Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haarlemmermeer

Beleidskader 'Omarmen van Initiatieven in de Warmtetransitie'

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaarlemmermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidskader 'Omarmen van Initiatieven in de Warmtetransitie'
CiteertitelBeleidskader ‘Omarmen initiatieven in de warmtetransitie'
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-11-2022nieuwe regeling

24-08-2021

gmb-2022-527818

2021-0002132

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidskader 'Omarmen van Initiatieven in de Warmtetransitie'

besluit

  • 1.

    het beleidskader ‘Omarmen initiatieven in de warmtetransitie’ vast te stellen.

1. Inleiding

In het Klimaatakkoord wordt gesproken over acceptatie als voorwaarde voor het verduurzamen van de gebouwde omgeving. In de Kadernota Warmtetransitie Haarlemmermeer en de Warmtevisie Haarlemmermeer 2030 zien wij draagvlak als voorwaarde voor een succesvolle warmtetransitie. Initiatieven in de warmtetransitie zullen vaak met ondersteuning van de gemeente tot stand kunnen komen. Dit komt doordat in veel gevallen de warmte afkomstig is van de lokale omgeving en er ook infrastructuur nodig is in de openbare buitenruimte.

 

Keuzevrijheid zien wij als belangrijke voorwaarde voor draagvlak. Bij deze keuzevrijheid hoort ook het omarmen en faciliteren van initiatieven vanuit onze inwoners, ondernemers en bedrijven die producten en diensten aanbieden die in dienst staan van de warmtetransitie. Om als gemeente warmte-initiatieven te omarmen, moeten deze bijdragen aan de doelen van de warmtetransitie en passen binnen onze lokale uitgangspunten.

 

‘Vanwege draagvlak, betrokkenheid en lokaal eigenaarschap gaat onze voorkeur uit naar initiatieven vanuit inwoners en lokale ondernemers.’ (Kadernota warmtetransitie Haarlemmermeer)

 

Met dit beleidskader maken wij voor alle initiatiefnemers, particulier en zakelijk, inzichtelijk op welke wijze initiatieven worden omarmd en welk proces doorlopen wordt. Dit beleidskader beschrijft hiertoe regels en de te volgen procedure.

Dit beleidskader wordt gebruikt als toetsingskader om vast te stellen of wij meewerken aan een initiatief en de uitwerking van het plan.

1.1 Wat zijn initiatieven in de warmtetransitie?

Initiatieven in de warmtetransitie zijn concrete plannen met als doel het realiseren van een CO2-arme en aardgasvrije bebouwde omgeving. Wanneer voldaan wordt aan onderstaande voorwaarden spreken we van een ‘initiatief’:

  • er is sprake van een vastgelegde organisatie of samenwerking;

  • op basis van een globale haalbaarheidsscan lijkt het initiatief haalbaar;

  • er is een globale projectomschrijving opgesteld;

  • er is een concept communicatie- en participatieplan opgesteld.

Een ‘idee’ is nog geen ‘initiatief’. Toch zijn ideeën van groot belang om te komen tot concrete initiatieven. Via het energieloket ondersteunen wij daarom inwoners en gebouweigenaren om van idee naar initiatief te komen.

 

Voorbeeld idee

Voorbeeld initiatief

Inwoner meldt gemeente het idee om waterstof te produceren en leveren aan de wijk.

Meerdere buurtbewoners willen gezamenlijk overstappen op warmte en koude uit de bodem. Hiervoor hebben ze een samenwerking opgestart en er is een locatie op het oog.

1.2 Wanneer geldt dit beleidskader?

Dit beleidskader is van toepassing op initiatieven ten behoeve van de warmtetransitie waarbij collectiviteit een rol speelt. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het initiatief meerdere gebouweigenaren/huurders raakt of er ruimtelijke consequenties zijn zoals impact op de openbare buitenruimte, omgevingskwaliteit (bijvoorbeeld luchtkwaliteit, geur, geluid) of externe veiligheid. In al deze gevallen is het eindproduct een wijkplan waarin de verschillende kaders van de warmtetransitie worden ondervangen.

 

Dit beleidskader is zodoende niet van toepassing op een gebouweigenaar die enkel het eigen gebouw wilt verduurzamen. Individuele gebouweigenaren zullen wel moeten voldoen aan geldend beleid.

De ervaring met de warmtetransitie in de bestaande gebouwde omgeving is beperkt. De technologieën zijn niet nieuw, maar de toepassing in een al bestaande omgeving, met verschillende gebouwen en een diversiteit aan gebouweigenaren en eigendoms- structuren, maakt de opgave complex. Oftewel, we zitten nog in een lerende fase van de warmtetransitie. Dat betekent dat we indien nodig maatwerk zullen bieden en dit document zullen actualiseren als er nieuwe inzichten zijn.

2. Context

2.1 Klimaatakkoord

In het klimaatakkoord is afgesproken dat de transitie van aardgas naar duurzame warmte gerealiseerd moet worden met betrokkenheid van bewoners, gebouweigenaren en andere partijen waar de overstap aan de orde is.

 

‘Het vroegtijdig betrekken van de omgeving in en rond de wijk zorgt ervoor dat verschillende perspectieven, kennis en creativiteit snel op tafel komen. Een goed ingericht participatieproces draagt op die manier bij aan kwalitatief betere besluitvorming en kan daarmee ook helpen om de acceptatie van de maatregelen uit de wijkgerichte aanpak te vergroten.’ (Klimaatakkoord)

 

In het Klimaatakkoord staat ook dat het cruciaal is dat bewoners gaan meedenken en meedoen in de transitie naar aardgasvrije wijken.

