Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haarlemmermeer

Kadernota Beheer en Overlast van Bomen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaarlemmermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingKadernota Beheer en Overlast van Bomen
CiteertitelKadernota Beheer en Overlast van Bomen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-11-2022nieuwe regeling

02-01-2019

gmb-2022-528198

20150053367

Tekst van de regeling

Intitulé

Kadernota Beheer en Overlast van Bomen

Inleiding

1.1 Aanleiding

Bomen zijn een waardevol kapitaalgoed. Naast de onmisbare waarden die bomen vertegenwoordigen, kan echter ook in meer of mindere mate overlast worden ervaren door bomen, bijvoorbeeld door ziektes van bomen, schaduwwerking, afbrekende takken, blad- of vruchtval of insecten.

De visie Boombeleid (2014.0056392) d.d. 19 maart 2015 heeft daarom een tweeledig doel. In de eerste plaats het duurzaam in stand houden van het bestaande bomenareaal. Dit brengt met zich mee dat terughoudendheid betracht wordt bij het verwijderen van bomen.

In de tweede plaats is het doel om overlast door bomen zoveel mogelijk te voorkomen.

 

Bij een aantal boomaantastingen door ziektes is de gemeente vanuit landelijke wet- en regelgeving verplicht om actie te ondernemen om risico’s voor mens en dier te beperken. Zieke bomen en bomen die overlast geven, kunnen daarnaast een risico zijn voor de veiligheid. Wanneer de veiligheid en de volksgezondheid in gevaar zijn, dan moeten ziektes en overlast door bomen dan ook zoveel mogelijk worden voorkomen. Als dit niet (meer) mogelijk is, dan moeten maatregelen getroffen worden om de ziekte af te schermen of te beheersen.

 

Niet alle vormen van overlast en ziektes leveren een gevaar op voor de veiligheid en/of de volksgezondheid. Alle bomen hebben in een brede zin invloed op hun omgeving, verliezen blaadjes of naalden, bloesem, zaden of pluizen. Inwoners kunnen toch overlast ervaren als gevolg hiervan. Hoe iemand dat beleeft (en of dit als hinderlijk wordt ervaren) is persoonlijk. Enige vorm van – beperkte - overlast zal altijd blijven bestaan. Maar vooral wanneer overlast schade tot gevolg heeft of bij extreme overlast, zijn maatregelen nodig.

 

De gemeente krijgt diverse vragen en meldingen over overlast door bomen en de rol van de gemeente is niet altijd duidelijk. Om deze meldingen te kunnen beoordelen en duidelijkheid te geven over de rol van de gemeente, zijn eenduidige en objectieve criteria nodig.

In deze kadernota worden richtlijnen opgenomen hoe om te gaan met bomen die overlast geven en ziektes bij bomen.

1.2 Doelstelling

De doelstelling van deze nota is een eenduidige en objectieve behandeling mogelijk te maken van vragen met betrekking tot ziektes van en overlast door bomen.

Dit draagt bij aan een duurzaam en gezond bomenbestand.

1.3 Afbakening

Deze kadernota heeft betrekking op alle bomen in eigendom van de gemeente Haarlemmermeer. Dat wil zeggen dat de nota niet van toepassing is op bomen in particulier-, provinciaal - of rijksbezit. Het onderhoud van bomen is opgenomen in het integrale Beheerkwaliteitplan (BKP) 2009. De kadernota Beheer en Overlast behandelt uitsluitend het gedeelte van het beheer en onderhoud voor zover dat betrekking heeft op overlast en geeft hiermee de kaders voor het beheerplan Groen en Bomen en het Beheerkwaliteitplan.

1.4 Plaats van deze nota in het boombeleid

Vanaf 2006 was het gemeentelijk boombeleid opgenomen in het Beleidsplan Beheer Bomen (Raadsbesluit 2006/697248). Bij de evaluatie van het beleidsplan Beheer Bomen in 2011 (nota van B&W 2011/0046302 d.d. 6 december 2011) is besloten door het college om de verschillende onderdelen van het boombeleid onder te brengen in (kader)nota’s. De opzet van het boombeleid is weergegeven in nevenstaande figuur.

 

De visie op het boombeleid is de basis op grond waarvan de andere onderdelen worden uitgewerkt. Deze onderdelen zijn alle in aparte (kader) nota’s opgenomen.

Inmiddels vastgesteld als kaders voor het boombeleid zijn:

  • de Visie Boombeleid en de kadernota’s Vervanging en Herplantbeleid, Boomveiligheid en Zorgplicht (RV 2014/0056392);

  • de kadernota Monumentale en Waardevolle Toekomstbomen (RV 2013/0000130);

  • de Leidraad Duurzame Inrichting Openbare Ruimte (DIOR) (Nota B&W 2014.0004100);

  • het Beheerkwaliteitplan Openbare Ruimte (BKP) (RV 2009/0019558).

 

De Kadernota Bescherming en Kapbeleid leggen wij in 2016 voor aan de gemeenteraad. De Groenstructuurplannen zijn de kaders voor de boomstructuren in de openbare buitenruimte. Deze worden vanaf 2017 vastgesteld, na de actualisering van het BKP.

1.5 Leeswijzer

De juridische kaders en beleidskaders worden in hoofdstuk 2 geschetst.

In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op wat overlast is, welke vormen van overlast er zijn en welke omvang overlast in Haarlemmermeer aanneemt op grond van de meldingen.

Hoofdstuk 4 geeft de werkwijze weer, in geval van ziekte en overlast van bomen. In de bijlage worden diverse vormen van overlast beschreven en wordt aangegeven hoe deze voorkomen kunnen worden. Bij diverse overlastsituaties worden criteria benoemd om te bepalen wanneer een boom mag worden gekapt als oplossing voor overlast.

Daarnaast wordt aangegeven wat bewoners zelf kunnen doen om de overlast te beperken en wat Haarlemmermeer in voorkomend geval doet.

 

Juridische aspecten en beleidskaders

 

In dit hoofdstuk worden de wettelijke aspecten en beleidskaders op landelijk en lokaal niveau weergegeven, die van belang zijn voor overlast door en ziektes van bomen.

 

Landelijke regelgeving

Er zijn een aantal wettelijke regels die van toepassing zijn op overlast en ziektes van bomen.

2.1 Zorgplicht

Boomeigenaren hebben een wettelijke zorgplicht (art. 6:162 Burgerlijk Wetboek) voor hun bomen. In het BW is dit als volgt opgenomen:

 

Zorgplicht (Burgerlijk wetboek, art. 6.162)

  • 1.

    Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.

  • 2.

    Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of na laten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond.

  • 3.

    Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.

Bij zorgplicht valt onderscheid te maken tussen drie vormen:

  • algemene zorgplicht;

  • verhoogde zorgplicht;

  • onderzoeksplicht.

Deze zorgplichten zijn uitgewerkt in de kadernota Boomveiligheid en Zorgplicht (2015).

 

Niet alleen direct zichtbare zaken kunnen leiden tot voorzienbare schade, ook niet direct zichtbare zaken zoals ondergrondse wortelschade door de uitvoering van graafwerkzaamheden in de directe omgeving van bomen, langdurige grondwateronttrekking en/of hoge grondwaterstand kunnen leiden tot voorzienbare schade. Wanneer er sprake is van voorzienbare schade kan de eigenaar van de boom voor deze schade aansprakelijk worden gehouden. Het is dus zaak als boomeigenaar tijdig en vakkundig de bomen te (laten) inspecteren.

2.2 Aansprakelijkheid

Er zijn drie vormen van aansprakelijkheid:

  • 1.

    Risicoaansprakelijkheid; uitgangspunt hierbij is dat de eigenaar van het schade veroorzakende object aansprakelijk is, ongeacht de schuldvraag.

  • 2.

    Schuldaansprakelijkheid; uitgangspunt hierbij is dat de eigenaar van het schade veroorzakende object aansprakelijk is, indien kan worden aangetoond dat de eigenaar schuld heeft aan de schade.

  • 3.

    Pseudo-risicoaansprakelijkheid; uitgangspunt hierbij is dat de eigenaar van het schade veroorzakende object aansprakelijk is wanneer kan worden aangetoond dat de eigenaar verwijtbaar is aan deze schade.

Welke aansprakelijkheidsvorm geldt, is afhankelijk van de feitelijke situatie. De boomeigenaar is alleen aansprakelijk wanneer er sprake is van schuld over verwijtbaarheid, wanneer de schade voorzien en voorkomen had kunnen worden. 1

 

Bij schade ligt de bewijslast bij de eisende partij. Deze moet aantonen dat de boom een gebrek vertoont en dat de eigenaar dit bij een normale controle had kunnen of moeten vaststellen. De eigenaar zal bij aansprakelijkheidstelling moeten aantonen dat hij de zorgplicht is nagekomen.

