Organisatie | Diemen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Groenplan Diemen |
Citeertitel | Groenplan Diemen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
De datum inwerkingtreding van deze regeling kan niet worden achterhaald en is bij benadering ingevuld.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2021 | nieuwe regeling | 29-11-2018 |
1.1 Doelstelling en rol van het plan
De gemeente Diemen hecht grote waarde aan het openbaar groen. Groen draagt bij aan woongenot, het welzijn van de bewoners en de economische waarde van de woonomgeving. Diemen ligt in een vrij stedelijke omgeving een heeft voldoende groen in en om de woonbuurten. Dit groen moet optimaal ingericht en te gebruiken zijn. Daarnaast wil de gemeente het openbare gebied zo inrichten en onderhouden, dat het groen duurzaam en onderhoudsarm zal zijn.
Het vorige groenbeleidsplan is in 1995 vastgesteld en het groenstructuurplan dateert uit 1997. Deels zijn de uitgangspunten hiervan nog geldig. Vanwege veranderende maatschappelijke vragen en de ruimtelijke ontwikkeling van Diemen zijn deze plannen aan herziening toe. Op dit moment is er geen groenbeheerplan in de gemeente aanwezig.
Voor heel Diemen is in 2009 het Natuurbeleidsplan opgesteld en voor het buitengebied bestaat de Visie Groengebied Amstelland. Het groenplan richt zich op het groen binnen de bebouwde kom, dat bestaat uit de groene randen langs de infrastructuren, groengebieden, groen langs water en wegen en het groen in de woonwijken en vertaalt het bestaande beleid voor de bebouwde kom.
Dit groenplan, het Natuurbeleidsplan en het Waterplan zijn bouwstenen voor de structuurvisie die de gemeente heeft opgesteld.
Het Waterplan betreft zowel het woongebied als het buitengebied en hierin is het beleid voor een veerkrachtig watersysteem opgenomen. Dit groenplan vertaalt de principes van het Waterplan voor de inrichting en het beheer van het groen.
De principes uit het Natuurbeleidsplan voor de ecologische zones zijn in dit groenplan overgenomen en vertaald in beleid voor beheer.
Ook raakt dit groenplan met het beleid voor spelen, cultuurhistorie en de kwaliteit van de openbare ruimte. Het groenplan noemt voornamelijk principes voor spelen in het groen.
De beleidsnota voor cultuurhistorie gaf aanleiding voor het vaststellen van waardevolle plekken in het groen. De gemeente ontwikkelt een handboek openbare ruimte, waarvoor dit groenplan mede als basis zal dienen.
Het groenplan heeft betrekking op al het groen binnen de bebouwde kom van Diemen. Het geeft een visie op het openbare groen dat in beheer is bij de gemeente en doet uitspraken over de beeldbepalende groengebieden die in beheer zijn bij particulieren.
Dit groenplan heeft de volgende doelen:
Bieden van een beleidskader voor het beheerproces, beheerkwaliteit, communicatie, participatie van groen en een aantal thema’s die direct relatie hebben met het groen, zoals ecologische beplanting, groene routes, milieu, spelen in het groen, water en oevers, honden in de openbare ruimte en boombeleid;
Omdat het groenplan een thematisch beleidsplan is, kan het voorkomen dat de visie onderdelen bevat die knelpunten opleveren voor andere belangen van de gemeente Diemen of andersom. In dat licht vormt het groenplan een onderdeel van het afwegingskader waar, onderbouwd door andere gemeentelijke belangen, via besluitvorming van afgeweken kan worden. Dit groenplan dient tevens als kader voor inrichtingsplannen en beheerplannen. Bij het plan is een programma met maatregelen en projecten opgenomen.
Het groenplan heeft raakvlakken met het beleid voor spelen, waterbeheer, recreatie en verkeer. Over deze onderwerpen doet het groenplan alleen uitspraken die betrekking hebben op het beeld en gebruik van groen, de groenstructuur en het totaalbeeld van de openbare ruimte.
Voor de hoofdstukken 5 en 6 van de visie (deel 2) is het plan richtinggevend, hoofdstuk 7 is kaderstellend. Hiervan kan alleen gemotiveerd worden afgeweken.
Voor het opstellen van dit groenplan is een ambtelijke werkgroep ingesteld die adviseerde over beleidslijnen en concepten.
Het adviesbureau heeft een beleidsanalyse en een veldverkenning van het groen in en om de buurten uitgevoerd.
Om het plan te voeden met ervaringen, ideeën en wensen van bewoners en gebruikers is in september 2009 een workshop met bewoners gehouden. Deze hebben zich over het groen in de wijken en in heel Diemen uitgesproken. De verwerking van de ideeën en wensen van bewoners is op 14 december 2009 aan de deelnemers van de bewonersworkshop gepresenteerd. In december 2009 vond een workshop met schoolkinderen van Jenaplanbasisschool De Nieuwe Kring plaats om ook vanuit de belevingswereld van kinderen inbreng over spelen in het groen te krijgen.
Het concept uitgangspunt voor het groenbeleid zijn in oktober 2009 in een informatieve raadscommissie besproken. Het concept groenplan zal in de eerste helft van 2010 aan de raad gepresenteerd worden.
Als u wilt weten wat de kern van het groenbeleid voor Diemen is, dan kunt u dit lezen in hoofdstuk 5. Visie en groenstructuur. Hier staan de uitspraken op hoofdlijnen over de hoofdgroenstructuur met hoofdassen, wijkassen, groenzones, groene routes en groengebieden. In § 5.4 kunt u lezen welke streefbeelden gelden voor de onderdelen van de hoofdgroenstructuur.
Wilt u meer achtergrondinformatie over het belang van groen voor de kwaliteit van de woon- en leefomgeving in Diemen, dan kunt u dat vinden in hoofdstuk 2. Waarde en betekenis openbaar groen en bijlage 1.
Als u wilt weten wat de kwaliteiten en voorstellen per buurt in Diemen zijn, dan is dat te lezen in hoofdstuk 6.Groen in de wijken, dat per wijk informatie geeft. Van elke wijk ziet u een groenkaart, enkele foto’s die een beeld geven van het groen in de wijk, een beschrijving van het karakter van de wijk en de voorstellen tot verbetering van het groen.
Een samenvatting van het bestaande nationale, regionale en gemeentelijke beleid dat van invloed is op het groenplan is te vinden in hoofdstuk 4.Beleid. Hier staat ook het gemeentelijk beleid dat in ontwikkeling is.
Nieuw beleid voor thema’s die van invloed zijn op het beeld, de gebruikswaarde en de ecologische kwaliteit van het groen staat in hoofdstuk 6.Thema’s. Hier kunt u lezen wat voorstellen zijn voor het toepassen van ecologische beplanting, de ontwikkeling van groene routes, de manier van communiceren over en participatie in groen, de bijdrage van groen aan de milieukwaliteit, spelen in het groen, inrichting van water en oevers en honden in de openbare ruimte. Voor de bomen, die een belangrijke functie vervullen in de openbare ruimte is in § 6.9 ook de uitwerking van beleidsvoorstellen gegeven.
De manier waarop Diemen het groenbeheer uitvoert is uiteengezet in hoofdstuk 9. Groenbeheer. Hier kunt u zien waar het beheer uit bestaat, hoe het georganiseerd is en hoe de kwaliteit gecontroleerd en geëvalueerd wordt. Op basis van een evaluatie van het groenbeheer doet dit groenplan een aantal beleidsvoorstellen.
Hoe Diemen de gewenste situatie voor het groen wil bereiken, kunt u lezen in hoofdstuk 8. Strategie. De voorstellen die uit de visie, de thema’s en het groenbeheer voortkomen zijn samengevat in een programma (hoofdstuk 10).
1.4 Begripsbepaling richtinggevend en kaderstellend
Met richtinggevend wordt zoals het woord aangeeft richting gegeven hoe vanuit het Groenplan een gebied groen ingericht kan worden. Als voorbeeld kan Spoorzicht, het voormalig sportterrein, genomen worden. Hiervoor worden verderop de volgende voorstellen genoemd (blz. 47):
De genoemde voorstellen zijn wensen vanuit het perspectief van een groene inrichting.
Bij de ontwikkeling van het voormalig sportpark is de gemeentelijke structuurvisie uitgangspunt. De wensen uit het groenplan worden meegenomen voor zover dit past binnen het te realiseren programma en de ruimtelijke inrichting die daarvoor nodig is.
In de Structuurvisie staat het volgende omschreven met betrekking tot Spoorzicht:
Nadere uitwerking Voormalig sportpark/ Spoorzicht
De ontwikkelingsmogelijkheden voor nieuwe woon- en werkgebieden zijn in Diemen beperkt. In de buurt Spoorzicht (voormalig sportpark) kunnen door combinaties van verschillende ruimteclaims interessante mogelijkheden ontstaan voor nieuwe ontwikkelingen die aansluitenop het station Diemen. Natuur, recreatie, woningbouw en bedrijvigheid kan hier in combinatie met elkaar tot ontwikkeling komen, waarbij afhankelijk van de situatie en doelstelling de nadruk op groen,blauw of rood kan komen te liggen.
Wordt uiteindelijk besloten dat het voormalig sportpark Spoorzicht een groene invulling krijgt dan vormen de voorstellen in het Groenplan de leidraad voor inrichting van het gebied.
Het begrip kaderstellend is meer dwingend dan richtinggevend. Hoofdstuk 7 - dat het groen in de wijken beschrijft - is kaderstellend. Om af te wijken van de voorstellen zoals deze beschreven zijn in dit hoofdstuk moet er een zwaarwegend motief zijn. Een afwijkend motief wordt met het inrichtingsplan ter besluitvorming voorgelegd aan het college.
Als voorbeeld de voorstellen voor Vogelweide (blz. 116):
De hier genoemde voorstellen zijn kaderstellend. Het verschil met richtinggevend is dat bij kaderstellend niet alleen een afweging plaatsvindt maar dat deze afweging ook in de besluitvorming voor herinrichting meegenomen wordt.
Met bovenstaande voorbeelden wordt aangegeven dat met het vaststellen door de raad van het groenplan, de raad alleen akkoord is gegaan met deze voorstellen als input vanuit de groen invalshoek bij ruimtelijke planvorming die nog moet plaatsvinden. De voorstellen zijn tevens een leidraad voor de uitvoering van plannen en beheer van openbaar groen.
2 Waarde en betekenis van openbaar groen
2.1 Samenvatting waarde en betekenis openbaar groen
De waarden van groen hebben gevolgen voor het groenbeleid van Diemen. Hierna zijn de waarden kort beschreven en aan de hand van voorbeelden wordt verduidelijkt wat deze betekenen voor het groenbeleid en de groenstructuur van Diemen. De achtergronden staan in bijlage 1.
2.1.1 Structurele, ecologische en gebruikswaarde
Deze hangt af van de continuïteit en inrichting van het groen. Het gaat hierbij om de samenhang van de bebouwde omgeving en het omliggend landschap, de oriëntatie en herkenbaarheid die het samenspel van groen en bebouwing bieden. Verbetermogelijkheden liggen in de afwisseling in het groen, in de goede verhouding van openheid en geslotenheid en in de zichtrelaties naar het omliggend landschap. Belangrijke dragers voor de structuur in Diemen zijn de Weespertrekvaart, het Amsterdam-Rijnkanaal en de Diem.
Relatie met de Weespertrekvaart
Relatie met het Amsterdam-Rijnkanaal
De basis hiervoor ligt in het functioneren van het ecologische netwerk in en rond Diemen. Diemen is aangesloten op de provinciale ecologische hoofdstructuur van Noord-Holland en heeft belangrijke ecologische gebieden en verbindingszones in de woonomgeving, zoals de spoorwegtaluds, het parkje Spoorzicht en de watergangen. De kwaliteit hangt af van een goede samenhang in de structuur van ecologisch waardevolle gebieden en van de mogelijkheden voor natuur in de woonomgeving door inrichting en beheer.
Essen-Elzenbos (parkje Spoorzicht)
Watergang met ecologisch beheerde oevers
Deze hangt af van het voldoende aanbod aan gebruiksmogelijkheden voor verschillende doeleinden (sporten, wandelen, spelen, kijken) en de verschillende leeftijdsgroepen. Ook hondenbezitters zijn een belangrijke gebruikersgroep.
De gebruiksmogelijkheden zijn gebaat bij goede verbindingen met de groene openbare zones. De richtlijn voor een goede bereikbaarheid van het openbaar groen is een straal van 300m vanuit de woning.
2.1.2 Maatschappelijke waarde Groen en gezondheid
Gezondheid bevorderen door voldoende
verblijfsgroen op loopafstand (300 meter) van de woning en in elke wijk een buurtpark; aanvullen van groene plekken waar deze ontbreken. Verder aantrekkelijke routes om vanuit huis een korte wandeling te maken, de hond uit te laten en bij een park of recreatiegebied te komen. Voor ouderen zijn voldoende zitplekken langs de belangrijkste routes gewenst. Voor beschaduwing zijn bomen in de woonomgeving en rond scholen gunstig.
Een samenhangend netwerk van groene routes om te wandelen, fietsen, joggen, skaten en dergelijke. Voldoende groen in de woonomgeving zodat het aantrekkelijk is om naar buiten te gaan.
Bij inbreidingen ervoor zorgen dat er voldoende groen van goede kwaliteit in de directe woonomgeving is en dat samenhangende en doorgaande groenstructuren behouden blijven of ontwikkeld worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de herontwikkeling bij het centrum en de ruimtelijke ontwikkelingen bij De Sniep.
Behoud van groenstructuren, beplantingssingels en bomenrijen in de gemeente, bijvoorbeeld bij de weg- en spoorverbreding.
Langs doorgaande wegen zorgen voor voldoende begeleidende beplanting.
In de directe woonomgeving kleine groenplekken bij speelvoorzieningen van kinderen. In de grotere groenstroken ook wat ruigere beplanting, zodat hier mogelijkheden zijn voor spelen in het groen.
Zorgen voor aantrekkelijke zit- en ontmoetingsplekken in het groen die in de groenstroken en langs groene routes liggen.
Behoud van de aanwezige bomen in de gemeente en op plaatsen die relatief weinig bomen hebben de openbare ruimte aanvullen met bomen.
Op parkeerplaatsen in principe bomen aanplanten.
De beplantingsstructuur in enkele groenzones langs de snelwegen aanpassen om filtering en vasthouden fijnstof te bevorderen.
Beschaduwde parkeerplaatsen zijn gunstig voor het milieu
In wijken waar groen ruime afmeting heeft dit ook benutten voor waterberging. Waar mogelijk de plantsoenen en grasvelden gebruiken voor tijdelijke regenwateropvang. Dit is bijvoorbeeld mogelijk in de wijk Buytenstee, Ruimzicht Oost en West, Biesbosch en in Bergwijkpark.
De uitbreiding van verharding in tuinen en in de openbare ruimte tegengaan en waar mogelijk het verhard oppervlak verminderen. Dit kan worden gestimuleerd door betere voorlichting over de effecten van verharde tuinen en door het bieden van alternatieve oplossingen voor een onderhoudsarme groene inrichting van particuliere tuinen.
Behouden en ontwikkelen van het groen met cultuurhistorische waarden. Dit geldt met name voor Oud-Diemen, de Ouddiemerlaan en begraafplaats Rustoord.
Ontwikkelen van beleid voor het beschermen van de monumentale en bijzondere bomen in de gemeente.
Begraafplaats Gedenk te sterven
Educatie, informatie en participatie
Voor het vergroten van het bewustzijn en het ontwikkelen van de waardering is informatie en educatie over de cultuurhistorische en natuurwaarde van het groen belangrijk. Bijvoorbeeld door thematische routes, educatieve tuinen en informatieborden. Ook de natuureducatie op scholen kan hier extra aandacht aanbesteden. Bij het ontwikkelen van groenbeleid en herinrichting van groen is participatie van betrokkenen gewenst.
Op 1 januari 2009 heeft Diemen 24.361 inwoners (bron Demografische kerncijfers per gemeente 2009, CBS) en 10.175 woningen (bron gegevens Stadsregio Amsterdam). Het openbaar groen omvat circa 119 hectare en het groen (inclusief de kunstgrasvelden) in het sportpark beslaat in totaal circa 6 hectare. Diemen heeft ruim 11.000 bomen in beheer.
Het openbaar groen bestaat uit bomen, beplantingen, gras en kruidachtige begroeiingen. Deze oppervlakte is exclusief het water en de inrichting van de begraafplaatsen.
De bomen zijn onderscheiden naar hun standplaats: in beplanting, gras of verharding. Knotbomen en leibomen zijn apart benoemd omdat hun beheer afwijkt van de bomen die vrij uit kunnen groeien.
In de nationale Nota Ruimte is voor het gebied binnen de bebouwde kom een richtlijn gegeven van 75 m2 openbaar groen per woning. In Tabel 3.2 is een overzicht gegeven van de hoeveelheid openbaar groen per wijk.
Bronnen: *) Gemeente Diemen, Monitor Wonen Diemen 2002 **) Groenbeheersysteem Diemen, 1 december 2009 |
Uit het overzicht blijkt dat inwoners van Diemen volgens de richtlijn van de Nota Ruimte over voldoende openbaar groen beschikken.
Diemen neemt deel aan de Databank Gemeentelijk Groenbeheer. Hierin vergelijkt onderzoeksinstelling Alterra te Wageningen kengetallen voor groen. Om een goede vergelijking te kunnen maken hanteert Alterra het begrip standaardgroen dat iets afwijkt van de arealen openbaar groen zoals de gemeente deze vastlegt in het groenbeheersysteem. De meest recente cijfers dateren uit 2007. Aan het onderzoek namen in totaal 15 gemeente met een grootte van 20.000 - 50.000 inwoners deel.
Diemen heeft in vergelijking met het gemiddelde van de overige gemeenten van dezelfde grootteklasse een relatief hoge hoeveelheid basisgroen per inwoner en per huishouden. De kosten per m2 en inwoner zijn eveneens hoger dan het gemiddelde van andere gemeenten. Een overzicht van de kengetallen staat in Tabel 3.3.
In het onderzoek van de databank zijn ook de verdeling in groentypen en de kosten per groentype vergeleken. Uit de vergelijking blijkt dat Diemen in verhouding weinig gazon heeft en een relatief grote hoeveelheid ruw gras. Dit heeft te maken met de ligging van het groen dat voor een groot deel in het Diemer wandellandschap langs de infrastructuur en in de grote groenstroken tussen de wijken ligt. Het onderhoud van dit ruw gras wordt relatief goedkoop uitgevoerd. Diemen heeft in verhouding tot andere gemeenten veel groen in de categorie “plantenperken”. Dit zijn eenjarige planten, vaste planten en bloembakken. In verhouding tot het totale groen is dit een klein onderdeel, zodat hier per gemeente al snel grote verschillen in optreden.
Diemen heeft volgens de richtlijn uit de Nota Ruimte en in vergelijking met andere gemeenten van dezelfde grootte voldoende openbaar groen. De totale beheerkosten per oppervlak groen zijn iets hoger dan de vergelijkbare gemeenten. Dit komt voornamelijk door de relatief hoge kosten van de categorie struiken die bestaat uit heesters, heesterrozen, bodembedekkers en hagen. Dit is terug te voeren op het compacte groen binnen de woonomgeving in Diemen.
4.1 Nationaal beleidskader, wet en regelgeving
Op rijksniveau zijn twee richtinggevende nota’s opgesteld die uitspraken doen over groen in het stedelijk gebied: de Nota Ruimte van het Ministerie van VROM en het advies Recht op Groen van de Wetenschappelijke Raad voor het Landelijk Gebied. Daarnaast zijn er een groot aantal wetten en regels van toepassing op de inrichting van het groen. De belangrijkste zijn in deze paragraaf genoemd.
Het rijksbeleid voor groen in en om de stad is vastgelegd in de rijksnota Ruimte. Deze geeft richting aan het groenbeleid voor nieuwe en bestaande groenstructuren. In de nota spreekt het rijk haar zorg uit voor de zwakke positie van groen en geeft een richtlijn van circa 75 vierkante meter groen in de bebouwde kom per woning. Ook benadrukt de nota de bijdrage die parken en groenstructuren leveren aan de kwaliteit van steden en dorpen. Voor de mentale en fysieke ontwikkeling van kinderen bijvoorbeeld is het van groot belang dat ze buiten kunnen spelen en zich zelfstandig buiten kunnen verplaatsen (zie ook hoofdstuk 2 Waarde en betekenis openbaar groen). Dit stelt eisen aan de vormgeving van de dagelijkse leefomgeving. Behoud van parken en groenstructuren is daarom wenselijk, om achteruitgang van het groenareaal te voorkomen. Voor de herstructureringsopgave in steden en dorpen kan het echter noodzakelijk zijn een stuk van een park of voetbalveld te bebouwen. De verantwoordelijke overheden moeten hierbij zelf een afweging maken. Oplossingen die vermindering van het areaal groen in het bebouwd gebied eventueel aanvaardbaar maken zijn gelegen in een compensatie buiten het bebouwd gebied of door een kwaliteitsimpuls in het resterende groen waardoor de gebruikswaarde ten minste op het oude niveau blijft. Het is aan het gemeentebestuur om in concrete gevallen deze afweging te maken.
De Wetenschappelijke Raad voor het Landelijk Gebied houdt in de nota Recht op Groen een pleidooi voor voldoende formaat en kwaliteit van groen in en om de stad. In de analyse staat dat het wenselijk is dat de groene openbare ruimte binnen 300 meter van de woning (lopend) en binnen 5 km van de stad (fietsend) te bereiken is. Bruikbaarheid vereist een bepaalde ruimtelijke structuur zodat het lopen van een rondje mogelijk is. Vanwege de betekenis van het bewegen dicht bij huis geldt hierbij als uitgangspunt dat mensen vanaf hun huis via groene routes rondgaande wandelingen van maximaal één uur kunnen maken. Recht op Groen geeft aan dat de richtlijnen voor de hoeveelheid groen van de nota Ruimte wellicht te laag zijn omdat de bevolking vergrijst en er meer behoefte is aan recreatieve mogelijkheden dicht bij huis.
Voor de inrichting en het beheer van groen zijn de volgende wetten en regulering het belangrijkst.
4.2 Bestaand bovengemeentelijk beleid
Ecologisch beleid gemeente Amsterdam
Het groen in Diemen maakt deel uit van de ecologische structuur van Amsterdam. Binnen de bebouwde omgeving vormen de spoorlijnen secundaire verbindingen voor de ecologische structuur. Voor Diemen is het knelpunt bij de verbinding langs de A10 onder de spoorweg (nr 102) van belang.
Stand van zaken Ecologische Structuur Amsterdam met knelpunten, 7 mei 2009.
4.3 Bestaand gemeentelijk beleid
Het bestaand beleid van de gemeente dat van invloed is op het groenbeleid is te vinden in een aantal gemeentelijke en regionale beleidsplannen en verordeningen. Hierna staan puntsgewijs de belangrijkste uitspraken uit deze plannen.
Het leefgebied van de ringslang in stand houden en uitbreiden. Landelijk gezien heeft Diemen een belangrijke functie voor de Ringslang. Daarnaast is dit de belangrijkste doelsoort voor ecologische verbindingen. Als het goed gaat met de Ringslang dan gaat het goed met veel kleine dieren (binnen bebouwde kom).
Ecologische structuur Diemen met knelpunten, bron: Natuurbeleidsplan Diemen 2009
Het beleidsplan groen doet uitspraken over de esthetische waarde, gebruikswaarde, beheer en sociale veiligheid. De volgende uitgangspunten zijn nog van belang.
Groenstructuurplan Diemen 1997
Het groenstructuurplan Diemen definieert de belangrijke dragers van de hoofdgroenstructuur, geeft beschrijvingen van het groen in de wijken en geeft streefbeelden weer voor het groenbeheer. Bijna alle voorstellen van dit plan zijn gerealiseerd, enkele voorstellen zijn nog in voorbereiding.
Voor Diemerbos is een ontwerp gemaakt met de volgende uitgangspunten:
Dit betekent voor het groenplan dat de verbindingen met het Diemerbos optimaal moeten zijn.
Spelen in Diemen- onderzoek speelruimte 2003
De bestaande speelplekken zijn geanalyseerd. Volgens het onderzoek is het speelplaatsenbestand gevarieerd samengesteld, het dagelijks onderhoud is overwegend goed en de speelwaarden zijn op circa 60% van de speelplekken goed. De verhouding tussen vraag en aanbod is goed, het aanbod is bijna iets te groot. Dit geldt vooral voor Diemen Zuid. Diemen Noord heeft voldoende aanbod, maar heeft geen goede verdeling op blok- en buurtniveau. In Diemen Centrum is er op zich voldoende speelruimte aanwezig, maar de spreiding is niet goed. Het speelruimteplan gaat niet in op informele speelaanleidingen en spelen in het groen.
Concept Geef ze ruimte - Evaluatieonderzoek speelruimte 2010
Het speelruimteplan is in 2009/ 2010 geëvalueerd en er is een nieuw speelruimtebeleid in ontwikkeling. De belangrijkste conclusies van de beleidsanalyse zijn:
Kansen bieden de centraal gelegen blokspeelplaatsen, de grote buurtspeelplaatsen en de toegankelijke schoolspeelplaatsen met veel gelegenheid tot ontmoeting voor meerdere leeftijden naast elkaar. In grote delen van Diemen is de verkeersruimte positief, of beter geen grote belemmering, voor de speelruimte ter plaatse. Een verdere invoering van 30-km zones, het beveiligen van school -thuisroutes en het oplossen van knelpunten is een terugkerend discussiepunt in de Raad. Op zich is dit gunstig voor de ontwikkeling van zelfstandige mobiliteit bij kinderen. Ook het invoeren van doorgaande en sociaal veilige fietsverbindingen tussen de wijken van Diemen zal hieraan bijdragen.
Beleidsnota Cultuurhistorie 2003
In deze nota zijn de cultuurhistorisch belangrijke waarden en gebieden van Diemen weergegeven. Het beveelt onder andere aan om cultuurhistorisch belangrijke plekken beter zichtbaar te maken en het publiek erover te informeren.
Structuurvisie Diemen, definitief 2011
In het ruimtelijke casco voor Diemen is de ruimtelijk-functionele structuur weergegeven. De dorpse verbindingsas Ouddiemerlaan, de groene verbindingsas met het buitengebied en de blauwe verbinding met de regio langs de Diem en Weespertrekvaart staan daarin centraal. Het ruimtelijk casco biedt onder andere de basis voor:
Ontwikkelingsbeeld Diemen 2040, bron: structuurvisie Diemen 2011
De Milieunotitie heeft betrekking op het milieu in Diemen in brede zin: het geheel van uitwendige omstandigheden die van invloed zijn op de leefomstandigheden. Het gaat om het welzijn van de planten, dieren en mensen. Dit is beïnvloed door overheersende geluiden (lawaai), de toestand van de atmosfeer, het water, de bodem, en dergelijke.
Voor de komende jaren gelden als speerpunten de integraliteit van de handhaving verbeteren (bouwen, brandveiligheid, milieu en openbare ruimte) en het opstellen en uitvoeren van beleid met betrekking tot geluid, luchtkwaliteit en klimaat.
Voor het beheer van en inrichting met bomen geldt de Bomenverordening van Diemen als basis. Hierin staat het beleid voor de juridische bescherming van bomen. Verder geeft de Bomenverordening uitgangspunten voor aanvragen voor kap van bomen, herplantplicht, schaderegeling en Iepziekte. De Bomenverordening doet ook uitspraken over boombescherming bij ruimtelijke inrichting. In de gemeente zijn herdenkingsbomen aangewezen, die extra bescherming genieten.
Door de gemeenteraad van Diemen zijn drie moties aangenomen die direct betrekking hebben op het groenbeleid. De inhoud van de moties is hierna kort samengevat.
Motie groenstructuur van 26 juni 2008
Uitgangspunt is dat groen bijdraagt aan woongenot, het welzijn van de bewoners en de economische waarde van de woonomgeving.
Motie onderhoud plantsoenen 9 en 11 november 2004
Er is een wens om te besparen op de kosten van onderhoud van grotere plantsoenen door het aanleggen of laten ontstaan van ruigere gedeeltes. Hierin kunnen Nederlandse planten en bomen toegepast worden om kansen te bieden aan insecten, zeldzame vlinders, zeldzame vogels en amfibieën.
Motie Behoud en bevorderen monumentale bomen in Diemen 21 juni 2007
De raad van de gemeente Diemen is van mening dat het belangrijk is dat in alle wijken en in het buitengebied van Diemen voldoende monumentale bomen staan. Hiervoor kunnen enerzijds bestaande bomen behouden worden door ze optimaal te onderhouden en anderzijds op geschikte plekken bomen worden aangeplant die bedoeld zijn om uit te groeien tot monumentale boom.
Van het groenbeleidsplan Diemen wordt verwacht dat er een werkwijze voor het behoud (optimaal onderhoud) en bevorderen (aanplanten) van monumentale bomen beschreven is. Daarnaast moet het behoud en aanplant van monumentale bomen in de bestemmings- plannen van De Sniep en Bergwijkpark en bij herziening van andere bestemmingsplannen in Diemen aan de orde komen. Bij eventuele budgettaire consequenties moet de raad geïnformeerd worden.
In dit hoofdstuk is de visie op de hoofdgroenstructuur van Diemen beschreven.
Als uitgangspunt voor de visie gelden de kaders van deel 1 die de benadering van het groen in Diemen bepalen.
In § 5.1 en 5.2 is de ruimtelijke structuur van de regio en het openbaar groen in de wijken beschreven die invloed uitoefenen op opbouw en structuur van het groen. De conclusies uit deze twee bouwstenen vormen de basis voor de visie op de hoofdgroenstructuur in § 5.3. De uitwerking in streefbeelden voor de onderdelen van de hoofdgroenstructuur staat in § 5.4.
De structuur van de stadsregio Amsterdam bestaat uit een aantal stedelijke lobben, die door groene scheggen van elkaar worden gescheiden. De basis voor deze structuur werd gelegd in het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP, 1935). Diemen maakt onderdeel uit van de zuidoostelijke lob en wordt aan de noord- en oostzijde door een groene scheg met voorzieningen voor extensieve en intensieve recreatie begrensd. Langs deze scheg dringt het landschap van de Vechtstreek via de zuidoever van het IJmeer tot aan het Flevopark de stad binnen. De groene zone langs de Diemerzeedijk scheidt Diemen van de Amsterdamse woonwijk IJburg en het IJmeer. Het Diemerzeedijkgebied is als natuur- en recreatiegebied ingericht en is te bereiken via de Nesciobrug.
Aan de oostrand van Diemen ligt op circa 10 minuten fietsen van het centrum het recreatie- gebied Diemerbos dat tot 2011 wordt uitgebreid en opgeknapt. Deze opknapbeurt omvat het verbeteren van het padenstelsel, uitbreiden van recreatieve voorzieningen en vergroten van de variatie in de natuur.
Diemen grenst in het westen aan de Amsterdamse stadsdeel Watergraafsmeer en Duivendrecht en in het zuiden aan Amsterdam Zuidoost. Diemen maakt onderdeel uit van de stadsregio Amsterdam en is goed aangesloten op het landelijke net van openbaar vervoer door spoorlijnen, metrolijnen, tram en verschillende buslijnen. Door de begrenzing van Diemen door snelwegen en provinciale wegen is de gemeente optimaal ‘via buitenom’ bereikbaar. Binnen de woonomgeving van Diemen en naar de recreatiegebieden in de omgeving wordt langzaam verkeer bevorderd. Sluipverkeer door Diemen wordt geweerd. Dit heeft ook invloed op de relatie tussen de hoofdroute voor autoverkeer door de woonomgeving en de hoofdgroenstructuur: deze twee hoeven niet per se aan elkaar gekoppeld zijn. En het betekent ook dat de routes binnen de woonomgeving van Diemen en naar de recreatiegebieden optimaal moeten zijn.
De woonkwaliteit in Diemen is in belangrijke mate bepaald door de ligging aan de rand van de stadsregio Amsterdam. In de 19de eeuw was het een boerendorp in de polder Watergraafs- meer op ruime afstand van de stad Amsterdam. In de tweede helft van de 20e eeuw heeft Diemen een forse stedelijke ontwikkeling doorgemaakt en in de 21ste eeuw is de bebouwing nauwelijks te onderscheiden van de stadstructuur van Amsterdam. Toch heeft Diemen een dorpsfeer dat haar onderscheidt van de omringende wijken.
De grenzen van Diemen met de omliggende gemeentes worden gevormd door (snel)wegen en spoorlijnen. Ook de woongebieden van Diemen zijn door infrastructurele lijnen van elkaar gescheiden. Deze lijnen vormen barrières voor ecologische en ruimtelijke relaties met het omringende landschap en met de omringende stadstructuren.
5.2 Het openbaar groen in Diemen, huidige situatie
De opbouw van de stedelijke en de groene structuur in de woonwijken en bedrijventerreinen is deels gebaseerd op het onderliggend landschap. De Ouddiemerlaan bijvoorbeeld volgt nog de oude ontginningsroute van het moerassige land dat Diemen in de middeleeuwen was. De structuur van Diemen wordt echter grotendeels beïnvloed en gevormd door infrastructuur- spoorlijnen, snelweg, kanaal en trekvaart – die het stedelijke gebied in afzonderlijke eenheden opdelen. Deelgebieden zijn op opgespoten zand gebouwd en hier zijn de historische structuren verdwenen.
De bebouwingscontour heeft haar fysieke grens bereikt die door infrastructuur gesteld is. Alleen in herstructureringsgebieden bestaat de mogelijkheid voor uitbreiding van openbaar groen. De hoeveelheid groen in Diemen is gezien vanuit de landelijke richtlijn van 75 m2 per woning voldoende.
Naast de ruim aanwezige privéruimtes is daarom de bestaande openbare ruimte en het daarin aanwezige groen van uitzonderlijk belang voor de gemeente.
De geluidshinderzones langs de infrastructuur bestaan uit groene linten, waarin natuurlijk beheer, speelplekken, wandel- en fietsroutes, hondenuitlaatplaatsen en volkstuinen een plek vinden. De verbindingen voor wandelaars of fietsers in deze groene zones lopen niet overal door.
Het Amsterdam-Rijnkanaal en de trekvaart zijn belangrijke openbare ruimtes in Diemen en hierlangs liggen de routes naar de recreatiegebieden. Ondanks hun rol als belangrijke dragers van de hoofdgroenstructuur hebben zij geen sterke beeld- en verblijfskwaliteit. De routes zijn plaatselijk slecht herkenbaar en sluiten op een aantal plekken niet goed op elkaar aan.
Er is weinig aanbod aan parken en grotere plantsoenen binnen en tussen de woonwijken voor recreatieve en sociale doeleinden.
De stedenbouwkundige typologie bepaald in grote mate het uiterlijk van het openbaar groen binnen de buurten. Diemen heeft een variatie van suburbane woonmilieus met bijbehorende typen openbaar groen, maar de meeste kenmerken zich door zeer compact groen in de directe woonomgeving dat voornamelijk bestaat uit bomen, bodembedekkers en kleine heestervakken. Uitzonderingen zijn de parkstrook langs het Amsterdam Rijnkanaal in Diemen Noord, de wijk Ruimzicht met grotere groenplekken binnen de grootschalige strokenverkaveling en de wijk Biesbosch die gekenmerkt is door de toepassing van bosplantsoen. Vanwege sociale veiligheid en gebruikseisen is de toepassing van bosplantsoen in de woonomgeving in Ruimzicht en Biesbosch afgenomen en hierdoor gaat het groen in deze wijken meer op het standaard groen in heel Diemen lijken. Het openbaar groen wordt in het algemeen als saai ervaren.
Op een aantal plekken experimenteert de gemeente succesvol met bijzondere decoratieve of ecologische beplanting. Deze kunnen op andere locaties in de gemeente ook worden toegepast om synergie in inrichting en beheer te behalen.
Pleinen en plantsoenen zijn vaak voorzien van speelvoorzieningen, het merendeel is echter voor één bepaalde leeftijdsgroep ingericht en biedt weinig flexibiliteit in het gebruik voor kinderen van verschillende leeftijden.
Op de openbare ruimte rusten vele claims. Het groen moet voldoen aan esthetische waarden, moet ruimte bieden voor natuur, contemplatie, spelen, wandelen, fietsen en het uitlaten van honden. Tegelijkertijd moet het beheerbaar zijn en mag niet te veel kosten.
Doelstelling van de visie op het groen in Diemen
De in § 5.1 en 5.2 beschreven punten leiden tot de visie op de hoofdgroenstructuur van Diemen. De doelstelling is optimaal gebruik te maken van het aanwezige groen in en om Diemen en de waarde te verhogen en te behouden. Dit wordt bereikt door het vaststellen van een duidelijke hoofdgroenstructuur, die uit samenhangende groenelementen bestaat waarin alle belangrijke functies van het groen een plaats vinden. Er zijn een aantal thema’s die een bijzondere invloed hebben op het groen. Deze komen vanuit maatschappelijke behoeften en ecologische of milieuwaarden. Zij stellen eisen aan de inrichting en het beheer van het groen in de openbare ruimte. Door deze eisen te integreren in de visie op het groen wordt de waarde van het groen verhoogd en het draagvlak vergroot.
Afbakening van het bereik van de visie
Deze visie gaat over het groen binnen de bebouwde omgeving van Diemen.
Er zijn objecten, die meespelen in de openbare ruimte van Diemen, buiten bezit of beheer van de gemeente Diemen, zoals het Amsterdam-Rijnkanaal en de provinciale wegen. Indien het groen van het buitengebied of van andere grondeigenaren of beheerders cruciaal is en direct invloed heeft op de woonomgeving is dit in de visie opgenomen. De gemeente zal de streefbeelden voor deze gebieden bij de betreffende instanties voorleggen en deze in overleg proberen te realiseren.
5.3.1 Visie op de Hoofdstructuur – gewenste situatie
Bij de beschrijving van de gewenste situatie maken we onderscheid tussen de hoofdgroenstructuur en beleidsthema’s. De hoofdgroenstructuur bestaat uit de groenzones en groengebieden die langs de doorgaande wegen en waterwegen en in de stadsranden liggen. De beleidsthema’s hebben betrekking op plekken of routes die een relatie hebben met de beleving van het groen in de stad, zoals speelplekken en routes naar omliggende recreatiegebieden. Deze thema’s worden over het algemeen bepaald door maatschappelijke behoeften en ecologische of milieuwaarden.