2.2 Programma Energietransitie

In het Coalitieakkoord stellen we dat participatie en het vergroten van betrokkenheid een belangrijk onderdeel is van Gebiedsgericht werken (Coalitieakkoord 2019-2022 ‘Samen bouwen aan een krachtig nieuw Haarlemmermeer’). Dat is ook vertaald naar het Programma Energietransitie waarin het organiseren van betrokkenheid een van de kernelementen in de aanpak is. Hierin is ook opgenomen dat we eigen initiatief omarmen. De ondersteuning zal hierbij niet financieel zijn maar uitgaan van samenwerkingsinstrumenten zoals afspraken en convenanten.

 

Het is belangrijk dat we veranderingen door de energietransitie, samen met alle betrokkenen, doorlopen en daarin serieus gehoor geven aan wensen en initiatieven van iedereen. Haarlemmermeer heeft een traditie in participatie en gebiedsgericht werken en dit wordt alleen maar belangrijker.

  • we stimuleren het ontstaan van coöperatief eigendom van energieprojecten;

  • we bieden inwoners en ondernemers in de gemeente waar mogelijk de kans om te participeren in lokale projecten.

2.3 Warmtevisie Haarlemmermeer 2030

Het omarmen van initiatieven voor de warmtetransitie komt voort uit de Kadernota Warmtetransitie Haarlemmermeer (2020.0000491) en de Warmtevisie Haarlemmermeer 2030. Daarom betrekken wij de samenleving bij het te vormen beleid, de uitvoering daarvan en omarmen we initiatieven.

 

De warmtetransitie doen we dus samen met iedereen. Inwoners, gebouweigenaren en ondernemers doen mee in de warmtetransitie door mee te denken en initiatieven te ontplooien. Initiatieven vanuit de samenleving zijn een belangrijke aanleiding om te starten met een wijkplan. Voor de voortgang van de warmtetransitie is het daarom van belang dat die initiatieven ook tot stand komen en omarmd worden.

3. Procedure

In de Warmtevisie staat het proces om te komen tot een wijkplan. Samenwerking tussen initiatiefnemer, gemeente, gebouweigenaren en inwoners speelt een belangrijke rol. Het doel is dat het wijkplan op draagvlak kan rekenen. Elk wijkplan begint met een initiatief. Wanneer sprake is van een initiatief meldt initiatiefnemer zich met een aanmeldformulier bij de gemeente.

 

Wanneer wordt voldaan aan een aantal randvoorwaarden kunnen de plannen verder uitgewerkt worden. Deze uitwerking resulteert in een uitgewerkt en gedragen plan voor de warmtetransitie (wijkplan). Kleinschalige lokale initiatieven (zie definities) doorlopen hetzelfde proces maar resulteren niet altijd in een wijkplan.

 

Dit beleidskader beschrijft de stappen tot vaststelling van het wijkplan, fase 1 en 2 van onderstaand proces. Fase 3, uitvoering van het wijkplan, gaat conform het opgestelde wijkplan en wordt in dit beleidskader niet beschreven.

 

Figuur 1. Proces opstellen wijkplan.

 

 

Fase

Stap

Actie initiatiefnemer

Reactie gemeente

1

Aanmelden initiatief

Initiatief kenbaar maken bij de gemeente met een aanmeldformulier.

Eerste globale toets (1) of initiatief past binnen gemeentelijke warmtevisie.

Participatie over participatie

De initiatiefnemer laat de belangrijkste belanghebbenden participeren over het participatieproces wat in fase 2 gevolgd gaat worden.

Gemeente toetst of er afdoende geparticipeerd is over de participatie.

Indienen en toetsen projectplan

Het projectplan, inclusief participatieplan, wordt met de belanghebbenden verder

uitgewerkt en voorgelegd aan gemeente.

Gemeente toetst (2) definitief projectplan inclusief participatieplan aan de eisen uit dit beleidskader.

Formaliseren samenwerking

Verzoek tot formele samenwerking met gemeente voor verdere uitwerking initiatief tot wijkplan.

Gemeente besluit over formele samenwerking. De samenwerking wordt vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst passend bij het initiatief.

2

Opstellen wijkplan

Uitwerking initiatief en wijkplan zoals afgesproken in het in fase 1 opgestelde

projectplan.

Maatwerk ondersteuning bij verdere uitwerking. Bv. bij communicatie, organisatie participatie

bijeenkomsten, inhoudelijk/technische kennis.

Opstellen onderliggende

beleidsdocumenten

Gedurende het opstellen van het wijkplan overlegt de initiatiefnemer met de gemeente over de plannen en voortgang.

Gemeente stelt indien nodig additioneel beleid op. Bijvoorbeeld bodemenergieplannen, een

warmtekavel, etc.

Indienen en toetsen wijkplan

Indienen (concept) wijkplan ter toetsing.

Gemeente toets (3) het wijkplan aan de eisen uit dit beleidskader.

Besluitvorming

De gemeente stelt een raadsvoorstel op, met als doel vaststelling van het wijkplan, en legt deze voor aan de gemeenteraad.

3

Uitvoering wijkplan

Start uitvoering conform wijkplan

 

Verder geen onderdeel van dit beleidskader.

Start uitvoering conform wijkplan

 

Verder geen onderdeel van dit beleidskader.

4. Rolverdeling

De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor de ruimtelijke inpassing en participatie over het initiatief; en geeft daarmee invulling aan dit beleidskader. De initiatiefnemer heeft een uitvoerende rol. Tijdens het opstellen van het wijkplan ziet de gemeente toe op het doorlopen van de procedure. De gemeente doet dit aan de hand van dit beleidskader en waarborgt dat de kaders uit de warmtevisie in het proces worden opgenomen. De gemeente heeft een controlerende en faciliterende rol.

