Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deventer

Treasurystatuut 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDeventer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTreasurystatuut 2021
CiteertitelTreasurystatuut 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Treasurystatuut 2001.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-11-2022nieuwe regeling

22-06-2021

gmb-2022-526186

2021-1601

Tekst van de regeling

Intitulé

Treasurystatuut 2021

De raad van de gemeente Deventer,

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 juni 2021, nummer 2021-1601

 

BESLUIT

 

Het Treasurystatuut 2021 vast te stellen

 

Inleiding

Het treasurystatuut geldt als een gedragscode voor de Gemeente Deventer als het gaat om het nemen van beslissingen op het gebied van financiering, beleggingen, rentemanagement, liquiditeitenbeheer en de financiële logistiek. Het treasurystatuut bevat de kaders voor de uitvoering, besluitvorming en verantwoording over de activiteiten binnen het treasuryproces.

 

Het Treasurystatuut wordt na vaststelling door het college van B&W goedgekeurd door de gemeenteraad van Deventer. Het statuut wordt jaarlijks getoetst aan de actualiteit en, indien nodig, gewijzigd. Dit statuut treedt in werking met ingang van de dag volgend op de vaststelling door B&W en goedkeuring van dit statuut door de gemeenteraad van Deventer.

 

Leestoelichting:

De in dit statuut opgenomen schuin gedrukte woorden geven aan dat deze woorden of begrippen nader zijn toegelicht in het begrippenkader in de bijlage.

 

Belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het Treasurystatuut 2016:

Het Treasurystatuut is verder vereenvoudigd overeenkomstig de staande praktijk en bevat daarnaast enkele wijzigingen om het treasuryproces doelmatiger in te richten:

  • Voor het aantrekken van financiering maakt de gemeente enkel gebruik van onderhandse leningen en een kredietlimiet op de rekening courant. Meer complexe financieringsproducten zijn niet meer van toepassing.

  • Als gevolg van de implementatie van het schatkistbankieren is de noodzaak om overtollige liquiditeiten uit te zetten in de vorm van beleggingen, derivaten of andere financiële instrumenten niet meer van toepassing.

  • Het vorige statuut uit 2016 bevat meer gedetailleerde bepalingen over waar een aantal complexe financieringsproducten aan moeten voldaan. Met de keuze om deze producten uit te sluiten is het Statuut aanzienlijk compacter geworden.

  • Er is een verwijzing opgenomen naar het Beleidskader "Verlenen van garanties en het verstrekken van geldleningen", waarin randvoorwaarden zijn gesteld ten aanzien van uitzettingen ten behoeve van de publieke taak. Het Treasurystatuut is hierbij kaderstellend.

  • Met de introductie van de kwartaalrapportages is de frequentie van de Paragraaf Financiering onbedoeld verhoogd van tweejaarlijks naar vierjaarlijks. Voorgesteld wordt de frequentie van een tweejaarlijkse rapportage te herstellen, zoals deze ook in het Treasurystatuut van 2016 was opgenomen.

1. Algemene uitgangspunten

1.1. Definitie

Het treasurybeleid omvat de uitgangspunten en bevoegdheden die de gemeente hanteert op het gebied van financiering, beleggingen, rentemanagement, liquiditeitenbeheer en de financiële logistiek.

 

1.2. Doelstelling

Het treasurybeleid van de Gemeente Deventer kent de volgende doelstellingen:

  • -

    het waarborgen van een blijvende toegang tot de kapitaalmarkt teneinde de beschikbaarheid over voldoende financiële middelen zeker te stellen.

  • -

    het beheersen van financiële risico’s (renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s)

  • -

    het realiseren van zo laag mogelijke kosten (rente, provisies en kosten van het betalingsverkeer) en het zekerstellen van voldoende liquiditeit.

1.3. Randvoorwaarden

  • -

    Er wordt voldaan aan de door geldgevers gestelde eisen en wet- en regelgeving:

    • a.

      Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) en de bijbehorende ministeriële regelingen:

      • -

        Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden en Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (Ruddo);

      • -

        Besluit leningvoorwaarden decentrale overheden (Bldo)

      • -

        Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (Ufdo);

      • -

        Regelgeving schatkistbankieren decentrale overheden (SkB)

    • b.

      Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof);

    • c.

      Gemeentewet;

    • d.

      Algemene wet bestuursrecht (Awb);

    • e.