5.3.2 Hoofdgroenstructuur: een sterk netwerk
Een sterke groenstructuur is bepalend voor het karakter en beeld van een gemeente. Deze sterke structuur kan worden bereikt door het vaststellen van een duidelijke hoofdgroenstructuur, die uit samenhangende groenelementen bestaat waarin alle belangrijke functies van het groen een plaats krijgen. Het belangrijkste doel voor Diemen is het creëren van een sterk netwerk van verbindingen voor langzaam verkeer tussen de woonwijken en tussen Diemen en de omgeving. Dit sterke netwerk van groenzones wordt beeldbepalend voor Diemen en zorgt er voor dat Diemen zijn karakter kan ontlenen aan de bestaande groenstructuren rondom de stad.
De hoofdgroenstructuur van Diemen bestaat uit twee groene noord-zuid assen, twee groenblauwe oost-west assen en twee groene oost-west zones (zie kaart). Deze assen hebben een gebiedsoverstijgend karakter en maken deel uit van het recreatief of ecologisch netwerk. De buurten zijn onderling en met de groene noord-zuid as verbonden door groene wijkassen. De woonwijken zijn omgeven door het Diemer wandellandschap. Samen vormen deze gebieden het groene netwerk van Diemen.
Langs de noord-zuid as ligt een aantal bijzondere groengebieden: de groene parels. De gemeente bezit daarnaast nog drie bijzondere groengebieden die aan het netwerk van de hoofdgroenstructuur gekoppeld zijn.
Het gewenste beeld is hieronder per onderdeel van de hoofdgroenstructuur nader beschreven.
De groene noord-zuid hoofdassen
De Ouddiemerlaan en het Aalscholverpad zijn de belangrijkste groene verbindingen en lopen in noord-zuid richting door het woongebied van Diemen. Langs de provinciale weg en de Diem loopt de tweede belangrijke groene verbinding met recreatieve doelstelling. Beiden verbinden Diemen met het Amsterdam-Rijnkanaal, Amsterdam Zuidoost en verder met recreatiegebied Overamstel.
Tussen de A1 en Gooilijn ligt een ecologisch waardevolle zone met park Spoorzicht, de Israëlitische begraafplaats en het poldergebied Landlust. Deze sluit met de Diem aan op een provinciale ecologische verbindingszone. Met opheffing van de functie van rangeerterrein van de spoorlijn zal de spoordijk als natuurpark in deze zone geïntegreerd worden. De groenstroken langs de Gooiseweg hebben deels al een belangrijke functie als recreatief gebied en worden als parkgebied ontwikkeld.
Het Diemer wandellandschap omzoomt de woongebieden van Diemen. In het wandellandschap liggen doorgaande recreatieve verbindingen die aansluiten aan de eerder genoemde hoofdassen. Het biedt een leefgebied voor inheemse planten en dieren en doet dienst als ecologische verbindingszone. Ook is deze groene zone belangrijk voor verbetering van de luchtkwaliteit.
De bijzondere groengebieden in beheer bij de gemeente
Er zijn twee bijzondere groengebieden binnen de gemeentegrens van Diemen: het Bergwijkpark en de begraafplaats Rustoord. Het Bergwijkpark grenst aan het park langs de Gooiseweg. Rustoord ligt aan het kruispunt Weespertrekvaart/ Diemer wandellandschap en heeft vooral cultuurhistorische waarde.
Botanisch en faunistisch waardevolle gebieden van de natuurboog
Deze zone ligt binnen de Natuurboog van de Provinciale ecologische hoofdstructuur (PEHS) en grenst aan de bebouwde gebieden van Diemen. Op de Natuurwaarden- kaart zijn de oeverlanden van de Diem met het hoogste cijfer (5) beoordeeld en het gebied rondom de ijsbaan met een 4. Voor uitgangspunten, beleid en invulling van dit gebied wordt verwezen naar het Natuurbeleidsplan Diemen.
Om te zorgen voor een sterke hoofdgroenstructuur beschermt en ontwikkelt de gemeente het groen dat de structuur, het karakter en het beeld van Diemen bepaalt. Dit betekent dat groenzones in de hoofdgroenstructuur gevrijwaard zijn van ontwikkeling van bebouwing en infrastructuur. Bij ruimtelijke projecten in en langs de hoofdstructuur is kwaliteitsverbetering, ontwikkeling en inpassing van groene structuren essentieel.
De strategie voor de bescherming van de groene hoofdstructuur staat in deel 3 van dit groenplan.
Er zijn beleidsthema’s die een bijzondere invloed op het groen hebben. Deze thema’s komen vanuit maatschappelijke behoeften en ecologische of milieuwaarden. Zij stellen eisen aan de inrichting en het beheer van het groen in de openbare ruimte. Door de eisen vanuit deze thema’s te integreren in de visie op het groen wordt de waarde van het groen verhoogd en het draagvlak vergroot.
In deze paragraaf staat per beleidsthema de gewenste situatie kort beschreven. In hoofdstuk 6 volgt een uitgebreide beschrijving per thema en concrete beleidsvoorstellen om de gewenste situatie te bereiken.
1.Ecologie in de woonomgeving (§ 6.1)
Hoewel binnen de woongebieden van Diemen bovengemeentelijke ecologische verbindingszones en provinciaal aangewezen ecologische kerngebieden ontbreken, bevinden zich in Diemen gebieden met een hoge natuurwaarde. Deze gebieden, waaronder kerngebieden van de Ringslang, zijn optimaal met het buitengebied verbonden door verbindingszones langs de spoortaluds en faunapassages. Voor deze ecologisch waardevolle gebieden, die zich in de hoofdgroenstructuur bevinden, is in § 5.4.3 beleid geformuleerd.
Natuur in de wijken kan worden bevorderd door inheemse beplanting en autochtoon plantmateriaal te gebruiken. Voorlichting en natuureducatie zullen bijdragen aan beleving en bewustzijn van natuur in de eigen leefomgeving.
De hoeveelheid groen in de directe woonomgeving is beperkt. Het bestaan van verbindingen tussen groene gebieden in Diemen en de routes naar de grotere groen- en recreatiegebieden in de omgeving van Diemen is daarom essentieel. Het eenduidige gebruik van verhardingsmateriaal, beplanting en straatmeubilair moet de samenhang van de routes benadrukken. Een duidelijk start- en eindpunt en duidelijke bewegwijzering van de groene routes naar het buitengebied zullen daar aan bijdragen.
3. Communicatie over groen (§ 6.3)
Voor het verhogen van het bewustzijn en het ontwikkelen van de waardering is informatie en educatie over de cultuurhistorische en natuurwaarde van het groen belangrijk.
Bijvoorbeeld door het uitzetten van thematische routes en aanleg van educatieve tuinen en informatieborden. Ook de natuureducatie op scholen kan hieraan extra aandacht besteden.
Een groene omgeving levert een belangrijke bijdrage aan het leefklimaat. Beplanting langs wegen en op pleinen beperkt op warme zomerdagen bijvoorbeeld de opwarming van de omgeving. Door de soortenkeuze van beplanting langs drukke wegen kan een bijdrage worden geleverd aan de filtering van lucht en de binding van fijnstof. De positieve invloed van beplanting op het leefklimaat dient in stedelijke herinrichtings- plannen meegenomen te worden. Bij herinrichting kan de functie van plantsoenen en grasvelden voor waterberging vergroot worden.
Rond speelplekken is groen aanwezig dat speelmogelijkheden en speelaanleidingen voor kinderen biedt.
Voor spelen in het groen zijn ruige terreintjes of bosjes gewenst. Dit is mogelijk in het parkje de Omloop, delen van het park Spoorzicht, de punt aan het water in Buitenlust en plekken in het Diemer wandellandschap. In deze ruige speelterreinen worden kinderen uitgedaagd om zelfstandig, creatief en exploratief te spelen.
Water heeft in de openbare ruimte van Diemen een belangrijke functie. In de eerste plaats voor de berging en afvoer van hemelwater. Daarnaast heeft het een functie voor de ecologie door ecologische oevers en schoon water in de ecologische zones. Ook biedt het water recreatie- mogelijkheden, voornamelijk langs de Weespertrekvaart en Muidertrekvaart.
Ecologische oevers hebben ook een recreatieve waarde door zichtrelaties met het water en de toegankelijkheid van het water. Watergangen buiten de ecologische zones zijn aantrekkelijk ingericht door hun bloem- en soortenrijkdom. Waar er ruimte is in de woonomgeving zijn de oevers ecologische ingericht.
7. Honden in de openbare ruimte (§ 6.7)
De uitlaatzones voor honden liggen in de hele gemeente op maximaal 300 meter loopafstand van de woning en zijn hondvriendelijk ingericht.
De gemeente voert een groenbeleid en -beheer dat gericht is op sociale veiligheid: enerzijds houdt de gemeente er rekening mee bij inrichting van een locatie (transparante en overzichtelijke beplanting) en zij streeft ernaar het groen in de stad leefbaar te maken. Anderzijds neemt zij maatregelen indien klachten binnenkomen vanuit de wijkcoördinatoren, wijkschouwen of vanuit de politie.
Dit thema is niet verder uitgewerkt.
De hoofdboomstructuur bestaat uit bomenrijen die door hun grootte en situering langs wegen een structurerende functie hebben. Deze bomen zijn beeldbepalend voor de hele gemeente. De hoofdboomstructuur is beschermd en de bomen hebben hier optimale groeiomstandigheden voor een duurzame ontwikkeling.
De streefbeelden voor de boomstructuur staan bij de beschrijving van de groene hoofdassen (§ 5.4.1) en in de groene wijkassen (§ 5.4.2).
Het is wenselijk een boomstructuurplan op te stellen om ook streefbeelden voor de bomen in de wijken op te stellen.
De aanwezige historische waarden van Diemen moeten waar mogelijk in de groene hoofdstructuur geïntegreerd zijn. Door informatieborden, beeldende kunst en de ligging langs routes (route “dwars door Diemen”) kunnen deze zichtbaar en beleefbaar gemaakt worden. Een aantal van deze locaties is als groene parel in de hoofdgroenstructuur opgenomen (zie paragraaf 5.4.1). Van speciaal cultuurhistorisch belang is de begraafplaats ‘Rustoord’. De gemeente heeft de begraafplaats aangekocht. Voor de ontwikkeling en het beheer van de begraafplaats dient een beheerplan opgesteld te worden.
De beleidspunten voor cultuurhistorie staan in de beleidsnota Cultuurhistorie voor Diemen en zijn niet uitgewerkt in dit groenplan.
5.3.4 Uitgangspunten voor ingrepen en beleid
Uit de beschrijving van de gewenste situatie volgen de onderstaande uitgangspunten voor ingrepen in de structuur en beleid voor de hoofdgroenstructuur en de thema’s. In volgende hoofdstukken zijn deze uitgangspunten nader uitgewerkt tot concrete voorstellen.
5.4 Hoofdgroenstructuur: huidige situatie en streefbeelden
Diemen bestaat uit een aantal woonbuurten met verschillende stedenbouwkundige concepten, die door de infrastructuur in aparte delen worden gesplitst. De hoofdgroenstructuur brengt samenhang in het geheel. Hij verbindt de woonwijken onderling, met het omringende landschap en met de stedelijke structuren van Amsterdam.
De visie op de hoofdgroenstructuur is in § 5.3.1 beschreven. Hierna volgt per onderdeel van de hoofdgroenstructuur de beschrijving van de huidige situatie met de streefbeelden.
5.4.1 De groene noord-zuid hoofdassen
Er liggen twee groene hoofdassen in noord-zuid richting tussen het Amsterdam- Rijnkanaal en Duivendrecht. Eén as loopt langs alle woongebieden van Diemen langs de Ouddiemerlaan/ Aalscholverpad, de tweede ligt langs de westkant van de Diem/ Sportlaan/ Provincialeweg/ Daalwijkdreef.
Omdat de Ouddiemerlaan en het Aalscholverpad historisch en stedenbouwkundig erg van elkaar verschillen, is hieronder voor elk deel een aparte beschrijving gemaakt.
Beschrijving huidige situatie:
In het noorden begint de as bij het Amsterdam-Rijnkanaal en eindigt aan de Weespertrekvaart. De Ouddiemerlaan is een historisch lint dat door Diemen Centrum en Diemen Noord loopt. In Diemen Noord is dit lint alleen voor langzaam verkeer toegankelijk, in Diemen Centrum vormt de Ouddiemerlaan de hoofdontsluiting voor autoverkeer. Langs de Ouddiemerlaan liggen een aantal belangrijke voorzieningen: een gezondheidscentrum, oude kern Oud-Diemen, het NS-station, het centrumgebied met onder andere gemeentehuis, winkelcentrum, theater de Omval, politiebureau en brandweerkazerne.
De bebouwing langs deze as is gevarieerd. In het centrum staan historische (rij)huizen uit de 19de eeuw tot de jaren ‘30 van de 20e eeuw. Vanaf het winkelcentrum tot het NS- station wordt de Ouddiemerlaan begeleid door bebouwing vanaf de jaren ‘60. De stedenbouwkundige opzet is in dit deel zeer gevarieerd. Er staan rijtjeshuizen, het gemeentehuis, theater, winkelcentrum, appartementencomplexen met verschillende types openbaar groen. De bebouwingshoogte varieert van 1 en 2 lagen tot hoogbouw bij appartementencomplexen.
De Ouddiemerlaan in Diemen Centrum is aan weerszijden begeleid door straatbomen, voornamelijk lindes die in verharding en soms in beplanting staan.
De structuur van deze bomen-as is niet consistent: er worden voornamelijk lindes gebruikt maar, vooral rond het centrum, ook verschillende soorten bomen van de 3de grootte. De bomenlaan is niet op de hele Ouddiemerlaan doorgaand en de leeftijd van de bomen is nogal verschillend. De bomen staan in enkele lanen, in dubbele lanen, alleen aan een kant van de weg en soms ook in de middenberm.
In het historische gedeelte van Oud-Diemen staan geen straatbomen, wel leibomen. Tussen Oud-Diemen en het Amsterdam-Rijnkanaal loopt een fiets- en voetpad, begeleid door een laan populieren in een grasstrook. In de laan ontbreken een aantal bomen.
Verbreding spoorweg (Gooilijn) en veranderingen in maaiveld rond spoorlijn.
Het appartementencomplex op de hoek van de Ouddiemerlaan/ Rode Kruislaan wordt gesloopt, de bomen die in dit gebied langs de Ouddiemerlaan staan worden gekapt.
De bomen-as langs de Ouddiemerlaan is niet consequent ingericht.
Er bestaat de kans om het kruispunt bij de spoorlijn nieuw te ontwikkelen.
Er zijn kansen voor de ontwikkeling van een nieuw straatprofiel met een goede groeiplaats voor de bomen langs de Ouddiemerlaan aan het kruispunt met de Rode Kruislaan.
Populieren in grasberm langs water in Diemen Noord tussen het Amsterdam-Rijnkanaal en Oud-Diemen.
Leilindes bij de ingangen van de historische kern van Oud-Diemen. De leiperen in de kern van Oud-Diemen blijven bestaan en passen in het streefbeeld.
Een laan van lindes met onderbegroeiing van heggen van de A1 tot aan de Weespertrekvaart. Een uitzondering op dit streefbeeld zijn de eiken met onderbegroeiing van heggen in de Burgemeester Bickerstraat, deze blijven behouden. Op bijzondere plekken, dit zijn de parels centrum en stationsparkje, staan in plaats van de lindelaan leilindes.
Ouddiemerlaan Spoorzicht/ Buitenlust
Ouddiemerlaan in Diemen Centrum
Beschrijving huidige situatie:
Het Aalscholverpad vormt de groene hoofdas in Diemen Zuid en is een groene langzaam verkeer- verbinding. Het volgt de stedenbouwkundige opzet van deze woonwijk uit de jaren ‘70/ ‘80 van de 20e eeuw. Het pad loopt van de Weespertrekvaart tot aan de Gooiseweg. De wijk Biesbosch die in het zuiden aan de as grenst, hoort stedenbouw- kundig bij Duivendrecht. Daarom is Biesbosch in verlenging van het Aalscholverpad officieel door de Slinger aan de andere kant van de van Madeweg in Duivendrecht ontsloten.
De groene as Aalscholverpad begint bij de brug aan de Weespertrekvaart en scheidt de oostelijk en westelijke woonbuurten van elkaar. Er is geen doorgaande route voor autoverkeer die alle buurten verbindt, daarom is de fietsroute Aalscholverpad zo belangrijk voor Diemen Zuid.
Het Aalscholverpad is een duidelijke fietsroute van gekleurd asfalt, afwisselend begeleid door grasstroken, lage beplanting en bomen van de 2de orde. Via de woonstraten en fietspaden sluit hij aan de woonbuurten oostelijk en westelijk aan. Daar waar hij parallel met woonstraten of de busbaan loopt is er een duidelijke afscheiding door beplanting.
Kans op herinrichting noordelijkste stuk tussen Beukenhorst en Anne Frankwijk.
Het Aalscholverpad loopt vrij van de autoroutes tussen de woonwijken van de Weespertrekvaart tot aan de Gooiseweg. De verharding is consequent in rood asfalt uitgevoerd. De beplanting is divers en niet consequent doorgetrokken. Bomen staan onregelmatig verspreid. Dat komt door de onvoldoende ondergrondse groeiruimte door een tracé van kabels en leidingen. Daardoor maakt het soms te weinig de indruk dé fietsverbinding in Diemen Zuid te zijn.
Streefbeeld Aalscholverpad Groene fiets- en voetgangersroute
met lage beplanting of bloemrijk gras en duidelijke accenten door bomen van de 2de orde aan de kruispunten met de woonstraten. Aan het begin en eindpunt van de route (kruispunt met Weespertrekvaart en met de Gooiseweg) duidelijk accent door bijzondere bomen 1ste grootte.
Ligging van de groene noord-zuid as langs de Diem/ provinciale weg
Langs de Diem/ Sportlaan/ provinciale weg/ Daalwijkdreef
Beschrijving huidige situatie:
Deze route is een belangrijke drager voor de hoofdgroenstructuur van Diemen. Deze loopt in Diemen Noord en Centrum langs de Diem en sluit ter hoogte van de Muidertrekvaart op de Provincialeweg aan. Langs de Provincialeweg en de Daalwijkdreef loopt in de huidige situatie geen fietsroute. Dit is wel wenselijk als verbinding met de groengebieden van Overamstel. In de huidige situatie ontbreken enkele aansluitingen en delen van de route. De beschrijving van de knelpunten staat in § 6.2 Groene routes.
Verbreding A1 biedt kansen voor de realisatie van fietsverbindingen onder de A1 door.
De route langs de oostrand van Diemen is een belangrijke verbinding tussen groengebied Diemerpolder en groengebied Overamstel.
Er is een aantal knelpunten in de verbindingen, deze zijn in het thema groene routes opgenomen.
Halfverhard fietspad langs de Diem met zicht op de rietlanden langs de Diem, zichtlijnen naar het water en een aantal toegangsmogelijkheden tot het water (zie thema groene routes § 6.2). Beplanting langs het pad bestaat uit ruige grasstroken. Geasfalteerd fietspad vanaf de Muidertrekvaart, gescheiden van de provinciale weg door een grasstrook. Bij ontwikkeling van het fietspad langs de Daalwijkdreef is er een beplantingsstrook met heggen of een grasstrook met bomen tussen fietspad en weg.
Ligging van de groen blauwe zone langs de Weespertrekvaart-Hartveldseweg-Muiderstraatweg
5.4.2 De groenblauwe oost west assen
Weespertrekvaart – Hartveldseweg – Muiderstraatweg
Beschrijving huidige situatie:
De belangrijkste openbare ruimte in de stedelijke structuur van Diemen is de Weespertrekvaart met daarlangs het Hartveldseweg en Muiderstraatweg aan de noordoever en de Venserkade en Prins Hendrikkade aan de zuidoever. Niet alleen historisch heeft deze openbare ruimte grote betekenis voor Diemen, het is ook de meest herkenbare structuur van Diemen.
In het westen sluit de Hartveldseweg aan stadsdeel Oost van Amsterdam aan met de A10 als duidelijke grens. De Weespertrekvaart vormt vanaf hier samen met de Hartveldseweg en Muiderstraatweg een belangrijke structuur. Bij de entree is de openbare ruimte niet goed vormgegeven.
In het oosten krijgt de sterke structuur van Trekvaart en Muiderstraatweg een duidelijke scheiding doordat de Trekvaart eindigt en het spoorwegviaduct de structuur doorkruist. De gedempte Muidertrekvaart is vanaf dit punt alleen nog door de aanwezigheid van de Muiderstraatweg te ervaren, de Weespertrekvaart buigt zuidoostelijk af en vormt vanaf de provinciale weg s113 de grens tussen Diemen en Amsterdam Zuidoost. De tramlijn, tussen de Middenweg in Amsterdam en de Hartveldseweg, heeft net voorbij het spoorlijnviaduct ook zijn eindpunt bereikt.
In de nieuwe stedelijke ontwikkeling van de Plantage de Sniep wordt het gedempte water van de Muidertrekvaart heropend. Plantage de Sniep overbrugt de scheiding door het spoorviaduct en het woongebied van Diemen breidt zich in oostelijke richting uit tot vlak voor de Diem. Op dit punt is in de inrichting van de openbare ruimte de entree van Diemen niet goed herkenbaar.
De Muiderstraatweg loopt verder richting het recreatiegebied Diemerbos, kruist de Diem en loopt langs bedrijventerrein Stammerdijk.
De Weespertrekvaart heeft in het gemeentegebied van Diemen harde oevers met damwanden en een aanlegplaats. Direct langs het water loopt doorgaans een voetpad, gescheiden door gras, beplanting of bomen van het fietspad, grenzend aan de rijbanen van auto’s en de tramlijn. Aan de noordkant van de Hartveldseweg loopt eveneens een voetpad dat vóór de bebouwing die gericht is op de Weespertrekvaart ligt.
De relatie van de kant van de boulevard met de overkant aan de Hartveldseweg/ Muiderstraatweg is zwak door de sterke scheiding door het verkeer en het ontbreken van visuele relaties.
Langs de noordoever van de Weespertrekvaart ligt een boulevard die hoofdzakelijk begeleid is door platanen. Tussen de A10 en de rooms-katholieke kerk staan de bomen in gras. Tussen de kerk en de Diemerbrug staan de platanen in beplanting en worden ze als leibomen beheerd. Ter hoogte van de Diemerbrug staan langs het water bolvormige bomen 3de orde in verharding met bloembakken tot voorbij de Diemerbrug. Vanaf hier tot aan het spoorlijnviaduct staan de platanen in verharding.
Ontwikkeling woon- en werkgebied de Sniep
Verlenging van de tramlijn in de richting van het Diemerbos
De Weespertrekvaart is een belangrijke openbare ruimte voor Diemen met historische waarde.
De Hartveldseweg en Muiderstraatweg, in het hart van Diemen langs de Weespertrekvaart gelegen, verbindt Diemen met het Diemerbos.
De Weespertrekvaart buigt ter hoogte van het punt van de Sniep af richting zuidoost en vormt de zuidelijke grens van Diemen met Amsterdam Zuidoost.
De Muiderstraatweg is vanaf het spoorlijnviaduct gedempt en zal met de ontwikkeling van de Sniep worden heropend.
Een duidelijke vormgegeven entree voor de bebouwde kom van Diemen ontbreekt zowel in het oosten als in het westen.
De noord- en de zuidoever hebben verschillende functies en inrichting: de noordoever hoort bij de hoofdassen in de hoofdgroenstructuur en is een boulevard met doorgaande wegstructuren, de zuidoever hoort bij het groene wijknetwerk.
De relatie van de boulevard met de overkant van de Hartveldseweg/ Muiderstraatweg is zwak.
De zuidoever is de oever waar men vanaf de boulevard op uitkijkt.
Er liggen kansen in de ontwikkeling van deze boulevard door de ontwikkelingen op het gebied van de Sniep en door de verlenging van de tramlijn.
Ontwikkeling van een boulevard vanaf de A10 tot aan de Sportlaan.
De boulevard aan de noordkant van de Weespertrekvaart heeft duidelijke ruimtelijke begin- en eindpunten (A10 en kruispunt met Sportlaan).
De aansluitingen van de wandel/ fietsroutes op de omgeving (Amsterdam en recreatie- gebieden oostelijk van Diemen) zijn optimaal.
De noordoever heeft een inrichting die hoort bij de boulevard functie: één type verharding en één soort bomen. Bij de parel bij de brug is een afwijkend type verharding gebruikt. De parel en bijzondere plekken (historische gebouwen) zijn met leibomen geaccentueerd. Verderop staan de bomen in gras. Langs de boulevard zijn zitplekken ingericht. ’s Nachts is de boulevard verlicht met een bijzonder type lichtmasten. Ook het overige meubilair is bijzonder.
De relatie met de overkant van de Hartveldseweg/ Muiderstraatweg is verbeterd door de gevels van historische gebouwen vrij te houden van beplanting en door deze kant met een transparante bomenrij te begeleiden. Oversteekmogelijkheden van de weg zijn verbeterd.
Aanlegplaatsen langs de boulevard bevinden zich bij het te ontwikkelen gebied Plantage de Sniep.
Voorstellen Weespertrekvaart – Hartveldseweg – Muiderstraatweg:
Voorstellen voor routes en aansluitingen zijn te vinden bij thema groene routes.
Ligging van de groen blauwe zone langs het Amsterdam-Rijnkanaal
Beschrijving huidige situatie:
Langs het Amsterdam-Rijnkanaal met de fietsverbinding van Amsterdam naar Utrecht ligt de noordelijke groenblauwe zone van Diemen. In deze zone presenteert Diemen zich aan recreanten en passanten.
Langs de Kanaaldijk ligt een fietspad met een laan van essen in een berm. Er is slechts een zitplek. De Kanaaldijk ligt binnen het gemeente gebied van Diemen. Het fietspad en met een bermstrook van een meter aan weerszijden zijn in beheer van de gemeente, het overige dijktalud is in beheer bij Rijkswaterstaat. Vanaf de Diem zijn het pad en de bermstrook in beheer bij Groengebied Amstelland.
Voor dit gebied zijn geen ontwikkelingen bekend.
De zone langs het Amsterdam-Rijnkanaal is een belangrijke bovengemeentelijke fietsverbinding tussen Amsterdam en Utrecht.
Diemen presenteert hier zich hier aan passanten en recreanten. Er is slechts een zitplek langs het kanaal.
De kanaaldijk is in beheer bij Rijkswaterstaat.
Behouden huidig beeld van een fietspad langs het lommerrijk kanaaldijk; Bloemrijk grasland aan het zuidelijke talud;
Zit- en rustplekken langs het water.
Voorstellen Amsterdam-Rijnkanaal:
5.4.3 De groene oost west assen
Zone spoorzicht, Nederlands-Israëlitische begraafplaats, Landlust
Beschrijving huidige situatie:
Tussen de A1 en de Gooilijn ligt de ecologisch waardevolle zone van het park Spoorzicht, de Israëlitische begraafplaats en het poldergebied Landlust. De zone sluit met de Diem aan op een provinciale ecologische verbindingszone. De gebieden zijn kerngebied van de Ringslang en hebben hoge natuurwaarden.
Mogelijke opheffing van de functie van rangeerterrein van de ringspoorbaan; Verbreding A1.
Ecologisch waardevolle gebieden onderling met elkaar verbonden door de oude spoordijk als ecologische verbindingszone.
Op het voormalige gebied van een sportcomplex heeft zich in de loop van de tijd een oase voor de natuur ontwikkeld. Het gebied is begrensd door spoortaluds en te woonbuurt Spoorzicht. Dit stedelijk natuurgebied is ontstaan door achterwege laten van onderhoud aan het buitengebruik gestelde sportterrein. Spoorzicht bestaat uit jong Elzen- Essenbos met een ruige ondergroei van bramen en brandnetels. Dit biedt veel dekking en voedsel aan allerlei soorten insecten, kleine zoogdieren en vogels. Spoorzicht is via de spoortaluds ecologisch verbonden met het buitengebied maar ligt verder vrij geïsoleerd in een bebouwde omgeving.
Spoorzicht heeft met name betekenis voor de stadsnatuur en biedt mogelijkheden voor natuureducatie.
Spoorzicht is op dit moment toegankelijk via twee bruggetjes over de omgrenzende watergang, die met bouwhekwerken gemarkeerd zijn.
Mogelijke opheffing van de functie van rangeerterrein van de ringspoorbaan.
De gemeente behoudt en beschermt Spoorzicht als stadsnatuurgebied.
De verbinding van Spoorzicht met het buitengebied in het oosten van Diemen en met het Diemer wandellandschap in het noorden (de Omloop) en in het zuiden (Ringvaart langs A10) is nog te verbeteren door de Ouddiemerlaan en de spoorlijnen bij de spoorwerkzaamheden te ondertunnelen met faunapassages en via paden aan te sluiten aan het padenstelsel in het Diemer wandellandschap.
De toegangen zijn duidelijk herkenbaar en bezoekers worden via borden geïnformeerd over de flora en fauna en over de gedragscode in dit gebied.
Er vinden regelmatig excursies plaats.
Er is een natuurspeelzone en een kleinschalig evenemententerrein voor buurtbarbecues. In de winter kan hier op natuurijs worden geschaatst.
De waterkwaliteit is verbeterd door doorgaande watergangen en ecologische oeverzones (helofytenfilter).
Nederlands-Israëlitische begraafplaats
De Nederlands-Israëlitische begraafplaats ligt in de buurt Buitenlust (oude gedeelte) en loopt door achter het spoortalud in de buurt Landlust (nieuwe gedeelte). Deze is niet in beheer bij de gemeente en heeft een belangrijke waarde voor de cultuurhistorie en de ecologie in Diemen. De hele begraafplaats heeft de status van rijksmonument. De eerste begrafenissen op de begraafplaats vonden plaats in 1913. Behalve op zaterdag mag de begraafplaats worden bezocht op voorwaarde dat bezoekers zich respectvol gedragen. Evenals Spoorzicht behoort deze begraafplaats tot het kerngebied van de Ringslang en wordt hier extensief groenbeheer uitgevoerd.
De Nederlands-Israëlitische begraafplaats is in ecologische en cultuurhistorische opzicht waardevol voor Diemen:
Beeld behorend bij een Israëlitische begraafplaats met gekantelde grafstenen, extensief beheer, geen aangelegde beplanting en bomen op en direct langs de grafvelden.
Behouden huidig (extensief) beheer.
Nederlands-Israëlitische begraafplaats
Voorstellen Nederlands-Israëlitische begraafplaats
Ligging van de parkzone Gooiseweg
Beschrijving huidige situatie:
Langs de Gooiseweg bevinden zich aan weerszijden brede stroken met parkachtige beplanting van bosplantsoen, grasvelden en bomen met een bovengemeentelijke doorgaande fietspad (Reigerpad). Er zijn een aantal speelvelden aanwezig in deze zone. De Gooiseweg ligt verhoogd ten opzichte van de woongebieden en het fietspad, gaat schuil achter geluidswanden en beplanting en is het autoverkeer is een bron van luchtvervuiling. Er zijn een aantal lusvormige op- en afritten van Diemen Zuid naar de Gooiseweg die het gebied versnipperen.
Er zijn geen ontwikkelingen bekend.
Er bevinden zich brede groene stroken aan weerszijden van de Gooiseweg met een doorgaande bovengemeentelijke fietsverbinding.
De Gooiseweg en de op- en afritten zorgen voor versnippering van deze zone en het autoverkeer is een bron van luchtvervuiling.
Op korte termijn: behouden van de huidige inrichting. Lichte aanpassingen in beplanting ten behoeve van luchtfiltering. Langs paden beplanting overzichtelijk houden.
Op lange termijn: ontwikkeling van een parkachtige samenhangende zone langs de Gooiseweg, met beplanting die de luchtfiltering ondersteunt.
Beschrijving huidige situatie:
Het groene wijknetwerk ligt loodrecht op de hoofdassen in noord-zuid richting en het zijn buurtontsluitingsroutes voor langzaam verkeer. Ze verbinden de buurten met elkaar en met het buitengebied of met belangrijke functies in aangrenzende gemeentes.
Er liggen aan start/ eindpunten van een aantal routes bijzondere plekken, deze zijn in het thema groene routes (§ 6.2) uitgewerkt.
Het groene wijknetwerk verbindt de buurten met elkaar, met de hoofdassen en met andere stadsdelen.
Centraal door de wijken van Diemen Noord tussen A1/ Diemerpolderweg en de Amsterdam-Rijnkanaal, is een fietspad gelegen. Aan weerszijden van dit pad liggen stroken met heesterbeplanting en bomen. Daardoor is het pad als verbindende route duidelijk herkenbaar. Langs de route liggen de belangrijkste voorzieningen van Diemen Noord: het winkelcentrum, het gezondheidscentrum, de scholen en een aantal speelplaatsen. De vitaliteit van de bomen en de beplanting in de groenstroken is niet optimaal. In het oosten sluit deze as aan op het recreatiegebied Diemerpolder met als eindpunt de Diem. Deze route loopt door een open polderlandschap, dat in beheer is bij Groengebied Amstelland, en is begeleid door grasbermen.
Voor dit gebied zijn geen ontwikkelingen bekend.
Bomen 2de grootte als begeleidende laan van het fietspad met goede groeiomstan- digheden in vitale en bloemrijke beplanting.
In de Diemerpolder liggen langs deze as door grasbermen.
Voorstellen oost-west as Diemen Noord:
Voorstellen voor aansluiting op het groene route netwerk en inrichting van ingangen zijn opgenomen in thema groene routes § 6.4
Ligging van de wijkkas Wilhelminaplantsoen – Prinses Beatrixlaan
Wilhelminaplantsoen – Prinses Beatrixlaan
Beschrijving huidige situatie:
Het Wilhelminaplantsoen en de Prinses Beatrixlaan zijn brede straten, waarlangs geparkeerd wordt. Zij zijn duidelijk herkenbaar als buurtontsluitingswegen en maken deel uit van de hoofdverkeerstructuur. Door ruimtegebrek ontbreekt op delen de beplanting met bomen. De bebouwing bestaat overwegend uit appartementenblokken en staat op enige afstand van de straat. In het verbrede profiel staan plaatselijk beplantingsgroepen. Het plantsoen aan het eind van het Wilhelminaplantsoen is waardevol door een grote opvallende boomgroep. De as sluit in het westen via een brug over de A10 aan op de sportcomplexen van Watergraafsmeer en in het oosten aan het sportcomplex van Diemen. Er zijn een aantal knelpunten in deze verbindingen, deze zijn in thema groene routes § 6.2 beschreven.
Voor dit gebied zijn geen ontwikkelingen bekend.
Bomenrij 2de grootte met voldoende boven- en ondergrondse groeiruimte. Doorgaande verbinding naar de sportcomplexen in het oosten en westen.
Voorstellen Wilhelminaplantsoen/ Prinses Beatrixlaan:
Ligging van de wijkasVenserkade
Beschrijving huidige situatie:
Aan de zuidoever van de Weespertrekvaart bevindt zich een doorgaande route. Er is geen continuïteit in de inrichting van de route. Het oostelijke stuk bestaat uit een geasfalteerd fietspad op een dijk met rechts en links water. Vanaf de brug bij de Bovenrijkersloot/ Eendenpad ligt er enkel een onverhard pad voor voetgangers op een dijk die aansluit op de Venserkade. Langs de Loskade loopt een verhard paadje. Tot het kruispunt met de Weesperstraat is de gehele route alleen voor fietsers en voetgangers bereikbaar. De Weesperstraat loopt vervolgens vlak langs de trekvaart en het bedrijventerrein Verrijn Stuart en gaat over in de Provincialeweg langs de Weespertrekvaart.
Er ontbreekt een doorgaande groene structuur. Op het meest westelijke stuk tot aan de Venserkade zijn er naast of boven de damwanden natuurvriendelijke oevers. De Loskade is vrij van beplanting. Op het stuk tussen de Loskade en de brug bij de Bovenrijkersloot is staat vóór een historisch gebouw (burgemeesterswoning) een strook met hoge struiken. De Prins Hendrikkade en de Weesperstraat hebben geen begeleidende beplanting.
De verbinding voor langzaam verkeer is doorgaand maar er ontbreekt continuïteit in de inrichting.
De zuidoever (inclusief de waterpartij en beplanting voor het verzorgingsthuis) tussen de bruggen is overzichtelijk, divers en aantrekkelijk ingericht met ecologische oevers, groene oases en een aanlegplaats.
Langs de Prins Hendrikkade een stenige uitstraling met zicht op de noordoever. Langs de Weesperstraat een transparante bomenrij.
Voorstellen Venserkade -Weesperstraat:
Ligging van de wijkas Eendenpad - Zwanenpad
Beschrijving huidige situatie:
Onderdeel van het ecologische netwerk. Een singel als grens tussen buurten met brede groene oevers, plaatselijk grenzend aan achtertuinen of aan voorzieningen (school en sportcentrum). Een deel van de groene strook is toegankelijk en overzichtelijk, op andere plekken is het zicht op de watergang door dichte beplanting verhinderd. In Verrijn Stuart ontbreekt een doorgaande verbinding langs het water. Deze verbinding is op langere termijn gewenst om een optimaal routenetwerk te creëren.
Herinrichting van bedrijventerrein Verrijn Stuart
Lage beplanting en grasstroken langs watergangen met natuurvriendelijke oevers. Zicht op het water is mogelijk.
Natuurvriendelijke oevers zoals bij de Henry Dunantlaan.
Verbindingen tussen de watergangen voor betere doorstroming en ecologische doelen. Pad langs het water met ecologische oevers in Verrijn Stuart.