 

Om de keuzevrijheid te borgen verzorgt de gemeente ook een vergelijkende analyse tussen de warmteoplossing van initiatiefnemer en andere oplossingen. Dit zodat gebouweigenaren weten hoe de verschillende opties zich tot elkaar verhouden.

5. Definities

Initiatieven komen in alle soorten en maten. Ook zijn niet alle initiatieven en initiatiefnemers hetzelfde. Daarom maken wij onderscheid tussen verschillende typen initiatiefnemers en soorten initiatieven.

 

Typen initiatiefnemers

In de warmtetransitie onderscheiden wij vier type initiatiefnemers:

  • 1.

    Individuele gebouweigenaar: nemen initiatief om het eigen gebouw aardgasvrij te verwarmen;

  • 2.

    Wijk/buurt initiatiefnemer: minimaal drie huis- of gebouweigenaren die samen initiatief nemen om de eigen woningen of gebouwen aardgasvrij te gaan verwarmen of een lokale organisatie die inwoners of ondernemers in de betreffende buurt vertegenwoordigt zoals een dorpsraad, vereniging van eigenaren of bedrijventerreinorganisaties;

  • 3.

    Professionele initiatiefnemer (marktpartij): nemen bedrijfsmatig initiatief om gebouweigenaren aanbod voor de warmtetransitie te doen;

  • 4.

    Gemeente; kan initiatief nemen om te onderzoeken of haalbare en betaalbare stappen mogelijk zijn richting aardgasloos verwarmen.

Soorten initiatieven

Naast verschillende initiatiefnemers kunnen initiatieven ook van verschillende omvang zijn met daarbij andere gevolgen of invloed op de omgeving en inwoners. Daarom onderscheiden wij in dit beleidskader drie typen initiatieven. De eisen die gesteld worden variëren per type initiatief. Hieronder staan de criteria beschreven wanneer wij spreken van een bepaald type initiatief:

 

Kleinschalige lokale initiatieven

 

Middelgrote initiatieven

 

Grote initiatieven

initiatiefnemer is wijk/buurt

initiatiefnemer is wijk/ buurt, professionele initiatiefnemer, of gemeente

 

initiatiefnemer is wijk/ buurt, professionele initiatiefnemer, of gemeente

 

EN

< 100 woningen of woningequivalenten

EN

100 tot 1500 woningen of woningequivalenten

 

EN/OF

> 1500 woningen of woningequivalenten

EN

gebruik van lokale (rest)warmte (bv. warmte uit de bodem, omgevingswater etc.)

EN

gebruik van lokale (rest)warmte (bv. warmte uit de bodem, omgevingswater etc.)

EN/OF

gebruik van grootschalige bron zoals o.a. geothermie, biomassa en groengas.

 

Belanghebbende

Wie belanghebbende is bij een initiatief is afhankelijk van het soort initiatief. Bij een wijk-of buurtinitiatief zijn dit veelal de inwoners en gebouweigenaren in de wijk of buurt.

 

Bij een initiatief voor een grootschalige warmtebron (bijvoorbeeld geothermie) zijn het niet alleen de potentiële afnemers maar ook andere partijen in de nabijheid van de warmtebron belanghebbenden. Deze kunnen zich zowel binnen als buiten de gemeente bevinden. Daarnaast zijn onder andere de netbeheerders en toezichthouders zoals het Waterschap ook belanghebbenden.

 

Wijkplan

Een wijkplan beschrijft hoe de gemeente de wijkgerichte aanpak in een wijk of buurt wil (laten) uitvoeren of regisseren. Het wijkplan is een programma zoals bedoeld in de Omgevingswet.

 

Een wijkplan beschrijft op welke warmteoplossing(en) wordt overgaan, per wanneer, en welke maatregelen nodig zijn om tot de gewenste situatie te komen. In het wijkplan staat welke stappen gezet moeten worden en wie daar verantwoordelijk voor is.

Het wijkplan wordt opgesteld in samenwerking met bewoners, gebouweigenaren en stakeholders. Nadat de gemeenteraad een wijkplan heeft vastgesteld, kan gestart worden met de uitvoering van het wijkplan.

 

Duurzame warmtebronnen

Duurzame warmtebronnen zijn warmtebronnen waarvan we voor lange tijd gebruik kunnen maken, geen CO2-uitstoten en die de luchtkwaliteit niet verslechteren. In Haarlemmermeer zijn (nagenoeg) geen duurzame hoge- of midden temperatuur bronnen aanwezig. Wel zijn er meerdere geschikte lage temperatuurbronnen. De bodem is op veel plaatsen geschikt voor het toepassen van warmte- en koudeopslag. Het oppervlaktewater in onze gemeente lijkt een interessante warmtebron. De potentie van geothermie wordt onderzocht en de inzet van restwarmte van datacenters is al lange tijd een vooruitzicht dat in de praktijk nog weinig wordt toegepast.

 

Woningequivalenten

Een woning, ongeacht de grootte van de woningen, word gezien als één woningequivalent (weq). Voor het rekenen met utiliteitsbouw wordt een weq gelijkgesteld aan 130 m2 oppervlakte. Het omrekenen van het totaaloppervlak utiliteitsbouw naar woningequivalenten gaat dus als volgt: Totaaloppervlak utiliteitsbouw/130 = het aantal woningequivalenten.