Indien een boomeigenaar schade had kunnen voorzien, dan is hij aansprakelijk. 2

Het uitvoeren van regulier onderhoud en regelmatige boomveiligheidscontroles alleen is niet voldoende. Voorzienbare schade kan ook optreden vanwege soortspecifieke eigenschappen (bepaalde bomen dragen van nature een verhoogd instabiliteitsrisico met zich mee bijvoorbeeld) of externe factoren die van invloed zijn op het instabiliteitrisico van bomen (graafwerkzaamheden in de directe omgeving van bomen bijvoorbeeld). 3

2.3 Verboden zone

Op grond van artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek is het verboden om binnen een afstand van twee meter van de erfgrens bomen te planten en binnen een halve meter van de erfgrens heesters en heggen te planten. Dit geldt in beginsel niet voor bomen en beplanting die in openbaar gebied zijn geplant. Hieraan moet wel een goede belangenafweging aan ten grondslag liggen tussen particulier belang bij de verwijdering van de boom en de belangen van de overheid op het gebied van (verkeers-) veiligheid, natuurbehoud en landschapsschoon. 4

In Haarlemmermeer is in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) een afwijkende toegestane afstand van bomen en heesters tot de erfgrens vastgesteld (zie 2.6).

2.4 Overhangende takken/doorschietende wortels

Artikel 5:44 van het Burgerlijk Wetboek geeft iemand het recht om, nadat schriftelijk is aangemaand en de daarin gestelde termijn is verstreken, zelf de overhangende takken van een naburige boom te verwijderen. Ditzelfde geldt voor doorschietende wortels, maar dan zonder schriftelijke aanmaning vooraf. Dit wordt snoeirecht en wortelkaprecht genoemd.

Dit geldt ook voor bomen op openbaar terrein. Duidelijke beleidsregels, zoals boomstructuren, verordeningsteksten of andere juridische bescherming (bestemmingsplan) kunnen dit voorkomen. 5

2.5 Hinder van bomen of beplanting

De mogelijkheid tot het aanvechten van hinder van bomen of beplanting ligt besloten in artikel 5:37 BW of 6:162 BW.

In artikel 5:37 BW is opgenomen dat een eigenaar geen onrechtmatige hinder mag toebrengen aan eigenaren van andere erven door het onthouden van licht en lucht of het verspreiden van rumoer of stank. Niet elke vorm van hinder geld als ‘onrechtmatige hinder’. Enige vorm van overlast moet geduld worden, bijvoorbeeld van blad, zaad, vrucht, pluizen of schaduw. De bewezen ernst en de omvang van de hinder zijn doorslaggevend. Deze moet buitenproportioneel zijn, om te leiden tot kap van bomen of een schadevergoeding. 6

 

Plaatselijke regelgeving en beleid

2.6 Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

Artikel 4:11B Maatregelen in verband met iepziekte

In de APV 2014 van Haarlemmermeer zijn voorschriften opgenomen in verband met iepziekte.

Indien zich op een terrein een of meer iepen bevinden die naar het oordeel van het college verspreiding van de iepziekte of vermeerdering van iepenspintkevers opleveren, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het bevoegd gezag is aangeschreven, verplicht binnen twee weken: a. indien de iepen in de grond staan, deze te vellen; b. de iepen te ontschorsen en de schors te vernietigen en/of; c. de niet ontschorste iepen of delen daarvan te vernietigen of zodanig te behandelen dat verspreiding van de iepziekte wordt voorkomen.

 

Daarnaast is het verboden gevelde iepen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren, tenzij gerooid ziek iepenhout wordt afgevoerd naar de vuilverbranding of vuilverwerker. Dit laatste verbod is niet van toepassing op geheel ontschorst iepenhout en of iepenhout met een doorsnede kleiner dan 4 centimeter.

 

Artikel 4:12A Afstand gemeentelijke bomen

De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 0,5 meter voor gemeentelijke bomen en op nihil voor gemeentelijke heesters en hagen.

2.7 Visie boombeleid 2015

In de Visie Boombeleid (vastgesteld door de gemeenteraad op 19 maart 2015) is de lange termijnvisie van de gemeente Haarlemmermeer voor het beheer van bomen opgenomen. De looptijd van deze visie is tien jaar. De visie heeft de volgende uitgangspunten:

Het doelgericht en zo (kosten)efficiënt mogelijk werken aan de duurzame instandhouding van het bomenareaal en zo nodig de verbetering van de kwaliteit, afgestemd op de wens van de gebruiker.

  • o

    Het waarborgen van de veiligheid en het voldoen aan de wettelijke zorgplicht;

  • o

    Het streven naar een gevarieerd areaal, met instandhouding en bescherming van de ecologische waarden.

  • o

    Het toepassen van participatie door de gebruiker van de openbare ruimte te betrekken bij de soortkeuze en een assortiment te gebruiken dat is afgestemd op het gebruik en de locatie.

2.8 Kadernota Boomveiligheid en Zorgplicht 2015

Om te voldoen aan de wettelijke zorgplicht vinden planmatig VTA-inspecties (Visual Tree Assessment) plaats, gecombineerd met snoeionderhoud. Op deze manier wordt aangetoond dat de gemeente het onderhoud van bomen adequaat uitvoert, zodat het bomenbestand veilig is. De kadernota Boomveiligheid en Zorgplicht (vastgesteld door de gemeenteraad op 19 maart 2015) beschrijft het proces en de randvoorwaarden waaraan het onderhoud van bomen wettelijk moet voldoen. De kadernota is van belang voor de visuele boomveiligheidscontrole, geeft richtlijnen voor het snoeien en levert tevens de kaders voor beheerplannen.

2.9 Duurzame Inrichting Openbare Ruimte (DIOR)

Begin 2014 is de DIOR (Duurzame Leidraad Inrichting Openbare Ruimte) vastgesteld door de gemeenteraad. In de DIOR zijn voorschriften opgenomen voor een duurzame en beheerbare openbare ruimte, zodat het spanningsveld tussen planvorming en (duurzaam) beheer gedicht wordt. Daarbij zijn gebiedsgerichte invullingen en kwaliteitsverschillen mogelijk. Door het vastleggen van processtappen, inrichtingsprincipes en eisen in de DIOR, wordt voorkomen dat na de oplevering van de openbare ruimte technische, contractuele of financiële problemen ontstaan bij het beheer en onderhoud.

 

Overlast door bomen

 

In dit hoofdstuk worden de meest voorkomende vormen van overlast door bomen beschreven. Dit deel is opgesteld om een eenduidige, objectieve behandeling van vragen en meldingen over overlast mogelijk te maken. Hiervoor zijn eenduidige criteria nodig. Overlast van bomen is een veel voorkomende reden voor een kapaanvraag.

Het uitgangspunt van het beleid van de gemeente hierin is om terughoudendheid te betrachten bij het verwijderen van bomen. Bomen zijn een waardevol kapitaalgoed. Een van de doelstellingen van het boombeheer is het duurzaam in stand houden van de bomen.

3.1 Wat is overlast en wanneer doet het zich voor

Bomen staan in Haarlemmermeer niet altijd in hun natuurlijke omgeving. Van oorsprong groeien bomen in gebieden waar ze zowel onder- als bovengronds voldoende ruimte hebben, zoals bijvoorbeeld in bossen of parken. In een stedelijke, veelal stenige, omgeving hebben bomen door stressfactoren meer moeite om vitaal te kunnen groeien. Als de vitaliteit minder wordt, dan kan bijvoorbeeld de groei stagneren, vruchtzetting verminderen en eerder bladval optreden. Wanneer een boom niet is afgestemd op de omstandigheden van de standplaats, of wanneer de standplaats ongeschikt is voor aanplant van een boom, dan kan de boom overlast veroorzaken. Tegenwoordig zijn er technische mogelijkheden waarvan gebruik wordt gemaakt om de stressfactoren te beperken maar dit voorkomt niet dat overlast kan ontstaan.

Tevens zijn bomen vatbaar voor ziektes door aantastingen van bacteriën en schimmels. Bestrijding van nieuwe ziektes en plagen is vaak ook nog een probleem. Bij het beheer moet hiermee rekening worden gehouden.

3.2 Welke vormen van overlast zijn er

Er zijn verschillende vormen van overlast, die in vier categorieën zijn te verdelen.

  • 1.

    Schaduw door (delen van) bomen

  • 2.

    Schade en hinder door bomen

  • 3.

    Volksgezondheidsklachten veroorzaakt door bomen

  • 4.

    Aantastingen door organismen (ziektes en plagen) in bomen

 

  • 1.