Voorstellen Eendenpad/ Zwanenpad:
Ligging van de wijkas Roggekamp - Roerdomppad
Beschrijving huidige situatie:
Tussen de wijken Akkerland en Bomenrijk en tussen Polderland en Kruidenhof ligt een parkachtige groenstrook. Deze fungeert als scheiding tussen de wijken en heeft ook een betekenis voor de aanliggende wijken als wandelpark en speelterrein. Behalve routes voor langzaam verkeer liggen in het zuidelijke deel een busbaan en een gedeelte van de Bovenrijkersloot. De ruimtelijke samenhang in deze wijkas is niet overal duidelijk. Het Roerdomppad loopt onder het spoorweg door naar Bergwijkpark. In Bergwijkpark loopt het Roerdomppad parallel met de Bergwijkdreef, een verhoogde ontsluitingsroute voor auto’s. De beplanting bestaat hier uit bermstroken met bomen.
Er zijn op de lange termijn ontwikkelingsplannen voor Bergwijkpark.
Voor de ruimtelijke samenhang is het belangrijk dat de grasstroken langs de route ook op de smallere stukken doorlopen.
Pad tussen Akkerland en Bomenrijk: parkachtig landschap met een aantal grasveldjes en verspringende paden, groepen van bomen van 2de grootte in gazon en bloemrijk grasland.
Pad tussen Polderland en Kruidenhof: brede grasstroken met begeleidende bomenrij 2de grootte langs fietspad.
Roerdomppad in Bergwijkpark: fietspad begeleid door groepen bomen van de 2de grootte in kort gras en op taluds bloemrijke grasstroken.
Voorstellen Roggekamp- Roerdomppad:
Beschrijving huidige situatie:
Het Diemer wandellandschap bevindt zich langs de lijnen met grote infrastructuur1 en is toegekeerd naar de woon- en werkgebieden.
De infrastructurele lijnen waar het Diemer wandellandschap aan gekoppeld is vormen een fysieke barrière doordat ze op grondlichamen liggen en van geluidsschermen voorzien zijn. Er is een aantal onderdoorgangen aanwezig tussen de woongebieden en naar de werkgebieden. Op de routes vanuit de woongebieden naar de natuur- en recreatiegebieden zijn de doorgangen beperkt.
Doordat de woongebieden van Diemen van binnenin zijn ontsloten en vaak van het Diemer wandellandschap gescheiden zijn door watergangen, is deze belangrijke recreatiezone op een beperkt aantal punten toegankelijk. Dit zijn meestal de kruispunten van de paden in het wandellandschap met de wijkontsluiting. Het padenstelsel door het Diemer wandellandschap heen is niet doorgaand: barrières worden onder andere gevormd door volkstuinen en het metrostation Diemen Zuid.
De bevolking van Diemen hecht veel waarde aan het Diemer wandellandschap: er zijn volkstuinen, speelvelden, hier worden ommetjes gemaakt en honden uitgelaten. Hier geniet men van vogels, insecten en wilde planten. Binnen deze zone liggen watergangen voor berging en afvoer van water, die in samenhang met de oeverzones ook een ecologische functie vervullen. Een aantal oevers is reeds ecologisch ingericht en beheerd, de meeste oevers zijn echter nog op conventionele wijze ingericht en beheerd. Dit gebied is in het Natuurbeleidsplan van Diemen als ecologische verbindingszone beschreven. Onder andere is hier de Ringslang aanwezig. Ook vervult de beplanting langs de infrastructuur een functie voor vermindering van geluidshinder en voor het filteren van lucht.
De paden in het Diemer wandellandschap zijn in principe ’s nachts niet verlicht om nachtelijk gebruik te beperken en de natuurwaarde te bevorderen.
Bij verbreding van de spoorweg (Gooilijn) vinden ingrepen plaats op het Diemer wandellandschap langs het Ajaxpad en trimpad. Hier liggen kansen om verbindingen onder het spoor te realiseren.
Voor een deel van de Ringspoorbaan vervalt de functie van spoorlijn door de verbreding van de Gooilijn. Hierdoor ontstaan kansen voor ecologische ontwikkelingen.
Door overname van de begraafplaats “Rustoord” door de gemeente Diemen moeten er nieuwe parkeerplaatsen worden aangelegd tegen het Diemer wandellandschap langs de spoorlijn aan. Dit biedt een kans om tegelijkertijd de ingang op te knappen.
Ontwikkeling van Plantage de Sniep. Mogelijkheden om voetgangersbrug over de trekvaarten heen te realiseren, gekoppeld aan de spoorlijn.
In het Diemer wandellandschap vindt een groot scala aan functies een plek: natuur, recreatie, waterhuishouding en luchtkwaliteitsverbetering. Kinderen kunnen spelen in het groen, in de volkstuinen is er ruimte om eigen groente en bloemen te kweken, bij het wandelen worden dieren geobserveerd en geniet men van de wilde planten. Men kan fietsen tussen de wijken en van en naar de werkgebieden in een prettige groene omgeving. Het biedt ontspanning en de hondenuitlaatgebieden zijn goed bereikbaar en goed beheerd. Er ligt een doorgaand padenstelsel en de verbindingen vanuit de woonwijken zijn optimaal.
De huidige functies blijven behouden en de inrichting is goed van kwaliteit.
In het Diemer wandellandschap worden alleen inheemse soorten beplanting toegepast in vorm van bosplantsoen, ruw gras, bloemrijk gras en oevervegetatie. De beplanting is vlakbij de woonwijken en langs de paden overzichtelijk door voldoende zichtlijnen.
Doorlopende grasstroken zorgen voor ruimtelijke continuïteit.
De paden zijn halfverhard en geschikt voor wandelaars, rollators en kinderwagens.
Volgens het Natuurbeleidsplan van Diemen maken de ecologische zones deel uit van de hoofdgroenstructuur. Zij liggen voornamelijk in het Diemer wandellandschap.
Voor de verbetering van de ecologische waarde worden een aantal principes gevolgd:
De watergangen in het Diemer wandellandschap zijn voorzien van ecologische oeverzones. De oeverlijnen zijn glooiend en er zijn ondiepe gedeeltes om een hoge diversiteit aan leefgebieden te bieden. Er komt een grote variatie aan kruidachtige planten en grassen van de (matig) voedselrijke bodems voor. De soorten die hier thuis horen staan beschreven bij thema § 6.1 Toepassen ecologische beplanting en de principes voor de ecologische oeverzones in thema § 6.6 Watergangen en oevers. Het areaal aan ecologische oevers is uitgebreid ten opzichte van de huidige situatie.
Het beheer van oevers, graslanden en bosplantsoen is extensief en afgestemd op ecologische doelen. De leefomstandigheden van inheemse dieren worden behouden en verbeterd, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de natuurkalender en de werkzaamheden gefaseerd uit te voeren. De beheerprincipes voor ecologisch beheer staan in hoofdstuk 9.
Voor de burgers zijn de ecologische zones en plekken voornamelijk vanaf de paden beleefbaar. Langs de oevers ligt een aantal uitgemaaide plekken of steigers vanwaar men zicht op het water heeft en de waterflora en -fauna kan observeren.
Streefbeeld spelen in het groen
Het is wenselijk dat er rond kinderspeelplaatsen speelmogelijkheden in het groen zijn. De beplanting moet hier robuust zijn en er staan geen soorten met stekels of doornen.
Een aantal plekken is aangewezen als ruige speelplek in de vorm van bosjes, struwelen of ruigtebegroeiing. Voor elke buurt is er een ruige speelplek, met uitzondering van het centrum. Kinderen uit het centrum kunnen gebruik maken van de plekken in Ruimzicht. De ruige speelplekken bieden kinderen de mogelijkheid voor creatief spel en om contact maken met de natuur. Ze worden in principe in hun gedrag en hun bezigheid niet beperkt. Omdat het groen verschillende functies te gebruiken moet zijn, is ook de combinatie van spelen in het groen en ecologie mogelijk. Kinderen zullen in een groene omgeving met bijzondere planten en dieren respect en belangstelling ontwikkelen voor de inheemse flora en fauna. Hierbij behoort uiteraard ook educatie om hun dit te leren zien en waarderen. De uitgangspunten voor natuureducatie zijn in thema communicatie §6.3 te vinden.
Gelijkmatig verdeeld over de gemeente ligt een serie hondenuitlaatzones en hondenlosloopgebieden. In de uitlaatzones is het gras langs de paden kort en komen geen ruige planten zoals brandnetel en bramen voor. Binnen de bebouwde kom van Diemen bestaan geen bijzondere voorzieningen voor honden, zoals hondenstrandjes, omdat er te weinig ruimte aanwezig is. De handhaving op de naleving van de regels zal worden versterkt. In het thema honden en groen § 6.7 wordt dieper op dit beleid ingegaan.
De routestructuur vormt een samenhangend stelsel waarin ook de volkstuincomplexen zijn opgenomen. De ontbrekende dwarsverbindingen tussen de woongebieden en de natuur- en recreatiegebieden onder de spoorlijn zijn aangevuld en van faunapassages voorzien. Vanaf de paden is er voldoende overzicht zodat een sociaal veilige situatie ontstaat. Het beheer direct langs de paden is intensiever dan in de rest van het Diemer wandellandschap. De paden zijn in principe niet verlicht, alleen bij de onderdoorgangen is verlichting aanwezig. Een overzicht van alle groene routes staat in thema 6.2 Groene routes. Hierin staan ook de streefbeelden en de knelpunten beschreven.
De bestaande beplanting langs de Gooiseweg en de A1 filtert de door autoverkeer vervuilde lucht en vangt vervuiling op. Ook langs de spoorwegen vangt de beplanting fijnstof op. Door soortkeuze, transparantie en vergroting van randlengtes kan de beplanting effectiever zijn voor de luchtkwaliteitsverbetering. Principes voor de opbouw van de beplanting staan in thema groen en milieu § 6.4.
Voorstellen Diemer wandellandschap:
Beschrijving huidige situatie:
Langs de groene hoofdas in noord-zuid richting ligt een aantal groene parels. Dit zijn gebieden die bijzondere cultuurhistorische, maatschappelijke, landschappelijke of recreatieve betekenis voor Diemen hebben. Al deze parels zijn georiënteerd op het lint van de groene noord-zuid as en bieden verschillende gebruiksmogelijkheden.
Zitmogelijkheden en fietsenrekken zijn aanwezig. Het ambitieniveau voor inrichting en onderhoud is hoog. Er staan borden met informatie over de bijzonderheden van elke locatie. Deze plekken zijn gekoppeld aan de bestaande route ‘Dwars door Diemen’.
Parel 1. Kruispunt Ouddiemerlaan / Amsterdam-Rijnkanaal
Functie: recreatief, landschappelijk
Belang: Deze plek is van bovengemeentelijk belang omdat deze langs de doorgaande fietsroute aan het Amsterdam-Rijnkanaal ligt.
Ontwikkelingen: Voor deze plek zijn geen ontwikkelingen bekend.
Streefbeeld: Het is een zitplek die uitnodigt tot verblijf met hoogwaardig meubilair met uitzicht op het Amsterdam-Rijnkanaal. Een bord informeert over de geschiedenis van de Ouddiemerlaan met zijn historische gebouwen, het Amsterdam-Rijnkanaal en de landschappelijke elementen die men vanaf hier kan zien (bv. Nesciobrug, Diemerzeedijk met erachter IJburg).
Parel 2. Terp historische boerderijplaats Zeldenrust
Functie: maatschappelijk, historisch
Belang: historische boerderijplaats, kruispunt van de wijkas met de groene hoofdas Ontwikkelingen: Voor deze plek zijn geen ontwikkelingen bekend.
Streefbeeld: Ruimtelijke samenhang in de ruimte tussen boerderij, gezondheidscentrum en grasveld. Op het grasveld met fruitbomen ten noorden van de boerderij zijn zit- en speelmogelijkheden. Het zicht op de boerderij vanuit het grasveld is vrij, het grasveld nodigt uit tot verblijf.
Parel 3. Historisch centrum Oud-Diemen
Belang: oudste nederzetting van Diemen
Ontwikkelingen: Voor deze plek zijn geen ontwikkelingen bekend.
Streefbeeld: sfeervolle uitstraling door bij de historie passend materiaal. Ingangen naar Oud-Diemen en toegang tot de begraafplaats “Gedenk Te Sterven” duidelijk en uitnodigend. Informatiebord over geschiedenis.
Parel 4. Parkje van Gemertplein bij NS-station Diemen
Functie: cultuurhistorisch, recreatief, maatschappelijk
Belang: grote groene openbare ruimte, ontmoetingspunt, historische boerderijplaats “Kent U Zelve”. Ruimtelijk en ecologisch schakelpunt tussen het wandellandschap oostelijk en westelijk van de Ouddiemerlaan.
Ontwikkelingen: De renovatie van dit parkje is gepland in 2013.
Streefbeeld: Het is een overzichtelijk, toegankelijk, uitnodigend en lommerrijk parkje rond het water met jaarrond bloeiende beplanting. Recreatieve en sociale voorziening gericht op het park. Ontmoetingspunt voor mensen van verschillende leeftijd en cultuur. Vanuit hier is er een logische route naar het wandellandschap.
Parel 5. Centrum marktplein met gemeentehuis en theater
Functie: maatschappelijk, recreatief
Belang: marktplein met maatschappelijke en culturele inrichtingen in de directe omgeving Ontwikkelingen: het marktplein is onderdeel van de algemene herinrichting van het centrumgebied.
Streefbeeld: Het is een lommerrijk marktplein met recreatieve voorzieningen, terras en informele speelaanleidingen. Voorzieningen voor de marktkramen en de kermis.
Informatieborden over de maatschappelijke en culturele instellingen in de omgeving. Samenhang van marktplein, winkelcentrum, gemeentehuis, theater.
Parel 6. Pleintjes aan weerszijden van de brug
Functie: maatschappelijk, recreatief
Belang: knooppunt van de groene noord-zuid as en de groenblauwe oost-west as. Ontwikkelingen: Bouw café-restaurant aan noordwest hoek van brug.
Streefbeeld: Het zijn drie pleintjes waar men tot rust kan komen en genieten van de levendigheid van verkeer en schepen. Ze hebben voornamelijk een stenig karakter en het groen bestaat uit leilindes en bloembakken. Het zuidwestelijke pleintje is ingebed in het aanwezige groen. Op de zuidoostelijke hoek voor het Brugwachtershuisje komt geen pleintje.
Parel 7. Speelplek Aalscholverpad/ Tarwekamp
Functie: maatschappelijk, recreatief
Belang: ligt aan het knooppunt van vier woonbuurten, grote speelvoorzieningen Ontwikkelingen: herinrichtingsplannen voor 2010/11.
Streefbeeld: Er zijn speelvoorzieningen voor kinderen van alle leeftijden en een ontmoetingsplek voor bewoners van alle culturen. De plek heeft een vriendelijke uitstraling doordat ze omzoomd is door een beplanting die jaarrond bloeit.
Zitplek aan het Amsterdam Rijnkanaal (parel 1)
Historisch centrum Oud-Diemen (parel 3)
Vijver in Parkje van Gemertplein (parel 4)
5.4.7 bijzondere groengebieden in beheer bij de gemeente
Beschrijving huidige situatie:
Dit zijn gebieden die een belangrijke waarde hebben voor ecologie, cultuurhistorie en sport.
Het Bergwijkpark ligt in het gelijknamige bedrijventerrein. Het park is omringd door kantoren in een ruime stedelijke structuur. Om het park liggen ecologisch ingerichte watergangen die in de wijk doorlopen. Het park functioneert op dit moment matig. Er zijn weinig gebruikers door het ontbreken van woongebieden in de nabije buurt. Het park wordt voornamelijk benut door passanten en in het zuidelijk deel is enige verblijfs- recreatie. De kwaliteit van de groenvoorzieningen is over het algemeen goed, plaatselijk is het park onoverzichtelijk en sociaal onveilig.
Er worden plannen ontwikkeld voor de herinrichting van het hele bedrijventerrein, maar deze worden pas op lange termijn realiteit. Voor de komende periode wordt daarom een vorm van tussentijds gebruik voorgesteld.
Er worden plannen voor het hele bedrijventerrein ontwikkeld, die op lange termijn worden gerealiseerd.
Opties voor het streefbeeld voor de planperiode (< 10 jaar):
Ruimte voor stadsnatuur en natuureducatie. Aansluiten via Gooiseweg aan buitengebied; Onderzoeken van de mogelijkheden voor tijdelijke volkstuinen/ moestuinen of kinderdorp/ bouwspeelplaats;
Uitbreiding van oppervlaktewater in combinatie met ruimtelijke planvorming.
Streefbeeld voor toekomstige planontwikkeling (>10 jaar):
Bij herinrichting wijk Bergwijkpark duidelijke interne ontsluiting autoverkeer realiseren. Bij herinrichting Bergwijkpark het water als belangrijke drager houden en ecologisch ontwikkelen.
De begraafplaats Rustoord ligt oostelijk van het Saan Museum naast de Anne Frankwijk tegen het Diemer wandellandschap van de spoorlijn aan. De ingang ligt aan de Weesperstraat.
De begraafplaats is kleinschalig en heeft een mooie, rustgevende uitstraling. Begrafenissen vinden sinds 1791 plaats. De aula is in 1924 door de toenmalige eigenaar, de Hersteld Lutherse gemeente gebouwd. Op de begraafplaats staan oudere bomen, waaronder populieren, kastanjes, kersen. De kastanjes moeten vanwege ziekte worden gekapt. Bij de overige bomen is sprake van onderhoudsachterstand.
De begraafplaats is door de gemeente Diemen aangekocht en in beheer genomen. De gemeente wil van de begraafplaats iets moois maken.
Er is veel achterstand in inrichting en beheer. De bestaande kastanjes moeten vanwege ziekte worden gekapt. De wegen en grafmonumenten zijn verzakt. Er is aanleg van drainage en parkeerplaatsen nodig en de zij- en achterkant van de begraafplaats moeten worden opgeknapt.
Een begraafplaats met goede padenstructuur en goede waterhuishouding en waar de beplanting en bomen een optimale conditie hebben. Er zijn voldoende zitplekken aanwezig. Op de lange duur is er een gevarieerde soortensamenstelling met bomen van dendrologische en cultuurhistorische waarde, waarbij de monumentale bomen behouden blijven. Op de begraafplaats staan fraaie, oude grafmonumenten en de materialen en het meubilair passen bij de sfeer. Bevorderen toekomstbomen. Er is beeldende kunst tentoongesteld.
In de thema’s is het beleid voor de aspecten van het groen beschreven. Telkens zijn de uitgangspunten, ontwikkelingen en beleidspunten aangegeven. Gewenst toekomstig beleid is aan het eind van elk thema onder het kopje “Voorstellen” samengevat.
6.1 Toepassing ecologische beplanting
Het groen in de woonomgeving van Diemen heeft in de meeste buurten een overwegend cultuurlijk karakter. Het groen in het Diemer wandellandschap, in de ruim opgezette wijken zoals Ruimzicht, Biesbosch en de parkachtige stroken rond de hoogbouw bestaat grotendeels uit bosplantsoen met inheemse soorten.
De gemeente zoekt enerzijds naar mogelijkheden om te besparen op de kosten van onderhoud door de inrichting van grotere plantsoenen en het laten ontstaan van ruigere gedeeltes. Anderzijds wil zij de kansen voor inheemse soorten zoals libellen, vlinders en andere insecten, struweelvogels en amfibieën vergroten. Halfnatuurlijke vegetaties en streekeigen bomen en struiken die goed op veengrond groeien, kunnen daar een bijdrage aan leveren.
Het beheer van het woonomgevingsgroen in Diemen laat nu al veel ruimte voor ruigtestroken met hoog opschietende kruiden en struikpartijen. Langs de oevers van water wordt vaak een strook van enkele meters 1 keer per jaar of om het jaar gemaaid, waardoor een vegetatie van riet, rietgras, harig wilgenroosje, moerasandoorn en andere ruigtekruiden ontstaat. Dit is gunstig voor de natuur. Veel dieren vinden hier een schuilplek. De grotere plantsoenen (zoals de groenstrook langs het Reigerpad) hebben een ondergroei van dichte struiken en randen met brandnetels om de bospartijen heen. Dit is gunstig voor de vleermuizen, broedvogels en vlinders.
De plantsoenen bij het Julianaplantsoen zijn onlangs opnieuw ingericht met een combinatie van bloemrijk gras en hagen. Dit kan een voorbeeld zijn voor herinrichting van grotere plantsoenen in de overige wijken.
Het beheer van groenstroken gebeurt zonder chemische bestrijdingsmiddelen, want deze vervuilen het grondwater en de watergangen en vijvers.
Een groot deel van de plantsoenen in Diemen is klein van maat. In de compacte wijken en de wijken met woonerven zijn de mogelijkheden voor natuurlijk groen met bloemrijk gras beperkt. In de directe woonomgeving zijn geen locaties voor echt ruige plekken beschikbaar. Enerzijds komt dit door de geringe omvang en anderzijds door de gebruikseisen. De voornaamste kans ligt hier in de geleidelijke aanpassing van het sortiment met meer streekeigen soorten, liefst met planten die gekweekt zijn uit autochtoon materiaal.
Op een aantal plekken in de buurten is het groen van grotere omvang en hoeft het gras niet direct gebruikt te worden als gazon. Hier kan de gemeente naar voorbeeld van het Julianaplantsoen een combinatie van bloemrijk gras, hagen van inheemse soorten die losser uit mogen groeien en solitaire of groepjes van inheemse struiken, waaronder soorten met eetbare vruchten zoals hazelaar en sleedoorn, van formaat toepassen. Ook het planten van fruit- en nutsbomen is een optie om de ecologische waarde te verhogen. Hier valt te denken aan appel en peer, maar ook noot, pruim, meel- en lijsterbes. Het is van belang om deze herinrichtingen in samenspraak met bewoners te doen, zodat zij weten wat het doel is van de herinrichting en welk beeld zij kunnen verwachten. Op plaatsen waar het groen van beperkte omvang is, zijn echter geen besparingen in het onderhoud te verwachten omdat de gemeente hier extra inspanning moet verrichten voor een verzorgd beeld.
De soortkeuze bepaalt mede de natuurwaarden. De situatie in woonomgeving van Diemen vertoont overeenkomst met bepaalde ecologische omstandigheden in natuurlijke situaties. De mate van verstoring en afwijkingen door ophoging, bemesting, vergraving in de bodem, ontwatering en verrijking door hondenpoep is zodanig dat niet echt een natuurlijke situatie zal ontstaan. In de beplantingen die in de directe woonomgeving en langs de straten en wegen liggen is de verstoring over het algemeen groter. In de grotere groenstroken komt plaatselijk het venige karakter meer tot uiting.
Een soortkeuze die aansluit op de soorten in de omgeving van Diemen draagt bij aan meer samenhang in de natuur. De soorten die het beste aansluiten op de situatie in Diemen en de verwantschap met natuurlijke bostypes staan in onderstaande tabel.
Voor decoratieve accenten kunnen inheemse rozen als Rosa canina (Hondsroos) en Rosa rubiginosa (Egelantier) gebruikt worden. Op de opgehoogde delen kunnen Ligustrum vulgare (Gewone liguster) en Euonymus europaeus (Kardinaalsmuts) een plek vinden. Een aandachtspunt is wel de toepassing van doornige en stekelige struiken. Deze kunnen het beste in groepen of als vrijstaande solitairen toegepast worden.
De kruidachtige oevervegetaties in Diemen horen alle tot de graslanden en ruigtevegetaties van de (matig) voedselrijke bodems. De situatie neigt meer naar voedselrijk dan matig voedselrijk. Een overzicht van de daarbij horende soorten staat hieronder.
De oevers van watergangen over het algemeen ecologisch inrichten (naar voorbeeld van Ruimzicht) en daarbij aandacht besteden aan toegankelijkheid voor recreanten en zichtbaarheid van het water. Toegankelijkheid kan bevorderd worden door op zorgvuldig gekozen plekken het gras korter te maaien of door steigers en vlonders te maken. Er is een budget beschikbaar voor de aanleg van nieuwe ecologische watergangen. Een deel van dit budget mogelijk benutten voor aanleg van steigers en vlonders.
Voor een goede toegankelijkheid en bereikbaarheid van het groen is een dicht netwerk van groene routes van belang. In Diemen zijn mogelijkheden voor een compleet netwerk aanwezig, waarbij het grootste knelpunt bestaat uit de barrières van grote infrastructuur.
Plaatselijk is aanvulling van de routestructuur gewenst. Vooral om de relatie met het omliggend landschap en de continuïteit en kwaliteit van de rondgaande route door het Diemer wandellandschap te verbeteren. In de wijken kunnen veilige en aantrekkelijke routes door en naar het groen, de kwaliteit van de leefomgeving bevorderen.
Werkzaamheden aan de infrastructuur bieden kansen om de kwaliteit van de onderdoorgangen te verbeteren en het aantal routes te vergroten. Een kans is bijvoorbeeld het project aan de A1. Ook de verbreding van het spoorweg (Gooilijn) en de verlenging van de tramlijn bieden mogelijkheden een aantal knelpunten op te lossen. Bij projecten voor inbreiding en herinrichting is het van belang om de routes die door en langs het project lopen in het programma van eisen op te nemen en in de kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte te betrekken. Dit geldt bijvoorbeeld voor het bedrijventerrein Verrijn Stuart en de ontwikkeling van de Sniep. Hierbij moet telkens de samenhang van de route over een langer traject bekeken worden.
Omdat de hoeveelheid groen binnen de woonomgeving beperkt is, gaat het om goede bereikbaarheid van het groen. De doorgaande verbindingen in de groene randen en tussen de groene locaties binnen de woonomgeving en de routes naar de grotere groen- en recreatiegebieden in de omgeving van Diemen zorgen hiervoor. De routes bieden een zo direct mogelijke verbinding. De continuïteit en samenhang van de routes blijkt uit een eenduidig gebruik van verhardingsmateriaal, beplanting en straatmeubilair. De routes die een verbinding met het buitengebied vormen, hebben een herkenbaar start- en eindpunt en zijn voorzien van een duidelijke bewegwijzering. Vanuit de woning is het daarnaast wenselijk dat bewoners een dagelijks ommetje in een groene omgeving kunnen maken.
Er is een aantal knelpunten in de routestructuur geconstateerd. Deze zijn op de kaart knelpunten groene routes aangegeven. Op de bijbehorende lijst zijn de knelpunten toegelicht en van een mogelijke oplossing voorzien.
Bijzondere plekken die aan deze routes liggen zijn op de kaart bijzondere plekken te zien. De beschrijving en voorstellen voor inrichting staan in de lijst bijzondere plekken aan groene routes.
Het streefbeeld van routes die binnen de hoofdgroenstructuur staat in § 5.4.
Kaart knelpunten groene routes
De voorgestelde structuur van groene routes in Diemen is in de huidige situatie niet compleet. Er is een aantal knelpunten die doorgaande verbindingen belemmeren. Hierna zijn deze knelpunten toegelicht en voorstellen gedaan om ze op te lossen. De punten in de lijst verwijzen naar de bijbehorende kaart.
De knelpunten voor fiets- wandelroutes met mogelijke oplossingen zijn:
Er ontbreekt een verbinding van Buitenlust naar het volkstuincomplex. Op te lossen door aanleg van een brug en openstelling van het pad van de volkstuinvereniging. Er is geen verbinding via de spoordijk naar Landlust. Er is een kans om dit op te lossen als de spoorweg op de spoordijk opgeheven wordt.
Kaart bijzondere plekken aan groene routes
Bijzondere plekken groene routes
Aan de groene routes ligt een aantal bijzondere plekken. Dit zijn start-/ eind- of knooppunten van fiets- en wandelroutes of bijzondere entrees. Door versterking van deze bijzondere plekken wordt de herkenbaarheid bevorderd en de recreatieve waarde verhoogd.
Start-/ eindpunt van de oost-west-route door Diemen Noord aan de Diem. Het is hier wenselijk toegang tot het water te maken voor recreanten om te zwemmen, te vissen of gewoon aan het water te zitten en te genieten van de natuur. Mogelijk door aanleg van een steiger. Bij planning en aanleg rekening houden met beschermde soorten zoals orchideeën, dotterbloemen en de ringslang.
Start-/ eindpunt van de oost-west-route door Diemen Centrum aan de Diem. Het is hier wenselijk toegang tot het water te maken voor recreanten om van de natuur te genieten. Mogelijk door aanleg van een steiger/ uitzichtpunt boven aan de dijk. Bij planning en aanleg rekening houden met beschermde soorten zoals orchideeën, dotterbloemen en de ringslang.
Voor het vergroten van het bewustzijn en het ontwikkelen van de waardering voor groen is communicatie, informatie en educatie over het groen belangrijk. Deze heeft betrekking op de ontwikkeling van beleid, de waarde en betekenis van het groen en ook op praktische aspecten van de inrichting en het beheer van het groen. De manier waarop de communicatie plaatsvindt gebeurt volgens de algemene communicatieprincipes en communicatiemiddelen van de gemeente Diemen.
De gemeente Diemen streeft bij al haar communicatie naar openheid, korte lijnen met de bewoners, toegankelijkheid en laagdrempeligheid. Zij wil de burgers van Diemen bij het beleid en beheer betrekken en hen bij de ontwikkeling van plannen laten participeren zodat een goed draagvlak ontstaat voor de gemeentelijke activiteiten. Daarbij wil zij in een vroeg stadium van activiteiten in gesprek gaan met burgers. Goede informatie over voornemens is essentieel.
Communicatie over het groen in de woonomgeving heeft een plek gekregen in het wijkgericht werken, waarin een integrale benadering van de hele wijk centraal staat. Wijkgericht werken bestaat uit bezoeken van de wijken, horen wat er speelt en samen aan de slag gaan. Daarbij bekijkt de gemeente serieus wat wensen en behoeften zijn en zoekt naar mogelijkheden om hier aan tegemoet te komen. Het doel is dat de burgers prettiger in de wijk wonen en dat afspraken duidelijk zijn.
Iedere wijk heeft een eigen wijkwethouder en wijkcoördinator. Zij zijn het aanspreekpunt voor de bewoners van de wijk. De wijkcoördinator is de spin in het web en hier kunnen bewoners en bedrijven terecht met vragen, opmerkingen en ideeën. De wijkcoördinator informeert ook over acties en plannen in de wijk.
Voor alledaagse klachten en meldingen, zoals een afgebroken tak of een onveilige situatie, kunnen bewoners gebruik maken van de Klant Contact Centrum (KCC).
Om tot een beter begrip te komen van de waarde en betekenis van groen is regelmatige informatie van belang.
Onderdelen voor communicatie over groen
Voor het vergroten van betrokkenheid bij de ontwikkeling van beleid, opstellen van nieuwe plannen en herinrichting is bewonersparticipatie essentieel. Hierdoor krijgt de gemeente zicht op de wensen en ideeën van bewoners voor hun woonomgeving inclusief het groen. De gemeente organiseert hiervoor integrale wijkschouwen voor de openbare ruimte, die 6x per jaar plaats vinden. Wijken komen in hiervoor in aanmerking als er herinrichting gepland is of zich bijzondere problemen of vraagstellingen voordoen.
Een aantal thema’s die aan het groen zijn gerelateerd behoeft aparte aandacht omdat deze bewoners na aan het hart liggen of regelmatig vragen oproepen. Dit zijn het hondenbeleid, overlast van bomen, bescherming van bomen, de onderhoudskwaliteit van het groen en ecologisch groenbeheer. Hierover informeert de gemeente de bewoners een paar keer per jaar via Diemer Nieuws en/of Diemer Info. Op de website van de gemeente Diemen wordt een link gemaakt naar de site www.flora-fauna.amsterdam.nl van de Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling van Amsterdam waar per kilometerhok informatie te vinden is over de aanwezige soorten in Diemen. In het Natuurbeleidsplan van Diemen is als beleid opgenomen per jaar een ambassadeurssoort (beschermde plant of dier) te kiezen en gedurende het jaar erover te informeren.
Bewoners en met name jongeren hebben over het algemeen weinig kennis van de betekenis en waarde van het groen. Hiervoor is educatie over betekenis van ecologisch interessante plekken, beplanting en natuurwaarde gewenst. Voor het uitvoeren van deze educatie zoekt de gemeente samenwerking met scholen en vrijwilligersorganisaties.
De gemeente organiseert evenementen zoals de boomfeestdag en evenementen met eenmalig karakter om de groeneducatie te bevorderen en heeft bij het opstellen van dit groenplan een school betrokken. De boomfeestdag is gekoppeld aan een educatief programma die door de gemeente verzorgd wordt.
Mensen kiezen vaak voor een verharde tuin omdat deze makkelijker te onderhouden blijken. Als dit op grote schaal gebeurt, veroorzaakt het extra belasting van het rioleringsstelsel.
Daarom informeert de gemeente in samenwerking met IVN in de plaatselijke bladen over een groene onderhoudsarme inrichting van tuinen.
Er is een kaart met de wandeling langs de fruitbomen van Diemen die op de website van de gemeente ter beschikking gesteld wordt.
Voorstellen voor nieuw beleid over communicatie
Op basis van de bovengenoemde principes voor communicatie en de uitwerking van het groenplan zijn er de volgende voorstellen voor communicatie over groen. De gemeente voert de voorstellen 1 tot en met 4 al grotendeels uit.
Uitvoeren van communicatieactiviteiten volgens het hierna gepresenteerde schema, met speciale aandacht voor de thema’s hondenbeleid, monumentale bomen, bescherming van bomen, ecologisch groen. De onderhoudskwaliteit van groen specifiek belichten tijdens de wijkbezoeken. De meeste activiteiten worden in de huidige situatie al uitgevoerd. Nog niet vastgestelde activiteiten zijn het schema met een grijze tint aangeduid. De vorm van participatie moet nog nader worden uitgewerkt.
Activiteiten en communicatiemiddelen
Bij de invoering van beleid en wijzigingen in het groenbeleid bewoners hierbij betrekken. Onder andere door concept plannen voor te leggen aan de vertegenwoordigers van de bewoners of wijken. Communicatie naar bewoners vindt plaats via artikelen in “Diemer Nieuws” en “Diemer Info” en indien nodig via informatieavonden of workshops. Plannen voor herinrichting en renovatie worden ter inzage gelegd in de gemeentelijke voorlichtingsruimte en aangekondigd op de gemeentelijke website. Voor achtergrondinformatie gebruikt de gemeente Diemer Info. | ||
Een samenvatting van het groenplan staat op de gemeentelijke website met daarbij een link naar het volledige plan. | ||
Degene die de melding verricht heeft, krijgt mondeling, via e-mail of post informatie over hoe de melding is afgehandeld. Briefschrijvers krijgen bericht van ontvangst en tegelijkertijd een indicatie van de afhandelingtermijn. | ||
Aanvragers van bouw- en aanlegvergunningen informeren over wat het beleid van de gemeente is voor bomen en groen en hen met name wijzen op de beschermings- en schaderegeling, bij voorkeur via een folder. | ||
Bij publicaties over omgevingsvergunningen (bijvoorbeeld voor bouw) de gevolgen voor boombeplantingen duidelijk kenbaar maken in de publicatie “Diemer Nieuws”. | ||
Als er sprake is van bouw- of aanleg een poster overhandigen over de manier waarop de gemeente bomen bij bouw beschermt. De vergunninghouder informeren over de afspraak om posters op bouwhekken en in overblijfruimtes in bouwketen te hangen. | ||
De algemene informatie over kapvergunningen op de website van de gemeente plaatsen. De APV is beschikbaar en het gemeentelijke beleid voor juridische bescherming is te vinden in de Bomenverordening 2007 en het groenplan. Alle aanvragen voor kap worden gemeld in “Diemer Nieuws”. De gemeente informeert via de gemeentelijke website over het kapvergunningenbeleid. | ||
Omwonenden worden geïnformeerd via artikelen in “Diemer Nieuws” en/of bewonersbrieven. Los daarvan worden aanvragen voor kapvergunningen en de verlening van kapvergunningen gepubliceerd in “Diemer Nieuws”. | ||
Particuliere eigenaren en/of bezitters van bijzondere en toekomst | De gemeente Diemen ontwikkelt beleid voor monumentale bomen en toekomstbomen. De particuliere eigenaren en bezitters van monumentale en toekomstbomen krijgen voordat een gemeentelijke lijst met deze bomen wordt vastgesteld een brief van de gemeente met aankondiging van het voornemen. Voor het beleid van de gemeente voor deze bomen, verwijst de brief naar het | |
De lijst van monumentale en toekomstbomen en het beleid hiervoor wordt op de website van de gemeente gepubliceerd. In bijlage 5 is de lijst van de huidige | ||
Informatie over achtergrond, doel, principes en te verwachten beeld van ecologisch groen in de wijk. Als er een herinrichting met natuurlijk groen plaatsvindt de bewoners van de wijk gericht informeren. | ||
Link naar de website van www.flora-fauna.amsterdam.nlvoor informatie over | ||
Een of twee keer per jaar via artikelen in “Diemer Nieuws” of “Diemer Info” bewoners informeren over het hondenbeleid en daarbij ook de rol van | ||
Geven van voorlichting aan bewoners op momenten dat last van bomen zich voor kan gaan doen, afhankelijk van seizoen en situatie in “Diemer Nieuws”. Hiervoor een eenvoudige jaarkalender opstellen, bijvoorbeeld over hooikoorts in april, luis in bomen in de zomer en bladval in september. Een of twee keer per jaar via artikelen in “Diemer Nieuws” of “Diemer Info” bewoners informeren over de manier waarop de gemeente schade door bomen probeert te voorkomen. O.a. door regelmatige VTA-inspecties. | ||
Als het gaat om een houtopstand die beschermd is volgens de bomenverordening deze behandelen als een vergunning met publicatie in “Diemer Nieuws”. De indiener van de klacht wordt telefonisch en/of via e-mail op de hoogte gesteld over | ||
Zoals in § 2.1.2 Maatschappelijke waarde staat, levert het groen een positieve bijdrage aan de kwaliteit van het milieu en de leefomgeving. Het gaat hier om verbetering van de luchtkwaliteit en het binden van fijnstof, de bijdrage aan waterkwaliteit en -opvang, verstrooiing van geluid en opvangen van pieken in de regenwaterafvoer. Hoewel de belangrijkste verbeteringen van de milieukwaliteit aangepakt moeten worden door de hinder en vervuiling bij de bron te verminderen, heeft de hoeveelheid, opbouw en vorm van het groen een bufferend en filterend effect.