6. Fase 1: Voorbereiding

6.1 Aanmelden initiatief

Initiatiefnemer maakt het initiatief kenbaar bij de gemeente met een aanmeldformulier. Bij aanmelding wordt een concept participatieplan verwacht. Deze wordt ambtelijk getoetst aan de kaders. Daarnaast wordt een omschrijving van het initiatief aangeleverd.

6.2 Toets 1

Na aanmelding van het initiatief wordt een kennismakingsgesprek tussen de gemeente en initiatiefnemer geregeld. Voorafgaande aan deze kennismaking geeft de gemeente een eerste reactie op de aangeleverde documenten. Gemeente toetst of de aanmelding, inclusief concept participatieplan, voldoende is uitgewerkt om te starten met ‘participatie over participatie’.

6.3 Participatie over de participatie

Nadat het participatieplan is goed gekeurd, begint de initiatiefnemer met het uitwerken van het Projectplan. Initiatiefnemer zorgt voor participatie conform het concept participatieplan. Dit gebeurt zodanig dat in het Projectplan een door belanghebbende gedragen participatieparagraaf wordt opgenomen. Kortom, er is duidelijk vastgelegd welk participatieproces in fase 2 gevolgd gaat worden. Het doel van participatie over de participatie is: het is voor iedereen die meewerkt aan het wijkplan duidelijk waarover, wanneer, door wie, en hoe geparticipeerd wordt.

 

Minimale eisen

Kleinschalige lokale initiatieven

 

Middelgrote initiatieven

 

Grote initiatieven

Aanmelding

Aanmelding vindt plaats via het door gemeente aangeleverde formulier.

 

Participatieplan

Korte beschrijving wie betrokken zijn en wie nog betrokken moeten worden.

Aanmelding

Aanmelding vindt plaats via het door gemeente aangeleverde formulier.

 

Participatieplan

Bij aanmelding van het initiatief wordt een concept participatieplan aangeleverd.

 

Minimaal te betrekken belanghebbenden zijn dorps- en wijkraden en gemeente.

Aanmelding

Aanmelding vindt plaats via het door gemeente aangeleverde formulier.

 

Participatieplan

Bij aanmelding van het initiatief wordt een concept participatieplan aangeleverd.

 

Minimaal te betrekken belanghebbenden zijn dorps- en wijkraden, omwonenden van de warmtebron en gemeente.

 

Inhoud van het concept participatieplan

Bij aanmelding van een middelgroot of groot initiatief wordt een concept participatieplan meegestuurd. Het concept participatieplan wordt vervolgens samen met de omgeving verder uitgewerkt tot een participatieparagraaf in het Projectplan. Het concept participatieplan heeft als doel om de omgeving aan het begin van het proces te betrekken bij keuzes en beschrijft;

  • wat de doelgroep(en) voor participatie zijn;

  • beschrijft hoe de omgeving betrokken gaat worden bij het opstellen van het definitieve participatieplan;

  • maakt duidelijk welke participatiemomenten plaats gaan vinden en hoe hierover wordt gecommuniceerd;

  • geeft aan waarover geparticipeerd wordt en wat het mandaat (beslissingsbevoegdheid) van de participanten is;

  • maakt duidelijk hoe voortgang wordt teruggekoppeld naar de omgeving.

6.4 Projectplan

Initiatiefnemer stelt een projectplan op. Dit projectplan is de basis voor fase 2. Het projectplan omvat verschillende onderdelen op basis waarvan getoetst wordt of het initiatief binnen de vastgestelde kaders past. Het projectplan bevat in ieder geval de volgende elementen:

  • 1.

    omschrijving van het initiatief;

  • 2.

    participatieparagraaf;

  • 3.

    planning opstellen wijkplan;

  • 4.

    onderbouwt hoe het initiatief aansluit op de voorkeursoplossing zoals opgenomen in de Warmtevisie of onderbouwt een eventuele afwijking.

Minimale eisen

Kleinschalige lokaleinitiatieven

 

Middelgrote initiatieven

 

Grote initiatieven

Omschrijving van het initiatief

  • -

    Beschrijving initiatiefnemer(s) en organisatievorm;

  • -

    Bevat een voorlopige gebiedsafbakening.

Omschrijving van het initiatief

  • -

    Beschrijving initiatiefnemer(s) en organisatievorm;

  • -

    Bevat een concept afbakening van het plangebied;

  • -

    Geeft aan wat beoogde bron/techniek is;

  • -

    In overleg met gemeente wordt besloten of in het projectplan een risicoparagraaf opgenomen moet worden en waar deze aan moet voldoen;

  • -

    Er is sprake van keuzevrijheid voor de gebouweigenaren;

  • -

    De voorlopige gebiedsafbakening is zodanig dat geïnteresseerde gebouweigenaren de kans krijgen aan te sluiten.

Omschrijving van het initiatief

  • -

    Beschrijving initiatiefnemer(s) en organisatievorm;

  • -

    Bevat een concept afbakening van het plangebied;

  • -

    Geeft aan wat beoogde bron/techniek is;

  • -

    In het projectplan is een risicoparagraaf opgenomen, inclusief beheersmaatregelen. Uit deze risicoparagraaf blijkt dat er goede slagingskans is;

  • -

    Er is sprake van keuzevrijheid voor de gebouweigenaren;

  • -

    De voorlopige gebiedsafbakening is zodanig dat geïnteresseerde gebouweigenaren de kans krijgen aan te sluiten.

Participatieparagraaf

  • -

    Er is een beschrijving met daarin de wijze waarop aangrenzende gebouweigenaren worden geïnformeerd over het initiatief en of/hoe ze kunnen aansluiten.