    Schaduw door (delen van) bomen

Behalve financiële waarde hebben bomen ook maatschappelijke waarde. Door hun zuurstofproductie, opname van kooldioxide en fijnstof, het reduceren van geluid, het vasthouden van een vochtige atmosfeer en niet in de laatste plaats het aangenamer maken van het stadsklimaat door schaduwwerking. 7

Verschillende partijen die in de openbare ruimte samenwerken streven er juist naar om overlast te voorkomen. Zij zetten openbaar groen in om de kwaliteit van de leefbaarheid te verhogen, voor het bergen van hemelwater, vasthouden van water in droge perioden en om hitte te dempen. 8

 

Het huidige boombeleid houdt in dat wij gezonde bomen daarom niet rooien, ook niet omwille van schaduw. Hierbij is het acceptabel wanneer bewoners een deel van de dag schaduw in hun huis en tuin hebben, mits de zon ook een deel van de dag binnenvalt (zie bijlage 1).

Conform de Leidraad Duurzame Inrichting Openbare Ruimte (DIOR) wordt in de (nieuw-) bouwplannen zoveel mogelijk rekening gehouden met de standplaats van bomen, om schaduwoverlast voor bewoners zoveel mogelijk te voorkomen.

 

Bomen en zonnepanelen

Ondanks inrichtingsvoorschriften kan het – vooral in bestaande wijken - toch voorkomen dat (delen van) bomen schaduw werpen op zonnepanelen (zie verder bijlage 1). Omdat de voordelen van bomen opwegen tegen de voordelen van zonnepanelen worden geen bomen verwijderd om schaduw op zonnepanelen te voorkomen. De inrichting van de openbare ruimte met bomen is bovendien in het algemeen belang. Dit belang kan zwaarder wegen dan het individueel economisch belang. 9

 

  • 2.

    Schade en hinder door bomen

Schade en hinder door bomen komen bijvoorbeeld voor door overhangende takken of wortelopdruk, maar ook bladval, vruchten en zaden vallen onder deze categorie.

Vooral van (gemeentelijke) bomen die dicht op de erfgrens staan in woonwijken kunnen takken over particuliere tuinen heen hangen. Niet altijd vindt de aanwonende dit een prettige situatie. Het kan zijn dat de bewoner graag deze takken boven zijn tuin wil (laten) verwijderen.

Een boom heeft wortels nodig om vocht en voedingsstoffen op te nemen en om zich te verankeren in de grond. Wortels van bomen kunnen tot buiten de kroonprojectie in de grond groeien. Als wortels van gemeentelijke bomen in een particuliere tuin groeien en bijvoorbeeld de bestrating opdrukken, dan mag de bewoner de wortels verwijderen, mits de stabiliteit van de boom niet in gevaar komt.

In beide gevallen is het raadzaam om contact op te nemen met de beheerder van het gebied die per melding een afweging zal maken en daarbij rekening zal houden met de overlast en het behoud van de boom en eventueel een actie opnemen in het onderhoudsprogramma (zie bijlage 1)

 

  • 3.

    Volksgezondheid

Bomen hebben vooral positieve effecten op de volksgezondheid. Naast het afvangen van fijnstof en leveren van zuurstof heeft onderzoek aangetoond dat patiënten die een operatie hebben ondergaan eerder waren hersteld, als ze uitzicht op bomen hadden. 10

Soms geven bomen een bepaalde vorm van overlast en kunnen zij negatieve gevolgen hebben op de volksgezondheid. Overlast van de Eikenprocessierups, de rups van de bastaardsatijnvlinder, van pollen en door teken komt voor in Haarlemmermeer. Aanraking van de brandharen van de eikenprocessierupsen kan nare gevolgen hebben (zie bijlage 1). Pollen zijn stuifmeel van bloemen en kruiden die overal in de lucht aanwezig zijn. Deze lucht met pollen wordt ingeademd waardoor allergische reacties kunnen optreden (zie bijlage 1). Teken zijn kleine spinnetjes die kunnen bijten waardoor de ziekte van Lyme kan worden overgebracht. Gelukkig krijgt niet iedereen last van Lyme (zie bijlage 1). Informatie over deze overlast wordt ook door de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) gegeven.

teken

 

  • 4.

    Aantastingen door organismen

Bomen kunnen aangetast worden door organismen als bacteriën, virussen, schimmels of insecten. In Nederland komen de laatste jaren steeds vaker uitheemse ziektes en plagen voor zoals de Eikenprocessierups in eiken, Massaria in platanen, Essentaksterfte in essen en de Kastanjebloedingsziekte in de kastanjebomen. De vermoedelijke oorzaak is de klimaatverandering, zoals frequenter en langduriger regenbuien en stormen, afgewisseld door droogte en minder strenge winters. Een ander mogelijke oorzaak is het steeds intensiever wordende vrachtvervoer, waardoor gemakkelijk insecten en besmettingen mee kunnen komen. Zie bijvoorbeeld de snuitkevers.

 

De gevolgen voor de boom van aantasting door ziektes en plagen verschillen.

In erge gevallen lijdt dit tot de dood van een boom zoals iepenziekte (zie verder bijlage 1). Honingdauw is meer een lastige aantasting (zie bijlage 1) en bijvoorbeeld de eikenprocessierups gebruikt alleen de eikenboom maar levert zelfs gevaar op voor de volksgezondheid (zie verder bijlage 1).

 

In bijlage 1 is per categorie een overzicht opgenomen van meest voorkomende gevallen van overlast, met een beschrijving van de rol van de gemeente hierbij en wat inwoners zelf kunnen doen.

3.3 Voorkomen en beperken van overlast door bomen

Voorkomen van overlast

Overlast kan zoveel mogelijk worden voorkomen door goede keuzes in de ontwerp- en inrichtingsfase. Dit houdt tevens in dat bij de aanplant rekening gehouden moet worden met klimaatverandering zoals:

  • Frequenter, langduriger regenbuien brengen overstromingen van grotere gebieden met zich mee, die problematisch kunnen zijn voor diverse boomsoorten en waarmee daarom rekening moet worden gehouden bij soortkeuze en situering van bomen.

  • Een minder gelijkmatige verdeling van neerslag en meer kans op verdroging, wat het noodzakelijk maakt bij aanplant meer aandacht te besteden aan de vochtvoorziening van bomen;

  • Door de toename van windsnelheden, de frequentie van stormen en hagelbuien, ook gedurende de vegetatieperiode, is het risico op tak- en stambreuk groter.

  • Meer kansen voor warmte minnende soorten gedurende de zomers, met risico op terugslag in incidentele strenge winters. De huidige klimaatveranderingstrend betekent toenemende bedreigingen voor stadsbomen.

Daarnaast is in de Leidraad Duurzame Inrichting Openbare Ruimte (DIOR) opgenomen dat in de (nieuw-) bouw plannen zoveel mogelijk rekening moet worden gehouden met de standplaats van bomen om schaduwoverlast voor bewoners zoveel mogelijk te voorkomen. Tevens wordt zoveel mogelijk getracht om een meer gedifferentieerd bomen bestand te gebruiken (in plaats van monocultuur) om plagen en ziektes te voorkomen en om een gevarieerder beeld te krijgen.

 

Beperken van overlast

In een aantal gevallen, waar door ontwerp en inrichting geen verandering mogelijk of wenselijk is, zal het beheer gericht zijn op het beperken van overlast.

Enige overlast zal altijd blijven bestaan en behoort tot normaal te accepteren overlast zoals het voorkomen van bijvoorbeeld beperkte schaduw, wortelgroei, blad- of vruchtval of ongedierte. Daarnaast kan sprake zijn van schade (aan riolering, bestrating of daken). Indien er sprake is van extreme overlast, zullen maatregelen moeten worden genomen.

Om de veiligheidsrisico’s te beperken worden boomcontroles en planmatig onderhoud steeds belangrijker.

3.4 Meldingen

Jaarlijks komen er telefonische en schriftelijk klachten over bomen bij de gemeente binnen. Door de ervaren overlast wordt soms een verzoek ingediend om een boom te kappen waardoor de overlast wordt weggenomen. De meest genoemde vormen van overlast en schriftelijke kapverzoeken zijn:

  • 1.

    Schaduw en uitzichtbelemmering

  • 2.

    Boomwortels

  • 3.

    Gevaar voor omwaaien of uitbreken takken

  • 4.

    Bladval

  • 5.

    Lichte zaden en vruchten

  • 6.

    Zware zaden en vruchten

  • 7.

    Allergie en stuifmeel

  • 8.

    Teken (ziekte van lyme)

  • 9.

    Insecten en rupsen

  • 10.

    Honingdauw en roetdauw (luis)

Vier boomsoorten (populier, els, berk, linde) die ook veel in Haarlemmermeer voorkomen, geven de meeste overlast. Zij zijn verantwoordelijk voor circa 70% van de correspondentie.