De gemeente Diemen heeft het Actieplan Luchtkwaliteit 2009-2012 opgesteld, waarin de brongerichte maatregelen zijn opgenomen. Ruimtelijke ontwikkelingen zoals bij de Plantage de Sniep, de herinrichtingsplannen voor bedrijventerrein Verrijn Stuart bieden mogelijkheid om hoeveelheid en opbouw van het groen te ontwikkelen. De verbredingen van spoorwegen en snelwegen kunnen een vermindering betekenen voor de hoeveelheid groen in het Diemer wandellandschap en de ecologische verbindingen, anderzijds bieden zij mogelijkheden voor herstructurering van de opbouw van het groen.
Om een optimaal effect van groen voor de milieukwaliteit te bewerkstelligen zijn de volgende streefbeelden opgesteld.
Streefbeeld verstrooiing van geluid
De groene bufferzones langs de snelwegen en spoorlijnen zijn belangrijk voor het absorberen van geluid. De geluidschermen zijn voorzien van wintergroene beplanting. Waar de groenzone langs de infrastructuur breder is (b.v. Gooiseweg), heeft deze een afwisselende structuur met hoge en lage beplanting.
Streefbeeld groen en luchtkwaliteit
Op parkeerplaatsen zijn bomen aanwezig om de emissie van koolwaterstoffen, ozon en stikstofoxiden te verminderen. Daarnaast verlagen bomen op parkeerplaatsen en op andere verharde oppervlaktes de temperatuur en voorkomen stedelijke hitteplekken.
Langs de wegen met veel verkeer (bijvoorbeeld bij de Ouddiemerlaan en Muiderstraatweg), voor gesloten gevelwanden en bij stoplichten vormen de kronen van de bomen geen gesloten kroonlaag om de vervuilde lucht niet in te sluiten.
Langs de hoofdontsluitingswegen (Gooiseweg) kan de filterende werking van groen door enkele aanpassingen in de groenstroken verhoogd worden. Een principe hiervoor is bijvoorbeeld dat de groene strook langs de weg luchtdoorlatend moet zijn om zoveel contact als mogelijk van de vervuilde lucht met het bladoppervlak te maken. Voor de soortkeuze geldt dat de boom/ de beplanting zo lang als mogelijk in blad moet staan en een grote oppervlak heeft door vele kleine blaadjes.
Streefbeeld groen en waterbuffering
Het groen in Diemen draagt bij aan het opvangen van pieken in de neerslag en de toename aan heftige regenbuien. Diemen heeft in haar gemeentelijk rioleringsplan (GRP) een onderzoek naar de aanpak van intense buien aangekondigd. Dat daarbij de straat als berging van hemelwater zal fungeren lijkt onvermijdelijk. Het water blijft dan voorlopig op de straat staan maar wordt vervolgens onder andere via beplantingen in de grond geïnfiltreerd en vult het grondwater aan. Daarom is de handhaving en uitbreiding van de hoeveelheid groen nodig, vooral langs wegen en verharding in de woonomgeving. Bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen of bij herinrichting van woon- en werkgebieden (Plantage de Sniep, Biesbosch, Verrijn Stuart) moet daarom vooral langs wegen voldoende groen aangelegd worden. Voor de benodigde hoeveelheid groen moet een norm worden vastgesteld.
Ook groene daken, onderhoudsarm beplant met mos, muurpeper, kruiden en grassen, kunnen bijdragen aan het bufferen van regenwater. De aanleg van vegetatiedaken is wenselijk en wordt door de gemeente Diemen bevorderd, eventueel door subsidie verlening. De gemeente geeft hierbij het voorbeeld door openbare gebouwen te voorzien van groene daken.
Bestaande watergangen worden gehandhaafd en bij stedelijke ontwikkelingen vormt het water een van de ordenende principes.
Voor een optimale bijdrage van groen aan de kwaliteit van het milieu zijn gelden de volgende voorstellen:
Bij herinrichtingen van wijken of bij nieuwe ontwikkelingen voor voldoende waterbuffering in het openbaar groen en in de hoeveelheid watergangen zorgen. Bij de inrichting van de gebieden voldoende areaal aan openbaar groen toevoegen, zodat de hoeveelheid groen per woning in Diemen eerder toeneemt dan afneemt.
De gemeente Diemen legt het speelruimtebeleid vast in een apart Speelruimteplan. Het Speelruimteplan uit 2003 is in 2009 geëvalueerd en er is nieuw speelruimtebeleid in ontwikkeling. Het speelruimteplan geeft richting aan het beleid voor speelvoorzieningen en de speelmogelijkheden in de openbare ruimte. De motivatie onder het buitenspelen, ontmoeten en samenspelen, lekt weg richting moderne contactmogelijkheden (SMS, MSN en profielwebsites). De speelruimte moet hiermee dus kunnen concurreren met zijn mogelijkheden tot elkaar treffen.
Omdat het groen in de openbare ruimte voorwaarden schept voor de informele speel- en ontwikkelingsmogelijkheden voor kinderen zijn de uitgangspunten voor spelen in het groen in dit groenplan opgenomen.
In § 2.2 Maatschappelijke waarden is toegelicht dat groen belangrijk is voor de ontwikkeling van kinderen. Het advies “Groen opgroeien!” (Raad van het Landelijk Gebied, 2008) stelt dat het al op jonge leeftijd in aanraking komen met de natuur of het opgroeien in een groene leefwereld een pedagogische noodzaak is.
Huidige situatie spelen en groen in de buurt
Voor kleine kinderen (0-4 jaar) is het kleinschalig groen in de directe woonomgeving en omgeving van speelplekken van belang (binnen straal van circa 100m). Dit groen moet aan de ene kant robuust zijn, maar niet bestaan uit struiken met stekels of doornen. Diemen beschikt over voldoende groen in de woonomgeving. De omgeving van scholen is echter over het algemeen zeer stenig. Er zijn in Diemen veel speelplekken, maar deze zijn vaak ingericht voor één leeftijdsgroep en er zijn te weinig zitmogelijkheden. Rond speelplaatsen staan op veel plekken struiken met stekels en doorns, die het spelen in het groen belemmeren.
Huidige situatie spelen in ruig groen
Het groen in het Diemer wandellandschap en in de groene randen van de buurten biedt kinderen in de verschillende leeftijdsfasen goede mogelijkheden. Voor schoolkinderen met een actieradius van ongeveer 500 meter is het van belang om te zorgen voor voldoende bosjes en veldjes waar kinderen:
Er is een kans om meer bloemrijk gras te ontwikkelen, dat speelaanleidingen biedt.
De mogelijkheden om te struinen of in een minder gecultiveerde omgeving te verblijven zijn aanwezig in het Diemerbos en in het poldergebied bij Diemen Noord. De routes hiernaar toe zijn voor verbetering vatbaar en het poldergebied is slecht toegankelijk.
Ruimtelijke ontwikkelingen met risico’s en kansen
Door ruimtelijke ontwikkelingen van snel- en spoorwegen komen er claims op de omvang van het Diemer wandellandschap. Binnen de bebouwde kom van Diemen wordt het gebied steeds verder ingericht. Het gevaar is dat veldjes en bosjes die als uitloopgebied voor kinderen kunnen dienen, verdwijnen.
Ook de vraag naar een overzichtelijke en veilige openbare ruimte kan er toe leiden dat ruige plekken en bosjes verdwijnen.
Indien in het kader van het speelruimteplan er bundeling, verplaatsing en/of herinrichting van speelplekken plaatsvindt, is het van belang extra aandacht te besteden aan een groene inrichting op en rond de speelplekken. De groene omlijsting moet zodanig worden ingericht dat er ruimte is voor spelen in het groen, Ze moet vele jaren mee kunnen gaan, terwijl de inrichting van het speelplek zelf van tijdelijke aard kan zijn. Hierdoor kunnen de speelplekken makkelijk aan de veranderende behoeftes en leeftijdsopbouw van de buurt aangepast worden.
Een deel van de speelplekken voor kleine kinderen wordt soms gedomineerd door jongeren. Vergroting en combinatie van speelplekken met zitplekken kan de sociale controle vergroten.
Dit leidt tot de volgende voorstellen:
Bij de herinrichting van speelplekken in het kader van het speelruimteplan deze inrichten voor verschillende leeftijdsgroepen (kleine kinderen, schoolkinderen en jeugdigen) en daarbij voorzien van zitplekken, picknicktafels en pergola’s. Hier ook voorzieningen als trapveld, skatebaan, basketbalveld aanleggen met doelen. De bundeling bij voorkeur plaatsen in de buurt van scholen, wijkcentra.
Los van de integratie van deze voorstellen in het speelruimtebeleid is het mogelijk om enkele voorstellen als zelfstandige maatregelen uit te voeren. Dit kan bijvoorbeeld voor de omvorming van stekelige beplantingen rond kinderspeelplaatsen (voorstel 2) en de ontwikkeling van bloemrijke hooilanden bij de ruige speelplekken in de groene buffer (voorstel 6).
Kaart kansrijke watergangen voor aanleg natuurvriendelijke en ecologische oevers
Het water in de openbare ruimte van Diemen heeft belangrijke functies. Voor de waterhuishouding (berging en afvoer van regenwater), ecologie en recreatie. Met name de oevers spelen daarbij een cruciale rol door de waterzuiverende eigenschappen van water- en moerasplanten. Ook vormen ze een leefgebied voor vissen, insecten, amfibieën en kleine zoogdieren. Voor de ecologie is het belangrijk dat de oeverlijn zo gevarieerd mogelijk is om een breed scala aan verschillende leefgebieden te bieden. Daarnaast is een gevarieerde oeverbeplanting waardevol als voedselbron voor insecten. En waar een hoge ecologische kwaliteit met een hoge biodiversiteit aanwezig is, kunnen ook burgers genieten van de rijkdom in planten en dieren. Kinderen kunnen natuurervaringen opdoen. Voorwaarde is dat het zicht op en toegang naar het water gewaarborgd zijn. Bovendien zijn onbeschoeide oevers veiliger voor kinderen en dieren.
Op een aantal locaties in Diemen zijn de laatste jaren ecologische oeverzones aangelegd die heel erg door de bewoners gewaardeerd worden. Ze leveren een waardevolle bijdrage aan de stedelijke ecologie. Deze gelden als voorbeeld voor de ontwikkelingen van de ecologische oevers in de woonomgeving van Diemen.
Plaatselijk zijn watergangen dichtgegroeid met riet en plantsoen waardoor de toegang en zicht op het water veelal niet meer mogelijk is. De waterkwaliteit is op een aantal punten niet optimaal. In Diemen doen zich verschillende knelpunten voor: in Diemen Zuid is het water soms troebel, in Diemen Centrum komt veel Kroos en Parelvederkruid voor en in Diemen Noord is veel Grote kroosvaren aanwezig.
De waterkwaliteit wordt door maatregelen uit het Waterplan verbeterd. In dit groenplan gaat het er om de functie, inrichting en beheer van de oevers in relatie met het groen in kaart te brengen.
Er zijn budgetten beschikbaar voor het aanleggen van ecologische oevers en vanuit het Waterplan is er een uitvoeringsplan opgesteld.
In Diemen Centrum worden in het kader van de herinrichting van het centrum de watergangen van de Oranjelaan en Henry Dunantlaan met elkaar verbonden.
Watergangen binnen de groene hoofdstructuur, met name in de ecologische zones van het Diemer wandellandschap, zijn voorzien van ecologische oevers. Langs de ondersteunende ecologische gebieden (watergangen Henry Dunantlaan/ Oranjelaan, Eendenpad/ Zwanenpad) zijn watergangen met natuurvriendelijke oevers voor dier en mens aantrekkelijk ingericht door hun bloemen- en soortenrijkdom. Ecologische oevers zijn waar mogelijk breder van afmeting en gevarieerder in de oeverlijn dan natuurvriendelijke oevers. De soorten die in deze zones te vinden zijn, zijn beschreven in thema 6.1 Ecologie in de woonomgeving. De principes voor het ecologisch beheer staan in hoofdstuk 9. Groenbeheer.
De paden langs de Weespertrekvaart en het Amsterdam-Rijnkanaal hebben vooral een recreatieve functie. Hier zijn doorgaans damwanden aanwezig en de aanleg van oeverzones is binnen het gemeentegebied nauwelijks mogelijk.
De watergangen zijn onderling verbonden als zij hetzelfde waterpeil hebben.
Principeprofiel ecologisch oever
6.7 Honden in de openbare ruimte
In dit groenplan gaat het voornamelijk over de ruimtelijke aspecten van honden in de openbare ruimte.
Honden en hun eigenaren spelen een belangrijke rol in de openbare ruimte. Meerdere keren per dag wandelen zij voor korte of langere tijd buiten bij alle weersomstandigheden en in alle seizoenen. Zij wijzen de weg aan voorbijgangers, zorgen voor sociale controle en een veiliger gevoel op straat. De dagelijkse wandeling met de hond draagt ook bij aan de gezondheid van mensen en bevordert sociale kontakten in de wijk. En tegelijkertijd is de overlast van hondenuitwerpselen een ergernis voor anderen.
Het bestaande hondenbeleid heeft de volgende uitgangspunten:
In Diemen is de overlast van hondenuitwerpselen over het algemeen te overzien. Knelpunten zijn gazons waar regelmatig overlast te constateren is. De gemeente voert een hondenbeleid dat resulteert in een relatief schoon straatbeeld. Tegelijkertijd accepteren hondeneigenaren beter dat zij uitwerpselen direct moeten opruimen en dat bepaalde plekken, zoals speelterreinen, niet toegankelijk zijn voor honden.
Voorgesteld wordt de APV in art 2.4.18 te wijzigen en het verbod op gazons uit te breiden. Er staan circa 35 depotdogs (afvalbakken voor hondenpoep) verspreid over de gemeente. Deze zijn niet op strategische plekken aangebracht. Het wordt voorgesteld om uit te zoeken, op welke plekken de afvalbakken nuttig zijn en waar niet. Een eerste aanzet kan zijn, de depotdogs bij de toegangen tot losloopgebieden te plaatsen.
Slechts voor een deel van de bewoners van Diemen Centrum ligt er binnen de gemeentegrens een hondenlosloopplaats op loopafstand. De hondenbezitters zijn daar aangewezen op de strook in Amsterdam langs de zuidwestkant van de A10 (Ringweg Oost) en het gebied achter de Maarten Luther Kinglaan en Tobias Asserlaan. Het is van belang dat de gemeente Diemen de mogelijkheid voor het loslopen van honden in de strook behoudt en dit afstemt met het stadsdeel Oost.
Langs de paden in de hondenuitlaatzones liggen stroken van 2 m breedte die 6x per jaar worden gemaaid en daarom uit vrij kort gras bestaan. Sterke groei van ruigtekruiden en bramen langs de paden is ongewenst.
De gemeente is in gesprek met groengebied Amstelland en omliggende gemeenten om de regelgeving t.o.v. het hondenbeleid van buitengebied en de bebouwde kom beter op elkaar af te stemmen.
Naast het continueren van het bestaande hondenbeleid zijn er de volgende voorstellen:
Groen gaat veel bewoners en gebruikers aan het hart. Bewoners willen een bijdrage leveren aan het onderhoud en de inrichting van het groen bij hun huis, in de buurt of op half natuurlijke terreinen. De gemeente staat positief tegenover initiatieven van bewoners om te participeren.
In Diemen Centrum, Bomenrijk en in de Soestdijkstraat hebben bewoners geveltuintjes die zij zelf onderhouden. De geveltuinen verlevendigen het straatbeeld en leveren een bijdrage aan de mogelijkheden voor sociale contacten in de straat. Zij vormen voor bewoners een mogelijkheid om buiten te zijn.
Bewoners en ondernemers willen een extra kwaliteit die uitstijgt boven het standaard onderhoud en de standaard inrichting die de gemeente kan bieden. Dit kan gelden voor buurtgroen in hofjes of binnentuinen maar ook voor de openbare ruimte bij winkels en bedrijven. Betrokkenen kunnen hiervoor groen adopteren en zelf zorgen voor het hogere kwaliteitsniveau.
Voor het groengebied Spoorzicht is in 1999 het Diemer Platform Spoorzicht Groen opgericht. Dit platform heeft als doel om park Spoorzicht Diemen als natuurgebied en park in stand te houden. Het streeft naar handhaving van groen in het centrum van Diemen, bewustwording voor ecologisch groenbeheer en wil kinderen dicht bij huis in aanraking brengen met de natuur.
Zij doet dit door het organiseren van publieksexcursies en wandelingen, (laten) inventariseren van flora en fauna, begeleiden van scholen, aangeven van leerpaden en het uitvoeren van onderhoud in Spoorzicht.
De geveltuinen die nu in Diemen bestaan zijn over het algemeen goed onderhouden.
Op een aantal plekken worden beplantingsvakken van de gemeente door omwonenden zonder toestemming beplant. Vaak past deze beplanting niet bij de grootte van het vak of kan niet goed worden onderhouden.
De gemeente streeft er naar om bewoners en gebruikers meer bij het groen te betrekken. Dit doet zij onder andere door het wijkgericht werken. Uitbreiding van participatie bij onderhoud en inrichting van groen is hiermee volledig in de lijn. Op die manier kan bij gelijkblijvend budget een extra kwaliteit en een goed draagvlak gerealiseerd worden. Belangrijk is om duidelijke afspraken te maken over het onderhoud om de continuïteit te waarborgen.
De gemeente wil de mogelijkheden voor participatie ondersteunen door een bijdrage te leveren aan de inrichting, bijvoorbeeld door het aanleggen van geveltuintjes, beplanten van boomspiegels, adopteren van een heestervak of door het plaatsen van bloembakken.
Bewoners voeren het onderhoud van deze beplantingen zelf uit.
Boomspiegels mogen met bloembollen of vaste planten beplant worden indien de boom of de verharding eromheen niet beschadigd wordt.
Geveltuinen mogen door bewoners zelf worden aangebracht en worden beplant met bloembollen, vaste planten of kleine houtachtige gewassen. Voorwaarde is dat de geveltuin maximaal 45 cm breed is en de loopruimte op de stoep minimaal 1,20 m is. Indien de hele straat geveltuinen wil hebben, kan de gemeente helpen de tuintjes in één keer aan te leggen.
Voor boomspiegels en geveltuinen geldt dat onder de gestelde voorwaarden geen toestemming van de gemeente verleend hoeft te worden.
De melding van aanleg van een geveltuin aan afdeling Ruimtelijk Beleid is wel nodig, zodat beheerders van de openbare ruimte controle kunnen uitoefenen op het beheer van de geveltuinen.
Als er geen onderhoud meer aan geveltuinen gepleegd wordt, stuurt de gemeente een brief aan de bewoner. Als hierna geen verbetering volgt, wordt de geveltuin dichtgestraat. Bloembakken kunnen op straatinitiatief worden aangebracht, ook hier kan de gemeente helpen de bloembak te plaatsen en te beplanten. In dit geval moet contact worden opgenomen met de gemeente.
Reeds bestaandebeplantingsvakken in een straat kunnen door bewoners ook wel worden beplant en onderhouden. De gemeente stelt in dit geval eisen aan het type beplanting en het onderhoud. Zo mogen hierin bijvoorbeeld geen kerstbomen worden geplant, ook mogen deze vakken niet worden gebruikt om hier fietsen te stallen of vuilnisbakken neer te zetten. Een melding aan afdeling Ruimtelijk Beleid is wel nodig, zodat beheerders van de openbare ruimte controle kunnen uitoefenen op beheer van de geadopteerde vakken.
Ook op buurtniveau is participatie mogelijk. Bijvoorbeeld het onderhoud van het groen van een speelplek of buurttuin. Het buurtinitiatief stelt hierbij een plan voor de uitvoering en organisatie van het onderhoud. In een contract worden de wederzijdse afspraken vastgelegd. In dit geval is het mogelijk dat de gemeente aan bewoners jaarlijks een basisbudget voor het onderhoud ter beschikking stelt. Een voorbeeld is de buurtmoestuin in het Prinsessenpad in Diemen Centrum.
Streefsituatie omgevingsniveau
In bijzondere gevallen kunnen bewoners samen met de gemeente het onderhoud van bijzondere groengebieden uitvoeren, zoals ecologische gebieden of grotere delen van de openbare ruimte. In dat soort gevallen moeten de geïnteresseerde burgers contact opnemen met de gemeente om hun voornemens te bespreken. De afspraken worden in een plan en een contract vastgelegd.
Ook de samenwerking met jeugdigen wordt door de gemeente ondersteund. Het kan hierbij gaan om het onderhouden van een stukje groen, het aanleggen van een werktuin of het mee denken aan de inrichting van een speelplaats. Scholen, de buitenschoolse opvang of andere sociale inrichtingen voor kinderen en jeugdigen kunnen bij belangstelling contact opnemen met de gemeente.
Goede samenwerking en afstemming van activiteiten met deze nieuwe en met bestaande initiatieven zoals het Platform Spoorzicht en andere milieugroeperingen dragen bij aan het bereiken van de gemeentelijke doelen voor milieueducatie, spelen in het groen en ecologisch groenbeheer.
Geveltuin, recent aangelegd bijherstratingswerkzaamheden
Boomspiegel, beplant door bewoners
Plantsoen, onderhouden door bewoners
Deze paragraaf over het bomenbeleid bestaat uit twee delen: § 6.9.1 met de uitgangspunten en voorstellen voor het bomenbeleid en § 6.9.2 met de uitwerking van de beleidsvoorstellen.
De gemeente heeft ruim 11.000 bomen in eigendom en beheer. Bomen zijn binnen de groenstructuur van belang voor beeld, ecologie en functioneren van de openbare ruimte.
De bomen die het beeld op gemeenteniveau bepalen staan langs de hoofdboomstructuur, die de hoofdgroenstructuur en de wijkassen begeleidt (zie kaart). Streefbeelden en de richtlijnen voor soorten van deze structuur zijn beschreven in bij de hoofdassen en de wijkassen van de hoofdgroenstructuur (hoofdstuk 5).
Tot de hoofdboomstructuur behoren de boombeplanting langs de Ouddiemerlaan, het Amsterdam-Rijnkanaal, de Hartveldseweg-Muiderstraatweg-Weteringweg, de Diemerpolderweg en de Bergwijkdreef. Langs de Provincialeweg is de huidige boomstructuur nog onvolledig. De bomen langs de Gooiseweg zijn deels in beheer bij de gemeente Amsterdam. De bomenrijen van de hoofdboomstructuur versterken het doorgaande karakter en het belang van de routes.
Er zijn weinig boomstructuren die vanwege hun ouderdom waardevol zijn. De gemeente Diemen is relatief jong en er staan relatief weinig oude bomen. Verder zijn er in het bebouwde gedeelte van Diemen geen bomen te vinden die veel ouder zijn dan 50 jaar. Circa 90 % van het bomenbestand is jonger dan 30 jaar.
Langs het historisch lint van de Ouddiemerlaan komen de meest waardevolle bomen voor. Cultuurhistorisch waardevol is bijvoorbeeld de bomenrij van populieren langs de Ouddiemerlaan in Diemen Noord.
Daarnaast zijn er in de gemeente herdenkingsbomen geplant die voor de toekomst blijvende betekenis hebben. Een lijst met deze bomen is in bijlage 5 opgenomen.
Voor beheer- en inrichtingsvraagstukken voor bomen geldt de Bomenverordening van Diemen als basis. Hierin staat het beleid voor de juridische bescherming van bomen. Verder geeft de Bomenverordening uitgangspunten voor aanvragen voor kap van bomen, herplantplicht, schaderegeling en Iepziekte. De bomenverordening doet ook uitspraken over boombescherming bij ruimtelijke inrichting. In de gemeente zijn herdenkingsbomen aangewezen die extra bescherming genieten.
Om bomen te beschermen stelt de gemeente als eis dat een Bomen Effect Analyse (BEA) wordt opgesteld bij de herinrichtingen van woonwijken en straten waar de inspraakverordening van toepassing is en bij het vellen van houtopstanden die deel uitmaken van de hoofdgroenstructuur en hoofdbomenstructuur. Bij de vervanging van dode of beschadigde bomen is een BEA niet vereist.
In de gemeenteraad is op 21 juni 2007 een motie over monumentale bomen aangenomen. De raad vindt het belangrijk dat in elke wijk en in het buitengebied van Diemen voldoende monumentale bomen staan. Bestaande bomen kunnen duurzaam behouden worden door ze optimaal te onderhouden. Ook kunnen op daarvoor geschikte plekken bomen worden aangeplant om uit te groeien tot monumentale boom. Er is behoefte aan beleid voor behoud en bevorderen van (toekomstige) monumentale bomen. Daarnaast moet het behoud en aanplant van monumentale bomen in de nieuwe en te herziene bestemmingsplannen aan de orde komen.
De gemeente Diemen is gebouwd op een dik veenpakket. Ter plekke van woongebieden en bedrijventerreinen klinkt het veen door de aangebrachte zandophogingen en de ontwatering gestaag in. De inklink varieert per wijk: in Diemen Noord is het plaatselijk nog 2 tot 5 cm per jaar en sommige gebieden in Diemen Zuid zakken nog nauwelijks. Door het zakken van het maaiveld is het noodzakelijk om geregeld de bestrating en plantsoenen inclusief een deel van de bomen op te hogen. Dan wordt ook de riolering weer op de aanleghoogte gebracht. Deze werkzaamheden zijn nodig om de ontsluiting van woningen en bedrijven functioneel te houden.
Uit het voorgaande blijkt dat het moeilijk is om in de directe woonomgeving van Diemen bomen volwassen te laten worden.
Dit vraagt om een beleid voor de omlooptijd, plaatsing en soortkeuze van bomen en het aanwijzen van bomen die langere tijd mee kunnen gaan.
In de gemeente vindt regelmatig herinrichting van de openbare ruimte plaats en er zijn plannen voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Dit vraagt om een systematische bescherming van waardevolle boombeplantingen. Voor het bepalen van streefbeelden voor de hoofdboomstructuur en de wijkboomstructuren is het wenselijk een bomenstructuurplan op te stellen.
De situatie in Diemen vraagt om een twee sporen beleid. Enerzijds moet men accepteren dat bomen in de directe woonomgeving een beperkte levensduur hebben, anderzijds is het streven om delen van het bomenbestand een langere levensduur te geven.
Het zorgen voor bomen met een langere levensduur gebeurt door het aanwijzen van toekomstbomen, beschermen en ontwikkelen monumentale bomen, zorgen voor de juiste soortkeuze en hanteren van inrichtingsprincipes die een langere levensduur mogelijk maken. Voor het tot nu toe gehanteerde beleid om bomen bij ophoging zoveel mogelijk te verplanten en te behouden is het wenselijk een keuze te maken tussen verplanten of investeren in een nieuwe boom. Bij de keuze maakt de gemeente een afweging op basis van huidige boomwaarde, verplantkosten, levensvatbaarheid en de gewenste soortkeuze in het streefbeeld. Als er gekozen wordt voor het kappen van de boom, dan dient de plantmaat voor een nieuwe boom gelijkwaardig te zijn aan de gekapte boom. Daarbij gelden twee voorwaarden: de kosten mogen niet hoger zijn dan een eventuele verplanting en de maat van de nieuwe boom in de openbare ruimte is niet groter is dan 50 cm stamomtrek op 130 cm hoogte vanaf maaiveld.
Bij het kiezen van plantplaatsen kan er voor worden gezorgd dat de boom in omstandigheden geplant wordt, waarin hij een langere tijd vitaal kan blijven staan. Een mogelijke oplossing is bijvoorbeeld bomen op terpen of in beplantingsvakken te planten die structureel hoger zijn aangelegd waardoor bomen minder snel met verzakkingproblemen (waterstand) te doen krijgen. Of wordt ook zo veel als mogelijk voorkomen bomen in verharding te plaatsen indien het bomen van de hoofdstructuur zijn.
Voor het bomenbeleid zijn er de volgende voorstellen:
De hoofdboomstructuur van Diemen is aangegeven op kaart. Voor het deel van de hoofdboomstructuur dat niet in eigendom en beheer van de gemeente Diemen is, voert de gemeente overleg met de eigenaren om het streefbeeld te bereiken. Langs de meeste hoofdwegen en het Amsterdam-Rijnkanaal staan doorgaande boombeplantingen en dit geeft een duidelijke structuur. In de wijkbomenstructuur zijn alleen de beeldbepalende en structuurgevende boomlijnen opgenomen.
Voor het completeren van de hoofdboomstructuur zijn naast de voorstellen die in hoofdstuk 5 bij de streefbeelden van de hoofdgroenstructuur vermeld zijn de volgende maatregelen nodig:
Binnen het bomenbestand worden toekomstbomen aangewezen. Dit zijn bomen die buiten de hoofdboomstructuur staan en nog geen status van monumentale boom hebben, maar die een belangrijke bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit van Diemen. Voor deze bomen streeft de gemeente naar een langere levensduur. Bij ruimtelijke inrichting worden deze bomen beschermd en de gemeente investeert in goede groeivoorwaarden voor de toekomstbomen. Een deel van de toekomstbomen kan later als monumentale boom aangewezen worden.
Als toekomstbomen worden de volgende categorieën bomen aangewezen:
De gemeente legt de status van toekomstboom vast in het groenbeheersysteem.
Diemen kent nog weinig oudere bomen, daarom is het juist belangrijk om beeldbepalende bomen van hogere leeftijd te beschermen. Zij hebben een cultuurhistorische waarde en dragen bij aan de identiteit en het karakter van Diemen. Herdenkingsbomen, die tot de monumentale bomen gerekend worden, markeren belangrijke gebeurtenissen in de samenleving.
Een aantal aan te wijzen monumentale is eigendom van particulieren. De gemeente vindt het belangrijk dat deze bomen goed onderhouden worden en dat de veiligheid rondom deze bomen gewaarborgd is.
Het beheer van deze bomen, die bijdragen aan het beeld en de kwaliteit van de buitenruimte, omvat in ieder geval een regelmatige VTA-inspectie. Uit deze controle blijkt welke maatregelen nodig zijn om de bomen duurzaam in stand te houden, bijvoorbeeld het verwijderen van dood hout, krooncorrectie, snoei op veiligheid of verbeteren van groeiomstandigheden.
Op basis van criteria stelt de gemeente een lijst van monumentale vast die elke 5 jaar herzien wordt. De criteria voor monumentale bomen staan in tabel 6.9.1.
De gemeente investeert in de boven- en ondergrondse groeiomstandigheden van monumentale bomen. Zij komt particulieren tegemoet bij inspectie en onderhoud van monumentale bomen. Monumentale bomen genieten extra bescherming bij ruimtelijke ontwikkelingen.
Boomsoortenkeuze en groeiplaats
Voor een duurzaam bomenbestand geldt dat de soortkeuze goed afgestemd moet zijn op de groeiomstandigheden in Diemen. In de nattere delen van de groene zones en grote plantsoenen gaat de voorkeur uit naar soorten die tegen hogere grondwaterstand kunnen en van nature in een venig gebied thuishoren. Dit zijn soorten als Es, Els, Lijsterbes die in de directe woonomgeving geplant kunnen worden. Op minimaal 15 m afstand van verharding en bebouwing zijn dat Populier, Wilg en Zachte berk.
Omdat in directe woonomgeving langs woonstraten bovenstaande soorten minder geschikt zijn, wordt hier gekozen voor soorten die relatief goed tegen verplanten en of mee-ophoging kunnen. Dit zijn soorten als Plataan, Linde, Haagbeuk, Ginkgo, Christusdoorn, Els (Alnus spaethii).
Bij herinrichting van de openbare ruimte is het uitgangspunt om de hoeveelheid bomen die in verharding staan zoveel mogelijk te beperken en bomen op voldoende afstand tot de verharding in beplantingsstroken of grasstroken te planten.
Beeldbepalende toekomstbomen staan bij voorkeur op verhoogde delen (“terpen”) zodat ze bij inklinking van de bodem toch hoog genoeg boven het grondwater staan.
Programma van eisen voor inrichting voor bomen
Bij ontwerp, renovatie en herinrichting van de openbare ruimte nemen bomen gezien hun waarde en langzame ontwikkeling een bijzondere plaats in. De gemeente heeft daarom navolgend programma van eisen voor bomen opgesteld. Dit is voor iedere betrokkene, maar vooral stedenbouwkundigen en ontwerpers (tussen de initiatieffase en nazorg/beheerfase) van belang. Voor elke fase in de planvorming: initiatief, stedenbouwkundig programma van eisen, stedenbouwkundig plan (maaiveldontwerp), realisatie en nazorg geeft het richtlijnen.
De initiatieffase start op het moment dat het eerste voorwerk voor een plan in gang gezet wordt. Dit kan een vooronderzoek, verkenning, eerste ontwerpschets of voorlopige budgetaanvraag zijn. De verantwoordelijkheid voor een goede regie voor de initiatieffase ligt bij de afdelingen Ruimtelijke Ontwikkeling en Ruimtelijk Beheer van de gemeente.
In de initiatieffase wordt een plan of activiteit aan de volgende zaken getoetst en/of moeten in ieder geval meegenomen worden:
Zoveel mogelijk inpassen van bestaande volwassen bomen in het nieuwe ontwerp. Hanteren van een vaste procedure voor de bescherming van bomen via een Bomen Effect Analyse (BEA) en een programma van eisen inclusief schaderegeling, bij bouw en aanleg. Hierbij alle kosten voor onderzoek, bescherming en behoud van bomen in het project opnemen. Monumentale en toekomstbomen en de bomen van de hoofdboomstructuur hebben maximale bescherming. Bij het loket Omgevingsvergunning zorgen dat aanvragers hierover geïnformeerd zijn.
Maken van een afweging voor het behouden van bomen. Bij herinrichting en ruimtelijke ontwikkeling kan het ook zijn dat er een situatie gecreëerd wordt die een duurzamere oplossing biedt en waarbij een nieuwe inrichting met bomen een betere beeldkwaliteit geeft. Hierbij zal telkens een afweging gemaakt moeten worden tussen de huidige boomwaarde, de levensverwachting, de kosten van verplanten en de conditie van de groeiplek in de nieuwe situatie.
Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPvE)
In de fase stedenbouwkundig Programma van Eisen wordt een masterplan en/of een structuurontwerp gemaakt. Voor deze fase zijn de volgende zaken van belang:
Stedenbouwkundig Plan (Maaiveldontwerp)
In deze fase wordt een (voorlopig) ontwerp gemaakt. Het ontwerp wordt ook op beheeraspecten getoetst en moet voldoen aan de onderstaande zaken:
Bomen alleen toepassen als er bovengronds en ondergronds voldoende (bewortelbare) ruimte is om tot volwassen exemplaren uit te groeien. De benodigde doorwortelbare ruimte is afhankelijk van de grootte van de boom. Een richtlijn voor de benodigde doorwortelbare ruimte in een grondwaterprofiel is: bomen van de 1e grootte 30 m3, 2e grootte 15 m3, 3e grootte 7,5 m3 en knot/leibomen 4 m3. Het verdient de voorkeur de groeiplaatsen van de bomen onderling te verbinden (sleuven, min breedte 3,5 m). Dit komt het bodemleven ten goede.
Bomen alleen toepassen bij voldoende bovengrondse en ondergrondse groeiruimte
Bomen moeten onderling voldoende hart tot hart afstand hebben
De realisatiefase omvat de uitvoering van de werkzaamheden. Toezicht op de richtlijnen en toetsing op de in het ontwerp vastgelegde richtlijnen en maten is hier van belang. Hieronder staan de belangrijkste aspecten waarmee in de realisatiefase rekening moet worden gehouden.
Binnen een meter uit de kroonprojectie mag niet gegraven worden en de grond mag niet verdicht worden. Ook opslag van bouwmaterialen is hier niet toegestaan. Vast hekwerk aanbrengen rond kroonprojectie ter voorkoming van specifieke beschadigingen. De poster ‘Boombescherming op bouwlocaties’ van de Vereniging Stadswerk is integraal van toepassing. Tot 2 meter uit de kroon mogen geen
Voordat een pas geplante boom naar het reguliere beheer overgaat is er nog een periode van nazorg nodig. Deze omvat in ieder geval het geven van water in droge perioden gedurende de eerste drie jaar na aanplant, de controle van boompalen en boombanden en de inboet.
Bescherming en behoud van bomen bij ruimtelijke ontwikkelingen
Bij herinrichting en ruimtelijke ontwikkelingen is bescherming van bestaande bomen gewenst. Hierbij zal wel een afweging gemaakt moeten worden of de te handhaven boom inderdaad duurzaam in stand kan blijven of dat herplant met een geschiktere boomsoort of in een betere groeiplaats een betere kwaliteit oplevert en/of een duurzamere oplossing biedt.
De venige ondergrond in Diemen heeft als gevolg dat in de directe woonomgeving langs woonstraten, in woonerven en pleintjes de levensduur van bomen beperkt is. Hier is veelal onvoldoende ruimte om bomen op afstand van de verharding en funderingen te plaatsen. Daarom is per situatie een aparte afweging nodig. De aanpak verschilt afhankelijk van de huidige en te verwachten mate van verzakking. Hiervoor gelden de volgende richtlijnen:
Dit hoofdstuk start met een inleiding over het karakter van het groen in de wijken. Daarna volgt er voor elke wijk een afzonderlijke paragraaf met een vaste opbouw die begint met een beschrijving van de stedenbouwkundige opbouw en de karakteristiek van het groen. Als er ruimtelijke ontwikkelingen gepland of bekend zijn worden deze vermeld. Er volgt een korte evaluatie van het beeld en de opbouw van het groen binnen de wijk dat buiten de hoofdgroenstructuur valt. Tot slot zijn per wijk of buurt voorstellen geformuleerd die voortkomen uit de veldverkenning van de wijken, de evaluatie van het groen en de voorstellen uit de workshop met bewoners. De voorstellen dienen voor verbetering van de inrichting van het groen in de wijk.
De streefbeelden voor delen van de hoofdgroenstructuur die aan de wijken grenzen zijn te vinden in §5.4 van dit groenplan. De onderdelen van de hoofdgroenstructuur die binnen de wijken liggen zijn in de wijkbeschrijvingen genoemd. Hierbij is telkens aangegeven of het om een hoofdas, wijkas of het Diemer wandellandschap gaat. De voorstellen voor de groene routes voor ommetjes vanuit de wijken staan in § 6.2 Groene routes.