Participatieparagraaf

  • -

    Een participatieparagraaf is vereist. Hiermee worden alle directe belanghebbende betrokken;

  • -

    Er is consent over de participatieparagraaf

  • -

    Het plan voldoet aan de eisen zoals beschreven in dit beleidskader;

  • -

    Er is opgenomen dat een draagvlak onderzoek plaatsvindt

  • -

    Er zijn voldoende middelen gereserveerd voor uitvoering van de participatieparagraaf.

Participatieparagraaf

  • -

    Er is een uitgebreide participatieparagraaf waarin, naast directe belanghebbenden, ook de omgeving van het plangebied en van de warmtebron zijn betrokken;

  • -

    Er is consent over de participatieparagraaf;

  • -

    Het plan voldoet aan de eisen zoals beschreven in ditbeleidskader;

  • -

    Er is opgenomen dat een draagvlak onderzoek plaatsvindt;

  • -

    Er zijn voldoende middelen gereserveerd voor uitvoering van de participatieparagraaf.

Planning opstellen wijkplan

  • -

    Geeft een grove planning voor het proces.

Planning opstellen wijkplan

  • -

    Planning is uitgewerkt;

  • -

    Geeft beoogde eindjaar aardgaslevering aan;

  • -

    Beschrijft welk onderzoek is gedaan naar koppelkansen en of deze benut worden.

Planning opstellen wijkplan

  • -

    Er is sprake van een complete projectplanning. Belangrijke mijlpalen zijn opgenomen;

  • -

    Geeft beoogde eindjaar aardgaslevering aan;

  • -

    Belangrijke risico’s voor de planning, inclusief beheersmaatregelen zijn opgenomen.

Onderbouwing oplossing

  • -

    Onderbouwing ten opzichte voorkeursoplossing is niet nodig.

 

Onderbouwing oplossing

  • -

    Initiatief sluit aan op de voorkeursoplossing of onderbouwt afwijking;

  • -

    Bij afwijking worden een indicatie gegeven van de effecten op eindgebruikerskosten, voortgang en ruimtelijke consequenties;

  • -

    Indicatie investeringsopgave gebouweigenaren.

 

Onderbouwing oplossing

  • -

    Initiatief sluit aan op de voorkeursoplossing of onderbouwt afwijking;

  • -

    Bij afwijking worden een indicatie gegeven van de effecten op eindgebruikerskosten, voortgang en ruimtelijke consequenties, inpasbaarheid m.b.t. energie- infrastructuur en gevolgen voor de nationale kosten;

  • -

    Indicatie investeringsopgave gebouweigenaren.

 

Participatieparagraaf

De participatieparagraaf beschrijft de participatie aanpak die wordt uitgevoerd in fase 2, opstellen van een het wijkplan.

 

Er is sprake van een toereikend definitief participatieparagraaf als belanghebbende en initiatiefnemer overeenstemming hebben over de participatieparagraaf en dit is goed gekeurd door de gemeente. Hiervoor is minimaal het conceptplan besproken met de wijk- en dorpsraden van de dichtstbijzijnde kernen. De definitieve participatieparagraaf moet zo goed mogelijk aansluiten op de wensen van de belanghebbende. De gemeente loopt mee in het participatieproces zodat zij kan beoordelen of dit adequaat verloopt.

 

Communicatie van initiatiefnemer is in afstemming met de gemeente. Gemeente is verantwoordelijk voor participatie en communicatie rondom de warmtetransitie. De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor het participatie- en communicatie op projectniveau en verantwoordt dat aan de gemeente.

 

Aanvullende inhoud en eisen aan uitgebreide participatieparagraaf:

De uitgebreide participatieparagraaf moet alle punten uit de beknopte participatieparagraaf behandelen. Dit wordt aangevuld met onderstaande punten:

  • indien van toepassing: beschrijving van hoe de aanpak past binnen het proces op gebiedsniveau;

  • beschrijving van de wijze waarop draagvlak/weerstand geïnventariseerd wordt;

  • er is vastgelegd wanneer er sprake is van draagvlak voor het wijkplan.

6.5 Toets 2: Projectplan door gemeente

Het projectplan wordt door de initiatiefnemer aangeleverd bij de gemeente. De initiatiefnemer krijgt van de gemeente een ontvangstbevestiging een inhoudelijk reactie. Afhankelijk van de beoordeling kan de gemeente besluiten om een afspraak te maken om de reactie toe te lichten.

 

Als de het projectplan is goedgekeurd door de gemeente kunnen initiatiefnemers beginnen met het opstellen van het wijkplan (fase 2).

  • De omschrijving van het initiatief is compleet;

  • Gemeente toetst of er afdoende is geparticipeerd over de participatie. Dit gebeurt aan de hand van participatieverslagen, deelname aan participatie momenten en de resultaten en verantwoording van het participatieproces;

  • De middelen voor uitvoering participatieparagraaf zijn afdoende;

  • Planning is conform eisen uitgewerkt;

  • Techniekkeuze is voldoende onderbouw en past binnen de gemeentelijke kaders. Bij (kans op) grote negatieve gevolgen voor de haalbaar en betaalbaarheid kan gemeente besluiten het initiatief niet te omarmen en niet mee te werken aan verdere uitwerking.

7. Fase 2: Opstellen wijkplan

Bij kleinschalige lokale initiatieven is het resultaat van fase 2 een uitvoeringsplan waar initiatiefnemers zelf mee aan de slag kunnen. Bij middelgrote en grote initiatieven is het resultaat van fase 2 een uitgewerkt wijkplan. Dit wijkplan heeft voldoende draagvlak van initiatiefnemers en belanghebbende en wordt aan de gemeenteraad voorgelegd ter besluitvorming. Als de gemeenteraad instemt met het plan wordt gestart met de uitvoer van het plan (fase 3). Hieronder is per soort initiatief beschreven wat er tenminste in het wijkplan moet staan.