 

Inwoners met een vraag of opmerking met betrekking tot bomen kunnen contact opnemen met de gemeente om een melding te doen. Elke melding die bij de gemeente binnen komt wordt in het Meldingen Openbare Buitenruimte (MOB)-systeem geregistreerd, gemonitord en teruggekoppeld aan de melder. Over het algemeen worden de meldingen via het MOB-systeem snel opgelost. De afhandelingstermijn en terugkoppeling zullen dan ook meer tijd vergen. In het overzicht Meldingen Openbare Buitenruimte (MOB) zijn het aantal meldingen met betrekking tot bomen in de periode 1-1-2014 t/m 31-8-2015 opgenomen.

 

 

Omdat per 2014 de categorieën zijn gewijzigd kan geen vergelijking worden gemaakt met de jaren ervoor. Op basis van deze aantallen kan niet gesteld worden dat het aantal meldingen afneemt. In de tabel is te zien dat in 2015 (t/m augustus) bijna even veel meldingen zijn ontvangen als in heel 2014. De storm van afgelopen juni laat hogere aantallen zien in de categorie Stormschade / omvallen en Onveilige situaties. De andere categorieën zijn in verhouding met elkaar.

 

In een aantal gevallen blijft het niet bij alleen een melding. Soms wordt een schade die is veroorzaakt door bomen geclaimd bij de gemeente. In onderstaand overzicht is het aantal schademeldingen en claims weergegeven.

 

 

Uit de tabel kan worden geconcludeerd dat relatief weinig claims bij de gemeente worden ingediend met betrekking tot schades veroorzaakt door bomen. Niet elke melder claimt een bedrag en niet elk geclaimd bedrag wordt gehonoreerd. Slechts enkele claims hebben in de periode 2010 t/m juni 2015 tot een uitkering geleid.

Tevens blijkt dat het uitgekeerde bedrag de laatste jaren lager is dan de jaren ervoor. Het feit dat de gemeente alle bomen op veiligheid controleert en indien nodig onderhoudt, zorgt ervoor dat kans op schade zo klein mogelijk is. Dit zal hebben bijgedragen aan het geringe aantal schadeclaims.

3.5 Trends en ontwikkelingen

Er is landelijk onderzoek gedaan naar de houding van bewoners ten opzichte van bomen in de stad. 11 Hierin in geconcludeerd dat landelijk:

  • het aantal klachten toeneemt door een toename van de mondigheid van inwoners,

  • de grote hoeveelheid bomen die in de jaren ’70 en ’80 is aangeplant, nu zorgt voor overlast;

  • steeds dichtere bebouwing (inbreiding) zorgt ervoor dat bomen sneller als te groot worden beschouwd

Deze bevindingen worden herkend door onze wijkopzichters en beheerders, die klachten van bewoners afhandelen. Daarnaast wordt gezien dat inwoners standvastiger zijn in hun bezwaar en dat het weerleggen en afhandelen (per geval) meer tijd en energie kosten. In overleg met de inwoners zal bij boomvervangingsplannen overlast zoveel mogelijk worden beperkt door bij de soortkeuze rekening te houden met het type boom en verschillende soorten bomen te planten. Het resultaat hiervan kan zijn dat het aantal meldingen terugloopt en de tevredenheid van de inwoners stijgt.

3.6 Participatie en communicatie

Voor participatie en communicatie op het gebied van bomen is een participatiestrategie opgesteld, die bestaat uit vijf niveaus:

  • Het eerste niveau van participatie is het geven van informatie: de gemeente informeert de inwoners. Bijvoorbeeld met een nieuwsbrief, door een website te openen of door een voorlichtingsbijeenkomst te organiseren.

  • Het tweede niveau is het raadplegen: de gemeente organiseert een inwonersavond en vraagt aan de inwoners wat ze van het ontwerp/plan vinden. De adviezen van de inwoners worden bekeken en zoveel mogelijk verwerkt. Mogelijke vormen zijn een inwonersavond, een (digitale) enquête, interviews in de wijk.

  • Het derde niveau is coproduceren: de gemeente organiseert bijeenkomst(en) en samen wordt een ontwerp gemaakt. Hierbij kan bijvoorbeeld een werkatelier worden georganiseerd, waarbij de gemeente voorbeelden of referentiebeelden heeft van wat er mogelijk is. De ambtenaren zijn daarbij de professionele meedenkers met de inwoners.

  • Het vierde niveau is het actief doen: de inwoners knot zelf de knotboom, de inwoners onderhouden de boomspiegels of de inwoners onderhouden zelf de lei- vormbomen.

  • Het vijfde niveau is zelfbeheer: inwoners nemen meer verantwoordelijkheid in de keuzes voor het beheer en onderhoud van hun leefomgeving. Hierbij kunnen wijkprioriteiten worden besproken, waarbij de gebiedskaarten en buurtbudget als middelen kunnen helpen. Deze vorm wordt momenteel uitgewerkt.

Het doel, de situatie en de locatie bepalen de mate en de vorm van participatie. Tevens geeft de wettelijke zorgplicht bij bomen richting aan de wijze van participeren en communiceren. De participatie- en communicatiestrategie wordt in het geval van overlast bij bomen vanwege de zorgplicht veelal vorm gegeven door het informeren van belanghebbenden.

 

Werkwijze afhandeling meldingen ziekte en overlast

In dit hoofdstuk wordt de huidige werkwijze beschreven die de gemeente Haarlemmermeer volgt bij de afhandeling van meldingen over ziekte en overlast van bomen. Doel van dit hoofdstuk is een uniforme en eenduidige werkwijze te bereiken.

4.1 Algemene afwegingscriteria

Aanvragen tot het snoeien of het verwijderen van gemeentelijke bomen worden in het algemeen beoordeeld op basis van criteria, vermeld in de meest recent vastgestelde versie van de APV en op basis van landelijke wetgeving. Het uitgangspunt van de gemeente hierbij is om bomen duurzaam in stand te houden. Om overlastsituaties te beoordelen, hanteren wij deze criteria eveneens, met daarnaast de nadruk op de criteria veiligheid, volksgezondheid en onrechtmatige hinder.

 

Veiligheid en volksgezondheid

Veiligheid en volksgezondheid zijn de belangrijkste afwegingscriteria bij het beoordelen van de klachten over overlast door bomen. Als mocht blijken dat een boom gekapt moet worden om de veiligheid te waarborgen, dan zal dit aan de hand van Boomveiligheidscontrole worden onderbouwd. (zie kadernota Boomveiligheid en zorgplicht). Bij acute gevaarzetting kan een boom via een noodkapprocedure worden verwijderd. Dit is geregeld in de APV (Art4:11 lid 3). In het geval dat de volksgezondheid in het geding is, dan zal de gemeente in overleg treden met de GGD om maatregelen af te stemmen en het risico te bepalen.

 

Onrechtmatige hinder

Daarnaast geldt als algemeen afwegingscriterium de vraag of de boom onrechtmatige hinder12 veroorzaakt. Niet elke hinder is echter onrechtmatige hinder. Een redelijke mate van hinder moet geaccepteerd worden. Bladval (platanen, essen, eiken), vallend zaad (iepen, berken, elzen, hazelaars), vrucht (appel, peer, kastanje) of pluizen (populieren) van bomen en schaduwhinder zullen in beginsel geen onrechtmatige hinder zijn. Het verdragen van deze overlast, kan van een ieder redelijkerwijze gevergd worden. Genoemde voorbeelden kunnen door ieder mens persoonlijk wel of niet als hinder worden beschouwd. Vooral in dicht bebouwde gebieden zal de bewoner veel vormen van hinder moeten dulden. Bewoners moeten onrechtmatige hinder of een onrechtmatige daad in zijn onderdelen bewijzen. Vooral de aard, de ernst (omvang) en de duur van de hinder zullen hierbij doorslaggevend zijn. De gemeente bepaalt wat onrechtmatige hinder is.

4.2 Hoe gaat de gemeente om met meldingen van bewoners

Inwoners kunnen op diverse manieren bij de gemeente een melding doen met betrekking tot bomen. Deze meldingen worden in het Melding Openbare Buitenruimte (MOB) systeem geregistreerd. Afhankelijk van het type melding wordt door de beheerder van het gebied via de mail, telefonisch of bij de melder thuis contact opgenomen. Er wordt beoordeeld wat de aard van de klacht is, waarna wordt afgesproken of, hoe en wanneer de klacht wordt opgelost. In sommige gevallen zijn andere maatregelen dan snoei of kap al afdoende, zoals het afspuiten van bomen om overlast gevende dieren weg te spoelen of het wegzuigen van nesten van de Eikenprocessierups.

Omdat elke melding uniek is, is contact met inwoners van groot belang. Hierbij wordt voor de klant duidelijk of het gevraagde binnen de gestelde termijn wordt beantwoord dan wel opgelost. De perceptie van de inwoner moet overeenkomen met die van de gemeente. Deze service is van belang om de betrouwbaarheid van de organisatie weer te geven en aan te laten sluiten op de ambitie van Haarlemmermeer.