7.1. Opbouw en karakter van de wijken
De woongebieden van Diemen zijn naar binnen gekeerd en ontsloten door routes voor langzaam verkeer. Het karakter van het groen in de woonwijken is bepaald door de stedenbouwkundige opzet: Diemen Centrum is na de tweede wereldoorlog vanuit de oude kern Diemerbrug tot ontwikkeling gekomen. Daarna is dwars op de Ouddiemerlaan de wijk Ruimzicht ontstaan. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw is Diemen Zuid gebouwd met een zevental woonbuurten die voornamelijk een woonerfkarakter hebben. In de jaren negentig zijn langs het Amsterdam-Rijnkanaal de vier woonbuurten van Diemen Noord ontwikkeld.
De hoofdgroenstructuur van Diemen brengt samenhang tot stand tussen de verschillende wijken en buurten. Door deze hoofdstructuur te verbeteren worden de mogelijkheden tot oriëntatie in de gemeente vergroot. De hoofdgroenstructuur bestaat uit de groene dragers, die bepalend zijn voor de structuur van Diemen: de hoofdassen, het Diemer wandellandschap en de bijzondere groengebieden.
Naast deze hoofdstructuur zijn de verschillende wijken en buurten van elkaar te onderscheiden, doordat verschillende stedenbouwkundige concepten zijn toegepast met een specifieke vorm openbaar groen.
Karakter van het groen in de wijken
Terwijl in de hoofdgroenstructuur en de buurtoverstijgende routes het vergroten van samenhang en continuïteit van belang is, geldt in de wijken juist dat de karakteristieke verschillen tussen de verschillende woongebieden behouden en benadrukt moeten blijven.
Voor de meeste wijken geldt dat het groen in de woonomgeving zeer compact is. Dit geldt voor de wijken met woonervenstructuur in Diemen Zuid, de kleinschalige strokenbouw en verdichte woonbuurten in Diemen Centrum en het groen in Diemen Noord met uitzondering van de parkstrook langs het Amsterdam Rijnkanaal.
Karakteristiek voor Diemen is het groen in de volgende gebieden:
Deze markante verschillen ten opzicht van de rest van het groen in Diemen dienen behouden te blijven en waar mogelijk versterkt te worden. Wel zullen delen van het bosplantsoen omgevormd moeten worden om een overzichtelijkere openbare ruimte te krijgen.
Het gebruik van vaste planten in het openbaar groen wordt geïntensiveerd mits het onderhoudsarme en betrouwbare soorten zijn zoals Vrouwenmantel, Herfstaster en Ooievaarsbek. Deze planten hebben een hoge sierwaarde, zijn aantrekkelijk voor vlinders en vogels en sluiten over het algemeen snel het beplantingsvak waardoor onkruidgroei onderdrukt wordt. De gemeente hanteert een lijst met de meest betrouwbare cultivars (zie bijlage 6).
Binnen het compacte groen in de wijken zijn er weinig mogelijkheden om de identiteit van de wijk door groen te versterken. De openbare ruimte met het groen ontleent in hoofdzaak haar karakter aan de stedenbouwkundige opbouw en de aansluiting op de elementen van de hoofdgroenstructuur.
De wijken Buytenstee, Vogelweide, Scheepskwartier en Vlindertuin vormen samen een grote uitbreiding van Diemen volgens een eenduidige stedenbouwkundige opzet. Het is de meest recente en laatste grote uitbreiding. Naast de kern Oud-Diemen is een viertal gelijkwaardige wijken aangelegd. Deze zijn telkens gescheiden door een gracht of een groene parkstrook, die in het noorden aansluiten op de Kanaaldijk langs het Amsterdam-Rijnkanaal. In de strook langs het kanaal zijn 16 hoge appartemententorens geplaatst. Deze vormen een van verre herkenbare beëindiging van Diemen langs het kanaal en het aan de overkant gelegen Diemerzeedijk gebied. Door het verschil in afstand tussen de torens en het kanaal en door een verschil in hoogte is de vierdeling van de wijk geaccentueerd. De strook met torens heeft een parkachtig inrichting.
Alle wijken hebben een rondgaande ontsluitingslus, die telkens aansluit op de Diemerpolderweg. De dorpskern Oud-Diemen bevindt zich tussen twee van deze toegangswegen. De overzichtelijkheid van dit punt laat te wensen over. Centraal van oost naar west loopt een langzaamverkeerroute door de wijk (‘groene wijkas’). Deze is door de boom beplanting en de beplante bermen duidelijk als doorgaande route herkenbaar. Langs deze route bevinden zich de voorzieningen van Diemen-Noord: het wijkgezondheidscentrum, het winkelcentrum en een tweetal scholen. Langs de langzaamverkeerroute zijn de woonblokken hoger. De stedenbouwkundige opzet en groenstructuur sluiten op elkaar aan.
De Kanaaldijk langs het Amsterdam-Rijnkanaal heeft voor heel Diemen-Noord een grote recreatieve betekenis. Hier ligt een fietsroute in de zuidoostelijke groene lob van Amsterdam, die een verbinding maakt met het Flevopark in Amsterdam, de Gemeenschapspolder en het aansluitend veenweidegebied.
Van belang voor de westelijke woonbuurten van Diemen-Noord is het park 'De Omloop' langs het knooppunt Watergraafsmeer tussen de A1 en de A10. Vanwege de geïsoleerde ligging van Diemen- Noord door de aanwezige infrastructuur is de Omloop een van de belangrijkste uitloopgebieden van de wijk. Het oorspronkelijke karakter van het veenweidegebied is grotendeels gehandhaafd.
Weilanden en kavelsloten bepalen het karakter van het park. Delen zijn met elzenbos ingeplant. In het park liggen een grote' avonturen-speelplaats', een goed gebruikt trapveld en een vijver. Het park is door een brede vaart van de wijk gescheiden en grenst aan de beplanting langs het geluidsscherm van de A10. Langs de A1 ligt een brede strook 'natuurlijk groen'.
Voor de oostelijke woonwijken is de Diemerpolder een belangrijk wandel- en uitloopgebied. Hoogstwaarschijnlijk zal hier in de toekomst een stadsrail worden aangelegd naar de nieuwe wijk IJburg in het IJmeer. Vooralsnog zijn er verschillende opties voor de vormgeving van de stadsrail. Vanuit het groen heeft ondergrondse variant of de aanleg ‘op poten' de voorkeur om de relatie met de oevers van de Diem zo sterk mogelijk te houden. Het polderlandschap tussen de wijk en de Diem is in beheer bij Groengebied Amstelland.
Evaluatie groen in Diemen Noord
De parkachtige strook bij de flats langs de noordkant biedt mogelijkheden voor meer natuurlijk groen. De hoeveelheid groen in het overige deel van de wijk is beperkt en bestaat voornamelijk uit boombeplantingen en smalle stroken met heesters of hagen. Het groen functioneert goed en de opbouw van het groen sluit goed aan op de stedenbouwkundige situatie.
Op enkele plekken is de ruimtelijke relatie met de kanaaldijk slecht te ervaren door hoge beplanting. De groenstroken die dwars op het centrale fietspad liggen zijn te weinig beleefbaar en bieden te weinig doorzicht.
Afgezien van de noodzaak voor ophoging van de openbare ruimte zijn er geen specifieke beheerproblemen.
Oud Diemen is op zich goed herkenbaar, maar de identiteit kan door hagen en materiaalgebruik versterkt worden.
Algemene Voorstellen Diemen Noord
BS 1 Verbeteren speelplek door meer samenhang te creëren en obstakels te verminderen
BS 2 Opwaarderen groene as tussen woningen door overzicht en samenhang te creëren
BS 3 Fiets en brommerverkeer langs Ouddiemerlaan beperken door verkeersremmende maatregelen in overleg met afdeling ruimtelijke ontwikkeling
Buytenstee is de meest westelijke wijk van Diemen-Noord. De bebouwing bestaat voornamelijk uit rijtjes eengezinswoningen met tuinen. Tegen de dorpskern van Oud-Diemen, langs de Ouddiemerlaan en aan de noord-west-rand van de wijk zijn grote twee-onder-een-kap-woningen en een enkele vrijstaande woning gebouwd. In de noordwestpunt van de wijk, langs Ouddiemerlaan en Kanaaldijk staat nog een aantal boerderijen en woningen met historische waarde. Langs het kanaal staan vier appartemententorens in een groene parkstrook.
Dwars door de wijk loopt het oude ontginningslint van de Ouddiemerlaan (‘groene hoofdas’). Aan weerszijden van deze route voor langzaam verkeer staat een rij populieren. Centraal in de wijk bevindt zich het wijkgezondheidscentrum, gebouwd rond een oude boerderij langs de Ouddiemerlaan, die op een oude terp ligt en archeologisch beschermd is (‘groene parel’). De omgeving van het gezondheids- centrum, dat de beëindiging van de oost-west-route door de wijk vormt, is recent heringericht. Met hagen en fruitbomen is het karakter van een boomgaard behorend bij de oude boerderij versterkt.
Behalve een binnentuin met speelvoorzieningen achter de huizen heeft de wijk weinig groen. De Ouddiemerlaan en de grote tuinen van vrijstaande en twee-onder-één-kap woningen geven de wijk toch een groen karakter. De ontsluitingslus door de wijk is met straatbomen als een laan beplant. Het fietspad dat in oost-westrichting ligt is aan één zijde begrensd door water en aan de andere zijde begeleid door een haag.
Voor Buytenstee zijn geen ruimtelijke ontwikkelingen bekend.
Groene speelgelegenheid aan het water
Vogelweide bestaat voornamelijk uit rijtjes eengezinswoningen met tuinen. Tussen Vogelweide en Scheepskwartier ligt het winkelcentrum, dat geaccentueerd wordt door een drietal schuin geplaatste hogere appartementenblokken. Het winkelcentrum heeft een overdekte passage en een plein met opvallende bestrating. Hier komen twee routes voor langzaam verkeer samen. Aan de zuidzijde grenst de wijk aan de bebouwing van Oud-Diemen, aan de noordzijde aan de vier appartementenblokken langs het Amsterdam-Rijnkanaal.
Behalve de groenstrook waarin deze appartementen staan is er nauwelijks groen in de wijk aanwezig. De ringvormige ontsluitingslus om de wijk is aan weerskanten met een rij bomen beplant. Centraal in de wijk bij het oost-west fietspad ligt een scholencomplex met rondom speelplaatsen en plantsoenen. Langs het fietspad ligt een grasveld met een speelplek en staat een kunstwerk, dat een herkenningspunt vormt voor heel Diemen-Noord.
Bouw brede school op huidig speelterrein Karekiet.
Dit deel hoort bij de buurt Vogelweide en is tevens als groene parel bij de hoofdgroenstructuur beschreven. Vanwege de betekenis wordt hier een uitgebreide beschrijving weergegeven.
Oud-Diemen is de oudst bekende dorpskern van Diemen. Door het Ringspoor en de snelweg A1 is het afgesneden van de oudere woonwijken van Diemen. Met de ontwikkeling van Diemen-Noord is deze oude kern centraler in de stedelijke structuur van Diemen komen liggen. De Ouddiemerlaan, een historisch bebouwingslint loopt door het dorp en wordt hier van verkeersweg tot een route voor langzaam verkeer. Dit lint is in de stedenbouwkundige opzet van Diemen-Noord gehandhaafd.
Het dorpskarakter van Oud-Diemen is goed bewaard gebleven. Meest kenmerkend is de kleine begraafplaats (Gedenk te Sterven) op de fundamenten van de oude kerk, met de bijbehorende kapel. Op de begraafplaats staan een aantal monumentale bomen. De bebouwing bestaat uit oude boerderijen en nieuwere woningen, die in een gelijksoortige architectuur zijn gebouwd. De woningen staan in een vrije verkaveling rond een aantal 'erven'. Deze zijn met gebakken bestratingmaterialen, historische lantaarns en leibomen ingericht. Het dorp vormt daardoor een duidelijk herkenbare, opvallende plek langs de Ouddiemerlaan.
Oud Diemen vormt de toegang tot Diemen-Noord. De toegangswegen naar de woonwijk lopen ten oosten en ten westen erlangs, de route voor langzaam verkeersroute doorkruist het.
SK 1. Speelveld groener en multifunctioneel inrichten SK 2. Meer groen bij school
SK 4. Kunstwerken beter in zicht brengen, opwaarderen entreesituatie door bv. monumentale boom SK 5. Door inrichting gebruiksmogelijkheden verbeteren, bijvoorbeeld door natuurvriendelijke oevers en zitplaatsen, vlonder
Het Scheepskwartier bestaat voornamelijk uit laagbouw rijtjeswoningen met een tuin. Aan de rand, tegenover de vier appartemententorens langs het Amsterdam-Rijnkanaal, zijn markante twee-onder- één- kap woningen gebouwd. Deze staan ook langs de vijver aan de oostzijde, tussen het Scheeps- kwartier en Vlindertuin.
De ontsluitingslus rondom de wijk is aan weerszijden met bomen beplant. Verder beperkt het groen in de wijk zich tot de omgeving van het scholencomplex dat centraal in de wijk aan de fietsroute ligt. In de omgeving van de school zijn speelplaatsen, een groot verhard voetbal-/basketbalveld en plantsoenen aangelegd. Aan de zuidzijde, tussen de wijk en de A1 ligt een grote vijver met glooiende oevers. Rond de vijver zijn speelvoorzieningen en zitplekken aangelegd.
De Bomenlus is in 2010 verbeterd.
Vlindertuin is de meest oostelijke wijk van Diemen-Noord en bestaat uit laagbouw rijtjeswoningen. Aan de randen van de wijk staan twee-onder-een-kapwoningen. Aan de oostkant bij de Diemerpolder ligt een klein buurtje met vrijstaande woningen. De laatste vier appartemententorens langs het Amsterdam-Rijnkanaal markeren de noordelijke grens van de wijk. Aan de oostkant grenst de wijk aan het open landelijke gebied van de Diemerpolder.
Het groen in de wijk bestaat uit de groenstrook rond de appartemententorens, de laanbomen langs de ontsluitingslus, de groenzone aan de noordoostkant en het groen langs het oost-west fietspad en langs de vijver tussen de wijk en de afrit van de A1. Er is in deze wijk een aantal speelplaatsen aangelegd met beplantingen.
Voor Vlindertuin zijn geen ruimtelijke ontwikkelingen bekend.
Zicht op de oost-west as voor langzaam verkeer
De wijk Diemen Centrum bestaat uit de buurten Spoorzicht en Buitenlust, Ruimzicht Oost en West en Centrum Oost en West.
De buurten Spoorzicht en Buitenlust zijn omsloten door de spoorlijnen en bestaan uit kleinschalige strokenbouw. Zij hebben beide een hoge bebouwingsdichtheid. De verkaveling is een totaal compositie gebaseerd op stedenbouwkundige principes met hoekverdraaiingen of symmetrieassen in een formele structuur. De woningen bestaan voornamelijk uit rijtjeswoningen met enkele vrijstaande woningen of 2-kappers. Het straatbeeld is sterk geordend en stenig met weinig groen. De voortuinen zijn beeldbepalend. De achtertuinen zijn klein of geheel dichtbebouwd.
De bebouwing in Buitenlust is nieuwer dan de bebouwing rond het C.J. van der Kinderenplein. Deze is ruimer opgezet en vertoont tevens kenmerken van kleinschalige strokenbouw. Beide buurten zijn opgezet rond een centrale groene ruimte.
Ruimzicht bestaat uit grootschalige strokenbouw en is ontworpen volgens één totaalconcept, onafhankelijk van het onderliggende landschap. De wijk bestaat uit stempels van stedenbouwkundige eenheden en heeft een hiërarchische opbouw met een scheiding van functies. Er is een bloksgewijze afwisseling tussen lage, gestapelde bouw en hoogbouw. Het groen is hiërarchisch opgebouwd en gekoppeld aan de infrastructuur.
De woongebouwen in Ruimzicht staan volgens een vast patroon en met een vaste hoekverdraaiing ten opzichte van de Ouddiemerlaan. Het groen is vooral vormgegeven als driehoekige tussenruimtes die gekoppeld zijn aan de infrastructuur.
Centrum Oost en West hebben een hoge bebouwingsdichtheid met een totaalcompositie gebaseerd op stedenbouwkundige principes met hoekverdraaiingen of symmetrieassen in een formele structuur. De wijk bestaat voornamelijk uit grondgebonden rijwoningen met enkele vrijstaande woningen of 2- kappers. Het straatbeeld is sterk geordend en stenig met weinig groen. De voortuinen zijn beeld- bepalend. Achtertuinen zijn klein of geheel dichtbebouwd.
De wijk heeft zich in verschillende fasen ontwikkeld. De bebouwing langs de Diemerkade is dichter qua opzet. Hier staan rijtjeswoningen zonder voortuin en lage gestapelde bouw. Het centrum langs de Ouddiemerlaan heeft een afwijkend bebouwingstype.
Het eigenlijke centrumgebieden is gekenmerkt door een hoge bebouwingsdichtheid die afwijkt van de omliggende structuur. Hier zijn veel voorzieningen, voornamelijk op de begane grond, en er is een hoge gebruiksdruk. De stedelijke ruimte heeft een stenig karakter.
Voorstellen wijk Landlust/ Spoorpad:
Indien spoorlijn hier weggaat, kunnen het talud en de gebieden Spoorpad als park worden ingericht en met Spoorzicht worden verbonden (conform hoofdgroenstructuur groene oost west as Spoorzicht/ Nederlands- Israëlitische begraafplaats/ Landlust)
In het gebied Spoorpad, tussen Ringspoor en snelweg A1, noordelijk van de buurt Spoorzicht, bevinden zich volkstuinen, een kinderboerderij en diverse opslagruimtes voor bouwmateriaal en bomen. Dit gebied is toegankelijk via het Spoorpad. Dit gebied is onderdeel van de ‘het Diemer wandellandschap’.
In het gebied Landlust, tussen Ringspoor en snelweg A1, noordelijk van de buurt Buitenlust, bevinden zich de Gemeentewerf en het nieuwere deel van de Israëlitische Begraafplaats. De Israëlitische Begraafplaats is onderdeel van de hoofdgroenstructuur (‘bijzondere groengebieden in beheer bij derden’) en de bermstroken langs de spoorlijn zijn onderdeel van ‘het Diemer wandellandschap’.
De weg Landlust verbindt Diemen met de afrit Diemen Noord van de A1, komend vanuit Amsterdam. In dit gebied is alleen het groen rond de werf in beheer bij de gemeente.
De spoorboog zal in de toekomst mogelijk niet meer in gebruik blijven als rangeerterrein.
Spoorpad, rechts bomen langs snelweg A1
Spoorpad, links volkstuinen langs het spoortalud
7.3.2. Spoorzicht en Buitenlust
Spoorzicht is een kleine vooroorlogse woonwijk en ligt ingesloten door spoorlijnen. De bebouwing bestaat uit laagbouw rijtjeswoningen met ondiepe voortuinen. Bij het viaduct onder het Ringspoor is als accent een klein blok galerijwoningen geplaatst. Door de hoekverdraaiing in de verkavelingrichting ontstaan open ruimtes. Deze hebben betekenis als toegangsruimte of als een centraal plein (C.J. der Kinderenplein). De wijk wordt door een sloot met beplanting gescheiden van het parkje Spoorzicht (‘bijzondere groengebieden’). Aan de noordzijde ligt een klein wandel- en buurtparkje. Aan de zuidkant grenst de wijk aan de omgeving van het NS-station Diemen.
Buitenlust is een kleine woonwijk en ligt ingesloten tussen spoorlijnen. De bebouwing bestaat uit laagbouw rijtjeswoningen met tuinen. De meeste woonstraten zijn afgesloten voor autoverkeer en ingericht als een breed trottoir. Aan de zuidzijde van de wijk ligt een groot gemeenschappelijk parkeerterrein.
Het groene karakter van de wijk wordt in belangrijke mate bepaald door de aanwezigheid van de oude beplanting op de Israëlitische begraafplaats. De begraafplaats is van de wijk gescheiden door een vaart met aan weerszijden laanbeplanting van bomen. Deze vaart is niet zichtbaar vanuit de wijk, vanwege een hoge haag. Langs de vaart liggen een basketbalveld, een trapveld en een wandelbosje. De noordkant van de wijk grenst aan een sloot met aan de overzijde de volkstuinen langs het Ringspoor. Een drietal plekken in de wijk is ingericht als plantsoen en speelplaats. Midden in de wijk ligt een brede groenstrook.
Ontwikkelingen Spoorzicht en Buitenlust:
Voor dit gebied zijn geen ontwikkelingen bekend.
Evaluatie groen in Spoorzicht en Buitenlust
In deze buurt functioneert het groen op zich goed. Plaatselijk zou het groen wat ruimtelijker kunnen zijn door brede vakken met bodembedekkers om te vormen naar gras of anders enkele accenten met sierbeplanting te geven.
Zicht op de Nederlands-Israëlitische begraafplaats
Ruimzicht West en Oost - algemene kenmerken
Tussen het NS-station Diemen en het Wilhelminaplantsoen en de Prinses Beatrixlaan bevinden zich grote uitbreidingswijken uit eind jaren '60, begin jaren '70. Dit deel van Diemen staat als Ruimzicht bekend en wordt door de Ouddiemerlaan in oost en west verdeeld.
Op het kruispunt van Wilhelminaplantsoen/Prinses Beatrixlaan en de Ouddiemerlaan liggen het winkelcentrum en een aantal stedelijke voorzieningen.
De Ouddiemerlaan vormt de grenslijn tussen Ruimzicht West en Oost. Op de kruising van de laan met het spoor ligt het NS-station Diemen.
De centrale delen van Ruimzicht West en Oost bestaan uit laagbouw, de stroken in het westen en het noorden, langs de Ringweg en het spoor uit hoogbouw. In de strook langs de spoorlijn zijn studentenflats, sportterreinen en volkstuinen. In de zuidelijke delen van Ruimzicht, tussen de singel langs de Oranjelaan en de Henry Dunantlaan en de Wilhelminaplantsoen/ Prinses Beatrixlaan staan voornamelijk (portiek)flats.
Het diagonale verkavelingpatroon bepaalt het stedenbouwkundig concept van Ruimzicht. De stedenbouwkundige opzet, met veel hoogbouw in het groen, brengt met zich mee dat er relatief veel openbaar groen aanwezig is. Daarmee onderscheidt Ruimzicht zich duidelijk van de rest van Diemen.
In Ruimzicht vormt een groene wig langs water de belangrijke buurtgroenstructuur. Het oostelijk deel is recent herontwikkeld en heeft natuurvriendelijke oevers. Het westelijk deel wordt gedeeltelijk herontwikkeld en met de oostelijke watergangen verbonden. Ook hier is het voor de ecologische samenhang wenselijk natuurvriendelijke oevers volgens het voorbeeld van Ruimzicht Oost aan te brengen.
Ruimzicht heeft een duidelijk herkenbaar groen karakter en is de enige wijk met grootschalige groenplekken in de woonwijk. De groenstructuur heeft door de as-verdraaiing minder samenhang. De grotere groenplekken bieden kansen voor meer natuurvriendelijke inrichting met deels bloemrijk gras en vrij uitgroeiende inheemse struiken. De structuur van het groen kan bij herinrichting losser zijn met in verhouding minder hagen en geschoren vakken. Grote vakken met bodembedekkers - bijvoorbeeld de driehoeken op de koppen van de straten - kunnen voor een ruimtelijker beeld omgevormd worden in gras met vrij uit groeiende struiken. Het is van belang dat er vanuit de openbare ruimte voldoende zicht is op de doorlopende watergang. De koppen en randen van de watergangen mogen niet aan het zicht onttrokken worden door hoge heesters of hagen.
De kern rond de Albert Schweitzerstraat en de Alfred Nobelstraat in Ruimzicht West bestaat uit laagbouw. Aan de Ouddiemerlaan op het kruispunt met de Martin Luther Kinglaan vormt een hoge galerijflat een accent. De grote groene ruimtes tussen de huizenblokken zijn diagonaal doorsneden door de straten en bestaan uit driehoekige grasvelden met bomen en heestervakken.
Langs de noord- en westzijde van Ruimzicht West staat hoogbouw. Langs het spoor zijn dit haakvormige galerijflats. De flats hebben gemeenschappelijke groene ruimtes op het zuiden en langs het water in het noorden ligt een groenstrook. Langs de Ringvaart, aan de westrand van Ruimzicht, staat een reeks evenwijdig geplaatste flats, die wordt beëindigd door een hoger flatgebouw aan het einde van de singel langs de Oranjelaan. Tussen de flats is zicht op de voormalige Ringvaart, wat in de huidige situatie door een dichte strook beplanting beperkt wordt. Tussen de flatgebouwen liggen parkeerplaatsen en speelvoorzieningen. De speelvoorzieningen worden matig gebruikt. De inrichting ervan is niet optimaal.
Ten westen van het centrum ligt een aantal kleinere buurten met voornamelijk diagonaal geplaatste portiekflats en rijtjeshuizen. De driehoekige openbare ruimtes zijn als gemeenschappelijke tuin of openbaar plantsoen ingericht. Bij het Oranjeplantsoen vallen de groepen grove dennen op. Bij het centrum op het Van Markenplantsoen ligt een grote speelplaats met diverse speeltoestellen. De bundeling van activiteiten maakt het een interessante, goed gebruikte speelplaats.
In het winkelcentrum van Diemen en het voormalige terrein van de Terp vond in 2009 een reconstructie plaats. Volgens de herinrichtingsplannen wordt het watergang van de Rene Cassinlaan/ Oranjelaan verlengd en met de watergang van de Henry Dunantlaan verbonden. Op het terrein van de Terp komt een winkelcentrum gecombineerd met woningen en een parkeergarage. Het marktplein wordt heringericht met bomen en parkeerplaatsen.
Plantsoen en speelplek tussen flatgebouwen
Toegang van Diemer wandellandschap naarwoonomgeving
Parkeerterrein tussen flats, zicht richting Ringvaart
Groenstrook langs water Oranjelaan
Ruimzicht Oost is in 2008 heringericht. Op middellange termijn zijn hier geen grote herinrichtingmaatregelen mogelijk. Wel kunnen voorstellen in het gangbare beheer worden meegenomen.
Ook in Ruimzicht Oost wordt de kern gevormd door laagbouw. Tussen de Rode Kruislaan en Henry DunantIaan liggen vier evenwijdige straten met rijtjeswoningen. Hier is geen openbaar groen, de voortuinen zorgen voor een groen beeld. De driehoekige restruimtes aan de rand van de buurt bestaan uit beplanting. Aan de Ouddiemerlaan staat bij het kruispunt met de Rode Kruislaan een hoog flatgebouw. Dit wordt in 2011 vervangen door het appartementencomplex de Kiezel.
Aan de noordzijde wordt Ruimzicht West begrensd door haakvormige galerijflats. Zuidelijk van de flats liggen gemeenschappelijke groene ruimtes en langs het water in het noorden een groenstrook.
De vijf hoge torens van de studentenhuisvesting aan de westrand zijn een van de herkenningspunten van Diemen. De overzichtelijke inrichting van de omgeving van de flats is gekenmerkt door veel hoge bomen in gazon. De openbare ruimte hier is niet in beheer bij de gemeente. De Rode Kruislaan begrenst dit terrein en hierlangs staat een rij bomen met onderbeplanting.
Aan het Julianaplantsoen in het zuiden van de wijk staan aan de noordkant galerijflats en aan de zuidkant portiekflats met de entrees en garages naar Julianaplantsoen. De blokken zijn zo geplaatst, dat de ontsluiting vooral langs het Julianaplantsoen ligt. Daardoor ontstaan autovrije binnenruimtes tussen de bouwblokken, die als intieme gemeenschappelijke tuinen zijn ingericht.
Het flatgebouw aan de Ouddiemerlaan/ Rode Kruislaan zal worden gesloopt. In plaats hiervan komt 2011 het appartementencomplex de Kiezel.
Op het terrein van de voormalige kerk De Schuilplaats ten oosten van het centrum komt De Brede Hoed: een centrum voor zorgverlenende diensten met woningen op de bovenverdiepingen.
Bij de studentenflats, ter plekke van het huidige handbalveld (niet in eigendom van de gemeente) zal een kinderdagverblijf gebouwd worden.
Parkeerplaats flatgebouwen gezien vanaf noorden
Centrum West en Oost - algemene kenmerken
Tussen de Hartveldseweg/Muiderstraatweg en het Wilhelminaplantsoen/Prinses Beatrixlaan liggen de eerste uitbreidingswijken van Diemen. Er is weinig groen. Het Centrum bestaat uit een verzameling van kleine buurten met verschillende woningtypes en verkavelingpatronen. De Ouddiemerlaan deelt Centrum-Zuid in een oostelijk en westelijk deel.
Langs de Ouddiemerlaan staat een aantal historische panden. De plaatsing van deze gebouwen en de gevarieerde architectuur geven de straat een kleinschalig karakter.
Aan de Muiderstraatweg, langs de Weespertrekvaart bevinden zich ook historische gebouwen, zoals een rijtje dijkhuizen en een aantal panden met bedrijven. Karakteristiek in de wijk is de omgeving van de twee kerken. De groene rand van de begraafplaats is een groot deel van de wijk te zien.
Rond de kerken en de begraafplaats ligt een aantal kleinschalige woningbouwprojecten uit verschillende periodes. Meestal gaat het daarbij om een aantal blokken of een enkele straat. De architectuur varieert van kleine arbeiderswoningen met een plat dak en zonder voortuin tot grote woningen met kap, erker en een voortuin. In een enkele straat zijn bomen geplant, plaatselijk zijn plantvakken in de berm aanwezig. Behalve in de omgeving van de kerken zijn er nauwelijks grotere groene ruimtes aanwezig.
In het westen grenst de wijk aan de voormalige Ringvaart van de Watergraafsmeer. Aan de noordoostkant is de wijk door hogere portiekflats afgerond. Deze sluiten aan bij de bebouwing van de aangrenzende buurt Julianaplantsoen.
Het openbaar groen functioneert goed. Er zijn geen mogelijkheden of wensen om het karakter of de structuur aan te passen. Bij stedelijke vernieuwing of inbreiding is het wenselijk om de hoeveelheid gebruiksgroen (speelveldjes) uit te breiden.
In het centrumgebied zou groen van een hogere kwaliteit en een uitgesprokener karakter moeten krijgen.
In deze wijk ligt in de omgeving van de Arent Krijtstraat een aantal buurten die als een stedenbouwkundige eenheid zijn opgezet. Langs de Arent Krijtsstraat en langs de Hartveldseweg staan portiekflats van drie etages. In de zijstraten daarachter staan blokken rijtjeshuizen met tuinen. De achtertuinen en de groenstroken tussen de tuinen en de straat geven de straten een groen karakter. Plaatselijk vormen gemetselde tuinmuren de grens tussen achtertuinen en straat. In het noorden is de Arent Krijtsstraat gekenmerkt door plantvakken met karakteristieke boombeplanting. In het zuidelijk deel door de winkels tussen de pilaren van de bouwblokken. Het drukke verkeer in deze straat maakt de winkelfunctie problematisch. Langs de straat op de hoek bij het Wilhelminaplantsoen staat een hoger bouwblok met seniorenwoningen.
De buurt ten noorden van de rooms-katholieke begraafplaats bestaat hoofdzakelijk uit rijtjeshuizen langs zes parallelle straten. Groen van enige omvang ligt alleen in de omgeving van de kerken langs de Hartveldseweg. In de straten staan bomen en er zijn een paar vakken met beplanting. Opvallend is het Schoolpad, een groen dwarspad dat de achterpaden van de woningen verbindt met de scholen.
Er zijn geen ontwikkelingen bekend
Woonstraat met laanboombeplanting
Galerijflats in de Arent Kritsstraat
'Tuindorp'- architectuur met laag doorlopende kappen en opvallende beëindigingen van de hoekbebouwing bepaalt het karakter van de Burgemeester de Kievietstraat. Bolacacia's vormen de groene inrichting van de woonstraten. Ten oosten van de Ouddiemerlaan is de zuidzijde van de Burgemeester de Kievietstraat nieuw bebouwd met rijtjeshuizen. In dit gedeelte is er geen ruimte voor openbaar groen.
Ten oosten van de Ouddiemerlaan ligt en buurt met rijtjeshuizen, die een duidelijke stedenbouw- kundige eenheid vormen langs drie parallelle straten (Prinsessebuurt). Doordat de middelste blokken iets verder van de straat staan of iets schuin zijn geplaatst, ontstaan wigvormige ruimtes, die met beplanting zijn ingevuld. Daardoor hebben de straten een groen karakter. Dwars door de buurt loopt het Koninginnepad, een smal groen pad, dat aansluit op de achterpaden van de woonhuizen en een verbinding vormt met de school aan de Emmastraat/ Prins Bernhardlaan.
In het oostelijk deel van de wijk (Lublinkstraat en omgeving) zijn vrijstaande woningen met tuinen. Ze vormen een opvallende straat in de wijk. De tuinen geven de straat een groen karakter.
Straatbomen en een enkel plantsoen vormen de enige groene accenten in de wijk. Er is weinig gebruiksgroen en speelruimte, met uitzondering van een veldje dat door de scouting wordt gebruikt. Maar dit veldje is door zijn ligging tussen de achtertuinen van huizen nauwelijks van betekenis. Aan de oostkant levert het complex sporthal/sportterreinen/school met omringende beplanting een groen beeld op, maar de gebruikswaarde van dit groen is minimaal.
De scouting verhuist naar het Diemerbos verhuizen, daardoor komt dit terrein vrij voor ontwikkelingen.
Straatbomen in de Prinses Irenestraat
Veldje bij de scouting, Emmastraat
De wijk Diemen Zuid bestaat uit de buurten Beukenhorst, Schelpenhoek, Anne- Frankwijk, Bomenrijk, Akkerland, Kruidenhof, Polderland en Biesbosch.
De Beukenhorst vormt een apart eiland in de structuur en is gekenmerkt door grootschalige strokenbouw en woontorens die in een losse structuur in het groen staan. De overige buurten zijn alle gebouwd volgens het woonervenprincipe met een variatie in stedenbouwkundige opbouw.
De buurten in Diemen Zuid zijn ontworpen volgens een totaalpatroon van cellen, dat onafhankelijk is van het onderliggende landschap. De wijk heeft een hiërarchisch wegenpatroon met rondlopende wijkontsluiting als drager van de verschillende woonbuurten die als eilanden in het groen liggen. Er is een afwisseling in buurtjes met gestapelde bouw en laagbouw met af en toe een hoger accent. Het groen in de buurten is hiërarchisch opgebouwd en introvert. In alle buurten komen situaties voor waar achterkanten van woningen grenzen aan groenvakken. De groene structuur van de wijk is vooral bepaald door de groene ruimte tussen de buurten.
Binnen de buurten varieert de structuur van een typische rondlopende woonerf structuur met cellen (Schelpenhoek, Biesbosch) tot een meer orthogonale bijna stempelachtige woonerf structuur (Anne Frankbuurt, Kruidenhof, Polderland, Bomenrijk).
Het groen binnen de buurten is in alle gevallen compact en meer of minder gestructureerd. Voor speelveldjes en wandelgelegenheid maken bewoners gebruik van het groen in de groene zones die onderdeel uitmaken van de hoofdgroenstructuur. De identiteit van de buurten wordt voornamelijk bepaald door de stedenbouwkundige verkaveling en niet door het type kleinschalig groen in de wijk. Een uitzondering hierop is Bomenrijk, dat door de stenigheid en de hoeveelheid bomen een apart karakter heeft.
Evaluatie groen in Diemen Zuid
Het valt aan te bevelen om de hoofdgroenstructuur tussen de wijken aan te pakken en meer identiteit en allure te geven zodat deze echt gaat functioneren als hoofdstructuur in plaats van alleen als groene tussenruimte.
Het is belangrijk om de achterkanten die aan de hoofdgroenstructuur liggen eenduidig vorm te geven en goed te laten aansluiten op de hoofdgroenstructuur. Dit kan onder andere door een uniforme haag aan te planten of terrassen vanuit de woningen aan de openbare ruimte te leggen.
Alle wijken dienen goed te zijn aangesloten op de hoofdgroenstructuur.
7.4.1. Beukenhorst, Anne Frankwijk en Schelpenhoek
Beukenhorst vormt het gezicht van Diemen-Zuid aan de Weespertrekvaart. De wijk ligt centraal tussen de twee ophaalbruggen over de vaart in de driehoek bij de toegangweg naar Zuid en de Bovenrijkersloot.
In de zuidelijke punt van de driehoek staat een hoog haakvormig complex van galerijflats. Haaks op dit gebouw staat een zorgcomplex uit 2009 met vier torens, die op de begane grond met elkaar zijn verbonden. In het westen van het terrein staan nog twee woontorens. Ertussen ligt een groot binnenterrein ingericht met parkeerplaatsen, plantsoenen, een kinderspeelplaats, en een fietsenstalling. Omdat aan de voet van de bebouwing geen privé-tuinen liggen en op de begane grond niet overal particuliere woningen zijn, moet er zorg voor gedragen worden dat de openbare ruimte veilig blijft. De gebouwen zijn direct aan of in het water geplaatst.
In het westen van het terrein direct aan de Weespertrekvaart staat een opvallend appartementencomplex omgeven door parkeerplaatsen, plantsoenen en zitplekken.
In het oosten langs de Weespertrekvaart bevindt zich een vrijstaande woning met tuin, omgeven door dichte beplanting.
Het terrein grenst rondom aan de groene elementen van de hoofdgroenstructuur. Aan de noordzijde bij de Venserkade is dat de ‘groen-blauwe as’ langs de Weespertrekvaart, aan de oostzijde de ‘groene as’ door Diemen Zuid langs het Aalscholverpad, aan de westzijde de singel langs het Eendenpad (groene wijkas). Tussen de Venserkade en het zorgcomplex ligt een vijver.
De aanleg van de buitenruimte is nog in ontwikkeling.
