer. Dat blijkt uit Tabel 2.
Na controle van de locaties is gebleken dat twintig van deze woningen op de gezoneerde industrieterreinen zelf liggen. Deze woningen vallen buiten de wettelijke bescherming tegen industriegeluid.
De zes overige woningen met 60 dB of meer liggen aan de Spaarnwouderweg te Vijfhuizen, juist buiten de begrenzing van industrieterrein De Liede. Het gaat in een aantal gevallen om (bedrijfs)woningen met aanbouwen en loodsen. Om over de geluidsituatie van die woningen meer zekerheid te krijgen, is een controleberekening uitgevoerd van de geluidsbelasting met rekenpunten op de gevel van de woongedeelten van de zes woningen. Daaruit blijkt dat de geluidbelasting slechts bij één bedrijfswoning (huisnummer 1119) hoger is dan 60 dB, namelijk 61 dB. Deze geluidsbelasting wordt hier veroorzaakt door de activiteit van het bedrijf zelf. Het ligt daarom niet in de rede om daarvoor geluidmaatregelen te treffen in het kader van dit actieplan.
Voor industriegeluid zijn er daarom geen daadwerkelijke knelpunten waarvoor maatregelen overwogen worden in het kader van dit actieplan.
Er zijn 36 locaties waarbij sprake is van een geluidknelpunt op basis van de gekozen plandrempel voor wegverkeer (65 dB Lden). Figuur 12 en Figuur 14 geven de locatie van deze knelpunten. Per locatie is sprake van meerdere woningen. Buiten deze vier detailkaarten liggen in de gemeente Haarlemmermeer geen andere knelpuntlocaties voor wegverkeer. De lijst met deze locaties is integraal opgenomen in Tabel 3.
Figuur 13 Knelpunten te Hoofddorp, Cruquius (links) en Zwanenburg, Halfweg, Lijnden (rechts).
Figuur 14 Knelpunten te Nieuw-Vennep, Beinsdorp (links), Rozenburg, Aalsmeerderbrug (rechts).
In onderstaande tabel zijn de 36 locaties nader beschreven. Tevens is aangegeven of de maatregel civieltechnisch inpasbaar is en of de wegdekvervanging past binnen de onderhoudsplanning.
Tabel 3 Geluidknelpunten wegverkeer.
* De tabel bevat een bijgevoegd clusternummer (32a) en twee afgevallen clusternummers (8, 34). Hiermee rekening houdend zijn er in totaal 36 knelpunten.
8.2 Andere overwogen, maar niet uit te voeren maatregelen
Door de gevels te isoleren kan de geluidsbelasting binnen woningen verlaagd worden. Vanwege de hoge kosten van deze maatregel en de voorkeur om de geluidsbelasting buiten de woningen te verlagen zet dit actieplan niet in op gevelisolatie.
Wijziging van verkeerstromen levert slechts een beperkte vermindering van de geluidsbelasting op en vraagt om een enorme inspanning. Deze maatregel is daardoor niet erg effectief. Ter indicatie: 20% minder verkeer resulteert in een reductie van 1 dB, 30% minder verkeer in 1½ dB en een halvering van het verkeer in 3 dB. Het actieplan zet daarom niet in op maatregelen waarmee ingegrepen wordt op de verkeerstromen.
8.3 Internationale maatregelen
Voor een verdere reductie van de geluidsbelasting, de geluidhinder en de slaapverstoring zijn maatregelen nodig die buiten de invloedssfeer van de gemeente liggen. Een grote winst valt te behalen met bronmaatregelen aan voertuigen. Stille banden zijn al beschikbaar maar de verplichting om deze steeds toe te passen is er nog niet. Ook stillere motoren zijn technisch beschikbaar. Zulke maatregelen zijn ook uit vanuit financieel oogpunt te prefereren, maar kunnen door de gemeente Haarlemmermeer niet worden afgedwongen.
Bijlage 1 Begrippen en definities
Aftrek ex artikel 110g Wet geluidhinder
Artikel 110g van de Wet geluidhinder regelt dat bij de toetsing van de geluidsbelasting aan de grenswaarden rekening gehouden moet worden met een lagere geluidproductie van het verkeer in de toekomst. Voor wegen met een maximumsnelheid van 70 km/uur of hoger moet de geluidsbelasting met 2 dB verminderd worden. Bij een maximumsnelheid lager dan 70 km/uur bedraagt de aftrek 5 dB.
Plan dat zich richt op het verminderen van geluid. Het plan benoemt de geluidknelpunten en geeft aan welke maatregelen getroffen worden om de situatie te verbeteren. Daarbij wordt aangegeven wat de te verwachte effecten en kosten van de maatregelen zijn. Tevens wordt inzicht gegeven in de termijn waarbinnen de maatregelen worden uitgevoerd.
Dicht asfaltbeton: de asfaltverharding die traditioneel (op gemeentelijke wegen) wordt toegepast.
Bepaalde typen wegverhardingen vallen onder de verzamelnaam ‘dunne deklagen’. Voor deze asfaltmengsels geldt dat zij allemaal een dunne toplaag van ongeveer 10 tot 30 mm hebben. De geluidreducerende werking van dunne deklagen wordt vooral bereikt door de fijne oppervlaktetextuur van deze toplaag. De geluidreductie varieert per type asfaltmengsel en bedraagt 1 tot 5 dB.
Bedrijven die volgens de omgevingsvergunning milieu een geluidsbelasting van 55 dB(A) of meer mogen produceren op de gevels van geluidgevoelige bestemmingen, zoals woningen.