 

De exacte inhoud van een wijkplan is afhankelijk van verschillende factoren. Indien nodig kunnen door gemeente aanvullende eisen gesteld worden. Het wijkplan bevat minimaal onderstaande onderdelen:

 

  • a)

    Projectomschrijving

  • b)

    Gebiedsafbakening

  • c)

    Activiteiten, taken en rollen

  • d)

    Draagvlak

  • e)

    Lokaal eigendom en eigenaarschap

  • f)

    Risico’s

 

  • a)

    Omschrijving van het project

  • Doel: Er is sprake van een project met een duidelijk begin en einde en voldoende achtergrondinformatie.

     

  • Minimale eisen

  • Kleinschalige lokale initiatieven

    Middelgrote initiatieven

    Grote initiatieven

    Wijk in detail

    Geeft een beschrijving van de doelgroep.

     

    Eindsituatie

    Schets de gewenste eindsituatie (resultaat) van het initiatief.

     

    Projectbeschrijving

    Beknopte beschrijving van het initiatief, inclusief warmtebron/techniek.

     

    Gekoppelde werkzaamheden

    Geen eisen wat betreft koppeling vanwerkzaamheden.

     

    Wijk in detail

    Geeft een beschrijving van doelgroep, specifieke aandachtspunten en uitdagingen voor het gebied.

     

    Eindsituatie

    Schets de gewenste eindsituatie (resultaat) van het initiatief.

     

    Projectbeschrijving

    Beknopte beschrijving van het initiatief, inclusief warmtebron/techniek.

     

    Beoogde einddatum aardgaslevering 

    Benoemt de datum waarop, wanneer alles conform plan gaat, de aardgaslevering beëindigd kan zijn.

     

    Korte samenvatting proces opstellen wijkplan

    Een korte omschrijving van het proces, inclusief mijlpalen en relevante ervaringen.

     

    Wijk in detail

    Geeft een beschrijving van doelgroep, specifieke aandachtspunten en uitdagingen voor het gebied. Hier wordt ook ingegaan op sociaal- economische uitdagingen.

     

    Eindsituatie

    Schets de gewenste eindsituatie (resultaat) van het initiatief.

     

    Projectbeschrijving

    Beknopte beschrijving van het initiatief, inclusief warmtebron/techniek.

     

    Beoogde einddatum aardgaslevering Benoemt de datum waarop, wanneer alles conform plan gaat, de aardgaslevering beëindigd kan zijn.

     

    Korte samenvatting proces opstellen wijkplan

    Een korte omschrijving van het proces, inclusief mijlpalen en relevante ervaringen.

  • b)

    Gebiedsafbakening

  • Doel: Er is een eenduidig en duidelijke gebiedsafbakening die aangeeft welke huizen en gebouwen binnen het plangebied vallen.

     

  • Minimale eisen

    Kleinschalige lokale initiatieven

     

    Middelgrote initiatieven

    Grote initiatieven

    Schaalgrootte

    Minimaal 3 gebouwen en maximaal 100 WEQ

     

    Aaneengesloten gebied

    Het is niet vereist dat het een aaneengesloten gebied betreft waarbinnen voor alle gebouweigenaren een alternatief geboden wordt.

     

    Aansluitrecht 

    Gebouweigenaren worden niet onnodig uitgesloten van deelname aan het initiatief.

    Schaalgrootte

    Minimaal 101 en maximaal 1500 gebouwen of WEQ

     

    Aaneengesloten gebied

    De afbakening van het gebied betreft een aaneengesloten gebied.

     

    Aansluitrecht

    De grenzen zijn eenduidig en worden niet om huizen of gebouwen heen getrokken om ze in- of uit te sluiten.

     

    Binnen het gebied mogen alle gebouweigenaren aansluiten.

     

    Schaalgrootte

    Meer dan 1501 gebouwen of WEQ

     

    Aaneengesloten gebied

    De afbakening van het gebied betreft een aaneengesloten gebied.

     

    Aansluitrecht

    De grenzen zijn eenduidig en worden niet om huizen of gebouwen heen getrokken om ze in- of uit te sluiten.

     

    Binnen het gebied mogen alle gebouweigenaren aansluiten

  • c.

    Activiteiten, taken en rollen

  • Doel: Het is duidelijk welke activiteiten verricht worden, wie waar verantwoordelijk voor is en wanneer de activiteiten gepland zijn.

     

  • Minimale eisen

    Kleinschalige lokale initiatieven

    Middelgrote initiatieven

    Grote initiatieven

    Organisatievorm

    De organisatievorm is benoemd.

     

    Projectactiviteiten

    De activiteiten die worden uitgevoerd zijn benoemd.

     

    Taken en rollen

    Per activiteit is benoemd wie verantwoordelijk is. Hierin wordt minimaal onderscheid gemaakt tussen:

    • -

      Initiatiefnemer

    • -

      Gebouweigenaar

    • -

      Gebruiker van het gebouw

     

    Organisatievorm

    De organisatievorm is benoemd, juridische entiteiten en de verhouding daartussen is duidelijk.

     

    Projectmanagement

    Er staat beschreven hoe de projectorganisatie is ingericht.