Nieuwe woontoren gezien vanuit de Venserkade
De Anne Frankwijk is een kleine wijk bij de ophaalbrug over de Weespertrekvaart. De bebouwing bestaat uit laagbouw rijtjeswoningen met tuinen. De woonwijk grenst aan een bedrijfsterrein en een belangrijke route (P.J. ter Beekstraat/Weesperstraat) naar het industrieterrein Verrijn Stuart. Wat verscholen langs het Ringspoorlijn ligt de begraafplaats Rustoord.
Het groen beperkt zich tot een aantal bomen langs de straten en parkeerplaatsen en smalle stroken particulier groen voor de huizen. Er is een parkeerterrein in de Kerwin Lucasstraat met in het midden een speelplek en beplanting eromheen. De tuinen van de huizen in het zuiden liggen aan het water. Twee blokken woningen staan direct langs de Weespertrekvaart (Prins Hendrikkade).
In de hele wijk is in recentelijk de verharding vernieuwd en het groen nieuw aangelegd.
In dit gebied zijn geen ruimtelijke ontwikkelingen bekend.
Schelpenhoek bestaat overwegend uit laagbouw in een vrije verkaveling. Aan de westkant langs de singel bij het Zwanenpad zijn de woonblokken hoger. In het noordelijk deel liggen een sportcentrum en een school. De wijkontsluitingsweg Bovenrijkersloot slingert in een lus door de wijk. Hoewel deze niet als doorgaande route herkenbaar is, onderscheidt de weg zich wel door het brede profiel met trottoirs. Langs delen van de weg zijn bomenrijen geplant. De woonstraten zijn als woonerven ingericht.
De Ouderkerkerlaan loopt langs de zwem- en sporthal en een school als een route voor langzaam verkeer door de wijk en leidt via Kruidenhof en Polderland naar NS-station Diemen Zuid. Beplanting langs deze route is alleen bij de ingangen aanwezig.
De huizen aan de oost- en westzijde van de wijk liggen aan singels, die in de hoofdgroenstructuur als 'wijkassen' worden beschreven. De tuinen van de huizen aan de zuidzijde grenzen aan het water. Een aantal van deze huizen is vrijstaand. Het groene karakter van deze wijk wordt door de beplanting langs de singels bepaald. Centraal ligt een aaneenschakeling van wandelpaden langs de achtertuinen. De gemeenschappelijke ruimte is goed gebruikt en onderhouden en is ingericht met schelpenverharding met enkele vrijstaande bomen en vakken met heesterbeplanting. Langs de route liggen een speelplek en de speelplaats van een school.
Schelpenhoek wordt in 2010/ 2011 heringericht.
Het openbaar groen in de Anne-Frankwijk is zeer compact en functioneert goed. Er is erg weinig gebruiksgroen en geen directe aansluiting op een grotere groenzone.
Het groen in Schelpenhoek is door de verspringende verkaveling zeer versnipperd en op veel plekken is de beplanting te groot voor het vak. Plaatselijk zijn heesters te groot. Hierdoor is het beheer van het groen ook lastiger. Door de hoge heesters op de koppen van de groenstroken is er onvoldoende ruimtelijke samenhang en voelt de buurt erg benauwd aan. Hoge bloembakken versterken het te dichte karakter. De bloembakken zijn in verhouding tot de maat van de ruimte op een aantal plaatsen te hoog. Bij herinrichting verdient het de voorkeur om bakken te verwijderen of lager te maken. Het is wenselijk om bij een verstrating of herinrichting van het maaiveld, het groen meer te bundelen en te structureren en opener te maken.
Het openbare groen in Beukenhorst ligt vooral langs de randen om de buurt heen die tegelijkertijd deel uitmaken van de groene hoofdstructuur. Binnen de buurt zelf is het openbaar groen nog in aanleg, hier komen vooral parkeerplaatsen te staan. Er is geen particulier groen in de buurt, alleen het appartementencomplex heeft naar buiten heen kleine tuinen op de begane grond. Het is in Beukenhorst belangrijk te zorgen voor een goede aansluiting aan het openbaar groen om de wijk heen. In de kern van Beukenhorst moet worden gezorgd voor sociale veiligheid door de inrichting overzichtelijk te houden en zo mogelijk zit- en speelplekken aan te leggen.
De karakteristiek van de wijk Bomenrijk komt tot uiting in de naam, want deze is rijk aan bomen. De bebouwing bestaat voornamelijk uit laagbouw eengezinswoningen met tuin. Aan de randen wordt de wijk afgerond met hogere bebouwing in de vorm van galerijflats (Meelbeskamp/Bomenrijk).
Boskriekoord vormt de toegang tot de wijk. De ontsluiting loopt langs Bomenrijk, Elskamp en Platanenstede en hierlangs liggen meestal haakse parkeervakken. Hierdoor ontstane brede straatprofielen die karakteristiek zijn voor de wijkontsluitingsweg.
De woonstraten sluiten haaks op deze wijkontsluiting aan. In de 'oorden' wordt in de straat geparkeerd, in de 'steden' op eigen erf. De 'hoven' zijn autovrije, gemeenschappelijke en verharde binnenpleinen waaraan de voordeuren zijn gelegen. In de verharding staan bomen en de speel- en zitelementen bestaan uit houten bielzen. In de buurt liggen enkele geveltuinen.
Het karakter van de woonstraten wordt bepaald door de boombeplanting en soortkeuze. Soms zijn de bomen als laanbeplanting in een rij geplant, soms staan zij vrij in de straat. Er zijn nauwelijks plantvakken aanwezig. In sommige straten zijn de bomen te groot ten opzichte van de afstand tot de gevel. Klachten van bewoners hierover zijn het gevolg.
Langs het Boskriekoord/ Bomenrijk is een recentelijk nieuw ingericht plein gelegen, met een glooiend grasveld en een speelplek in verharding. Rondom deze openbare ruimte staan bomen in hagen.
Tussen Bomenrijk en Akkerland ligt een parkachtige groenstrook, die vanuit de woonstraten goed bereikbaar is. Bij de hoven liggen halfcirkelvormige verhardingsvlakken omringd door bomen. Deze ronden elk hof naar de parkstrook af.
Aan de noordkant van de wijk is de Venserwetering tot een vijver verbreed. Hier loopt een wandelpad langs het water. De oevers zijn natuurvriendelijk aangelegd en er zijn knotwilgen geplant. Aan de oostzijde loopt via de brug over de Weespertrekvaart de hoofdontsluiting van Diemen-Zuid over de Bovenrijkersloot.
Tussen de Bovenrijkersloot en het Eendenpad ligt een singel, die de groene wijkas tussen Beukenhorst en Bomenrijk vormt.
Vernieuwen boomstructuur en aanleg geveltuinen in 2010/ 2011.
Akkerland bestaat hoofdzakelijk uit laagbouw eengezinswoningen met een tuin. Het is een woonervenbuurt. Door de toepassing van verschillende soorten verharding worden plaatselijk verschillende vormen van gebruik visueel gescheiden.
Centraal door de wijk loopt een wijkontsluitingsweg (Akkerland/Roggekamp). Deze heeft een bochtig verloop. De woonstraten (erven) zijn doodlopend en sluiten op de weg aan. Op twee punten langs de weg liggen pleintjes met bomen, die het gezicht van de wijk bepalen.
Bij het begin en einde van deze ontsluitingsweg bevinden zich twee hogere appartementencomplexen. In de oostelijke punt van de wijk, tegen het centrum aan, staat een torenflat van 8 etages. Samen met het appartementencomplex Roggekamp vormt deze een accent van de wijk.
Het algemene beeld van de wijk is rommelig. Dit komt vooral door de vele verkeersremmende maatregelen in de straten. Er ontstaat een contrast tussen de vrije verkeersruimte van het oorspronkelijke stedenbouwkundige concept en de realiteit van het huidige verkeersgedrag. Drempels, verhoogde plantvakken, houten en betonnen palen moeten het verkeer weer in goede banen leiden. Met name de oorspronkelijke houten voorzieningen (palen, bielzen, etc.) verkeren in slechte staat.
Het groen in de wijk bevindt zich in restruimtes van de verkaveling, in verharding of in verhoogde plantenbakken. Met name de beplantingen in verharding zijn weinig vitaal. De pleintjes op de woonerven zijn slordig ingericht met bomen in verharding en verhoogde plantvakken. De ruimtelijke samenhang is zwak. De grenzen tussen privé- en openbare ruimte zijn vaag. Bijzonder is dat een groot aantal straatbomen in de voortuinen is geplant, waardoor het groene karakter van de wijk wordt versterkt.
Het meest waardevolle groen bevindt zich in de parkstroken die de wijk aan alle kanten begrenzen. Het groen uit deze parkstroken dringt tot in de wijk door. De wijk heeft daardoor een duidelijke (stenige) binnenkant en een (groene) buitenkant. De verbindingen vanaf de woningen met deze parkstroken zijn goed. Langs de Venserwetering ligt een wandelpad met beplanting.
In dit gebied zijn geen ruimtelijke ontwikkelingen bekend.
Evaluatie groen Bomenrijk en Akkerland
Het groen in de buurt Bomenrijk bestaat voornamelijk uit bomen en kleine vakken met heesters en bodembedekkers. De boomspiegels zijn aan de kleine kant en dienen bij verstrating vergroot te worden. Vanwege de lage hoeveelheid openbaar groen is het aan te bevelen om meer aandacht te besteden aan het groen in de woonstraatjes (geveltuinen, participatie in beheer).
Het groen in Akkerland bestaat met name uit bomen en kleine versnipperde beplantingsvakken. De aansluitingen naar de buitenkant van de wijk, waar goede groenzones liggen, zijn hier cruciaal.
Parkstrook westkant van de wijk
Voorstellen Kruidenhof en Polderland:
De wijken zijn recent heringericht. Grote herinrichtingmaatregelen zijn dus niet mogelijk. Wel kunnen maatregelen binnen het regulier onderhoud worden uitgevoerd.
7.4.3. Kruidenhof en Polderland
Het centrumgebied van Diemen-Zuid in de wijk Kruidenhof valt uiteen in twee delen die gescheiden zijn door de Bovenrijkersloot.
Aan de zuidkant van de Bovenrijkersloot ligt een woonwijk gelegen met rijtjes eengezinswoningen met tuin. De straten zijn als woonerven ingericht. Trottoir en rijbaan zijn in verschillende bestrating- materialen uitgevoerd maar bevinden zich wel op hetzelfde niveau. Deels wordt haaks op de rijweg geparkeerd en deels op eigen erf. In de woonstraten staan laanbomen in de verharding of op de erfgrens. De tuinen van de woningen aan de oost- en zuidrand van de wijk grenzen aan het water.
In het noorden van de wijk zijn de voorzieningen van Diemen-Zuid gevestigd: een winkelcentrum, een scholencomplex en een medisch centrum. De galerijflat boven de winkels is zes etages hoog. Ten noordwesten van het centrum ligt middelhoogbouw met een gemeenschappelijk parkeerterrein (Havikskruid). Centraal tussen winkels en scholen ligt een plein, waarover het doorgaande fietspad van de Ouderkerkerlaan loopt. Aan de buitenrand van het winkelcentrum liggen parkeerplaatsen. Ten westen van dit centrumgebied staan rijtjeshuizen. In de woonstraten staan rijen bomen in de verharding.
De Ouderkerkerlaan loopt via Schelpenhoek, doorkruist Kruidenhof als een langzaam verkeerroute en leidt via Polderland naar NS-station Diemen-Zuid. In Kruidenhof verbindt zij de school, het kinderdagverblijf, het winkelcentrum en de middelhoogbouw (Havikskruid). De verharding is het leidende element, beplanting is langs de route nauwelijks aanwezig.
In de wijk is weinig groen aanwezig. Het zuidelijke deel van de wijk ligt gunstig ten opzichte van de groenstroken langs de singel en het spoor. Via drie bruggen zijn deze stroken bereikbaar. Daarnaast hebben alle huizen in dit deel van Kruidenhof een tuin.
In het noordelijke deel hebben alleen de rijhuizen een tuin. De flatgebouwen rond Havikskruid en het winkelcentrum hebben geen particulier groen.
Een aantal plantsoenen ligt langs de busbaan en de Bovenrijkersloot. Op het parkeerterrein van het winkelcentrum is weinig groen aanwezig. Het plein is sober ingericht met parkeervakken en bomen in verharding, die deels staan te kwarren. Het plein westelijk van het winkelcentrum is korte tijd geleden vrij stenig heringericht en wordt door de aangrenzende scholen en kinderdagverblijven gebruikt.
In dit gebied zijn geen ruimtelijke ontwikkelingen bekend.
Plein achter het winkelcentrum
Polderland bestaat uit laagbouw eengezinswoningen met tuinen. In het noordelijk deel van de wijk is er een haaks verkavelingpatroon en in het zuidelijk deel een vrije verkaveling. De openbare ruimte in de wijk bestaat hoofdzakelijk uit verkeersruimte.
In het noorden zijn dat rechte straten met trottoirs. Het beeld van de straten wordt bepaald door éénzijdige boombeplanting op de erfgrens en ondiepe voortuinen. Op een plek is een speelplaats aanwezig (Ringkade) die gecombineerd is met parkeerplaatsen.
In het zuiden bestaat de openbare ruimte uit woonerven. De Ouderkerkerlaan is als doorgaande langzaam verkeer route nauwelijks herkenbaar. De vele driehoekige restruimtes in de vrije verkaveling zijn gevuld met heesterbeplanting. Langs de Ouderkerkerlaan is een grote driehoekige ruimte als plantsoen ingericht. Bij de singel aan de zuidkant zijn groene oevers aanwezig en kijkt men uit op station Diemen Noord. Een kleine speelplaats is gecombineerd met plantsoenen en parkeerplaatsen.
Doordat de wijk aan drie zijden door verkeerswegen is begrensd, zijn de omringende groenstroken moeilijk bereikbaar.
Tussen de Gooiseweg en de Diemerdreef ligt een brede berm die onderdeel is van de 'het Diemer wandellandschap'. Door deze groenstrook loopt het Reigerpad, een langzaamverkeerroute tussen Akkerland en het Bergwijkpark. Dit pad gaat loopt via een tunnel onder de Diemerdreef door. De groenstrook is tevens hondenuitlaatplaats.
In dit gebied zijn geen ruimtelijke ontwikkelingen bekend.
Groenstrook aan de Ouderkerkerlaan
Evaluatie groen Kruidenhof en Polderland
Het groen in de buurt Polderland functioneert goed. De structuur en vorm van het groen kan behouden blijven.
Het groen in de buurt Kruidenhof functioneert goed. Plaatselijk kunnen brede vakken met bodembedekkende heesters of brede hagen omgevormd worden tot gras om meer ruimtelijkheid te krijgen. Verder kan de structuur en vorm van het groen behouden blijven.
Biesbosch heeft een haaks verkavelingpatroon van laagbouw eengezinswoningen met tuinen. Centraal in de wijk staat een gestapeld appartementenblok. De openbare ruimte bestaat uit woonerven in een verhardingssoort, zonder trottoirs. Parkeren vindt plaats op centraal gelegen parkeerplaatsen en op eigen erf in de voortuinen. Centraal door de wijk loopt de wijkontsluitingsweg Biesbosch, die deel uitmaakt van een hoofdontsluitingslus door Duivendrecht. De wijk is aan drie zijden begrensd door infrastructuur met groenstroken. Aan de westzijde valt een brede singel langs achtertuinen samen met de gemeentegrens tussen Diemen en Duivendrecht. Door de groenstroken langs de Gooiseweg en de spoorlijn lopen paden die leiden naar het metrostation Venserpolder.
Het groen in de wijk bestaat hoofdzakelijk uit bomen in de verharding van de woonerven en in verhoogde plantenbakken in de straat. De grotere groenelementen liggen rond het centrale appartementenblok, bij de gemeenschappelijke parkeerplaatsen en op de splitsingen van de wegen. Doordat de beplanting dicht op elkaar staat is een aantal van deze punten moeilijk herkenbaar. Via voetpaden is een grotere ruimte bereikbaar (Griend), die als speelplaats onlangs is heringericht. In Boschplaat ligt een mooi groen speelveldje die de wijk met het Ooievaarpad verbindt.
Langs de Gooiseweg in het noorden ligt een parkstrook, die onderdeel is van ‘het Diemer wandellandschap’ en waarin een aantal speelvelden en speelvoorzieningen ligt. Deze parkstrook is onlangs heringericht en verkeert in goede staat.
Biesbosch herinrichting openbare ruimte in 2010/ 2011.
Plannen aanpassing van de Gooiseweg vanuit de centrale stad op lange termijn.
In veel gevallen zijn de struiken en het bosplantsoen te groot voor de vakken of de groenstroken en zorgen voor gebrek aan ruimtelijke samenhang en een onoverzichtelijke situatie. Het is wenselijk om een opener beeld te krijgen door enkele solitaire struiken te behouden en daaromheen gras of lagere heesters te plaatsen. De bloembakken zijn in verhouding tot de maat van de ruimte op een aantal plaatsen te hoog. Bij herinrichting verdient het de voorkeur om bakken te verwijderen of lager te maken.
Speelplek Boschplaat met verbinding naar Ooievaarpad
7.5. Kantorenwijken, bedrijventerreinen, sportpark en overige woongebieden
De overige woon- en werkgebieden in Diemen bestaan uit de kantorenwijk Bergwijkpark, het bedrijventerrein Verrijn Stuart en Stammerdijk, de nieuwe ontwikkeling Plantage De Sniep en het sportpark Diemen.
Bergwijkpark is een grote kantorenwijk, waarin ook de Hogeschool Holland is gevestigd. Hoewel dit gebied in de gemeente Diemen ligt, lijkt het bij Amsterdam Zuidoost te horen, doordat het van de rest van Diemen is gescheiden door de metrolijn richting Gaasperplas.
Ook in stedenbouwkundig opzicht maakt het Bergwijkpark deel uit van Amsterdam Zuidoost. De functionalistische opzet van Zuidoost is ook in het Bergwijkpark toegepast. Het autoverkeer wordt op hoog gelegen dreven gescheiden van het langzaam verkeer dat gebruik maakt van vrijliggende fiets- en wandelpaden op maaiveldhoogte. Het Bergwijkpark wordt aan alle zijden omsloten door deze hooggelegen dreven en de hoog gelegen metrolijn. De toegangen tot het gebied voor langzaam verkeer lopen altijd via tunnels.
De wijk zelf wordt door de Bergwijkdreef en de Gooiseweg in drieën gedeeld. Als verbindende groen blauwe structuur ligt een watergang met brede oevers in de twee noordelijke delen (Eekholt en rondom de Bergwijkpark).
In het noordoostelijke deel (Eekholt) staan kantoorpanden gegroepeerd rond een centrale parkeerplaats omringd door heesters. In de buitenste schil, langs de metrolijn, zijn nog een aantal terreinen onbebouwd. Hier groeit ruw gras. Over het algemeen heeft het groen hier een extensief karakter met veel ruw gras en bosplantsoen.
Noordelijk van het Bergwijkpark, tegen het NS-station Diemen-Zuid aan, ligt een complex kantoren (Diemervijver), ten zuiden ligt een deel van de hogeschool met studentenflats. Het park is aangelegd als een natuurlijk ogend park: groepen bosplantsoen worden afgewisseld door grasvelden. Een langgerekte waterpartij met houten bruggen deelt het park in tweeën. Ten noorden van dit water bestaat het park uit grasvelden omzoomd door bosplantsoen. In het zuidelijke deel ligt een grote heuvel met dicht op elkaar, in rijen geplaatste bomen. Het Bergwijkpark is het grootste park van Diemen, maar heeft voor de gemeente door haar ligging weinig betekenis. Behalve door voetgangers en fietsers, die het park doorkruisen, wordt het dan ook matig gebruikt. De paden lopen diagonaal door het park en worden vooral gebruikt door studenten van de hogeschool die van en naar het NS-station Diemen gaan. Het Bergwijkpark is onderdeel van de hoofdgroenstructuur, het streefbeeld wordt daarin beschreven.
Het meest zuidelijke deel van de wijk (Diemerhof) bestaat uit kantoortorens. Het meeste siergroen bevindt zich op de terreinen zelf. Het openbaar groen bestaat hoofdzakelijk uit gras, hagen of heesters met daarin bomen. Het beeld van het groen is hier open en intensief onderhouden.
Het Zilvermeeuwpad is een langzaam verkeer route die de drie delen van Bergwijkpark verbindt. Het loopt tussen de Venserpolder en het metrostation Verrijn Stuartweg. Dit brede pad heeft een stedelijk karakter. Het bestaat uit een fietspad en een voetpad gescheiden door een brede grasberm. Aan weerszijden van deze paden liggen grasbermen met een enkele boom. Het beeld van deze route is ruim en open.
Er zijn op lange termijn herinrichtingsplannen voor de wijk Bergwijkpark .
Het openbaar groen in Bergwijkpark functioneert goed, met uitzondering van het Bergwijkpark zelf. Het hoofdprobleem is dat er weinig gebruikers voor zijn. Het Bergwijkpark wordt op lange termijn heringericht.
Het industrieterrein Verrijn Stuart ligt aan de zuidzijde van de Weespertrekvaart en heeft een grote variatie van bedrijven en kantoren. In het zuiden ligt de metrowerkplaats van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf van Amsterdam. Delen van het terrein zijn aan herinrichting toe. Er vertrekken veel bedrijven en er is een leegstand. Voor het terrein is dan ook momenteel een revitalisering in voorbereiding. Het doel is het verbeteren van de bereikbaarheid, onder andere door de looproutes naar metrostation Verrijn Stuartweg en op de kwaliteitsverbetering openbare ruimte.
Het terrein is ontsloten via de Weesperstraat. Dit is niet optimaal omdat het verkeer door een woonwijk (Anne Frank) en over de drukke Muiderstraatweg moet en aan de oostzijde geen goede aansluiting heeft op de drukke Provincialeweg.
Er is weinig waardevol groen op het industrieterrein aanwezig. De Weesperstraat is smal en de bedrijven ten zuiden grenzen direct aan de weg. De Venserweg langs het spoor is karakteristiek door de hoge populieren in de spoorberm. Langs de Visseringweg en Verrijn Stuartweg, die parallel aan elkaar liggen, staan op onregelmatige afstanden bomen. Een tweezijdige doorgaande laanbeplanting is niet realiseerbaar vanwege de inritten.
Er zijn herinrichtingsplannen voor het hele gebied.
Evaluatie groen Verrijn Stuart
Er is geen openbaar gebruiksgroen in Verrijn Stuart. Het is hier wenselijk een buurtontmoetingsplek aan te leggen en de aansluiting aan het openbaar groen in de omgeving optimaal vorm te geven.
Het industrieterrein Stammerdijk is in tweeën gedeeld door De (Korte) Diem. Op de oevers van de Korte Diem zijn voornamelijk bedrijven voor beton- en bouwmaterialen gevestigd. Het oostelijk deel bestaat uit opslagloodsen, detailhandel en een bedrijfsverzamelgebouw van kleinere bedrijven in de bouw- en transportsector. Het is ontsloten via de Stammerdijk en de Muiderstraatweg. In het westen zijn woonwinkels, bouwmarkt, fastfood restaurants en kleinere bedrijven gevestigd. Deze zijn via de Sniep ontsloten. De omgeving van de Stammerdijk is dichtbebouwd en kleinschalig met oude dijkwoningen en diverse soorten bedrijfspanden.
Het weinige groen bestaat uit enkele straatbomen en de bomen en hagen op de parkeerterreinen. Langs de Stammerdijk is het industrieterrein grotendeels aan het oog onttrokken door een plantstrook langs de voet van de dijk. Langs de Stammerhove staat een enkele rij bomen in gras. Dit vormt de grens met de Gemeenschapspolder, waarin het Diemerbos ligt. Op de overgang van bedrijfsterrein naar het Diemerbos wordt een strook gebruikt als dierenweide. De hoofdtoegang van het bos ligt aan de Muiderstraatweg, langs de voormalige Muidertrekvaart. Het tracé van de gedempte trekvaart is nog goed zichtbaar. Het wordt aan de zuidkant door een aantal houtwallen begeleid en aan de noordkant door een dubbele rij bomen. In het oosten worden bomen en houtwallen abrupt beëindigd door het grondlichaam van de Flevospoorlijn. In de Structuurvisie Diemen is de Muiderstraatweg aangemerkt als belangrijke verbindingszone tussen Diemen en het Diemerbos. Hier is een duidelijke landschappelijke langzaamverkeerroute gewenst.
Er zijn in dit gebied geen ruimtelijke ontwikkelingen bekend.
Binnen de wijk ontbreekt openbaar groen. Stammerdijk is aan vele kanten begrensde door water. De verbinding hiermee en het zicht hierop zijn belangrijk. De verbinding naar de Weespertrekvaart langs Stammerdijk is belangrijk voor bovenregionaal recreatieverkeer.
Kade aan de Weespertrekvaart, bedrijventerrein de Sniep
Zicht op de Diem vanaf bedrijventerrein de Sniep
Het nieuw te ontwikkelen woongebied Plantage de Sniep bevindt zich op het terrein tussen Muiderstraatweg en het sportpark Diemen en op een wigvormig gebied in de splitsing tussen de Weespertrekvaart en de Muidertrekvaart. De punt van deze wig is door het Ringspoor afgesneden aan de westkant van het spoor. Vanaf dit punt tot aan het Amsterdam-Rijnkanaal is de Muidertrekvaart grotendeels gedempt, maar in de nieuwe plannen voor dit terrein wordt de Muidertrekvaart weer geopend.
De plannen voor dit gebied zijn nog niet definitief. Gepland zijn circa 1.200 woningen in verschillende woonmilieus, onder andere wonen aan de Weespertrekvaart, aan de haven en wonen aan de boulevard. Het programma omvat verder 7.500 m2 bedrijventerrein, 1.200m2 commerciële ruimte en een school.
In het plan is geen doorgaande boulevard langs de Weespertrekvaart en langs de te heropenen Muidertrekvaart opgenomen.
Dit is een stedelijk ontwikkelingsgebied, de eerste fase wordt op dit moment gebouwd. De plannen voor de overige delen zijn in ontwikkeling.
Evaluatie groen Plantage de Sniep
Het meest belangrijke openbaar groen van de eerste fase van aanleg bestaat volgens plannen uit een brede groene strook tussen de woonstraten. In het meest noordelijke deel van de wijk zijn een aantal woonblokken omgeven van het water. In de woonstraten zelf worden bomen geplant.
De plannen voor de 2de fase van aanleg zijn nog niet definitief, ter bevordering van de kwaliteit van het openbaar groen wordt de aansluiting aan het water aanbevolen en de aanleg van een groene route (zie thema groene routes § 6.2) door de wijk.
Zicht op het nieuwe woongebied vanaf de sportveldenArtist impression centrale groenzone
Het sportcomplex van Diemen ligt tussen de spoorlijn, de Diem en het nieuwe woongebied de Sniep en is te bereiken via één toegangsweg, de Sportlaan. Er zijn zes sportvelden en een sporthal. De sportvelden zijn omgeven met beplanting tegen de spoortaluds en zijn in het oosten begrensd door een watergang, die langs een pad aan de voet van het dijktalud van de Diem ligt.
Naast een aantal tennisvelden en een sporthal aan de andere kant van de spoorlijn is dit het grootste sportcomplex in Diemen.
Streefbeeld voor het sportpark is de optimale toestand van de sportvelden en de technische installaties. Gewenst is dat het sportpark voor het nieuwe woongebied een prettig uitloopgebied wordt. Dit kan door een betere aansluiting met paden worden bereikt.
Voor het sportpark zijn geen ruimtelijke ontwikkelingen gepland.
Het sportpark functioneert goed. De verweving met de nieuwe woonwijk is wenselijk om een prettig uitloopgebied te creëren. Langs de randen van het sportpark loopt de spoordijk, deze biedt mogelijkheden voor de aanvulling van het padenstelsel.
In deel 1 van dit Groenplan zijn de visie op het groen en de hoofdgroenstructuur, de streefbeelden voor onderdelen van de hoofdgroenstructuur en de voorstellen voor thema’s en wijken gegeven. Dit hoofdstuk beschrijft hoe Diemen de doelen en het streefbeeld gaat realiseren. In § 8.1 staat op welke manier de gemeente het Groenplan inbrengt in het beleidsproces. In § 8.2 is de strategie voor bescherming en ontwikkeling te lezen. In § 8.3 zijn varianten gepresenteerd waarvoor de gemeente een afweging moet maken. De varianten geven het ambitieniveau aan dat Diemen voor beheer en inrichting van groen kan hanteren.
8.1 Groenplan in beleidsproces
Diemen voert een integraal beleid voor de openbare ruimte. De visie en de beleidsvoorstellen van dit Groenplan bouwen voort op vastgesteld beleid, onder meer uit het Natuurbeleidsplan, het Speelruimteplan en het Waterplan. De beleidsuitgangspunten uit dit Groenplan dienen op hun beurt weer als bouwstenen voor nieuw te ontwikkelen beleid.
Over het beleid voor spelen, waterbeheer, recreatie en verkeer doet het Groenplan alleen uitspraken die betrekking hebben op het beeld en gebruik van groen, de groenstructuur en het totaalbeeld van de openbare ruimte.
De werkwijze binnen de gemeente is als volgt. Het ontwikkelen van nieuw beleid voor ruimtelijke ontwikkeling start telkens met een analyse en evaluatie van het bestaande beleid. Omdat het Groenplan een thematisch beleidsplan is, kan het voorkomen dat de visie en het beleidsprogramma onderdelen bevatten die knelpunten opleveren voor andere belangen van de gemeente Diemen of andersom. In dat licht vormt het Groenplan een afwegingskader waar, onderbouwd door andere gemeentelijke belangen, via besluitvorming van afgeweken kan worden.
Het Groenplan geeft bouwstenen voor het nieuw op te stellen Handboek Openbare Ruimte, dat over de openbare ruimte als geheel gaat. De visie (hoofdstuk 5) en het beleidsprogramma (§ 10.2) leveren onderdelen voor de nieuwe structuurvisie en de toekomstige herziening van overige plannen voor de openbare ruimte op het gebied van spelen, waterbeheer, cultuurhistorie, milieu en dergelijke.
Het beleid uit het Groenplan dient als uitgangspunt voor gemeentelijke verordeningen, zoals de bomenverordening en de APV. Dit Groenplan dient daarnaast als kader voor ontwerpen, inrichtingsplannen en beheerplannen. In hoofdstuk 10 is daarvoor een programma met maatregelen en projecten opgenomen. Voor ontwerpen en inrichtingsplannen is de groentoets, die uitgewerkt is in § 8.2, een belangrijk middel.
De wijkvoorstellen uit hoofdstuk 7 van dit Groenplan geven inbreng in de Wijkuitvoerings- plannen (WUP’s) van Diemen.
8.2 Strategie bescherming en ontwikkeling
In de visie op de hoofdgroenstructuur zijn de ontwikkeling en het streefbeeld voor het groen in Diemen bepaald. Voor de wijkassen en het groen de wijken zijn verbeteringen voorgesteld.
Bij het bepalen van de strategie gaat het om de vraag hoe en met welke middelen de gemeente de gewenste situatie bereikt.
Het behouden en realiseren van de gewenste situatie vraagt om:
Beschermen hoofdgroenstructuur en hoofdboomstructuur
Diemen wil de hoofdgroenstructuur beschermen. Deze bestaat uit de hoofdassen met parels, het Diemer wandellandschap, de wijkassen, de bijzondere groengebieden, het toegankelijk landschap dat in beheer is bij de gemeente en de hoofdboomstructuur. Grote delen van het Diemer wandellandschap en de hoofdboomstructuur fungeren als ecologische verbinding.
De bescherming van de hoofdgroenstructuur gebeurt door beleidsmatige toetsing van nieuwe plannen. In principe staat de gemeente geen stedenbouwkundige ontwikkeling in de onderdelen van de hoofdgroenstructuur toe. Het streven is om nieuwe of uitbreiding van voorzieningen in inbreidingslocaties of in stedelijke renovatiegebieden te plaatsen.
Bij ruimtelijke ontwikkeling zal de gemeente, zowel voor eigen projecten als voor projecten van derden een groentoets met een bomeneffectanalyse (BEA) uitvoeren of laten uitvoeren. De groentoets is een instrument om groenvoorzieningen en bomen bij (voorgenomen) ruimtelijke en stedenbouwkundige ontwikkelingen zoals bouw, aanleg of herinrichting van de openbare ruimte goed in beeld te brengen. Om te beoordelen of een duurzame instand- houding van de groenvoorzieningen en houtopstand mogelijk is met uitvoering van de voorgenomen plannen.
De groentoets geeft richtlijnen voor de beoordeling en maakt de effecten helder. Zo nodig kan de gemeente voorwaarden stellen aan het ontwerp en de uitvoering van het werk. Het consequent toepassen van de groentoets is een randvoorwaarde voor alle ruimtelijke ontwikkelingen in de hoofdgroenstructuur. Het gaat hierbij om twee aspecten: kwaliteit en kwantiteit.
Degenen die de groentoets uitvoeren dienen over voldoende expertise op het gebied van groen en ruimtelijke kwaliteit te beschikken. Het zoeken naar de verhouding tussen kwaliteit en kwantiteit is zeer wezenlijk in Diemen Centrum omdat daar relatief weinig groen is.
Een groentoets kan tot de volgende conclusies leiden:
Eventuele compensatie kan ingezet worden om voorstellen voor ontwikkeling en verbetering te realiseren.
Diemen streeft naar verbetering van het beeld, gebruik en ecologische kwaliteit van het groen. Voor de hoofdgroenstructuur, de thema’s en het groen in de wijken zijn in deel 2 voorstellen gedaan.
Er zijn vier opties om de verbeteringen te realiseren:
Zelfstandige uitvoering van maatregelen om ontwikkeling vanuit het beschikbare groenbudget. Deze optie geldt voor voorstellen die in hoge mate gewenst zijn, die passen in het beschikbare budget. Deze kunnen zonder grote integrale ingrepen in de openbare ruimte plaatsvinden en liggen op plekken die bij de gemeente in eigendom zijn en waar geen integrale projecten gepland of bekend zijn.
Ontwikkeling laten plaatsvinden op het moment dat een project herinrichting, renovatie of andere ruimtelijke planvorming plaatsvindt. Ook als het om projecten van derden gaat, laat de gemeente de kwaliteitseisen of het streefbeeld opnemen in het programma van eisen van het project. Dit kan zij doen op basis van de visie en de groenstructuur die vastgesteld is in hoofdstuk 5. Deze optie geldt voor voorstellen en beleidsuitgangspunten die van toepassing zijn op plekken waar integrale projecten bekend zijn of gepland worden.
Zelfstandige uitvoering op basis van aanvullende budgetten voor groen of op basis voor groen beschikbaar gestelde subsidie of compensatiegelden. De compensatie kan bijvoorbeeld voortkomen uit een herplantplicht van te kappen bomen of groen dat verdwijnt bij ruimtelijke ontwikkelingen. Deze optie geldt voor maatregelen die voldoen aan de criteria van optie “a”, maar waarvoor nog geen budget beschikbaar is.
Ontwikkeling laten plaatsvinden als zich een andere kans voordoet of als het groen, de bomen of de inrichting versleten is. Dit geldt bijvoorbeeld voor een deel van de voorstellen voor de wijken. Deze optie is van toepassing op voorstellen die niet binnen het bestaande budget passen, die een minder hoge urgentie hebben of die buiten het beheer van de gemeente vallen.
In het programma (hoofdstuk 10) is voor elk voorstel de meest geschikte optie gekozen. Op basis van bestuurlijke keuzes of beschikbaar komen van aanvullende budgetten, kan de optie voor een bepaald voorstel in de toekomst wijzigen.
Bevorderen kwaliteitsniveau onderhoud
Hiervoor is allereerst een heroverweging van het gewenste ambitieniveau nodig. Afhankelijk van de keuze van de variant zal de kwaliteitsbevordering gerealiseerd worden door:
De uitwerking van de varianten met de verwachte effecten en financiële gevolgen staat in § 8.3.
Bevorderen van kwaliteit door nieuw beleid en planvorming
In hoofdstuk 4. Beleid is het overkoepelend beleid van rijk en regio en het gemeentelijk beleid beschreven. Voor het realiseren van de voorstellen die voortkomen uit de visie in hoofdstuk 5 en de groene thema’s in hoofdstuk 6 is nieuw beleid nodig. De voorstellen die betrekking hebben op nieuw beleid en nog te ontwikkelen plannen zijn gebundeld in een beleidsprogramma. Dit programma geeft per onderwerp en thema de belangrijkste uitgangspunten voor de inrichting en het beheer voor het groen.
De gemeente gebruikt dit programma:
Het programma met beleidsuitgangspunten is te vinden in § 10.2.
8.3 Varianten en ambitieniveau
Het ambitieniveau voor het realiseren van het Groenplan en de kwaliteit van het groen komt tot uiting in de kwaliteit van het beheer en de kwaliteit van het inrichtingsniveau.
Voor het beheer zijn in § 9.6 drie varianten voorgesteld. Deze hebben betrekking op het onderhoud van de A-locaties, de “parels” in de hoofdgroenstructuur, de woonomgeving, de bedrijventerreinen en het beheer van oevervegetatie en grasvegetaties in het Diemer wandellandschap. Hierna worden de effecten van deze varianten per onderdeel beschreven. Tot slot wordt nogmaals het totaal overzicht van de varianten gepresenteerd.
Het eerste onderdeel heeft betrekking op de huidige A-locaties. Dit zijn gebieden waar een hoger onderhoudsniveau voor geldt dan de rest van de gemeente. Het omvat onder andere het centrum, de omgeving van winkelcentra, stations, Landlust en de zone langs de Trekvaart. De ligging van deze gebieden is te vinden op de kaart Zonering groenbeheer in § 9.4.
In § 5.4.1 De groene noord-zuid hoofdassen zijn langs de hoofdassen van de hoofdgroenstructuur een serie “parels” voorgesteld. Dit zijn plekken met een hogere kwaliteit van inrichting en onderhoud. Voor een groot deel liggen deze parels al in de huidige A- locaties en enkele parels zijn niet in beheer bij de gemeente Diemen. Als ervoor gekozen wordt om de parels te ontwikkelen ligt het voor de hand om het gebied dat als A-locatie geldt uit te breiden. Hieronder staat het effect voor het al of niet aanpassen van het beheer ten opzichte van de situatie in 2009. Omdat het om een klein areaal gaat is het budgettaire effect voor de keuze voor de Plus-variant gering.