      Regelgeving betreffende staatssteun;

    • f.

      Wet- en regelgeving toezicht financiële ondernemingen.

  • -

    Het aangaan en verstrekken van leningen en garanties is slechts toegestaan voor de uitoefening van de publieke taak.

     

  • -

    Alle contractuele verplichtingen die vanuit de treasuryfunctie worden aangegaan zijn in de Nederlandse geldeenheid (Euro).

     

  • -

    Binnen de gemeente Deventer wordt aan de treasury geen winstverantwoordelijkheid toegekend: treasury is een servicecentre en geen profitcentre.

    De primaire taak van de treasury is het beheren en beheersen van financiële posities die voortvloeien uit de normale bedrijfsvoering, en wel op een zodanige wijze dat

    • -

      de daaraan verbonden risico’s worden beheerst.

    • -

      de daarmee gepaard gaande kosten worden geminimaliseerd/beperkt.

    • -

      de te realiseren opbrengsten van de uitzettingen worden gemaximaliseerd/verhoogd.

  • -

    Besluiten worden genomen op basis van een actuele prognose van de meerjarige financieringsbehoefte. De prognose kent een planningshorizon van minimaal 4 jaar. Het verloop van totale financiering (passivazijde van de balans) wordt zoveel mogelijk afgestemd op het verloop van de totale financieringsbehoefte (activazijde van de balans).

     

  • -

    Het aangaan van transacties en het afnemen van bancaire diensten geschiedt (aantoonbaar) tegen marktconforme voorwaarden. Offertes worden bij meerdere partijen gevraagd en minimaal van twee partijen ontvangen. Indien de urgentie van een transactie het niet mogelijk maakt om aan deze vereiste te voldaan, kan hiervan enkel worden afgeweken met toestemming van de Algemeen Directeur.

     

  • -

    De controle op juistheid en rechtmatigheid van de aan het treasurystatuut gerelateerde transacties en processen maakt onderdeel uit van de verbijzonderde interne controle als aanvulling op de jaarrekeningcontrole.

1.4. Hardheidsclausule

In gevallen waarin dit treasurystatuut niet voorziet, beslist het college. Het college kan de raad voorstellen een of meerdere artikelen van dit statuut buiten toepassing te laten of daarvan af te wijken, gelet op het belang van het financieel beheer en de inrichting van de financiële organisatie.

2. Financieren

2.1. Definitie

Onder financieren wordt verstaan het aantrekken van financieringsmiddelen bij derden. Het gaat hierbij om de financieringsmiddelen met een looptijd langer dan jaar, welke in de balans zijn opgenomen onder de vaste passiva. De financiering met een looptijd korter dan een jaar is ondergebracht in het hoofdstuk liquiditeitenbeheer.

 

2.2. Doelstelling

Bij de samenstelling van de financieringsmiddelen wordt gestuurd op de volgende doelstellingen:

 

  • -

    Het voorzien in de meerjarige financieringsbehoefte voor de uitoefening van de publieke taak, zoals deze is vastgelegd in de Planning en Control cyclus van de gemeente.

     

  • -

    Het realiseren van stabiliteit in de jaarlijkse rentekosten, rekening houdend met de renterisiconorm zoals die in de wet fido is opgenomen. Concreet betekent dit dat de totale hoofdsom die in een bepaald kalenderjaar dient te worden geherfinancierd maximaal 20% van de jaarbegroting van de gemeente bedragen. Het gaat hierbij zowel om aflossingen als contracten waarbij de rente wordt herzien.

     

  • -

    Het realiseren van zo laag mogelijke kosten van externe financiering.

2.3. Randvoorwaarden

  • -

    Financieringsmiddelen worden uitsluitend aangetrokken ten behoeve van uitoefening van de publieke taak.

     

  • -

    De gemeente hanteert het uitgangspunt van integrale financiering waarbij de rentelasten proportioneel worden doorbelast aan de gemeentelijke uitzettingen en investeringen. Er is in beginsel geen sprake van projectfinanciering1.

     

  • -

    Het aantrekken van financieringsmiddelen vindt plaats in de vorm van onderhandse leningen met een looptijd van ten minste één jaar;

     

  • -

    Bij de keuze van modaliteiten (looptijd, hoofdsomverloop en rentebetalingen en - conversies) wordt geborgd dat gedurende de planningshorizon de renterisiconorm van 20% niet wordt overschreden.