Als een melding wordt gemaakt door een inwoner zijn een aantal gegevens nodig om de vraag of klacht in behandeling te kunnen nemen. Geregistreerd worden gegevens van de melder, de categorie waaronder de melding valt, de locatie, een omschrijving van de melding, of de eventuele veroorzaker bekend is en of men op de hoogte gehouden wil worden van de afhandeling van de melding. Omdat de gemeente elke unieke melding serieus registreert en beoordeelt, volgt Haarlemmermeer de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. 13

4.3 Beoordeling aanvragen tot het snoeien of verwijderen van gemeentelijke bomen

Bij beoordeling van een verzoek in verband met overlast worden de volgende stappen doorlopen:

Uitgangspunten

  • Bomen worden niet gerooid omdat bomen bewust zijn geplaatst. Bij gemeentelijke bomen wordt alleen bij gevaar of ernstige schade overwogen om tot kap over te gaan (zie kadernota veiligheid).

  • De blijvende kroon kan zich in zijn natuurlijke vorm ontwikkelen (Bomen worden dus niet getopt).

  • De boomstructuur (bomenrijen) blijven in stand.

  • Het verwijderen van de boom wordt getoetst aan de Flora & Faunawet. Mocht de boom een belangrijke rol spelen voor een beschermde soort plant of dier, dan kan het plan worden aangepast, of mogelijk kan in de directe omgeving compensatie worden aangeboden. Als dit niet mogelijk is, dan zal de boom moeten blijven staan.

Vervolg

  • Als door een boom geen onrechtmatige hinder wordt ervaren zal de boom niet verwijderd worden.

  • Als wel onrechtmatige hinder het geval is wordt eerst gekeken naar alternatieve oplossingen voordat over wordt gegaan tot kap (opruimen en schoonmaken, snoei, etc). De rol van de gemeente is verder uitgewerkt per vorm van overlast (bijlage 1).

Uitzonderingen

In afwijking op de uitgangspunten kan een boom gerooid worden als:

  • hij voor dunning in aanmerking komt. Onder dunnen verstaat de wet: een velling die uitsluitend als een verzorgingsregel ter bevordering van de groei van de overblijvende houtopstand beschouwd moeten worden (art.1. lid 1 boswet).

  • Als een boom overlast geeft en een slechte kwaliteit heeft. Deze boom kan op basis van kwaliteit in aanmerking komen om vervangen te worden.

  • Indien de boom dichter dan twee meter van de erfgrens staat en geen (straat) wegbeplanting is of een beeldbepalende waarde heeft (ruimtelijke invloed, opvallend / indrukwekkend, accentuering stads- of dorpsstructuur herkenbaarheid, oriëntatie, leefbaarheid).

Bijlage 1: Vormen van overlast

De verschillende vormen van overlast door bomen zijn in vier categorieën te verdelen:

  • 1.

    Schaduw door (delen van) bomen

  • 2.

    Wortelopdruk/schade door bomen

  • 3.

    Volksgezondheidsklachten veroorzaakt door bomen

  • 4.

    Aantastingen door organismen (ziektes en plagen) in bomen

Hieronder worden de verschillende vormen van overlast per categorie uitgewerkt.

Eerst wordt per onderdeel een beschrijving van de overlast gegeven, met de periode waarin de overlast zich voordoet.

Vervolgens worden preventieve maatregelen gegeven die de burger zelf kan nemen. Tot slot wordt de rol van de gemeente bij het voorkomen of bestrijden van overlast belicht. Hierbij worden zo veel mogelijk objectieve meetbare criteria gehanteerd om te bepalen in welke overlastsituaties een boom gerooid mag worden.

 

  • 1.

    Schaduw door (delen van) bomen

De boom voor / achter mijn huis wordt te groot of geeft schaduw

 

Beschrijving

Klachten over takken of bomen die uitzicht belemmeren of tegen gebouwen groeien. Klachten over bomen die in de ogen van bewoners te groot worden en die schaduw veroorzaken en/of woningen te donker maken.

 

Periode

De meeste meldingen komen in het voor- en najaar binnen. In deze periode staat de zon iets lager en kunnen bomen die dicht bij de huizen staan de zon tegenhouden. In deze periode willen de mensen nog even buiten zitten om van het avondzonnetje te genieten.

 

Rol gemeente

 

Gemeente Haarlemmermeer is een dichtbevolkte gemeente en rond de woonhuizen zijn diverse bomen bewust dicht op de woningen geplant. Deze bomen komen het leefklimaat, het dorps- landschapsschoon ten goede en dienen het algemeen belang, hetgeen wordt onderstreept door het feit dat voor het kappen of rooien van bomen veelal een vergunning vereist is. Het gevolg hiervan is dat in Haarlemmermeer geen recht bestaat op onbeperkte toetreding van zonlichttoetreding.

De gemeente toetst het kapverzoek aan het algemeen belang die de boom heeft voor de woonomgeving. Als regel worden er geen bomen gekapt langs de woonstraten of langs de ontsluitingswegen, de hoofdstructuren. Het kan voorkomen dat voortuinen de hele dag in de schaduw staan. Voor achtertuinen hanteert de gemeente dat in de zomer een deel (1/4 deel) van deze tuin minimaal 4 uur zonlicht per dag moet krijgen. Dit kan variëren van de ochtend, middag of avond.

 

Schaduwdriehoek boom 1ste grootte

 

De consequentie van planten van bomen is dat er schaduwwerking plaats vindt over een relatief groot oppervlak zoals is te zien in de tekeningen.

 

Schaduwdriehoek boom 2ste grootte

 

De gemeente snoeit bomen volgens een vaste opdracht en houdt hierbij nabij woningen en wegen rekening met takvrije zones, zoals in onderstaande tekeningen is weer gegeven:

 

Boom afstand gemeten in meters. Geel geeft de takvrije zone aan.

 

 

Voor de afmetingen van een takvrije zone bij woningen worden de volgende richtlijnen aangehouden:

  • 1,0 meter afstand tot woningen of andere gebouwen

  • 2,5 meter boven voet- of fietspad (ten behoeve van doorgang strooiwagens)

  • 4,5 meter boven rijbanen (conform Wegenverkeerswet)

Boven particuliere tuinen is de takvrije zone gelijk aan de takvrije zone aan de andere zijde van de boom, maar minimaal 3 meter.

 

Bomen worden niet getopt. Een oplossing is de boom in hoogte te laten zakken of te kandelaberen.

 

Preventieve maatregelen door bewoner zelf

De tuin zo inrichten dat het dagdeel dat de zon in de tuin komt ten goede komt aan de wensen van de bewoners. Als dit deel volgebouwd wordt vervalt het recht op dit zonlicht. Het is dan een bewuste keus geweest van de bewoners om geen zon te willen hebben in de tuin. De situatie bij de bouw van de woning is de uitgangsituatie.

 

Indien u een nieuwe woning bouwt, koopt of laat bouwen en er staan al (bestaande) bomen, houd u er dan rekening mee dat deze bomen niet gekapt gaan worden voor zonlicht. Het is een bewuste keus geweest om de woning dicht bij deze bomen te plaatsen.

 

Schaduw boom versus zonnepanelen of -collectoren

 

Beschrijving

Zonnepanelen zijn een van de mogelijkheden om duurzaam energie op te wekken om de uitstoot van CO2 terug te dringen in Haarlemmermeer, zoals in de nota Ruimte voor Duurzaamheid 2012 is opgenomen. Inwoners willen soms zonnepanelen aanschaffen maar komen erachter dat bomen in de openbare ruimte schaduw veroorzaken ter plaatse van de zonnepanelen. Hierdoor wordt minder zonlicht opgevangen op de zonnepanelen waardoor het rendement vermindert.

 

Periode

Gedurende het hele jaar.

 

Preventieve maatregelen door bewoner zelf

Voordat zonnepanelen worden geplaatst, dient men te beoordelen of de plaatsing rendabel kan zijn. In sommige situaties is het onrendabel om zonnepanelen te installeren omdat door bijvoorbeeld de aanwezigheid van bomen gedurende het grootste deel van de dag schaduw op de panelen valt. In andere situaties zal het rendement verminderen omdat een beperkt deel van de dag schaduw valt op de panelen.

 

Rol gemeente

Het geven van voorlichting.

 

Het beheer van bomen in onze gemeente is gericht op het duurzaam in stand houden van het bomenbestand, waarbij vooral wordt gelet op de veiligheid en de kwaliteit van de bomen. Het aanbrengen van zonnepanelen is geen reden om bomen in de openbare ruimte te snoeien en er worden geen bomen verwijderd om schaduw op zonnepanelen te voorkomen, omdat de voordelen van bomen opwegen tegen de voordelen van zonnepanelen. Bomen geven zuurstof en vangen veel fijnstof af waardoor de luchtkwaliteit verbetert. Verder geven bomen een duurzame invulling en hebben ecologisch waarde voor flora en fauna. Tevens gaat het gezamenlijk belang voor individueel belang.