     

    Projectactiviteiten

    De activiteiten die worden uitgevoerd zijn benoemd. Hierbij is minimaal aandacht voor:

    • -

      Werkzaamheden in buitenruimte

    • -

      Werkzaamheden aan gebouwen

    • -

      Communicatie tijdens uitvoering 

    Benodigde netverzwaring

     

    Taken en rollen

    Per activiteit is benoemd wie verantwoordelijk is. Hierin wordt minimaal onderscheid gemaakt tussen:

    • -

      Initiatiefnemer

    • -

      Gebouweigenaar

    • -

      Gebruiker van het gebouw

    • -

      Netbeheerder

    • -

      Gemeente

    • -

      Woningcorporaties

    • -

      Waterleidingbedrijf

    • -

      Waterschap

    Mijlpalen

    De belangrijkste mijlpalen, bv. deadlines voor investeringsbeslissingen en go/no go momenten zijn opgenomen.

     

    Activiteitenplanning

    Er is een gedetailleerde activiteitenplanning bijgevoegd.

     

    Nazorg en klachtenafhandeling De organisatie is goed bereikbaar voor vragen en/of afhandeling klachten

     

    Er worden afdoende maatregelen genomen voor nazorg en klachtenafhandeling

     

    Organisatievorm

    De organisatievorm is benoemd, juridische entiteiten en de verhouding daartussen is duidelijk.

     

    Projectmanagement

    Er staat beschreven hoe de projectorganisatie is ingericht.

     

    Projectactiviteiten

    De activiteiten die worden uitgevoerd zijn benoemd. Hierbij is minimaal aandacht voor:

    • -

      Werkzaamheden in buitenruimte

    • -

      Werkzaamheden aan gebouwen

    • -

      Communicatie tijdensuitvoering

    • -

      Benodigde netverzwaring

    Taken en rollen

    Per activiteit is benoemd wie verantwoordelijk is. Hierin wordt minimaal onderscheid gemaakt tussen:

    • -

      Initiatiefnemer

    • -

      Gebouweigenaar

    • -

      Gebruiker van het gebouw

    • -

      Netbeheerder

    • -

      Gemeente

    • -

      Woningcorporaties

    • -

      Waterleidingbedrijf

    • -

      Waterschap

    Mijlpalen

    De belangrijkste mijlpalen, bv. deadlines voor investeringsbeslissingen en go/no go momenten zijn opgenomen.

     

    Activiteitenplanning

    Er is een gedetailleerde activiteitenplanning bijgevoegd.

     

    Nazorg en klachtenafhandeling

    De organisatie is goed bereikbaar voor vragen en/of afhandeling klachten

     

    Er worden afdoende maatregelen genomen voor nazorg en klachtenafhandeling

  • d.

    Draagvlak

  • Doel: Er is aangetoond dat er voldoende draagvlak is voor de voorgestelde warmteoplossing en de ruimtelijke inpassing.

     

  • Zonder draagvlak onder gebouweigenaren en andere belanghebbenden is het plan niet haalbaar. Uit het wijkplan moet duidelijk worden dat er voldoende draagvlak is en aan welke voorwaarden daarvoor moet worden voldaan.

  • Bij het vaststellen van draagvlak onderscheiden we drie onderwerpen waarvoor draagvlak nodig is:

     

    • i.

      de warmteoplossing en;

    • ii.

      de financiële consequenties (betaalbaarheid) en;

    • iii.

      de (eventuele) ruimtelijke inpassing en omgevingseffecten.

  • Het draagvlak voor de ruimtelijke inpassing en omgevingseffecten is in lijn met participatieprocessen bij ruimtelijke ontwikkelingen (Haarlemmermeer weet Raad, 2019). In dit type participatievraagstuk worden direct omwonende en stakeholders betrokkenen.

  • Richtinggevende vragen hierbij zijn: kijkt een omwonende uit op de ruimtelijk aanpassing of kan zij later hinder ondervinden als de aanpassing is gerealiseerd? De gemeenteraad besluit uiteindelijk of alle belangen voldoende zijn afgewogen voor de ruimtelijke inpassing en/of omgevingseffecten.

    Kleinschalige lokale initiatieven

    Middelgrote initiatieven

    Grote initiatieven

    De warmteoplossing 

    Het draagvlak voor de warmteoplossing en de financiële haalbaarheid blijkt uit voldoende deelnemers aan het initiatief.

     

    Ruimtelijke inpassing en omgevingseffecten

    Draagvlak voor de ruimtelijk inpassing wordt bepaald door aan te geven hoe de belangen van omwonende en stakeholders zijn meegenomen.

    Beschrijft de afspraken die gemaakt zijn met gebouweigenaren en andere belanghebbenden ten behoeve van draagvlak. Hierbij wordt gestreefd naar consent.

     

    Participatieverslag

    Ter verantwoordingen en onderbouwing van het draagvlak wordt bij het wijkplan een participatieverslag geleverd. Hierin staat minimaal:

    • -

      Een samenvatting van het participatietraject

    • -

      De belangrijkste inzichten

    De warmteoplossing 

    Minimaal 10% van de gebouweigenaren en inwoners hebben aantoonbaar aangegeven het project te ondersteunen.

     

    Betaalbaarheid

    De oplossing is toegankelijk voor iedereen in het afgebakende gebied. Hiertoe zijn de financiële consequenties voor gebouweigenaar en eindgebruiker inzichtelijk. Er ligt een betaalbaar aanbod.

    Ook aan gebouweigenaren met een kleine beurs wordt een passende (financierings)oplossing geboden.

     

    Ruimtelijke inpassing en omgevingseffecten 

    Beschrijft de afspraken die initiatiefnemer gemaakt heeft met belanghebbenden ten behoeve van draagvlak.