     

  • -

    In de paragraaf Financiering van de P&C documenten (zie 2.3) wordt inzichtelijk gemaakt of overschrijdingen van de renterisiconorm heeft plaatsgevonden of naar verwachting zal plaatsvinden.

3. Uitzettingen ten behoeve van de publieke taak

3.1. Definitie

Het verstrekken van leningen, garanties en borgstellingen aan partijen die deze middelen aanwenden ten behoeve van een publieke taak.

 

3.2. Doelstellingen

  • -

    Het verstrekken van leningen en/of het verlenen van garanties en borgstellingen voor de uitoefening van de publieke taak.

3.3. Randvoorwaarden

  • -

    Het uitzetten van geldleningen en het verstrekken van gemeentegaranties vindt plaats door het college van burgemeester en wethouders met inachtneming van de gemeentewet artikel 169, lid 4.

     

  • -

    Voor het verstrekken van leningen en garanties door de gemeente zijn nadere voorwaarden gesteld. Deze zijn opgenomen in het Beleidskader “Verlenen van garanties en het verstrekken van geldleningen”.

     

  • -

    Liquide middelen mogen in de vorm van leningen worden uitgezet bij andere decentrale overheden, mits de decentrale overheid waaraan de lening wordt verstrekt niet met het financiële toezicht is belast op de decentrale overheid dat de lening verstrekt (“onderling lenen”) (Wet fido, art. 2, derde lid).

4. Liquiditeitenbeheer

4.1. Definitie

Onder liquiditeitenbeheer wordt verstaan het beheer van saldi in eigen rekening-courant en de rekening-courant bij het Ministerie van Financiën (“schatkistbankieren“).

 

4.2. Doelstelling

  • -

    Het zekerstellen van de beschikbaarheid van middelen.

    Er moeten te allen tijde voldoende liquiditeiten en faciliteiten beschikbaar zijn om aan alle lopende betalingsverplichtingen te kunnen voldoen.

     

  • -

    Het beperken van renterisico’s voor kortlopende schulden, rekening houdend met de kasgeldlimiet uit de wet Fido. Gedurende elk kwartaal mag de gemiddelde netto vlottende schuld niet hoger zijn dan 8,5% van de jaarbegroting.

     

  • -

    Het voldoen aan de norm voor schatkistbankieren, zoals opgenomen in de Regeling schatkistbankieren (Skb). Dit betreft een limiet2 aan het maximaal bedrag aan liquide middelen dat buiten de rekening-courant bij het Ministerie van Financiën (“schatkist”) wordt aangehouden. Deze berekening vindt plaats op basis van een gemiddelde per kwartaal.

4.3. Randvoorwaarden

  • -

    Het liquiditeitenbeheer vindt in beginsel plaats op basis van de aanwezige rekeningen courant en (indien van toepassing) de bijbehorende kredietlimiet. Voor het overbruggen van onvoorziene en kortdurende liquiditeitstekorten kan gebruik worden gemaakt van onderhandse leningen met een looptijd korter dan één jaar (daggeld- en kasgeldleningen).

     

  • -

    Overtollige liquiditeiten worden in het kader van het schatkistbankieren afgeroomd en ondergebracht bij de rekening courant van het Ministerie van Financiën.

     

  • -

    In de paragraaf Financiering van de P&C documenten (zie 2.3) wordt inzichtelijk gemaakt of overschrijdingen van de kasgeldlimiet en de norm schatkistbankieren hebben plaatsgevonden of naar verwachting plaats zullen vinden.

     

  • -

    In het geval de kasgeldlimiet gedurende een periode van drie kwartalen wordt overschreden, dan zal de gemeente overeenkomstig de Wet fido, de Provincie Overijssel als toezichthouder hiervan in kennis stellen.

5. Financiële logistiek

5.1. Definitie

Financiële logistiek heeft betrekking op:

  • -

    de structuur en het gebruik van betaalrekeningen bij banken,

  • -

    de organisatie van het betalingsverkeer over deze rekeningen,

  • -

    het gebruik van betaalinstrumenten en

  • -

    de informatievoorziening over dit betalingsverkeer.

Kosten van het betalingsverkeer zijn kosten in de vorm van te betalen provisies en tarieven.