 

Uitzicht belemmering door boom

 

Beschrijving

Klachten over takken of bomen die uitzicht belemmeren of tegen gebouwen groeien.

Klachten over bomen die schaduw veroorzaken en woningen te donker maken.

 

Periode

Overlast wordt soms zomers ervaren omdat dan veelal blad aan de bomen en heesters zit. van bladverliezende bomen alleen ’s zomers. Schaduw is afhankelijk van zonnestand, daardoor meestal beperkt deel van de dag.

 

Preventieve maatregelen door bewoner zelf

Bij inrichting tuin en aanbouw aan woning rekening houden met boom.

 

Rol gemeente

Bij aanplant rekening houden met soortkeus en plantafstand tot gebouwen

 

 

  • 2.

    Schade en hinder door bomen

Schade door boomwortels

 

Beschrijving

Wortels zijn de verankering van de boom. Schade door boomwortels brengt klachten en schadeclaims met zich mee vanwege het opdrukken van verharding, scheuren in de muren van gebouwen of tuinmuren of een verstopt rioolstelsel.

De oorzaak kan zijn:

  • de boomsoort (agressief of oppervlakkig wortelend)

  • hoge grondwaterstand

  • slechte groeiplaats

  • te weinig doorwortelbare ruimte

Periode

Doorlopend

 

Preventieve maatregelen door bewoner zelf

  • Bewoners mogen de wortels die op hun grond groeien verwijderen.

  • Indien een boom dichter dan 3 meter van de erfgrens staat, kan de bewoner in aanmerking komen voor worteldoek. De bewoners graven op eigen terrein een sleuf, waarin de aannemer van de gemeente het worteldoek plaatst. De bewoners werken de sleuf zelf weer af.

  • Staat een boom verder dan drie meter van de erfgrens, dan moeten de bewoners zelf worteldoek aanschaffen en eventueel overlast gevende wortels verwijderen.

  • Bij verstopping van particulier riool door ingroeiende boomwortels dient de eigenaar zelf de wortels te verwijderen om het riool weer gangbaar te maken. Door preventief onderhoud kan ingroei van wortels worden voorkomen.

Volgens het voorschrift van artikel 5:44 Burgerlijk Wetboek mag een ieder de doorgeschoten wortels verwijderen en de afgekapte wortels toe-eigenen. Er mag maximaal 20% van de wortels worden verwijderd. Tevens moet de veiligheid van de omgeving gewaarborgd blijven.

 

Hieronder een overzicht van de normen die hiervoor staan. Binnen deze afstand mogen geen wortels afgekapt en verwijderd worden omdat de stabiliteit (verankering) van de boom dan in het gevaar komt.

 

Stamdiameter van de boom op 1,3 meter boven het maaiveld

Minimale graafafstand hart van de stamvoet (standaard)

Minimale graafafstand hart van de stamvoet (aan zijde waar trekwortels van de boom zitten)

20 cm

1.25 m

1.9 m

40 cm

1.50 m

2.25 m

60 cm

1.75 m

2.6 m

80 cm

2.25 m

3.35 m

100 cm

2.50 m

3.75 m

150 cm

3.40 m

5.10 m

 

Rol gemeente

Bij overlast van de boom zijn enkele maatregelen mogelijk.

  • 1.

    Advies geven over oplossingsrichtingen.

  • 2.

    De gemeente zal een VTA / wortelkapadvies aan de huiseigenaar geven.

  • 3.

    Afhankelijk van de oorzaak is het mogelijk om gaten te boren om lucht toe te laten. De wortels kunnen dan weer naar beneden groeien.

  • 4.

    Het verbeteren van de ondergrondse omstandigheden bij herplant.

  • 5.

    Het ophogen ter plaatsen van de opgedrukte wortels.

  • 6.

    Meewerken aan het plaatsen van worteldoek. Indien een boom dichter dan 5 meter van de erfgrens staat, dan is de gemeente bereid om een wortelscherm op grond van de gebruiker van het perceel te plaatsen. Hiervoor dient de gebruiker zelf de ruimte vrij te graven zodat de gemeente het scherm aan kan brengen. De kosten voor de graaf- en herstelwerkzaamheden komen ten laste van de perceeleigenaar. De gemeente vergoedt alleen de kosten van het worteldoek.

  • 7.

    Bij het opdrukken van het riool ligt er een betaalplicht voor de gemeente. Bij ingroei niet.

  • 8.

    Het kappen van de boom bij ernstige schade.

Kap kan overwogen worden als boomwortels schade veroorzaken aan een gebouw (niet tuinmuur). De boom wordt niet gekapt, tenzij de schade in redelijkheid niet te vergoeden is. Voor wortel-ingroei in tuinen wordt de boom niet gekapt. Hier ligt de zorgplicht om schade te voorkomen bij de eigenaar van de tuin.

 

Zaden, Vruchten en blad

 

Beschrijving

Klachten en schadeclaims over vruchten die deuken veroorzaken in auto’s of vlekken in de lak van auto’s of schilderwerk. (bv. eik, noot of kastanje)

Klachten over viezigheid op het trottoir en gladheid door vruchten die tot pulp vergaan en waar insecten (wespen en vliegen) op afkomen. In het najaar valt het blad van de bomen weer op de straten en de gazons, maar ook een deel zal in particuliere tuinen vallen.

 

Periode

Een aantal weken per jaar

 

Preventieve maatregelen door bewoner zelf

Tijdelijk ergens anders parkeren. Blad kan in de groencontainer worden gegooid.

 

Rol gemeente

Problematiek met zaden, vruchten en bloei is van tijdelijke aard. Hiertegen worden geen maatregelen getroffen. Bij aanplant wordt rekening gehouden met soortkeuze en locatie. Dit geldt vooral bij aanplant van appelbomen, perenbomen, kastanjebomen en elzen. Bij de Ginkgo worden alleen de mannelijke exemplaren toegepast.

Als er in het najaar erg veel blad op straat of gazons ligt, dan kan dit tot overlast leiden en zal de gemeente de overlast zoveel mogelijk proberen weg te nemen door blad te ruimen.

 

Vogels in bomen

 

Beschrijving

Kauwen, meeuwen en spreeuwen zijn vogels die vaak voorkomen in Haarlemmermeer. Vogels zijn altijd op zoek naar voedsel en dat is in woonwijken te vinden. De vogels huizen meestal in bomen waar zij wachten op het moment dat u voedsel weggooit in de tuin of het plantsoen.

Het gevolg is dat de gemeente meldingen krijgt van vogelpoep op onder andere auto’s, opritten, beeldende kunst en soms over geluidsoverlast en hinder van agressieve vogels.

 

Periode

Hele jaar

 

Preventieve maatregelen door bewoner zelf

U kunt zelf bijdragen aan het beperken van de overlast van vogels door zo weinig mogelijk voedsel in uw tuin of in de openbare ruimte te gooien.

U kunt uw auto afdekken met een hoes.

Het wegjagen of verstoring door geluid is strafbaar op grond van de Flora en Faunawet.

 

Rol gemeente

Het geven van voorlichting.

 

  • 3.

    Volksgezondheid

Pluis uit bomen (Populieren)

 

Beschrijving

Klachten over grote hoeveelheden zaadjes en pluisjes die door diverse boomsoorten in verschillende periodes van het jaar worden verspreid. In enkele gevallen wordt geklaagd over schade aan computers, waarin de pluizen via de ventilator kunnen binnendringen en dat kinderen de pluis in de brand kan steken.

 

Periode

Slechts enkele dagen of weken per jaar. Verdwijnt snel door wind, regen en vertering.

 

Preventieve maatregelen door bewoner zelf

Ramen aan windzijde dichthouden om te voorkomen dat de pluis in huis komt.

 

Rol gemeente

Het geven van voorlichting.

 

Allergie door bomen (Stuifmeel uit bomen)

 

Beschrijving

Heet u last van een verstopte neus en rode opgezette ogen? Hebt u last van enorme niesbuiten als u een wandeling maakt in een park? Voelt u of uw kind zich regelmatig moe en heeft hij/zij concentratieproblemen in de periode tussen februari en augustus? Dan kan het zijn dat u (of uw kind) allergisch is voor boom- en of graspollen.

 

Bomen en grassen geven in hun bloeiperiode stuifmeel af aan de lucht. Het stuifmeel van bomen en grassen wordt ook wel pollen genoemd. Deze boom- en/of graspollen kunnen allergische klachten veroorzaken bij mensen die hier gevoelig voor zijn. In de volksmond wordt een allergie voor bomen en/of grassen ook wel hooikoorts genoemd. In de medische wereld wordt er vaak gesproken over allergische rhinitis als gevolg van een boom- en/of graspollenallergie.

 

Wat zijn de klachten bij een allergie voor bomen en/of grassen?