De woonomgeving in Diemen wordt in 2009 onderhouden volgens B-niveau. In de varianten wordt geen A-niveau voorgesteld omdat dit zou leiden tot een onrealistische verhoging van het onderhoudsbudget. De Plus-variant is daarom hetzelfde als de Midden-variant. Beide komen overeen met de huidige situatie.
De Laag-variant stelt een duidelijke verlaging van het onderhoudsniveau voor.
Indien de gemeente voor een zeer hoog kwaliteitsniveau zou kiezen, is het een optie om de hele woonomgeving, inclusief de A-locaties, volgens Kwaliteit A van de Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte van het CROW te onderhouden. In dit geval is er een aanvullend budget van circa € 275.000 nodig.
Bedrijven en industrieterreinen
De bedrijven- en industrieterreinen in Diemen worden in 2009 onderhouden volgens B- niveau. In de varianten is geen A-niveau voorgesteld omdat dit leidt tot een onrealistische verhoging van het onderhoudsbudget. De Plus-variant is daarom hetzelfde als de Midden- variant. Beide komen overeen met de huidige situatie. De Laag-variant stelt een duidelijke verlaging van het onderhoudsniveau voor.
Het maaibeheer van de oeverbegroeiing in Diemen is uitbesteed. De watergangen met oevers vervullen een belangrijke rol in het ecologische netwerk. In het Waterplan is uitbreiding van het areaal aan ecologische oevers voorgesteld. Bij herinrichtingprojecten voor de openbare ruimte vormt de gemeente de oevers om naar ecologische oevers op plekken waar voldoende ruimte is. In § 6.6 staan de voorstellen voor water en oevers en in § 9.7 zijn de principes voor ecologisch beheer beschreven. Vanzelfsprekend wordt langs beschoeide oevers geen gefaseerd maaibeheer uitgevoerd.
Het maaibeheer van het extensieve gras in het Diemer wandellandschap is uitbesteed. Het Diemer wandellandschap (zie § 5.3) vervult een belangrijke recreatieve functie voor wandelaars en spelende kinderen. Grote delen dienen als ecologische verbindingszone.
Omdat er in Diemen weinig parken van formaat zijn heeft het Diemer wandellandschap een essentiële functie als groen verblijfsgebied.
Het beheer in 2009 bestaat uit een standaard maaibeheer van 1 of 2 keer per jaar. Langs de paden wordt in principe 6 keer per jaar gemaaid.
In de visie in hoofdstuk 5 is voorgesteld om meer bloemrijke plekken te ontwikkelen. Deze verhogen het beeld en de gebruikswaarde en bieden ook voedsel (nectar) voor inheemse dieren (vlinders, insecten, vogels).
De keuze voor de varianten voor beheer hebben budgeteffecten. Het is mogelijk om per onderdeel een aparte variant te kiezen. Een samenvatting van de budgeteffecten staat in Tabel 8.3.7.
Tabel 8.3.7 Overzicht budgeteffecten varianten kwaliteit groenbeheer ten opzichte van | |||
Bij de keuze van een kwaliteitsniveau dat afwijkt van de huidige situatie zal het budgettaire effect pas in kunnen gaan op het moment dat de lopende onderhoudscontracten aangepast worden.
Een groot deel van de voorstellen bestaat uit maatregelen of projecten om de inrichtingskwaliteit te verbeteren. Bijvoorbeeld het verbeteren van groene routes in Diemen, aanpassing van de inrichting van de ‘parels’ of aanvullen van de hoofdboomstructuur.
Voor de inrichtingsvoorstellen zijn geen ambitieniveaus onderscheiden, want hiervoor werkt de gemeente met een vaste strategie met prioriteiten die in § 9.7 beschreven is. Een uitzondering vormt de herinrichting van oevers van watergangen. Hiervoor zijn drie varianten voorgesteld.
Varianten inrichting en beheer oevers
De varianten voor het beheer van de oevers zijn al in tabel 8.3.8 beschreven. Voor de inrichting worden in het kader van het Meerjarenwerkplan oevers, beschoeiingen steigers en vlonders in Diemen 2010-2014 (in ontwikkeling) drie varianten voorgesteld voor de inrichting van de oevers. Deze zijn hieronder toegelicht.
Voor het vervangen van beschoeiingen zijn budgetten gereserveerd. Deze kunnen worden gebruikt om beschoeiingen te renoveren of om deze om te vormen naar natuurvriendelijke oevers. Er is echter nog geen financiering voor de maatregelen voor meerjaarlijks groot onderhoud. Het budget voor het reguliere onderhoud zal bij uitbreiding van het areaal aan ecologische en natuurvriendelijke oevers op jaarbasis hoger worden.
Kostenvergelijking van de varianten voor oevers
De kosten van inrichting en beheer van de oevers bestaan uit renovatie van beschoeiingen en oevers, omvorming van oevers, aanleg van steigers, klein herstel, renovatie van reeds bestaande natuurvriendelijke oevers, het uitmaaien van plekken langs het water en het reguliere jaarlijkse beheer, enzovoort. Het meest kostenintensief zijn de renovatie en omvormingskosten van beschoeide oevers, daarom is de vergelijking hierop gebaseerd.
De vergelijking is gemaakt door de elementprijzen voor omvorming en renovatie van beschoeiingen en oevers te koppelen aan de actuele hoeveelheden uit de technische inspectie (uitgevoerd in juli – augustus 2010). Voor de procentuele vergelijking is Variant 2 op 100% gesteld.
Het blijkt dat Variant 2 de minst kostenintensieve variant is en Variant 3 de duurste. Variant 1 ligt in het midden. Variant 3 is ruim twee keer zo duur als Variant 2, zowel voor de eenmalige maatregelen (202%) als voor de jaarlijkse maatregelen (219%). Bij Variant 1 is de omvorming 4% duurder dan Variant 2 en de jaarlijkse kosten zijn 12% hoger.
Variant 1 is helemaal in lijn met het beleid van de gemeente Diemen.
Variant 2 is in lijn met het beleid van de gemeente Diemen, maar met een wat lagere ambitie. In Variant 2 worden geen ecologische oevers die zorgen voor een hogere biodiversiteit aangelegd. Variant 3 strookt niet met het beleid van de gemeente Diemen.
De keuze voor Variant 3 ligt niet voor de hand omdat de eenmalige en jaarlijkse kosten het hoogst zijn en deze inhoudelijk afwijkt van het beleid van de gemeente. Variant 2 is de goedkoopste en is in lijn met het beleid van de gemeente Diemen. Variant 1 ligt qua kosten tussen Variant 2 en 3.
Omdat Variant 1 het meest overeenkomt met het beleid van de gemeente en de kosten nauwelijks hoger uitvallen, verdient deze de voorkeur.
Consequenties voor budgettering
Jaarlijks is een bedrag van € 300.000 gebudgetteerd voor het vervangen van beschoeiingen. Dit bedrag is gebaseerd op de hoeveelheid beschoeiingen in bezit van de gemeente Diemen (circa 31 km), de bijbehorende omlooptijd (circa 25 jaar) en de elementprijs voor renovatie per meter beschoeiing (circa € 250).
Bij omvorming van beschoeiingen naar natuurvriendelijke en ecologische oevers daalt het bedrag dat jaarlijks nodig is voor renovatie. Want de natuurlijke oevers herstellen zichzelf, een complete renovatie is hierbij niet nodig.
Daarnaast zullen de kosten voor regulier onderhoud stijgen, omdat er in verhouding meer natuurvriendelijke en ecologische oevers komen. Het jaarlijkse onderhoud hiervan is onder andere duurder door gefaseerd maaibeheer van een bredere oppervlakte in plaats van alleen het maaien van de randen langs beschoeiingen.
Dat betekent dat bij omvorming van de oevers het budget voor de vervanging van beschoeide oevers in de loop van de jaren gaat dalen en de exploitatiekosten gaan stijgen, terwijl het totaal van deze budgetten af zal nemen.
Dit hoofdstuk start met een beschrijving van het beheerproces, de organisatie van het beheer, de belangrijkste beheeractiviteiten en het kwaliteitssysteem voor groen. Op basis van een analyse van het groenbeheer geeft het beleidsvoorstellen voor beheer en mogelijke varianten voor de beheerkwaliteit. Tot slot besteedt het aandacht aan de uitwerking van het ecologisch beheer.
9.1 Stappen in het beheerproces
De gemeente gaat uit van een planmatige en rationele werkwijze. Zij volgt een cyclus van beleid, beheer, uitvoering, meting en evaluatie. Daarmee streeft de gemeente in een doorlopende verbetercyclus met afstemming tussen wensen, doelen, beschikbare middelen en haalbaarheid naar een gedragen kwaliteitsniveau.
Beleid - De gemeente wil voor haar inwoners inzichtelijk afspraken maken over de prestaties die zij voor het groenbeheer levert. Dit wordt vastgelegd in beleidsplannen.
Beheer -De gemeente vertaalt het beleid op een rationele en transparante wijze in het beheer. De kwaliteit is inzichtelijk door toepassing van een afgesproken kwaliteitssysteem met onderhoudsniveaus en streefbeelden en door het vastleggen van de technische kwaliteit. In de onderhoudsniveaus en het kwaliteitssysteem houdt zij rekening gehouden met de dagelijkse beleving van de burger en het duurzaam in stand houden van het groen. De duurzame instandhouding geldt voor de groenstructuur en de technische staat van het groen. Diemen heeft beleid ontwikkeld voor wijkgericht werken, waar het groen in de openbare ruimte deel van uitmaakt. Hierbij legt zij de afspraken per wijk vast in wijk uitvoeringsplannen (WUP’s).
Budgetbesluit -Het gemeentebestuur neemt de beslissingen over de prestatieniveaus en budgetten en betrekt bij haar beslissing de inbreng van bewoners.
Uitvoering - Het beheer en onderhoud wordt binnen de afgesproken kaders van de beleids- en beheerplannen uitgevoerd. Hiertoe sluit de gemeente onderhoudscontracten met aannemers en stelt voor haar eigen medewerkers werkplannen op.
Inspectie, schouw en evaluatie - De gerealiseerde kwaliteit wordt geëvalueerd op basis van kwaliteitsinspecties. Ook de inbreng van bewoners door bijvoorbeeld schouwen van de openbare ruimte wordt bij de evaluatie betrokken. De technische instandhouding van het groen op lange termijn heeft daarbij prioriteit. Als de prestaties op bepaalde punten niet gehaald worden, stelt de gemeente actieplannen op. Hiervoor stelt zij prioriteiten voor het beheer op of stelt keuzes bij.
In tabel 9.1 staat een toelichting op de activiteiten die de gemeente per onderdeel van het hoofdproces van de beheercyclus uitvoert.
9.2 Organisatie Ruimtelijk Beheer
Het beheer van het groen in de openbare ruimte valt onder de verantwoordelijkheid van de Afdeling Ruimtelijk Beheer met Team Infra en Team Wijkbeheer. Het Team Wijkbeheer voert het integraal wijkbeheer uit over de hele gemeente. Dit bestaat onder andere uit service onderhoud, het wijkgericht werken en communicatie met bewoners. Het team werkt zelfstandig binnen het kader van het vastgestelde werkplan en handelt daarnaast vraaggericht voor de inwoners van de buurten. De ploeg vervult een belangrijke rol in het afhandelen van opmerkingen, klachten en meldingen die via de servicetelefoon binnen komen.
Voor elk van de 4 wijken functioneert een wijkcoördinator. Daarnaast heeft het Team Wijkbeheer enkele speciale taken zoals de uitvoering van het boombeheer.
De gemeente heeft het regulier onderhoud van het groen in de openbare ruimte uitbesteed aan aannemers. De werkzaamheden bestaan in hoofdzaak uit onkruidbeheersing, het snoeien van heesters en het maaien van gazons, bermen en oevervegetatie. Het schouwen en baggeren van watergangen valt grotendeels onder het beheer van Waternet.
9.3 Beheeractiviteiten in hoofdlijnen
De groenvoorzieningen zijn onderverdeeld in de hoofdgroepen bomen, houtachtige (bosplantsoen, heesters, heesterrozen, bodembedekkers en hagen), kruidachtige (bloembakken, vaste planten en wisselperken) en gras (sportveldgras, gazon, recreatief gras, ruw gras en kruidenvegetatie).
De maatregelen per beheergroep zijn vastgelegd in werkpakketten. In een werkpakket zijn de onderhoudsmaatregelen voor de betreffende beheergroep vastgelegd. In de gemeente Diemen zijn de werkpakketten met benodigde tijd digitaal vastgelegd in het groenbeheersysteem Accres®.
Het groenbeheer bestaat uit de volgende typen activiteiten:
Het regulier onderhoud vormt de kern van het technisch onderhoud. Het is beschreven in het groenbeheersysteem. Daarvoor is het groen ingedeeld in de hoofdgroepen bomen, beplanting, kruidachtige, gras enzovoort. Voor elke hoofdgroep zijn werkpakketten geformuleerd. De maatregelen per werkpakket (en de bewerkingspercentages en frequentie van uitvoering) zijn opgenomen in het groenbeheersysteem. In de bestekken die de basis zijn voor contracten met de aannemers zijn de kwaliteitseisen opgenomen. Snoei- en, schoffel-
werkzaamheden in het groen worden uitgevoerd op basis van beeldnormen. Hierin staan onder andere afspraken over hoe hoog het gras mag zijn en hoeveel onkruid er in een plantsoenvak mag staan. Dit betekent dat er afhankelijk van het groeiseizoen dat loopt van maart tot en met oktober meer of minder arbeid wordt verricht. De gemeente maait de bermen en natuurstroken 1 of 2 keer per jaar.
Elk jaar valt incidenteel een deel van de beplanting door slijtage of ouderdom uit. De gemeente inventariseert jaarlijks waar dit voorkomt en stelt een inboetlijst op voor de vervanging. Het vervangen van planten en het opnieuw inplanten gebeurt in de periode van november tot en met april.
Monitoring en inspecties van de kwaliteit van het groen
Om te toetsen of de kwaliteit van het groen voldoet aan het streefbeeld voert de gemeente controle en inspecties uit. Ook betrekt zij de beleving van bewoners bij de monitoring van de kwaliteit.
De opzichters voeren deze continu uit tijdens de begeleiding van de werkzaamheden.
Acht keer per jaar controleert de gemeente de kwaliteit van de uitvoering van het onderhoud door aannemers. De toetsing gebeurt op basis van de bestekken waarin het kwaliteitsniveau is vastgelegd. De basis voor de beoordeling is te vinden in de Standaard RAW en de landelijk geldende Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, weg en waterbouw (CROW). Bij onvoldoende kwaliteit maakt de gemeente nadere afspraken met de aannemers.
De schouwen rouleren over de 16 buurten in de gemeente. Jaarlijks stelt de gemeente vast welke buurten aan de beurt zijn op basis van meldingen, vragen uit de buurt en bijzondere omstandigheden. In principe komt elke buurt één keer in de twee tot drie jaar aan de beurt. De schouw bestaat uit een interactieve rondgang met bewoners en is gekoppeld aan gerichte onderhoudswerkzaamheden om de kwaliteit van de openbare ruimte een impuls te geven.
De gemeente Diemen voert tot op heden een algemene visuele inspectie uit. Vanaf 2010 hanteert zij de inspectie van de bomen op veiligheid, conditie en schade volgens de methodiek van Visual Tree Assessment (VTA). Tijdens de nulmeting in 2010 stelt de gemeente vast wat risicobomen zijn, welke maatregelen nodig zijn en met welke frequentie een boom geïnspecteerd zal worden. Van de bijna 12.000 bomen zijn voor de eerste inspectie circa 7150 stuks geselecteerd.
De frequentie van controle hangt af van o.a. de standplaats (bijvoorbeeld langs hoofdwegen of bij druk bezochte plekken), gebruiksdruk, grootte en conditie van de boom. Risicobomen worden jaarlijks gecontroleerd.
Om een totaalbeeld te krijgen van de kwaliteit toetst de gemeente via een steekproef van meetpunten de kwaliteit op basis van de Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte van de CROW. Dit doet zij al een aantal jaren voor zwerfvuil en sinds 2008 ook voor groen.
Meerjaarlijks planmatig onderhoud
Het meerjaarlijks onderhoud bestaat uit maatregelen die slechts één keer in de paar jaar uitgevoerd worden. Hoe vaak het gebeurt, hangt af van de groei en technische staat van het groen.
Voor beplanting gaat het om het dunnen van bosplantsoen en verjongingsnoei van struiken. Bij bomen om het verwijderen van dood hout, krooncorrectie en andere maatregelen die voortkomen uit de bomeninspectie. Voor de gazons gaat het om herstel van toplaag, aanvullen randen, verbeteren van de vlakheid, dressen en doorzaaien.
Hoewel groen zich van nature verjongt en vernieuwt, raakt het op den duur versleten en te oud om goed te beheren. In sommige gevallen voldoet het niet meer aan de gebruikseisen of eisen van sociale veiligheid. Een bijkomende factor is dat in Diemen door de inklinking van
het veen een groot deel van de openbare ruimte met een hoge frequentie opgehoogd en gerenoveerd moet worden. De gemeente voert de renovatie van groen zoveel mogelijk gelijktijdig uit met de integrale herinrichting van de openbare ruimte, renovatie van infrastructuur en stedelijke vernieuwingsprojecten.
De overige beheeractiviteiten bestaan uit administratieve werkzaamheden: gegevensbeheer en afhandelen van vergunningen. Voor het planmatig werken stelt de gemeente beheerplannen, werkplannen en actieplannen op.
9.4 Onderhoudskwaliteit van groen
Voor de onderhoudskwaliteit van het groen hanteert de gemeente de landelijk gehanteerde kwaliteitssystemen die door het CROW zijn opgesteld. De kwaliteitsniveaus hiervoor zijn vastgelegd in de Standaard RAW en de Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte. De gemeente kiest zelf welke kwaliteit zij nastreeft. Er zijn twee kwaliteitsaspecten te onderscheiden:
Het kwaliteitssysteem van de CROW hanteert vijf kwaliteitsklassen die lopen van zeer goed tot slecht. De vijf klassen zijn A+ (zeer goed), A (goed), B (voldoende), C (matig) of D (slecht). Twee voorbeelden van schaalbalken staan hierna: een voor het maaibeeld van gazon en een voor het snoeibeeld van heesters.
Diemen hanteert voor de woongebieden en de bedrijventerreinen hetzelfde kwaliteitsniveau voor het groenonderhoud, namelijk kwaliteitsniveau B. Alleen voor de winkelcentra, het centrum en enkele andere gebieden geldt kwaliteitsniveau A. De kwaliteitsniveaus zijn in de werkplanning en bestekken vastgelegd.
*) De kwaliteitsniveaus zijn conform de Standaard CROW (2005) |
De huidige zonering is af te lezen op de kaart zonering groenbeheer op de volgende bladzijde. Referentiebeelden van hoe het onderhoudsniveau er uit ziet staan in Tabel 9.4.2
Kaart zonering groenbeheer, huidige situatie
In het bijzonder voor het onderhoud van kruiden in beplanting maakt het CROW onderscheid in kwaliteitsniveaus (tabel 9.4.3). De beschreven kwaliteit is hierbij het minimumniveau. Een groot deel van het jaar is de kwaliteit dus hoger en vlak voor de volgende onderhoudsbeurt mag het niveau zakken tot het omschreven niveau.
Voor gras zijn er in tabel 9.4.4 kwaliteitsniveaus gedefinieerd voor gazon (vooral gazon op begraafplaatsen), recreatief gras (gazons in woonomgeving) en schraal gras en kruidachtige vegetatie (bermen en natuurlijke oevers).
De oevervegetaties en bermen hebben een lagere maaifrequentie. De meeste bermen worden 2x per jaar gemaaid en het aantal maaibeurten van oevervegetatie varieert van 1x per jaar tot 1x per 3 jaar. Bij de oevers gebeurt dit op aanwijzing van de opzichter. Het maaitijdstip is afgestemd op de natuurkalender (zie § 9.7 Ecologisch beheer).
De organisatie van het groenbeheer functioneert naar behoren. Er is sprake van een geleidelijk verbeteringsproces waarbij de gemeente op basis van de evaluatie van de uitvoering jaarlijks verbeteringen doorvoert.
Uit de monitoring van de bestekken bleek in 2008 dat de onderhoudskwaliteit niet aan de gestelde eisen voldeed, hier is in 2009 verbetering in gebracht. In de bewonersworkshop voor het opstellen van het Groenplan in september 2009 gaven bewoners aan dat zij het onderhoud op een aantal plekken te grof uitgevoerd vonden. Dit had vooral betrekking op het snoeiwerk en het maaibeheer van de oevervegetatie. De gemeente heeft het voornemen om hogere eisen te stellen aan de aannemers die het werk gaan uitvoeren, onder andere door het vereisen van een Groenkeurmerk. Voor het zwerfvuilonderhoud wijst de gemeente hotspots aan, dit zijn plekken waar het onderhoud met hogere frequentie plaatsvindt. Overige voorstellen om de onderhoudskwaliteit te verbeteren zijn:
Voor de beeldbepalende zones en plekken in Diemen: de hoofdassen van de groenstructuur met de parels, de begraafplaatsen en entrees van Diemen is het wenselijk om een hogere onderhoudskwaliteit te realiseren.
De schoonmaakacties per wijk zijn geëvalueerd en hieruit is in 2009 een verbeterslag gemaakt door het wijkgericht werken, waarbij per actie meer tijd aan een buurt besteed kan worden. De communicatie met bewoners en het oplossen van onderhoudsproblemen verloopt hierdoor beter.
In de gemeente is in Ruimzicht en bij het Julianaplantsoen natuurlijker groen, met inheemse soorten en aangepast maaibeheer toegepast. Uit nacalculatie blijkt dat natuurlijker groen niet per se goedkoper in onderhoud is, omdat er meer op maat gewerkt moet worden. Het 3 tot 5 keer maaien van de kruidachtige vegetatie ligt ongeveer op hetzelfde prijsniveau als het maaien van gazon. Bij omvormingen van traditionele plantsoenen naar natuurlijk groen, kaner niet zonder meer vanuit gegaan worden, dat dit tot kostenbesparing leidt. De belangrijkste kostenreductie kan behaald worden door het verminderen van het areaal aan hagen en bodembedekkers ten gunste van de hoeveelheid gras.
Op een aantal plaatsen komen in het openbaar groen bijzondere en/of beschermwaardige planten en dieren voor. De soortenspreiding wordt door de Dienst Ruimtelijke Ordening van de gemeente Amsterdam geïnventariseerd. Deze gegevens gebruikt de gemeente nog niet voor fasering en aanpassing van het groenbeheer. Dit is voornamelijk van belang bij het beheer van bermen, oevervegetaties, bosplantsoen en ruigte. De gemeente Diemen handelt in principe volgens de gedragscode van de gemeente Amsterdam. Het is wenselijk om een leidraad bestendig beheer op te stellen.
Voor de bomeninspectie hanteert de gemeente vanaf 2010 een nieuwe, systematische werkwijze. Dit zal tot een betere borging van veiligheid en duurzaamheid van het bomenstand zal leiden.
Uit de kwaliteitsmonitoring van de onderhoudskwaliteit van het groen en het zwerfvuil blijkt dat de gemeente voor het groenonderhoud over het algemeen niveau B scoort (zie tabel
9.5.1 en 9.5.2 en tekst in kader). Lager scoort de kwaliteit van de gecultiveerde beplanting rond winkels. Van de typen groen scoren bomen hoog (A-kwaliteit) en het ecologisch groen te laag (C-kwaliteit). Hieruit blijkt dat de huidige kwaliteit over het algemeen voldoet aan het afgesproken kwaliteitsniveau.
Uit de burgermonitor van 2006 blijkt dat 64,7% van de inwoners tevreden is over het groenonderhoud. In de burgermonitor van 2008 scoort Diemen een rapportcijfer 6,9 voor het groenonderhoud.
De algemene conclusie is dat het onderhoud over het algemeen voldoet aan het afgesproken prestatieniveau en dat er tegelijkertijd winst te behalen is door onderhoud meer op maat te verrichten. Op bijzondere plekken in de gemeente en voor het onderhoud van de oevervegetatie is behoefte aan kwaliteitsverbetering.
9.6 Voorstellen en varianten groenbeheer
Op basis van de evaluatie van het groenbeheer zijn er de volgende beleidsvoorstellen voor het groenbeheer:
Vaststellen en hanteren van de gedragscode Flora- en faunawet van de gemeente Amsterdam voor Diemen en daarbij gebruik maken van de inventarisatie van bijzondere en beschermwaardige soorten in Diemen door de Dienst Ruimtelijke Ordening van Amsterdam. Na vaststelling dit melden bij het ministerie van LNV.
Afhankelijk van het ambitieniveau van de gemeente is het mogelijk om te variëren in het kwaliteitsniveau van het onderhoud en de intensiteit van het ecologisch beheer. Hieronder zijn drie varianten gepresenteerd: Laag, Midden en Plus. De variant Midden komt overeen met het huidige kwaliteitsniveau.
In de variant Laag is de beeldkwaliteit voor de A-locaties verlaagd en ontstaat in de woon- en werkomgeving een ruig en onverzorgd beeld.
Bij variant Plus is het kwaliteitsniveau A uitgebreid met die delen van de groene parels die in de hoofdgroenstructuur liggen maar nog geen onderdeel waren van A-locaties. Bovendien is het ecologisch beheer geïntensiveerd.
De oevers, ruigtes en bermen in Diemen vormen samen met het bosplantsoen een belangrijk leefgebied voor inheemse diersoorten. Het merendeel van dit type groen ligt in het Diemer wandellandschap en in de groenzone langs het Eendenpad-Zwanenpad en langs de René Cassinlaan-Oranjelaan-Henry Dunantlaan.
Verspreid over de gemeente komt de Ringslang voor, die als belangrijke doelsoort geldt voor de provinciale ecologische verbindingszone.
De Gemeente Amsterdam verzamelt vanaf het begin van 1990 informatie over de ruimtelijke verspreiding binnen de gemeentegrenzen van de door de Flora- en faunawet beschermde planten- en diersoorten. Deze gegevens worden opgeslagen in de Ecologische Atlas Amsterdam en door de Dienst Ruimtelijke Ordening centraal beheerd. De actualiteit van de verspreidingsgegevens van de beschermde Tabel 2 en Tabel 3 soorten is niet ouder dan vier jaar en is via www.flora-fauna.amsterdam.nl openbaar toegankelijk.
Uit de Ecologische Atlas van Amsterdam die ook het grondgebied van Diemen omvat, blijkt welke planten en diergroepen in Diemen bijzondere bescherming verdienen:
Voor de natuurbeleving en biodiversiteit is de aanwezigheid van dagvlinders en libellen van belang. In Diemen komen daarnaast een aantal soorten weidevogels en stadsvogels voor die geen specifieke eisen aan het groenbeheer in de bebouwde omgeving stellen. Wel moet het beheer rekening houden met het broedseizoen.
Voor het vergroten van de kansen voor deze beschermde soorten is bestendig beheer en onderhoud wenselijk dat gericht is op het handhaven en verbeteren van de bestaande situatie. Onderhoudsmaatregelen als maaien, dunnen, baggeren of het vervangen van bestaande straat- en laanbomen kunnen soms ingrijpend zijn, maar zijn een voortzetting van een cyclisch beheerregiem. Cyclisch kan hierbij jaarlijks zijn maar kan ook betekenen dat het beheer 1x in de 2, 3 of 5 jaar uitgevoerd wordt. De aanwezigheid van beschermde soorten is vaak afhankelijk van het gevoerde beheer en continuering van het cyclische beheer en daarmee een voorwaarde voor het voortbestaan van de soort. Het hanteren van de natuurkalender is daarbij essentieel.
Om de grotere groenzones tot een geschikt leefgebied voor de gewenste soorten te maken is een bepaalde manier van beheer vereist. In deze paragraaf is omschreven welke beheerrichtlijnen gelden.
De Ringslang heeft de volgend eisen:
Voldoende voedselaanbod van kikkers. Langs het Diemer wandellandschap liggen poelen en sloten die open blijven. In de buurt van poelen moet een goede variatie zijn van ruigte, bloemrijk gras en kortere vegetatie. Poelen en sloten kunnen het beste in september geschoond worden. Het schonen moet gefaseerd uitgevoerd worden, niet alle poelen in dezelfde tijd. Het maaien van gras rond de poelen kan het beste in het najaar gebeuren of tijdens droge dagen in juli.
Plekken voor voortplanting. Hiervoor zijn in de halfschaduw (aan de rand van struweel of wilgenbos) broeihopen van maaisel, slootafval en takkenbossen nodig. Het is wenselijk om elk jaar of om het jaar nieuwe hopen aan te leggen. De hopen zijn minimaal 3 meter lang, anderhalve meter breed en 1 meter hoog. Ook worden plaatselijk boomstronken ingegraven.
Voor amfibieën zijn kleine wateren en poelen van belang. De poelen moeten voldoende open zijn en er moeten zonnige opwarmplekken aanwezig zijn. De amfibieën profiteren van de hierboven beschreven maatregelen ten gunste van de ringslang.
Dagvlinders en andere insecten
De gewenste insecten (waaronder dagvlinders) zijn gebaat bij het voorkomen van waard- en nectarplanten in de groenzones. De structuur is gevarieerd.
De volgende factoren zijn voor insecten (vlinders, libellen) van belang:
Zorgen voor schuilgelegenheid en overwinteren door in de winter altijd een deel van de ruigte over te laten staan. Daartoe wordt de ruigte altijd in fasen gemaaid. Als bijvoorbeeld een keer per 2 jaar gemaaid moet worden, maait men de ene winter 50% van het areaal en de ander helft het jaar daarop. Ook de zomen langs het struweel worden gefaseerd gemaaid, ’s Winters blijft altijd een deel van kruidenzomen staan. Op schrale plekken wordt de zoom altijd pas in het voorjaar gemaaid.
De ijsvogel profiteert van overhangende takken bij het water. Hiervoor is het van belang dat bij het beheer van oevers, plaatselijk ook struikvegetatie ontwikkeld en behouden wordt.
De aanwezigheid van overjarig riet en moerassige ruigte is voor riet- en moerasvogels van belang. Het riet wordt daarom gefaseerd gemaaid. De overstaande ruigten dienen in het najaar als voedselbron.
Struweelvogels maken gebruik van struwelen, bosplantsoen en voor deze soortgroep is aanbod van insecten (bloemrijk gras) en voedselplanten (besdragende heesters, inheemse soorten als Els, Meidoorn) van belang.
Als algemene richtlijn geldt dat bij de uitvoering van het beheer en onderhoud de principes van de Gedragscode Flora- en faunawet gemeente Amsterdam gevolgd worden en in beginsel rekening gehouden wordt met de meest kwetsbare periode voor de betreffende planten- en diersoorten. In de doelsoortenlijst van de gemeente Amsterdam is dit per soort weergegeven (zie www.flora-fauna.amsterdam.nl) en op deze website is ook te vinden welke beschermde soorten in Diemen voorkomen.
Voor vogels geldt dat de maai- en snoeiwerkzaamheden buiten het broedseizoen uitgevoerd worden en dat permanente nesten gespaard blijven.
10.1 Toelichting op het programma
Dit programma is een samenvatting van de beleidsuitgangspunten, projecten en maatregelen die voortkomen uit de voorstellen in deel 2 en 3 van dit Groenplan. Het dient als sturings- instrument voor het realiseren van de visie en het beleid. In hoofdstuk 8 Strategie en varianten is beschreven op welke manier de gemeente Diemen de gewenste situatie wil realiseren. Over de voorgestelde varianten in § 8.2 moet het gemeentebestuur nog een besluit nemen.
Programma als sturingsinstrument
De uit de visie afkomstige beleidspunten en voorstellen vormen gezamenlijk het programma voor de uitvoering van het Groenplan.
Omdat het plan betrekking heeft op een termijn van 10-15 jaar, is het niet mogelijk en wenselijk om een gedetailleerde uitvoeringsplanning en financiële verantwoording voor de hele periode vast te leggen. De lijst van het programma moet daarom gezien worden als een sturingsinstrument voor de gemeente om richting te geven aan de ontwikkeling, het ontwerp, de inrichting en het beheer van het groen.
Om tot een goede realisatie van het programma te komen, dient de planning en de financiële dekking voor de periode van het Groenplan met de visie op de groenstructuur nader te worden uitgewerkt. Daarom zal jaarlijks een werkplan worden opgesteld, waaruit blijkt welke voorstellen het volgend jaar in uitvoering komen.
Bij deze planning wordt uiteraard rekening gehouden en afstemming gezocht met andere beheertaken voor de openbare ruimte en met projecten voor ruimtelijke ontwikkeling (werk met werk maken).
Het programma bestaat de volgende onderdelen:
Afhankelijk van de ambitie van de gemeente (zie § 8.2) kunnen voorstellen verschoven worden. Ook is het mogelijk dat er een verschuiving optreedt door actualisatie in de jaarlijkse werkplannen.
In de werkplannen zal een verdere uitwerking voor financiering plaatsvinden. Wanneer budgetten voor een bepaald jaar niet toereikend blijken en actiepunten beslist in dat jaar moeten worden uitgevoerd, zal besluitvorming plaatsvinden voor aanvullende financiering.
Voorstellen die door verschillende typen budgetten gefinancierd worden, komen in meerdere paragrafen van het hierna volgend programma terug.
In het beleidsprogramma zijn de volgende kolommen opgenomen:
Het beleidsprogramma geeft per onderwerp en thema de beleidsuitgangspunten voor de inrichting en het beheer voor het groen.
De gemeente gebruikt dit programma:
10.3 Projecten en maatregelen binnen het reguliere budget
Dit deel van het programma bevat maatregelen en projecten die zelfstandig uitgevoerd worden vanuit het beschikbare groenbudget. Deze voorstellen zijn in hoge mate gewenst en passen binnen het beschikbare budget. Deze kunnen zonder grote integrale ingrepen in de openbare ruimte plaatsvinden en liggen op plekken die bij de gemeente in eigendom zijn en waar geen integrale projecten gepland of bekend zijn.
10.4 Projecten en maatregelen in samenhang met integrale projecten in de openbare ruimte
Dit deel van het programma bevat voorstellen waarvan de uitvoering plaatsvindt als onderdeel van herinrichting, renovatie of andere ruimtelijke planvorming. Ook als het om projecten van derden gaat, laat de gemeente de kwaliteitseisen of het streefbeeld opnemen in het programma van eisen van het project. Dit kan zij doen op basis van de visie en de groenstructuur die vastgesteld is in hoofdstuk 5. De planning is opgesteld op basis van de in 2010 bekende of geplande projecten. Hierbij is een verschil gemaakt in de projecten die reeds in ontwikkeling zijn en de projecten die nog in te plannen zijn. Deze staan in twee aparte overzichten.
10.5 Projecten en maatregelen op basis van additioneel budget
Dit deel van het programma bestaat uit voorstellen die zelfstandig uitgevoerd kunnen worden op basis van aanvullende budgetten voor groen of op basis voor groen beschikbaar gestelde subsidies of bijdragen.
Deze kunnen zonder grote integrale ingrepen in de openbare ruimte plaatsvinden en liggen op plekken die bij de gemeente in eigendom zijn en waar geen integrale projecten gepland of bekend zijn.
10.6 Voorstellen voor kansen of lange termijn
Dit deel van het programma bevat voorstellen die uitgevoerd worden als zich een kans voordoet in het kader van projecten van de gemeente of van derde partijen of als het groen, de bomen of de inrichting versleten is. Een groot deel van deze voorstellen gaat over de hoofdgroenstructuur en de groene routes. Het zijn voorstellen die in samenhang met grotere integrale projecten opgepakt moeten worden of waarvoor met derde partijen overeenstemming bereikt zou moeten worden. De financiering bestaat o.a. uit compensatiegelden en subsidies.
Bijlage 1 Waarde en betekenis van het openbaar groen
1.1Structurele, ecologische en gebruikswaarde
De waarde van het groen wordt bepaald door de architectonische kwaliteit, de gebruikskwaliteit en de ecologische kwaliteit. Hierna volgt een korte toelichting op deze drie waarden die de basis vormen voor de verbetervoorstellen.
De structurele kwaliteit hangt af van de aaneengeslotenheid en inrichting van het groen. Hoe beleeft men de omgeving, welke samenhang is er met de gebouwde omgeving en het omliggende landschap? Is het afwisselend genoeg en biedt het voldoende sierwaarde? Kan de gebruiker zich goed oriënteren en is de omgeving voldoende herkenbaar? De structurele kwaliteit kan beter worden door het maken van een optimale afwisseling in het groen, zorgen voor een goede verhouding tussen openheid en geslotenheid, een juiste maat van de groenelementen en het behouden van interessante doorzichten naar herkenningspunten en het omliggend landschap. Voor Diemen is hierbij de relatie met het Amsterdam-Rijnkanaal, de Weespertrekvaart, de Diem, het polderlandschap en het kunnen ervaren van het water in het stedelijk gebied essentieel. Een herkenbare structuur van groene zones, groene assen en groene routes draagt bij aan een goede architectonische opbouw van het groen.
Relatie met de Weespertrekvaart
Relatie met het Amsterdam-Rijnkanaal
Voor het groen in en om de woonomgeving zijn goede gebruiksmogelijkheden van belang. De vraag hierbij is of de variatie aan groenvoorzieningen compleet is. Is er groen met hoge sierwaarde naast groen dat voor aankleding in de buurt zorgt? Zijn er plekken om buiten te zitten? Is er ruimte om te spelen, te sporten en te rennen? Is het groen toegankelijk en bereikbaar? Bij de waardering van het groen op structuurniveau is beoordeeld of het groen voor verschillende leeftijdsgroepen bruikbaar is en of er ruimte is voor activiteiten als fietsen, wandelen, spelen en de hond uitlaten.