 

5.2. Doelstelling

  • -

    Minimalisatie van de kosten van het betalingsverkeer.

    De kosten van het betalingsverkeer worden beperkt tot de directe kosten.

     

  • -

    Het voorkomen van fraude en vergissingen bij het betalingsverkeer en het beheer van liquiditeiten. Door een stelsel van beheersmaatregelen (preventief en repressief) wordt voorkomen dat geldmiddelen op onrechtmatige wijze aan de gemeente Deventer kunnen worden onttrokken.

5.3. Randvoorwaarden

  • -

    Er bestaat te allen tijde inzicht in het lopende betalingsverkeer via een inlog bij de BNG.

     

  • -

    Het betalingsverkeer dient zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd te worden binnen één bank.

     

  • -

    Bankrekeningen mogen alleen geopend of gesloten worden na goedkeuring van de Algemeen Directeur. Betaalrekeningen worden aangehouden bij een daartoe aangewezen huisbank. De rekeningen maken deel uit van een saldo- en rentecompensatieregeling per bank.

     

  • -

    De kostenstructuur van het betalingsverkeer dient steeds inzichtelijk te zijn. De tarieven worden iedere 4 jaar getoetst op marktconformiteit.

6. Treasuryorganisatie & -besluitvorming

6.1. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden

6.1.1. Verantwoordelijkheden

De verantwoordelijkheden van de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabellen gedefinieerd. Er wordt een overzicht gegeven van de functionarissen die een rol spelen in het treasuryproces. Van iedere functionaris worden de belangrijkste taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden samengevat. Vervolgens wordt beschreven hoe besluiten (op basis van een mandaat) worden genomen en uitgevoerd.

 

  • a.

    De bestuurlijke verantwoordelijkheden:

     

    Functie

    Verantwoordelijkheden

    De Gemeenteraad

    • Het vaststellen van treasurydoelstellingen, het treasurybeleid, richtlijnen en limieten in het treasurystatuut;

    • Het vaststellen van de financieringsparagraaf als onderdeel van de begroting en de jaarrekening;

    • Het houden van toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering hiervan;

    • Het evalueren en als gevolg daarvan (eventueel) bijstellen van het treasurybeleid.

    Het college van B&W

    • Het uitvoeren van het treasurybeleid (formele verantwoordelijkheid);

    • Het rapporteren aan de gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid;

    • Vaststellen van het meerjarig treasuryplan;

    • Vaststellen van nadere richtlijnen binnen de kaders van dit statuut.

    De wethouder Financiën

    • Het uitvoeren van het treasurybeleid (politieke verantwoordelijkheid).

     

  • b.

    De ambtelijke verantwoordelijkheden:

     

    Functie

    Verantwoordelijkheden

    Algemeen directeur

    • Het adviseren bij het opstellen van de financieringsparagraaf bij de begroting en adviseren bij het hanteren van complexe instrumenten als derivaten;

    • Het nemen van besluiten inzake aan hem gemandateerde treasuryactiviteiten conform het treasurystatuut en de financieringsparagraaf;

    • Het zorgdragen voor juiste verantwoording van de uitvoering van de door hem gemandateerde treasuryactiviteiten;

    • Het rapporteren aan B&W over de uitvoering van het treasurybeheer;

    • Het afleggen van verantwoording aan het college van B&W.

    Concerncontroller

    • Kan gevraagd en ongevraagd advies geven ten aanzien van het treasuryproces;

    • De concerncontroller wordt proactief door de teammanager Finance & Control geïnformeerd.

    Teammanager Finance & Control

    • Het adviseren ten aanzien van administratieve richtlijnen op het gebied van treasury;

    • Het toezien op de kwaliteit van de treasuryprocessen;

    • Het controleren van de volledigheid en betrouwbaarheid van de informatievoorziening van de treasuryfunctie.

    Programmamanagers en teammanagers

    • Het zorgdragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige kasstromen aan de treasurer.

    Budgethouder

    • Het fiatteren van betalingen en ontvangsten, ten laste c.q. ten gunste van hun budgetten.