De geluidsbelasting is een maat voor de hoeveelheid geluid. De geluidsbelasting wordt uitgedrukt in decibellen, afgekort dB. Op de geluidsbelastingkaarten en in dit actieplan zijn twee indicatoren voor de geluidsbelasting te onderscheiden:
Lden: de jaargemiddelde geluidsbelasting over alle perioden van een etmaal (“den” in Lden staat voor day evening night). In de berekening van dit geluidniveau worden de geluidniveaus die ´s avonds (tussen 19.00 en 23.00 uur) en ´s nachts (tussen 23.00 en 07.00 uur) optreden zwaarder meegewogen dan de geluidniveaus die overdag (tussen 07.00 en 19.00 uur) optreden. Voor de geluidniveaus gedurende de avond- en nachtperiode geldt een straftoeslag van respectievelijk 5 en 10 dB.
Bij de beoordeling van de hoogte van de geluidsbelasting kan worden uitgegaan van de kwalificering volgens tabel 4. Deze kwalificering heeft geen wettelijke status.
Tabel 4Kwalificatie geluidsituatie
Gebouwen en terreinen die volgens de Wet geluidhinder en jurisprudentie geluidgevoelig zijn. Woningen, scholen, verzorgingshuizen en verpleeghuizen zijn bijvoorbeeld geluidgevoelig.
Bedrijven, winkels en sporthallen zijn bijvoorbeeld niet geluidgevoelig.
Woning waarbij de plandrempel is overschreden, uitgaande van de geluidsituatie in 2016.
Wegdekverharding die stiller is dan dicht asfaltbeton (DAB). Er zijn vele typen geluidreducerend wegdek op de markt, waaronder wegdekken met dunne deklagen. Op https://www.infomil.nl/onderwerpen/geluid/regelgeving/wet- geluidhinder/wegverkeerslawaai/akoestisch-rapport/cwegdek/ staat een overzicht met typen waarvan de akoestische prestaties bekend zijn.
Industrieterrein waarop grote lawaaimakers zich mogen vestigen of gevestigd zijn. Om de totale geluidemissie te bewaken heeft het industrieterrein een zogenoemde geluidzone. Buiten deze geluidzone mag de geluidsbelasting niet meer bedragen dan 50 dB(A).
De vigerende Wet geluidhinder kent een zogenoemd handhavingsgat: bestaande situaties worden onvoldoende beschermd tegen geluidtoenames als gevolg van de autonome verkeersgroei. In het kader van bijvoorbeeld het vaststellen van een bestemmingsplan wordt de geluidsbelasting van het wegverkeer in beeld gebracht. Het betreft zowel de huidige geluidsbelasting als de verwachte maatgevende geluidsbelasting, gewoonlijk over 10 jaar. De maatgevende geluidsbelasting wordt vastgelegd, vaak door het vaststellen van een zogenaamde hogere waarde. In de loop der tijd is op sommige plaatsen het verkeer echter meer toegenomen dan destijds was voorspeld. De destijds vastgestelde hogere waarde wordt daar nu overschreden. Omdat deze overschrijding niet actief gehandhaafd hoeft te worden, wordt dit ook wel het handhavingsgat genoemd. Het handhavingsgat komt wettelijk gezien pas in beeld op het moment dat er een wijziging aan de weg plaatsvindt. In dat geval kunnen maatregelen nodig zijn om de geluidsbelasting terug te dringen (stiller asfalt, schermen), dan wel de geluidsbelasting binnen woningen terug te dringen (gevelisolatie).
Volgens planning wordt de geluidswetgeving in 2022 vernieuwd. Het handhavingsgat wordt dan gedicht. Zie het kopje ‘Omgevingswet.’
Naar verwachting wordt op 1-1-2022 de Omgevingswet ingevoerd. De bepalingen voor geluid die nu onder de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer vallen, worden op die datum grotendeels overgeheveld naar de nieuwe Omgevingswet. Tevens wordt er een nieuw beoordelingsinstrument geïntroduceerd voor gemeentelijke en provinciale wegen: de monitoring.
Voor provinciale wegen worden geluidsproductieplafonds ingevoerd. Zulke plafonds vormen een geluidgrens. Elke vijf jaar controleert de provincie of die worden overschreden. Overschrijding leidt tot een akoestisch onderzoek en daarbij wordt nagegaan of toepassing van geluidmaatregelen doelmatig (kosteneffectief) is.
De plandrempel geeft het kwaliteitsniveau van de geluidsbelasting dat bij overschrijden aanleiding geeft tot het opstellen van een actieplan. Het gemeentebestuur mag de hoogte van de plandrempel zelf vaststellen. Voor situaties waarin de geluidsbelasting hoger is dan de plandrempel geldt overigens geen (wettelijke) oplossingsverplichting.
In stille gebieden is de geluidsbelasting door toedoen van menselijke activiteiten zo laag dat de in dat gebied heersende natuurlijke geluiden niet of nauwelijks worden gestoord. Veelal geldt voor stille gebieden een grenswaarde van 40 dB. Niet alleen kunnen hieronder de in het verleden door de Wet geluidhinder bedoelde stiltegebieden vallen (thans Wet milieubeheer), ook kan gedacht worden aan relatief stille gebieden in stedelijk gebied, zoals parken of hofjes. Laatstgenoemde stille gebieden tellen voor de geluidsbelastingkaart alleen mee als de provincie ze in een milieubeleidsplan of de gemeente ze in een verordening heeft vastgelegd.
Zeer Open Asfalt Beton: geluidreducerende asfaltverharding die vandaag de dag standaard op rijkswegen wordt toegepast.
De hinderpercentages uit de vigerende Regeling geluid milieubeheer zijn gebaseerd op de dosis- effectrelaties uit “Position paper on dose response relationships between transportation noise and annoyance”, Miedema 2002, en “Position paper on dose-effect relationships for night time noise”, WGHSEA 2004.
https://www.mjpgspoor.nl/