Fietsen en wandelen langs groene route
Voor de bereikbaarheid van het groen op structuurniveau is de nabijheid van parken en groene zones in de woonomgeving belangrijk. Hierbij geldt een afstand van circa 300 meter zonder dat er een barrière ligt in de vorm van een drukke verkeersweg of een brede watergang. Dit vraagt om voldoende en veilige routes voor wandelaars en fietsers door en langs het groen of water.
Eigenaren van honden zijn belangrijke gebruikers van het groen. Diemen heeft hier beleid voor. De uitgangspunten vanuit het hondenbeleid met aanbevelingen voor aanvulling zijn toegelicht in dit groenplan.
De basis voor de ecologische kwaliteit ligt in het functioneren van het ecologische netwerk in en rond Diemen. Daarbij functioneren de ecologische zones langs het spoor en de Diem als belangrijke ecologische verbindingszones tussen het Groene Hart en de oevers van het IJsselmeer. Het beleid hiervoor is uitgewerkt in het Natuurbeleidsplan van Diemen (2009).
Diemen is aan de noord- en oostzijde omgeven door gebieden die tot de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS) van Noord-Holland behoren. Binnen de grenzen van Diemen vormt de oude IJmeerdijk voor land- en oevergebonden dieren een koppeling tussen gebieden van de provinciale en nationale ecologische hoofdstructuur. Deze verbinding is gericht op het verbeteren van de biodiversiteit op regionale schaal. De inrichting is gericht op uitwisseling van mobiele (bijvoorbeeld ringslang) en matig mobiele (bijvoorbeeld Noordse woelmuis) dieren.
Ontwikkelingen op of om de IJmeerdijk tussen de Diem en de gemeentegrens bij de Baai van Ballast moeten zorgvuldig worden afgestemd op de belangen van de doelsoorten van de PEHS, zoals ringslang, waterspitsmuis, watervleermuis en noordse woelmuis.
In het woongebied is het terrein Spoorzicht een kleine natuur-oase. Spoorzicht bestaat uit jong elzen-essenbos met een ruige ondergroei van bramen en brandnetels. Dit biedt veel dekking en voedsel aan allerlei soorten insecten, kleine zoogdieren en vogels. Spoorzicht is via de spoortaluds ecologisch verbonden met het buitengebied.
De natuurwaarden van de taluds van de rijkswegen en de spoorwegen plus de groenstroken die er direct langs liggen zijn hoger dan die van de omringende woonwijken. Deze taluds en groenstroken fungeren als leefgebied en trekroute van zangvogels, zoogdieren, amfibieën en insecten. Daarmee zijn de taluds en de direct aanliggende groenstroken de basis van de ecologische structuur van Diemen. Ze verbinden het buitengebied van Diemen met de waardevolle gebieden in de woonwijken, zoals Spoorzicht en de Israëlitische begraafplaats.
De biologische kwaliteit van het binnenstedelijk water in Diemen is in principe goed. Dat laten de huidige sloten zien. Bij een natuurlijke oeverstructuur, met een geleidelijke overgang van land naar water, ontwikkelen wateren zich voorspoedig. Er ontstaat een gevarieerde en rijke oeverplantenvegetatie, het water is helder met waterplanten en amfibieën. Vissen als bittervoorn en kleine modderkruiper gebruiken het water als leefgebied. Watervogels als futen, meerkoeten en waterhoentjes broeden in de rietgordels. Voorbeelden van fraaie waterpartijen zijn de Henry Dunantlaan en de Ringvaart langs de A10.
In dit groenplan gaat het met name om het bevorderen van de ecologische kwaliteit in de woonomgeving. Dit kan plaats vinden door de ontwikkeling van natuurlijke oeverbegroeiingen, toepassing van streekeigen boomsoorten en een soortenkeuze in het plantsoen die meer schuilgelegenheid en voedsel biedt aan inheemse soorten.
Een van de uitwerkingen van het biodiversiteitbeleid is het toepassen van lokale autochtone genenbronnen voor houtige beplantingen. Door in toekomstige beplantingen deze genenbronnen te benutten, kan een grotere variatie binnen de soorten ontstaan en zullen de plantensoorten beter functioneren in ecologische kringlopen.
Een grotere (genetische) variatie van de boomsoorten, cultivars en genetisch materiaal van bomen en houtige beplantingen draagt bij aan de veerkracht van de boom- en beplantingsstructuur bij het optreden van ziektes en plagen.
Essen-Elzenbos (parkje Spoorzicht)
Watergang met ecologisch beheerde oevers
Over het algemeen ziet men de waarde en betekenis van groen hoofdzakelijk als aankleding van de buurt en als een relatieve luxe ten opzichte van nuttige voorzieningen als woningen, parkeerplaatsen en verlichting. Tegenwoordig blijkt duidelijk dat de leefbaarheid in de stedelijke omgeving in grote mate bepaald wordt door de aanwezigheid van voldoende groen van de juiste kwaliteit. Onderzoek toont aan dat groen voor veel aspecten van het leven essentieel is. Daarbij kost groen niet alleen geld, maar het levert ook een waardevermeerdering van onroerend goed op en legt de basis voor een aantrekkelijk en plezierig woonklimaat.
Mensen zijn zich meer bewust van het belang van een goede gezondheid en het is van belang om de kosten van gezondheidszorg en ziekteverzuim te beperken. De aanwezigheid van openbaar groen is een van de factoren om toename van overgewicht te beperken.
Uit onderzoek blijkt dat de nabijheid van groen een positief effect heeft op de vermindering van stress (Grahn, 2005) en gezondheidsklachten (De Vries e.a., 2000).
Relatie tussen aanwezig groen en gezondheid (Grahn, 2005)
Als het groen dichtbij is dan verblijven mensen langer buiten. Het blijkt dat het aantal gezondheidsklachten met 0,15% per inwoner daalt voor elke 10% extra groen in de woonomgeving. Als mensen gespannen zijn, hebben ze de behoefte rust te zoeken in de natuur (Schuiling en Van den Berg, 2001).
Bewoners zelf vinden ook dat groen een positief effect heeft op de gezondheid (Buys en Volker, 1997), want in een onderzoek geeft 80% aan dat dit zeer belangrijk is, terwijl maar 50% het voornamelijk van belang vindt voor recreatie. Werken in een omgeving met zicht op groen bevordert de concentratie en bij kinderen met chronische concentratieproblemen leidt de aanwezigheid van groen in hun woonomgeving tot vermindering van de symptomen (Taylor, Kuo & Sullivan, 2001).
Bomen geven door hun schaduw goed bescherming tegen de zon en hierom is het planten van bomen bij speelplekken en scholen van het grootste belang.
Bewegen voorkomt veel fysieke en mentale gezondheidsproblemen (Mosterd, Bol and De Vries, 1996). Ouderen die blijven bewegen en bijvoorbeeld elke dag een wandeling van 30 minuten maken leven langer en genieten meer van het leven (Dawson e.a. 1998).
De aanwezigheid van groen heeft een positief effect op beweging. Meer groen en natuur betekent dat mensen vaker wandelen, fietsen of joggen.
In 2004 onderstreepte de Nationale Gezondheidsraad dit in haar advies 'Natuur en Gezondheid'. Dit komt mede doordat groen de woonomgeving verlevendigt, het trekt vogels en andere dieren aan en mensen zijn zich meer bewust van de wisseling van seizoenen.
Voor het bevorderen van de beweging van de inwoners van Diemen is de aanwezigheid van groenzones en wijkparken op loopafstand (binnen 300 meter) en groene routes door de gemeente essentieel. Daarom is het gewenst om de routestructuur te completeren en te zorgen voor groenplekken van voldoende omvang in elke wijk.
Groen levert ook een directe waardevermeerdering op. De aanwezigheid van groen in de woonomgeving kan leiden tot aanmerkelijke hogere prijzen van onroerend goed. Zicht op groen heeft daarbij een groter effect dan groen op loopafstand. De combinatie van groen in de buurt en een groter groengebied in de omgeving heeft daarbij een nog groter effect (Fennema, 1995; Van Leeuwen, 1997; Luttik en Zijlstra 1974; Bervaes, 2000). Dit onderstreept het belang om bij bebouwingsprojecten een voldoende hoeveelheid groen in het project op te nemen. De meerwaarde van de woningen leidt tot een hogere opbrengst van onroerend zaak belasting.
Groenstructuren en boomsingels dragen bij aan de vermindering van de windsnelheid. Lagere windsnelheden langs gebouwen besparen het warmteverlies en dus energieverbruik met tenminste 10% per jaar afhankelijk van de mate van isolatie van de gebouwen (Prendergast, 2003). Bij hogere windsnelheden kan het rendement van groen oplopen tot 40% (Woodruff, 1954). In de zomer kan beschaduwing van woningen en kantoren leiden tot een verlaagde noodzaak tot airconditioning.
Tot voor kort werd de vermindering van geluidshinder voornamelijk gezocht in absorptie en reflectie van geluid door de bladeren. In de zomer kan dit effect 2,5 tot 3 dB(A) bedragen, wat betekent dat het geluidsniveau tot de helft wordt teruggebracht. Geluidschermen kunnen bij bepaald windrichtingen en – snelheden niet het gewenste effect hebben, omdat het geluid meegenomen wordt door de wind als er achter de dichte schermen turbulentie en afbuiging van de wind optreedt. Beplanting kan de effectiviteit van geluidschermen verbeteren door het afremmen van de wind en het verminderen van de turbulentie. Dit leidt zowel in de zomer als de winter tot een vermindering van de geluidsbelasting die kan oplopen van 3 dB(A) tot 10 dB(A) (Van Renterghem & Botteldoorn, 2003).
Naast het effect op gezondheid en welzijn is groen ook belangrijk om aan de recreatiebehoeften van mensen en kinderen te voldoen. Hierbij is niet alleen de hoeveelheid van belang, maar ook de kwaliteit (Elzinga en Wong, 1996).
Groen dat kinderen speelmogelijkheid biedt bevordert niet alleen hun motorische ontwikkeling, maar ook hun sociale en mentale ontwikkeling. Groene plekken in de directe woonomgeving waar kinderen zelfstandig veilig kunnen spelen biedt hun ontmoetingsruimte en een plek om de wereld te verkennen en de natuur te beleven. Groen biedt op een veilige manier bouwmateriaal en speelmogelijkheden. Uit onderzoek blijkt dat kinderen in buurten met bomen vaker buiten spelen dan in vrijwel boomloze buurten (Prow, 2003).
Het advies “Groen opgroeien! “ (Raad van het Landelijk Gebied, 2008) stelt dat het al op jonge leeftijd in aanraking komen met de natuur of het opgroeien in een groene leefwereld een pedagogische noodzaak is. Bij de speelplekken in Diemen is het groen in de huidige situatie echter weinig aantrekkelijk en veroorzaakt letsel en schade door de toepassing van doornstruiken, de schoolomgevingen zijn erg stenig. De speelbosjes in het Diemer wandellandschap echter bieden mogelijkheden voor verkennend spel.
Ongestoord kunnen verblijven in de openbare ruimte is belangrijk voor de identiteitsontwikkeling en de onafhankelijkheid van adolescenten. Zij prefereren daarbij groene plekken boven een stenige omgeving (Bell e.a., 2003).
Groene plekken in buurten verschaffen ook volwassenen ontmoetingsmogelijkheden, die de sociale cohesie in buurten bevorderen. Deze leidt tot meer sociale controle in de buurt, waarbij het gevoel van veiligheid toeneemt en zaken als vandalisme en kleine criminaliteit afnemen (Kuo & Sullivan, 2001). De inrichting en omvang van de plekken is hierbij van belang om te voorkomen dat één groep de plek domineert.
Groen in de woonomgeving leidt tot rust, een lager niveau van irritatie en vermindering van agressiviteit in de buurt. Daarbij zorgt een goed onderhoudsniveau van het groen voor minder vernielingen en vandalisme en een grotere sociale veiligheid.
Voor de ontwikkeling van kinderen dienen groene speelplekken en natuurlijke kinderspeelbosjes ontwikkeld te worden, die verspreid door de gemeente liggen.
Volgens landelijke richtlijnen (75 m2 groen/ woning) beschikt Diemen over voldoende groen in de woonomgeving. Het openbaar groen in Diemen bestaat uit blok- en buurtgroen dat wordt aangevuld door een serie groenstroken en zones langs de wijken die kinderen in de verschillende leeftijdsfasen mogelijkheden bieden te spelen. De mogelijkheden om te struinen of in een minder gecultiveerde omgeving te verblijven zijn aanwezig in het Diemerbos, het Diemerpark, de Diemer Driehoek, de Diemer Vijfhoek en de Bijlmerweide. De routes hiernaar toe zijn voor verbetering vatbaar en het Diemer Driehoek is slecht toegankelijk.
De verslechtering van de luchtkwaliteit is zorgwekkend. Het RIVM gaf in 2005 aan dat Nederland niet in staat is om te voldoen aan de Europese richtlijnen. Door het grote bebouwingsoppervlak en de hoge bevolkingsdichtheid heeft met name de Randstad te maken met een hoge emissie van verontreinigende stoffen per oppervlakte. Verkeer en industrie zijn daarbij de belangrijkste bronnen en de meest schadelijke stoffen zijn roet, stikstofoxiden en fijnstof.
Onderzoek wijst uit dat er een duidelijke relatie is tussen de concentratie fijnstof en gezondheidsklachten, die betrekking hebben op cara, hart- en vaatziekten en tot een kortere levensduur leiden. Kinderen en ouderen zijn in het bijzonder gevoelig voor fijnstof. In Nederland vormt de luchtkwaliteit een onderdeel van de toetsing van ruimtelijke plannen en een te hoge concentratie leidt in een aantal gevallen tot stopzetten van de bebouwingsplannen. Maatregelen die luchtverontreiniging bij de bron aanpakken zijn het effectiefst. Daarnaast kan de inrichting en aanleg van groenvoorzieningen een bescheiden bijdrage leveren aan de verbetering van de luchtkwaliteit door de filterende werking. Bomen absorberen stikstofoxiden en koolzuur (CO2) en leveren overdag zuurstof. De lucht in een straat zonder bomen bevat vier keer zo veel stof als die in een straat met bomen. Daarnaast kunnen bomen en windsingels woongebieden afschermen van vervuilingsbronnen. Er zijn verschillende onderzoeken naar de omvang van het effect uitgevoerd (Wesseling e.a., 2004; De Ridder, 2004) en de resultaten staan nog ter discussie. De soortenkeuze van beplanting is mede van invloed op het zuiverend effect (Kuypers, 2008; Hiemstra e.a., 2008). Een voorwaarde voor een optimale werking is de herhaling van lineaire groenstructuren van voldoende formaat (Wesseling e.a., 2004) en het Diemer wandellandschap van Diemen bieden hiervoor maar beperkte mogelijkheden.
Bomen op parkeerplaatsen zorgen door hun schaduwwerking voor een lagere temperatuur van de geparkeerde auto’s, waardoor de emissie van koolwaterstoffen, ozon en stikstofoxiden vermindert.
Beschaduwde parkeerplaatsen zijn gunstig voor het milieu
In straten met veel verkeer met gesloten gevelwanden en voor stoplichten mogen bomen geen dichte kroonlaag vormen, omdat anders de vervuiling door het verkeer in de straat blijft hangen. Hiervoor bieden het ontwikkelen van lossere bomenrijen en het aanbrengen van gevelbeplantingen een oplossing (Thönessen, 2005).
In Diemen doet deze problematiek zich voornamelijk voor langs de snelwegen (A1 en A10) en langs enkele hoofdontsluitingswegen. Het Aktieplan Luchtkwaliteit 2009-2012 van Diemen richt zich voornamelijk op maatregelen die de bron van de vervuiling aanpakken. Door enkele aanpassingen in de groenstroken langs de wegen en de soortenkeuze is het mogelijk om de filterende werking van groen te verhogen zonder ingrijpende maatregelen.
In de bebouwde omgeving zorgen verharde oppervlakken en daken voor een versnelde afvoer van water en een lagere luchtvochtigheid. De verwachting is dat de hoeveelheid jaarlijkse neerslag en het aantal regenbuien van hoge intensiteit toeneemt. Als hiervoor de capaciteit van het rioolstelsel uitgebreid moet worden, leidt dit tot hoge investeringen Om de effecten van de klimaatsverandering op te vangen is het noodzakelijk dat de hoeveelheid groen in de bebouwde omgeving niet vermindert maar juist uitgebreid wordt. Naast het particuliere en openbare groen kunnen vegetatiedaken en daktuinen een bijdrage leveren aan het vasthouden en bufferen van regenwater. Onderzoek wijst uit dat vegetatiedaken jaarlijks meer dan 60% van het regenwater kunnen opnemen en dat piekbuien met een vertraging van meer dan 3 uur in de riolering komen (De Vries e.a., 2008). Bij het opvangen van intense buien op het verhardingsoppervlak kan het regenwater in de groenvoorzieningen infiltreren. Bij de ontwikkelingen van nieuwe woonbuurten zoals De Sniep wordt het wateroppervlak uitgebreid om de waterbuffering te vergroten.
Monumenten en andere cultuurhistorisch belangrijke groengebieden vormen het cultureel erfgoed van de gemeente. Zij dragen bij aan de identiteit van de plek en vormen een schatkamer aan stijlen die de verbinding met het verleden leggen. Monumentale bomen hebben een ouderdom die groter is dan een mensenleven en bepalen mede het beeld van de openbare ruimte. Herdenkingsbomen markeren belangrijke gebeurtenissen. Deze bomen zijn beschermwaardig.
In Diemen hebben de volgende gebieden een cultuurhistorische waarde: de Weespertrekvaart en Muiderstraatweg (trekvaart/ jaagpad), Diemerbrug als historische nederzetting, historische kern Oud- Diemen met de begraafplaats Gedenk te Sterven, woonterp op het terrein boerderij Zeldenrust (Ouddiemerlaan/ Houtbosch 2), een aantal archeologisch interessante gebieden langs de Ouddiemerlaan waar zich historische boerderijplaatsen bevinden, begraafplaats Rustoord.
Niet iedereen is zich zonder meer bewust van de waarde van het groen en buiten is de historie, natuurwaarde en betekenis van bomen, beplanting of plekken niet zomaar af te lezen. Daarvoor is het wenselijk om deze waarden toe te lichten. Educatieve tuinen kunnen informeren over soorten, natuur en hun betekenis. Langs themaroutes door de gemeente kunnen wandelaars en fietsers meer te weten komen over groen en landschap. Daarnaast kan op informatieborden uitleg gegeven worden over parken en bijzondere plekken in de gemeente.
De inrichting en het beheer van groen draagt bij aan de duurzaamheiddoelen van de gemeente. De bijdrage van groen aan duurzaamheid bestaat voornamelijk uit:
De uitgangspunten voor duurzaam groen komen terug bij de conclusies per onderwerp.
Ministerie VROM, 2004. Nota Ruimte – Ruimte voor ontwikkeling. 2004
Raad voor het Landelijk Gebied. Recht op Groen, deel 1. Beleidsadvies en deel 2 Analyse, publicatie RLG 05/06, juni 2005, Advies over de groene kwaliteit van de openbare ruimte. 2005
Raad voor het Landelijk Gebied. Groen opgroeien! Advies over meer samenhang in groen jeugdbeleid, Publicatie RLG 08/08. 2008
Plannen en nota’s van de gemeente Diemen
Arcadis Nederland bv, Vista landscape and urban design. Landschapsplan Schiphol, Amsterdam, Almere, Deeltraject A10 Oost A1 Diemen. Amersfoort, 23 juni 2009
Croonen Adviseurs West bv. Structuurvisie Diemen, landschap, natuur, openluchtrecreatie. Diemen, datum onbekend.
Croonen Adviseurs West bv. Structuurvisie Diemen, ruimtelijk casco. Diemen, 3 december 2009
Croonen Adviseurs West bv. Structuurvisie Diemen, thema notities. Diemen, datum onbekend.
DEMO Consultants. Monitor zwerfafval en groen Diemen. Delft, december 2009
Dienst ruimtelijke ordening gemeente Amsterdam, Team GRW. definitief concept Natuurbeleidsplan Diemen. Amsterdam, februari 2009
Gemeente Amsterdam, Dienst Ruimtelijke ordening. Stand van zaken ecologische structuur Amsterdam. 7 mei 2009
Gemeente Diemen, CDA, SP, Leefbaar Diemen, PvdA, en VVD Diemen. Motie - een kwalitatief hoogwardinge én herkenbaare inrichting van de openbare ruimte. Diemen, 2007
Gemeente Diemen, GroenLinks Diemen. Motie - behoud en bevorderen monumentale bomen in Diemen. Diemen, 21 juni 2007
Gemeente Diemen, GroenLinks Diemen. Motie - groenstructuur. Diemen, 26 juni 2008
Gemeente Diemen, Liberaal groen Diemen, Belangen Diemenaren, GroenLinks Diemen. Motie - bezuiniging onderhoud plantsoenen. Diemen, 2004
Gemeente Diemen. Algemene plaatselijke verordening gemeente Diemen 2006. Diemen, 3 januari 2006
Gemeente Diemen. Begroting 2008 en meerjarenbegroting 2009-2011. Diemen, 8 november 2007
Gemeente Diemen. Bomenverordening 2009. Diemen, 26 februari 2009
Gemeente Diemen, Ruimtelijke Beheer Team Infra, Ambtelijke kwaliteitsschouw Groenelementen Bergwijkpark, 5 augustus 2010.
Oranjewoud. Groenbeleidsplan Diemen. Almere, oktober 1995
Oranjewoud. Groenstructuurplan Diemen. Diemen, 4 maart 1997
Projectgroep Diemerbos. Definitief ontwerp Diemerbos, Notitie ten behoeve van de inspraak. Amsterdam, Juni 2008
Speelruimte (W.Dorst, ir. D.Vermeulen). Spelen in Diemen – eindrapportage van het onderzoek naar de speelruimte in de Gemeente Diemen. Amersfoort, 7 juli 2003
Speelruimte (ir. D. Vermeulen). Concept Geef ze ruimte – evaluatieonderzoek speelruimte gemeente Diemen, Amersfoort, 11 mei 2010.
Stichting cultureel erfgoed Noord Holland. Beleidsnota cultuurhistorie Diemen. Wormer, 22 oktober 2003
Tauw bv (Ir. A. Kuhn, ir A. Krueger). concept Gemeentelijk waterplan Diemen, Nota inventarisatie, knelpunten en kansen. Amsterdam, 11 juli 2008
Tauw bv (Ir. A. Kuhn, ir A. Krueger). concept Notitie, Visie anno 2027 - een fietstocht door Diemen. Amsterdam, 15 juli 2008
Onderzoeksrapporten over waarde en maatschappelijke betekenis groen
Bell S., Thompson C.W. and Travlou P. (2003). Contested views of freedom and control: Children, teenagers and urban fringe woodlands in Central Scotland. Urban Forestry & Urban Greening, 2(2): 87-100
Bervaes, ir. J.C.A.M., 2000. Groen en de waarde van onroerend goed
Bomenstichting, 2004. Bomen en welzijn, Utrecht
Buys en Volker, 1997. Publiek draagvlak voor natuur en natuurbeleid. SC-DLO, Wageningen.
Dawson, Bobers & Hildebrand, 1998. Sportparticipatie in de vrije tijd en welbevinden in de vrije tijd, etc. In: Tijdschrift voor gezondheidswetenschap, jaargang 76, no.3
De Vries, ir. J. bnt, ing. R.H. Fleuren, Drs. G Koopman, 2008. Daktuinenonderzoek Hogeschool Van Hall Larenstein in tijdschrift Stedenbouw en Architectuur, themanummer Daken, mei 2008
De Vries, Verhey & Groenewegen, 2000. Natuur en gezondheid, een verkennend onderzoek naar de relatie tussen volksgezondheid en groen in de leefomgeving
Elzinga, G. en R. Wong, 1996. Recreatie dicht bij huis: welzijn en gezondheid
Fennema, A.T., 1995. Wonen in het groen, de invloed van ‘groen’ op de prijs van een woning
Gezondheidsraad en Raad voor Ruimtelijk, Milieu- en Natuuronderzoek, 2004. Natuur en gezondheid. Invloed van natuur op sociaal, psychisch en lichamelijk welbevinden
Grahn, P., 2005. The importance of certain characteristics in urban forests, parks and green open spaces for people’s health and well-being – Proceedings Conference on the quality of Green Urban Spaces, Van Hall Larenstein, Velp
Hiemstra, dr. Ir. J.A., ir. E. Schoenmaker - van der Bijl en drs. A.E.G. Tonneijck, 2008. Bomen een verademing voor de stad, Plant Publicity Holland (PPH) en Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG), 2008
Kuo en Sullivan, 2001. Agression and Violence in the inner city: Impacts of environment via mental fatigue. In: Environment and Behaviour 33
Kuypers, V. en E.A. de Vries, 2008. Groen voor lucht, Alterra, Wageningen
Luttik, J. and M. Zijlstra, 1974. Woongenot heeft een prijs; het waardeverhogend effect van een groene en waterrijke omgeving op de huizenprijs
Mosterd, Bol and De Vries, 1996. Bewegen gewogen
Prendergast, Dr. E., 2003. Energetische waarde van planten in de bebouwde omgeving
Prow, T., 2003. The power of trees. In: Illinois Steward 20-03-2003. Meer informative op: www.herl.uiuc.edu/oldherl/power_of_trees/power_of_trees1.html
Renterghem, Ir. T. van, Botteldoorn, Prof. Dr. Ir. D., 2003. Bomenrijen ter verbetering van de efficiëntie van geluidsschermen bij blootstelling aan wind
Ridder, Dr. Ir. K. de, 2004. Benefits of Urban Green Space (BUGS), Deliverable 18 year 2; PM-10 Particle reduction
RIVM, 2005. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2005, Milieubalans 2005
Schuiling en Van den Berg, 2001. Waar kiezen gestreste werknemers voor? Natuur versus stad. Afstudeerverslag, Wageningen Alterra
Taylor, Kuoand Sullivan, 2001. Coping with ADD: The Surprising Connection to Green Play Settings, Environment and behaviour. Vol. 33 no.1, p. 54-77
Thönessen, Dr. M., 2005. Research Group Facade Planting University of Cologne, Geographical Institute, april 2005. Fine Dust in Innercity Greenery - A Survey
Van Leeuwen, M., 1997. De meerwaarde van groen voor wonen; een regionale analyse
Ward Thompson, C., 2005. Is there anyone out there? Green places and the importance of childhood experience
Wesseling, J.P., Duyzer, J., Tonneijck, A.E.G., Dijk, C.J. van, 2004. Effecten van groenelementen op NO2 en PM10 concentraties in de buitenlucht, TNO rapport R2004/383
Woodruff, N.P., 1954. Shelterbelts and Surface Barrier Effects on Wind Velocities, Evaporation, House Heating, Snow Drifting
Hop, M. Tuin en Landschap: Vaste planten in het groen - De tien meest betrouwbare soorten. Uitgave 9, 2010
Bijlage 4 Workshop groen en spelen Jenaplanbasisschool De Nieuwe Kring, Diemen
Op 9 december 2009 is met kinderen van de Jenaplan basisschool de Nieuwe Kring een workshop uitgevoerd met het thema spelen in het groen. De doelstelling van de workshop was inzichten te verkrijgen wat de kinderen van Diemen belangrijk vinden aan het spelen in het groen. De workshop richtte zich niet op spelen in de openbare ruimte algemeen, dit is onderdeel van de speelruimteplan.
De 30 kinderen waren verdeeld in drie groepen van 10 kinderen. De groepen waren opgebouwd volgens de drie delen van Diemen: Noord, Centrum en Zuid
Alle groepen kregen dezelfde drie vragen (zie onderaan). Na het werken in de drie groepen hebben de kinderen de samenvatting van een vraag van hun groep aan de andere groepen toegelicht.
Algemene opmerkingen Diemen Zuid
Algemene opmerkingen Diemen Noord
Er is behoefte aan duidelijkheid (kaart o.i.d.) ‘waar kan je in Diemen welk(e) sport/spel doen’. Het blijkt dat er behoeften genoemd zijn die elders in de wijk en of Diemen al bestaan. Ook wordt bijv. het pannaveld op Landlust door deze groep (circa 12 jaar) totaal niet er(her)kend als speelvoorziening
Kinderen zijn zeer betrokken zijn bij hun omgeving. Ze zijn bewust van de nadelen van vandalisme, het afkeuren van (niet gewenst) gedrag (o.a. hondenbezitters) tegenover speelvoorzieningen en natuurwaarde (bijv. schapen opjagen in het uitloopgebied), en het claimen van ruimte door oudere bewoners (inpikken van snippergroen, en daarmee vinden dat de ruimte die hier direct aan grenst niet door jeugd gebruikt mag worden)
Samenvatting belangrijkste uitkomsten betrekking op groen en spelen
De uitkomsten die betrekking hebben op onderdelen van het speelruimteplan zijn hierin niet meegenomen
Type groen met gewenste activiteit en / of materiaal
Bijlage 7 inspraak groenplan Diemen
De bijlage geeft aan hoe de inspraak verwerkt is in het groenplan Diemen. De inspraak gegevens zijn op de volgende wijzen ontvangen.
Vragen gemeenteraad op informatieve raad 15 oktober 2010
Alleen de vragen die een aanpassing in het groenplan vereisten zijn opgenomen in het overzicht.
Groene daken – dit onderwerp beter toelichten (hoe het eruit ziet) (blz 84).
Zijn er niet ambitieuzere projecten dan bollenplantdag en bomenfeestdag? Bijvoorbeeld educatie op scholen en schoolwerktuinen (blz 80)
Groene daken worden wel genoemd maar kunnen met het groenplan niet afgedwongen worden. Het groenplan geeft aan dat de gemeente hier een voorbeeld functie in kan hebben. In het plan is het verduidelijkt hoe groene daken eruit kunnen zien.
In groenplan opgenomen: er wordt altijd educatieprogramma aan Bomenfeestdag gekoppeld. Bomenfeestdag wordt door gemeente verzorgd, Bollenplantdag door IVN.
Schoolwerktuinen zijn een mooi streven. Het is niet reëel om aanleg en beheer van schooltuinen op te nemen in het groenplan. De financiële middelen hiervoor ontbreken en zullen op korte termijn niet beschikbaar komen.
Concrete stimuleringsmaatregelen tegen verharde tuinen aangeven (bijvoorbeeld in nieuw bestemmingsplan vastleggen) ivm overlast riolering.
Het stimuleren van het aanleggen van groene tuinen is opgenomen in het groenplan, afdwingen met het groenplan is echter niet mogelijk
Meer fruitbomen in Diemen planten en kaart met wandeling langs de fruitbomen in Diemen
De kaart kan op de website gemeente Diemen geplaatst worden (moet nog gerealiseerd worden). Het doel meer fruitbomen en nutsplanten in Diemen te planten wordt omarmd en is in thema 6.1 Toepassing ecologische beplanting van het groenplan nader omschreven. In het kader van herinrichting woonwagenkamp polderland is met bewoners gesproken over een mogelijke inrichting als fruittuin.
Opmerkingen bewoners inspraak 17 november en verwerking in groenplan Diemen
Verwerking schriftelijk reacties
Brief van Recreatie Noord-Holland NV
Eerste alinea - route fietspad westzijde De Diem.
De oostzijde is als bestaande en meest gebruikte fietsroute duidelijk en herkenbaar. Door ook de westzijde waar mogelijk meer te ontsluiten ontstaat er voor bewoners een ommetje, Het is niet de bedoeling een hoofdroute te creëren aan de westzijde van de Diem.
De door het Recreatie Noord-Holland aangegeven routes liggen grotendeels buiten de gemeentegrenzen en met het groenplan zijn deze niet beïnvloedbaar. De route langs de Stammerdijk is in de visie kaart aangegeven.
De natuurboog valt niet in het kader van het groenplan. In het natuurbeleidsplan is de aandacht voor de natuurboog wel geborgd. Het groenplan geeft het beleid aan gebieden binnen de bebouwde kom.
Voor wat betreft de natuurboog wordt verwezen naar het natuurbeleidsplan van Diemen. De onderdoorgang van de Diem onder het spoor geschikt maken als faunitische overstapplaats - dit is bij thema groene routes opgenomen.
Het sluisje tussen kanaal en tweede Diemen valt buiten het kader van het groenplan.
De verbinding PEN-bos en Diemerbos valt buiten het kader van het groenplan maar wordt wel benoemd in de structuurvisie van Diemen.
De opmerkingen over de bijzondere plekken worden opgenomen in het groenplan (thema
In het kader van het natuurbeleidsplan is al een steiger aangelegd aan de Diem.
IVN VERENIGING VOOR NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE
Afdeling Amsterdam, werkgroep Diemen
Geachte college, geachte wethouder Grondel,
De IVN werkgroep Diemen is enthousiast over de kwaliteit van het Groenplan van de gemeente. Groen leeft duidelijk in Diemen en bewoners waaronder IVN-ers hebben hun bijdrage aan het plan geleverd.
We willen een aantal belangrijke aspecten uit het plan naar voren halen.
Het planten van zoveel mogelijk inheemse bomen en struiken die voedsel en beschutting bieden voor insecten en vogels, is zeer waardevol. Ook tuinen zijn heel belangrijk, juist omdat ze zo van elkaar verschillen. De natuur-kwaliteit van het openbaar groen wordt echter belangrijker naarmate meer bewoners hun tuinen betegelen. Hierbij hoeft het recreatief belang en natuurbelang geen tegenstelling te zijn, door te kiezen voor de genoemde inheemse bomen en struiken wordt al veel bereikt voor de natuur en kan iedereen genieten van vlinders en vogels.
Het belang van groen in de woonomgeving wordt gestaafd met literatuur en dat is een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van het stuk. Dat groen ook zorgt voor minder opwarming en geluidsoverlast realiseert men zich niet altijd. Zo is na de verbouwing van school De Ark de geluidsoverlast door weerkaatsing in de versteende omgeving toegenomen.
Het Groenplan voorziet in realisatie van de natuurverbindingszones die beschreven zijn in Natuurbeleidsplan en Structuurvisie. Gezien het belang hopen we dat deze prioriteikt rijgen.
Bij slopen en bouwen wordt vaak als eerste het groen weggehaald, dat kan zorgvuldiger gepland worden met behulp van inzichten uit het Groenplan. Het groene aanzicht van de gemeente kan zo beter gehandhaafdworden.
De IVN werkgroep Diemen verwacht dat het Groenplan een positieve bijdrage levert aan de leefbaarheid in Diemen.
De brief van het IVN geeft geen wijzigingen in het groenplan, de brief benadrukt het belang van een goede afweging tussen groen en overige activiteiten in de buitenruimte.
Verzonden: vrijdag 3 december 2010 14:30
Vanuit mijn werkzaamheden heb ik te maken met groenbeleidsplannen en dergelijke. Vandaar de interesse naar wat mijn eigen gemeente aan het realiseren is.
Ik heb geen gelegenheid gehad om een officiële reactie op te stellen. Ik hoop dat wat ik aangeef via de mail wordt meegenomen.
Het stuk geeft een positief beeld van groen en wat de meerwaarde daarvan kan zijn. Helaas wordt het negatieve onderdeel niet belicht. Zelfmoord, HOP, aanranding, overvallen, auto inbraak, drugs dealen enz. Groen kan ervoor zorgen dat een gebied wat minder sociaal veilig aanvoelt. Het is van belang om het onderdeel sociale veiligheid mee te nemen in het groenplan. Indien het in je beleid is aangegeven dan zijn de kaders aanwezig voor het beheersplan. Dan kan er rekening gehouden worden met kosten indien er ingegrepen moet worden, zodat een veilige mooi uitziende streefbeeld behaald worden.
Momenteel wordt er in het plan het esthetisch en beheer onderdeel belicht. Volgens mij is het van belang om sociale veiligheid mee te nemen.
Uit ervaring weet ik dat problemen worden opgelost indien er calamiteiten voordoen, dit brengt incidentiele kosten met zich mee. Door de punten mee te nemen in het groenplan en
beheerplan wordt er al rekening mee gehouden en kan je op het probleem inspelen voordat het zich mogelijk voordoet.
Naar aanleiding van KP 1, pagina 144. Als jullie banken en prullenbanken gaan uitzoeken. Is het mogelijk om iets stijlvollers uit te zoeken dan het typische jaren 70 / 80 park bank? Of misschien het bestaande gewoon aantrekkelijker maken.
Op de e-mail van mevr. Ouwerkerk is per e-mail gereageerd met de toezegging dat het punt sociale veiligheid beter zullen opnemen in het groenplan. In 5.3.3 is een punt over sociale veiligheid toegevoegd. In het verleden zijn veel maatregelen genomen om sociaal onveilig groen aan te passen.
Wat betreft het buitenmeubilair wordt verwezen naar het te maken kwaliteitsplan openbare ruimte.
Bijlage 8 BBeantwoording vragen VVD over groenplan
De bijlage geeft aan hoe de schriftelijk aangereikte vragen van de VVD zijn verwerkt in het groenplan Diemen. De vragen hebben betrekking op paragraaf 6.7 Honden in de openbare ruimte.
Bij Huidige situatie wordt voorgesteld m.b.t. gazons de APV art 2.4.18 te wijzigen. Wat voor een wijziging wordt hier beoogd?
Artikel 2.4.18 Verontreiniging door honden
De bedoeling met de wijziging is dat het ook op gazons (die veelgebruikt worden als informeel speelveld) verboden is honden van hun uitwerpselen te laten ontdoen.
De eerstvolgende wijziging van de APV wordt gebruikt om dit wijzigingsvoorstel op te nemen in de APV. De voorgestelde wijziging komt zoals gebruikelijk naar de Raad voor vaststelling. Aan artikel 2.4.18 b wordt dan voorgesteld toe te voegen “intensief beheerde gazons”
Eveneens bij Huidige situatie wordt voorgesteld om depotdogs bij toegangen tot losloopgebieden te plaatsen. Wat is de zin hiervan?
De zin van het plaatsen van de depotdogs bij honden losloopgebieden is dat de hier de meeste hondenbezitters naar toe zullen gaan om hun hond uit te laten. Door op deze plaatsen een depotdog te plaatsen wordt verwacht dat in de losloopgebieden en de omgeving bij de losloopgebieden minder uitwerpselen van honden te vinden zullen zijn.