    De Treasurer

    • Het uitvoeren van de activiteiten met betrekking tot het risicobeheer, gemeentefinanciering (financiering, uitzetting en relatiebeheer), kasbeheer (saldoregulatie) en bankrelatiebeheer. Deze activiteiten moeten conform dit treasurystatuut en de financieringsparagraaf worden uitgevoerd en de transacties dienen geautoriseerd te zijn door het college van burgemeester en wethouders, conform 2.2.2 onderdeel b;

    • Het opstellen van de rentevisie;

    • Het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeitenbeheer;

    • Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen;

    • Het afsluiten van financiële contracten voortvloeiend uit bovenstaande deelfuncties;

    • Het schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties en het doorgeven hiervan aan de kassier;

    • Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasurygebied;

    • Het adviseren van de programma’s over de financiële gevolgen van hun activiteiten en projecten;

    • Het aanleveren van juiste, tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de financiële administratie;

    • Het afleggen van verantwoording aan de directeur over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten;

    • De wethouder Financiën tijdig informeren over een overschrijding van de kasgeldlimiet.

    De kassier

    • Het periodiek tellen, verantwoorden en afhandelen van contante gelden die zijn ontvangen via de publieksbalies;

    • Het aanleveren van juiste, tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de financiële administratie;

    • *

      Het afleggen van verantwoording aan de teammanager Financiële administratie over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten.

    Teammanager Financiële Administratie

    • *

      Het juist, tijdig en volledig administreren van de bezittingen, schulden, rechten, verplichtingen, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de verplichtingen- en financiële administratie;

    • *

      Het afhandelen van het girale betalingsverkeer, inclusief het dagelijks administreren van dagafschriften van financiële instellingen en het periodiek afromen van het saldo van het bankrekeningnummer bij de BNG inzake gemeentelijke belastingen naar de hoofdrekeningen van Deventer, Olst- Wijhe en Raalte (i.v.m. normering Schatkistbankieren).

     

  • c.

    De externe accountant

     

    Functie

    Verantwoordelijkheden

    De externe accountant

    • Het in het kader van zijn reguliere controletaak adviseren en controleren omtrent de feitelijke naleving van het treasurystatuut.

6.2.2 Bevoegdheden

  • a.

    De bestuurlijke bevoegdheden in het kader van de treasuryfunctie zijn opgenomen in onderstaande tabel.

     

    Functie

    Bevoegdheden

    1. De Gemeenteraad

    • *

      Het aan het college van B&W vragen van inlichtingen over de uitoefening van bevoegdheden zoals hierna genoemd onder 2, tweede aandachtspunt en zoals ook vastgelegd in Gemeentewet art 169 lid 4.

    2. Het college van B&W

    • *

      Het opnemen en uitzetten van geldleningen in het kader van de uitoefening van de treasury-functie (formele verantwoordelijkheid);

    • *

      Het verstrekken van geldleningen, het doen van beleggingen en het verlenen van gemeentegarantie, voor zover deze activiteiten plaats vinden in het kader van de publieke taak van de gemeente;

    • *

      Het stellen van nadere richtlijnen ten aanzien van specifieke financieringsvoorstellen en/of de generieke doelmatigheid van het treasurybeheer.

     

  • b.

    De ambtelijke bevoegdheden met betrekking tot de treasuryactiviteiten zijn vastgelegd en uitgewerkt in een mandaatbesluit (zie bijlage 1). Dit besluit wordt, na vaststelling door het college van burgemeester en wethouders en goedkeuring door de gemeenteraad opgenomen in de gemeentelijke lijst van bevoegdheden.

     

    In onderstaande tabel staan de bevoegdheden met betrekking tot de treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de benodigde fiattering.

     

     

    Bevoegd functionaris

    Autorisatie door

    Financiering en uitzetting

    1. Het vaststellen van kredietfaciliteiten

    Treasurer

    Algemeen Directeur

    2. Het aantrekken van langlopende middelen (> 1 jaar) via onderhandse leningen op basis van het door B&W vastgestelde meerjarig Treasuryplan

    Treasurer

    Algemeen Directeur

    3. Het uitzetten van langlopende middelen (>1 jaar) via een onderhandse geldlening in het kader van de publieke taak van de gemeente

    Treasurer

    College van B&W

    4. Het aantrekken van kortlopende middelen (< 1 jaar) via onderhandse leningen (alleen bij uitzondering – zie paragraaf 4.3)

    Treasurer

    Algemeen Directeur

    Bankrelatiebeheer

    5. Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen

    Treasurer

    Algemeen Directeur

    6. Bankcondities en tarieven afspreken

    Treasurer

    Algemeen Directeur

 

Voor de uitvoering van een autorisatie door de Algemeen Directeur worden de volgende stappen doorlopen:

  • -

    De Treasurer maakt vooraf kenbaar dat geld uitgezet of aangetrokken gaat worden, waarbij de looptijd van de lening en het volume wordt gemeld;

  • -

    de Algemeen Directeur en/of de wethouder Financiën geeft schriftelijk akkoord op dit voorstel, bijvoorbeeld via mail;

  • -

    na afronding van de overeenkomst geeft de Treasurer op dezelfde dag een schriftelijke terugkoppeling.