     

    Participatieverslag

    Ter verantwoording en en onderbouwing van het draagvlak wordt bij het wijkplan een participatieverslag geleverd. Hierin staat minimaal:

    • -

      Een samenvatting van het participatietraject

    • -

      De belangrijkste inzichten

    • -

      Op welke wijze bezwaren zijn geïnventariseerd, wat deze bezwaren zijn en wat de reactie op de bezwaren is vanuit initiatiefnemer.

    De warmteoplossing

    Minimaal 10% van de gebouweigenaren en inwoners hebben aantoonbaar aangegeven het project te ondersteunen.

     

    Betaalbaarheid

    De oplossing is toegankelijk voor iedereen in het afgebakende gebied. Hiertoe zijn de financiële consequenties voor gebouweigenaar en eindgebruiker inzichtelijk. Er ligt een betaalbaar aanbod.

    Ook aan gebouweigenaren met een kleine beurs wordt een passende (financierings)oplossing geboden.

     

    Ruimtelijke inpassing en omgevingseffecten 

    Beschrijft de afspraken die initiatiefnemer gemaakt heeft met belanghebbenden ten behoeve van draagvlak.

  • e.

    Lokaal eigendom en eigenaarschap

  • Doel: Bij collectieve warmte oplossingen en warmtebronnen is sprake van lokaal eigendom of eigenaarschap.

     

  • Duurzame warmtebronnen en warmtenetten zijn cruciaal in de warmtetransitie. Het is ook een economische activiteit die voor de lokale omgeving hinder kan veroorzaken. Lokaal eigendom of eigenaarschap kan bijdragen aan de acceptatie van deze activiteiten. De initiatiefnemer onderzoekt samen met de deelnemende gebouweigenaren of, en hoe, zij klant, co-financier, mede-eigenaar of eigenaar kunnen of willen zijn.

     

  • Voor de ontwikkeling van grootschalige bronnen, zoals geothermie, geldt dat niet alleen een inspanningsverplichting richting de afnemende gebouweigenaren over de eigendomsverhouding maar ook met de omwonenden.

     

  • Minimale eisen

  • Kleinschalige lokale initiatieven

     

    Middelgrote initiatieven

     

    Grote initiatieven

    Een inspanningsverplichting voor het ophalen van wensen over mede- eigenaarschap bij afnemers van de collectieve warmteoplossing.

    Een inspanningsverplichting voor het ophalen van wensen over mede- eigenaarschap bij afnemers van de collectieve warmteoplossing.

    Een inspanningsverplichting voor het ophalen van wensen over mede- eigenaarschap ten aanzien van de collectieve warmteoplossing bij afnemers.

     

    Een inspanningsverplichting voor het ophalen van wensen over mede- eigenaarschap ten aanzien van de ontwikkeling van grootschalige warmtebronnen bij de afnemers en de omgeving.

  • f.

    Succesfactoren en risico’s

  • Doel: Geeft aan wanneer welke werkzaamheden worden uitgevoerd en waar betrokkenen terecht kunnen met vragen.

     

  • Het wijkplan is een uitvoeringsgericht plan. Bij elk project zijn er risico’s die het behalen van de afspraken en doelstellingen beïnvloeden. In het wijkplan wordt daarom opgenomen wat de succesfactoren zijn en wat relevante risico’s zijn. Hierdoor wordt voor alle partijen duidelijk welke risico’s er zijn en wat de beheersmaatregelen zijn.

     

  • Minimale eisen

    Kleinschalige lokale initiatieven

    Middelgrote initiatieven

    Grote initiatieven

    Succesfactoren

    De succesfactoren zijn benoemd.

     

    Risico uitvoer werkzaamheden 

    Indien van toepassing wordt een omschrijving en planning van werkzaamheden boven en ondergronds opgenomen. Hierbij wordenook de beheersmaatregelen genoemd.

     

    Risico’s wat betreft communicatie 

    Beschreven hoe, met wie en wanneer wordt er gecommuniceerd over de werkzaamheden.

     

    Succesfactoren

    De succesfactoren zijn benoemd.

     

    Risicoparagraaf

    In het wijkplan is een risicoparagraaf opgenomen met daarin

    projectrisico’s omtrent in ieder geval:

    • -

      Financiële haalbaarheid

    • -

      Technische haalbaarheid

    • -

      Betaalbaarheid en draagvlak voor eindgebruikers

    • -

      Risico uitvoerwerkzaamheden

    • -

      Risico’s wat betreft communicatie

    In de risicoparagraaf worden ook beheersmaatregelen benoemd.

     

    Succesfactoren

    De succesfactoren zijn benoemd.

     

    Risicoparagraaf

    Er is een risico-inventarisatie uitgevoerd door een bekwame onafhankelijke partij. De resultaten zijn verwerkt in een met daarin projectrisico’s omtrent in ieder geval:

    • -

      Financiële haalbaarheid

    • -

      Technische haalbaarheid

    • -

      Betaalbaarheid en draagvlak voor eindgebruikers

    • -

      Risico uitvoerwerkzaamheden

    • -

      Risico’s wat betreft communicatie

    In de risicoparagraaf worden ook beheersmaatregelen benoemd.

7.1 Toets 3: concept wijkplan

Na het wijkplan is opgesteld wordt getoetst of het conform eisen in dit beleidskader is. Wanneer wordt voldaan aan de eisen wordt het wijkplan voorgelegd aan College van B&W en Gemeenteraad.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer,

de secretaris,

drs. Carel Brugman

de burgemeester,

Marianne Schuurmans-Wijdeven