Boom- en graspollen veroorzaken vooral allergische klachten in de ogen en de neus. De pollen zijn meestal te groot om dieper in de luchtwegen (de longen) terecht te komen maar soms gebeurt dat wel.

 

De klachten die optreden bij deze allergie lijken op verkoudheidsklachten en lopen gelijk aan de bloeiperiodes van de bomen en/of grassen. Er is dus sprake van seizoensgebonden klachten. Wanneer het stuifmeel (de pollen) in contact komt met de slijmvliezen zullen allergische klachten ontstaan.

 

De meest genoemde klachten bij hooikoorts zijn:

 

Orgaan

Klachten

Ogen

Tranen, jeuk, roodheid, branderig gevoel

Neus

Niesbuien, verstopte neus, loopneus, jeuk

Longen

(Kriebel)hoest, benauwdheid

Huid

Verergering van bestand exceem

Algemeen

Hoofdpijn, vermoeidheid, slaapproblemen, concentratie problemen

 

De ernst van de allergische klachten zal toenemen wanneer er meer pollen in de lucht zijn. Op droge (warme) dagen met een zachte tot matige wind is de hoeveelheid pollen in de lucht relatief hoog.

 

Hoe vaak komt een allergie voor bomen en/of grassen voor?

Allergieën komen de laatste 30 jaar steeds vaker voor en vormen wereldwijd een serieus gezondheidsprobleem. In Nederland heeft 1 op de 4 mensen last van een (chronische) allergie. Een allergie voor boompollen en/of graspollen komt het meest voor namelijk bij 12,5% van de Nederlanders. Dit is een hoog percentage en dat betekent dat er in Nederland ruim 2 miljoen mensen last hebben van hooikoorts. In een gemiddeld schoolklas zijn dat dus minimaal 3 kinderen die ieder jaar last hebben van hooikoortsklachten.

 

Kruisallergie:

Bij tenminste 50% en mogelijk wel 90% van de gevallen reageert een persoon met berkenpollenallergie op verschillende vruchten en noten.

 

 

Periode

Een allergie voor boom- en/of graspollen is seizoensgebonden. Bomen, grassen en onkruiden hebben allemaal een eigen bloeiperiode. Deze bloeiperiode wordt ook wel het ‘pollenseizoen’ genoemd. De bomen bloeien al vroeg in het jaar, sommige boomsoorten vanaf januari/februari. De graspollen komen, afhankelijk van het weer, half mei ongeveer in de lucht en blijven aanwezig tot september. Dat betekent dat als u of uw kind last heeft van een boompollen én een graspollenallergie dat hij/zij van februari tot september last kan hebben van allergische klachten. De verschillende bloeiseizoenen staan in het overzicht.

 

Preventieve maatregelen door bewoner zelf

Er zijn een aantal praktische tips die u kunt gebruiken wanneer u of uw kind last heeft van hooikoorts:

 

  • Droog de was binnen in plaats van buiten, op die manier komen er zo weinig mogelijk pollen op kleding, handdoeken en beddengoed;

  • Pollen hechten aan kleding, laat uw kind zich daarom niet in zijn/haar slaapkamer aan- en uitkleden maar doe dit bij voorkeur in een andere ruimte (zoals de badkamer);

  • Houd bij voorkeur ramen en deuren overdag zoveel mogelijk dicht en ventileer het huis ’s avonds of ’s nachts als de hoeveelheid pollen in de lucht lager is;

  • Overweeg de aanschaf van een speciaal pollenhor voor de ramen en/of deuren;

  • Houd de actuele pollentellingen goed in de gaten en stem de activiteiten van u en uw kind hier zoveel mogelijk op af;

  • Probeer parken, bos en andere ‘groene’ gebieden zoveel mogelijk te vermijden als de pollentellingen hoog zijn;

  • Probeer ‘meeroken’ door uw kind zoveel mogelijk te vermijden, dit kan de hooikoortsklachten verergeren;

  • U of uw kind een zonnebril (laten) opzetten beschermt de ogen tegen pollen;

  • De bloeiseizoenen van bomen verschillen per land. In het buitenland komen veelal dezelfde pollen voor als in Nederland, alleen bloeien de bomen vaak eerder in het seizoen. De actuele pollentellingen in het buitenland kunt u vinden op de website van de World Allergy Organization.

Rol gemeente

Bijna alle bomen die gebruikt worden in de openbare ruimte kunnen een vorm van allergie veroorzaken. De rol van de gemeente richt zich daarom voornamelijk op de voorlichting.

Op grond van allergie worden geen bomen gekapt.

 

Teken / Ziekte van Lyme

 

Beschrijving

Teken komen in het hele land voor in bossen, duinen, parken en op de hei. Vaak zitten ze in de buurt van bomen of struiken in gras en tussen bladeren. Teken kunnen de ziekte van Lyme overbrengen. De overdracht vindt plaatst door teken die zijn besmet met de Lyme-bacterie.

 

Uitslag van ziekte van Lyme

 

Periode

Het hele jaar

 

Preventieve maatregelen door bewoner zelf

Vooral in de gebieden waar teken zijn kan een beet voorkomen worden door beschermende kleding (lange mouwen en lange broek) te dragen. Het is verstandig na verblijf in de gebieden altijd te controleren op tekenbeten. Als de teek heeft gebeten zo snel mogelijk de teek verwijderen waardoor de kans op besmetting wordt verkleind.

 

Rol gemeente

Het geven van voorlichting.

 

  • 4.

    Aantastingen door organismen (ziektes)

Rupsen en Brandharen

 

Beschrijving

Rupsen horen van nature bij bomen en hebben een ecologische waarde. De gemeente laat rupsen ook gewoon in de boom zitten. Enkele soorten zoals de rups van de Bastaartsatijnvlinder en Eikenprocessierups (EPR) geven gezondheidsklachten en moeten op intensief gebruikte plaatsen bestreden worden.

 

Eikenprocessierupsen

 

In de loop van april of begin mei komen de eikenprocessierupsen uit het ei gekropen. Zodra ze uit het ei komen, lopen de rupsjes al in processie achter elkaar aan.

Het venijn van de eikenprocessierups schuilt in de aanwezigheid van de vele duizenden microscopisch kleine brandharen, die vanaf de maanden april/mei ontstaan. De brandharen hebben een karakteristieke pijlvorm met weerhaakjes (zie foto's) en kunnen bij ongewenste aanraking 'afgeschoten' worden door de rups. Door hun bijzondere vorm kunnen zij gemakkelijk de oppervlakkige lagen van huid, ogen en bovenste luchtwegen binnendringen en zich daarin met hun weerhaken vastzetten.

Verspreiding van brandharen via de wind is één van de belangrijkste blootstellingsfactoren. Oude nesten of rupsen kunnen nog lange tijd (5-7 jaar) in besmette eikenbomen in eigen tuin of in aanliggende tuinen een verspreidingsbron zijn van brandharen.

Na contact met de huid ontstaat binnen 8 uur lokaal een pijnlijke rode huiduits¬lag met hevige jeuk. De meest voorkomende plaatsen met huideffecten zijn de nek, gezicht en onderarmen/-benen.

 

EPR-nest

 

De wilgenhoutrups boort gaten van ongeveer 1 centimeter doorsnede in de boomstam van wilgen, populieren en bijna alle andere loofboomsoorten. Uit de gaten komt boormeel, vermengd met uitwerpselen. Dit verspreidt een zure stank. De gaten kunnen een verwoestende werking hebben op bomen. De rups is tot 10 centimeter groot. Op zijn rug is hij roodbruin, en geelbruin op zijn buik. De rups blijft ongeveer drie jaar in de boom en boort in die periode gaten in de stam.

 

Periode

De overlast doet zich met name voor in de periode juni tot en met augustus.

 

Als een boom eenmaal aangetast is, dan kan de wilgenhoutrups niet worden bestreden. De aantasting begint meestal door een stamwond. Daarom moet schade aan de stam of stamvoet door bijvoorbeeld snoeien of maaimachines worden voorkomen.

 

Preventieve maatregelen door bewoner zelf

Preventieve maatregelen bestaan uit het zoveel mogelijk vermijden van direct contact met rupsen, (ook oude) brandharen, spinselnesten en vervellingshuidjes.

In het algemeen verdwijnen de symptomen spontaan binnen enige dagen tot weken. Verdere verspreiding van de brandharen over het lichaam en progressie van ontstekingsreacties dienen te worden voorkomen, door de huid goed met water te wassen en de ogen goed te spoelen met water. Eventueel kan men in het beginstadium de aangedane huid met plakband ‘strippen’ om de overtollige haren snel te verwijderen. Vermijd krabben en/of wrijven. Omdat haren moeilijk uit besmette kleding zijn te verwijderen, is het advies deze zeer grondig bij hoge temperatuur (60°C) met water en zeep te reinigen.

 

Een boom waarin een wilgenhoutrups zit moet geregeld gekeurd worden door een boomspecialistisch bedrijf om de veiligheid van de boom te controleren.

 

Rol gemeente

  • De gemeente laat de eikenprocessierupsen in gemeentelijke bomen door een gespecialiseerd bedrijf verwijderen.

  • Voorlichting over gezondheidsrisico’s en bestrijdingsmethoden.

  • Bomen met wilgenhoutrupsen komen op de attentielijst te staan en worden jaarlijks gecontroleerd op veiligheid.

  • Het bestrijden van de overlast door de brandharen van Eikenprocessierupsen door jaarlijks actief te monitoren en ze direct te verwijderen. Doel is om de gezondheidsrisico’s en overlast te beperken en de kosten zo laag mogelijk te houden.

Iepenziekte

 

Beschrijving

Iepenziekte is een schimmelinfectie waaraan de boom dood gaat. Deze schimmel wordt overgebracht door de iepenspintkever.

Wanneer een schimmel binnendringt in de boom reageert deze hierop door op de infectieplek zijn houtvaten af te sluiten. Daarmee wordt de tak boven de vaatafsluiting afgesloten van voedsel en voedseltransport. De tak sterft af. De schimmel woekert echter door en binnen veertien dagen sterft de hele boom. Helaas is daar niets tegen te doen.

Toch worden nieuwe iepen regelmatig geplant omdat iepen zeer geschikt zijn om in Haarlemmermeer te groeien. Er worden dan soorten gebruikt die resistent zijn tegen iepenziekte.

 

Periode

Iepziekte komt het hele jaar voor, maar kan tijdens het voorjaar en de zomer herkend worden omdat een zieke iep er met zijn verdroogde bladeren uitziet alsof het herfst is.

 

Preventieve maatregelen door bewoner zelf

Melding van iepziekte bij de gemeente.

 

Rol gemeente

Op dit moment bestaat er geen middel dat 100% preventief werkt tegen iepziekte. Monumentale iepen worden soms geïnjecteerd met een preventief werkende stof. Gebleken is echter dat ook dan nog de ziekte toe kan slaan. Bovendien is het een handeling die jaarlijks herhaald moet worden en daarom duur is. De gemeente Haarlemmermeer maakt geen gebruik van deze bestrijdingsmethode.

De wijze van bestrijding die de gemeente Haarlemmermeer hanteert bestaat uit het verwijderen van zieke iepen binnen twee weken na signalering van de ziekte. De stobbe die blijft staan na het omzagen van de boom wordt ontdaan van de bast en ingesmeerd met een middel waardoor de stobbe afsterft.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen zogenaamde broedbomen en besmette bomen.

  • Broedbomen zijn iepen die al langere tijd besmet zijn en waarin kevers eitjes hebben gelegd. Deze bomen (slechts een of twee per jaar) moeten op de plaats waar ze staan onschadelijk worden gemaakt. Onschadelijk betekent dat er geen broedruimte meer aanwezig is. De bast wordt daarom ter plekke van de stam gehaald. Het hout wordt vervolgens afgevoerd naar de houtverwerking of vernietigd.

  • Besmette bomen worden gerooid en afgevoerd. Op de opslagplaats worden ze ontbast of onder water gedompeld of versnipperd. Uiteindelijk, nadat ze geen besmettingsgevaar meer vormen gaan ze naar de houtverwerking of worden ze vernietigd.

Om besmetting van het gemeentelijk iepenbestand te voorkomen worden ook zieke privé -iepen op kosten van de gemeente verwijderd.

 

Op grond van de APV van Haarlemmermeer wordt verdere verspreiding van iepziekte tegengegaan. Gerooide iepen of delen ervan mogen niet worden opgeslagen omdat juist deze erg vatbaar zijn voor de iepenspintkever die de schimmels overbrengt.

Het verwijderen van aangetaste bomen op openbaar en particulier terrein dient zo snel mogelijk maar uiterlijk binnen twee weken na constatering van de zieke bomen.

Uitvoering vindt plaats door een erkend iepenverwijderingsbedrijf.

 

De aantallen gerooide gemeentelijke en particuliere zieke iepen worden jaarlijks bijgehouden.

 

In deze tabel zijn de aantallen gerooide iepen te zien in de jaren 2010 t/m 2015. Zowel de categorie 0-10 als 5-10 zijn jonge zieke iepen die spontaan zijn gegroeid. We noemen dit opschot. Deze aantallen zijn apart getotaliseerd. In 2011 is een piek te zien. Rond de A9 heeft de gemeente in het Wandelbos en nabij het klaverblad A4/A9 erg veel zieke iepen verwijderd. Rijkswaterstaat heeft op hun grondgebied de iepenziekte rond de A9 aangepakt. Het resultaat van deze ingrijpende actie, waarbij nauw is samen gewerkt met Rijkswaterstaat en de gemeente Amsterdam, is dat de broedhaarden zijn verwijderd waardoor iepenziekte is verminderd. Het totale iepenbestand in de Haarlemmermeer bedraagt nu circa 3400 stuks. Het uitval percentage ligt hierbij rond 0,6 %. Ook in de gemeente Amsterdam, de iepenstad, ligt het uitvalspercentage onder de 1 %.14

 

Watermerkziekte

 

Beschrijving

De watermerkziekte is voor bomen en vooral wilgen erg besmettelijk. De schimmel wordt overgebracht door vogels, maar voor dieren is de ziekte niet schadelijk. De ziekte kan herkend worden aan het feit dat eerst een tak van de wilg bruin wordt en dan binnen enkele weken tijd de gehele boom.

 

Periode

De watermerkziekte komt vooral voor in de zomer.

 

Preventieve maatregelen door bewoner zelf

De zieke takken uit de boom verwijderen of de boom knotten. Hierdoor kan de ziekte gestopt worden.

 

Rol gemeente

Indien tijdig onderkend, kan worden volstaan met het verwijderen van takken.

Over de bestrijding is nog weinig bekend. Wel is duidelijk dat er tussen de soorten en rassen verschillen in gevoeligheid bestaan. Aanbevolen wordt jong nog onbesmet uitgangsmateriaal te gebruiken, niet gevoelige rassen toe te passen en besmette gebieden voorlopig niet met wilgen te beplanten. Ook bij essentaksterfte en bij kastanjebloedingsziekte is over bestrijding weinig bekend. Bij vervanging van bomen met deze aantastingen wordt gekozen voor herplant met een andere soort boom.

 

Honingdauw en Roetdauw

 

Beschrijving

Klachten en schadeclaims met betrekking tot plakkerige, soms zwarte substantie op auto’s, tuinplanten en –meubilair, schilderwerk en terrassen. Bepaalde soorten bomen (Esdoorn, Linde) zijn aantrekkelijk voor luizen die plakkerige druppels uitscheiden (Honingdauw). Deze honingdauw is een voedingsbodem voor schimmels. Omdat deze schimmels een zwarte kleur geven wordt dit roetdauw genoemd.

Bomen in een matige, slechte conditie of die in een slechte groeiplaats staan hebben meer last van luizen.

Uit experimenten blijken lieveheersbeestjes en knoflookextract op dit moment geen oplossing.

 

Periode

De tijdsduur ervan is beperkt tot de zomermaanden. In de gemiddelde zomer betekent dit van half mei tot half september. In regenachtige periode is de overlast minder.

 

Preventieve maatregelen door bewoner zelf

Tijdelijk ergens anders parkeren. Autohoes gebruiken, regelmatig wassen van de auto, schilderwerk, tuinmeubilair door de eigenaar.

 

Rol gemeente

Belangrijk is de juiste boomsoortenkeuze. In nieuwe situaties en/of bij vervangingen worden in de buurt van parkeerplaatsen boomsoorten gekozen, die weinig of geen last van honingdauw en roetdauw hebben. Er worden geen bomen gekapt om de luis.

Voorlichting.


1

NOCB Boomtechnisch Adviesbureau & Stichting Kwaliteitszorg Boombeheer Nederland, Uitgangspunten Zorgplichten I.

2

Stadsbomenvademecum 3A, boomcontrole en onderzoek, 2008, blz. 18, Visser, Bomen en Wet, 2009, blz. 61-63

3

NOCB Boomtechnisch Adviesbureau & Stichting Kwaliteitszorg Boombeheer Nederland, Uitgangspunten Zorgplichten I

4

Visser, Bomen en Wet, 2009 blz. 36

5

Visser, Bomen en Wet, 2009 blz. 50

6

Visser, Bomen en Wet, 2009 blz. 52

8

Manifest klimaatbestendige stad (2013)

9

Stadswerk, juli 2013: Zonnepanelen, bomen en de wet

11

Bron: Mensen over bomen; Wolthuis 2007

14

Beheersing boomziektes en plagen in Amsterdam (2012)