Voorwaarde voor een autorisatie door de Algemeen Directeur is dat de betreffende lening of uitzetting onderdeel uitmaakt van het door het college van B&W vastgestelde meerjarig Treasuryplan. Wanneer hier geen sprake van is, is autorisatie door het college van B&W vereist. Hiervoor wordt het reguliere besluitvormingsproces van het college van B&W gehanteerd.

 

6.2 Informatieverschaffing

Met betrekking tot het treasurybeheer dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:

 

Informatie

Frequentie

Informatie- verstrekker

Informatie- ontvanger

1. Gegevens m.b.t. toekomstige uitgaven en ontvangsten voor de liquiditeitenplanning

incidenteel / maandelijks

Programma- managers

Treasurer

2. Treasury jaarplan en liquiditeitenplanning

Jaarlijks

Treasurer

College B&W

3. Beleidsplannen treasury in financieringsparagraaf van (meerjaren) begroting

Jaarlijks

Treasurer

Gemeenteraad

4. Evaluatie treasury-activiteiten in financieringsparagraaf van de jaarrekening

Jaarlijks

Treasurer

Gemeenteraad

5. Voortgang onderdelen financieringsparagraaf via de 2ᵉ en 4ᵉ kwartaalrapportage

Halfjaarlijks

Treasurer

Gemeenteraad

6. Informatie aan derden (toezichthouder en CBS) zoals genoemd in art. 8 Wet fido

Jaarlijks in Begroting en Jaarrekening

Treasurer

Derden

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 december 2021

De raad voornoemd,

de griffier,

A. Kerve

de voorzitter,

R.C. König

Bijlage 1: Begrippenkader

 

In onderstaand begrippenkader worden alle begrippen rondom treasury weergegeven.

 

- Financieren

Het voor langere termijn aantrekken van financieringsmiddelen bij derden.

- Financieringsmiddelen

Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor de financiering van de investeringen. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;

- Financieringsmix

Het totaal van de aangetrokken langlopende financieringsmiddelen (langlopende geldleningen).

- Financieringsparagraaf

De financieringsparagraaf vormt een onderdeel van de concernbegroting en -rekening. In de begroting worden de specifieke beleidsplannen in het begrotingsjaar voor de treasury opgenomen, terwijl in de rekening de realisaties daarvan aan de orde komen.

- Gemeentewet art 169 lid 4:

In dit artikel staat dat het college van B&W de raad vooraf inlichtingen over de uitoefening van het uitzetten van geldlening en het verstrekken van garanties en geeft indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. In het laatste geval neemt het college geen besluit dan nadat de raad zijn wensen en bedenkingen terzake ter kennis van het college heeft kunnen brengen. Gaat het om leningen/garanties die op door de raad vastgesteld beleid stoelen dan heeft de raad op het moment van het aan de orde zijn van dat beleid in de raad haar gevoelen kenbaar kunnen maken. Dan kan het college binnen het door de raad vastgestelde beleid privaatrechtelijk acteren conform artikel 160, lid 1, letter e, van de Gemeentewet zonder vooraf het gevoelen van de raad te behoeven inwinnen.

- Geldstromenbeheer

Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer);

- Intern liquiditeitsrisico

De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

- Kasgeldlimiet

Een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar. De kasgeldlimiet geldt als maximum bedrag voor de gemiddelde netto vlottende schuld in een kwartaal;

- Kortlopende leningen

Opgenomen of uitgezette geldleningen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van korter dan één jaar.

- Kredietrisico

De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de betalingsverplichtingen door de tegenpartij als gevolg van gebrek aan middelen.

- Langlopende leningen

Opgenomen of uitgezette geldleningen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van één jaar of langer.

- Liquiditeitenbeheer

Al die activiteiten die leiden tot het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;

- Liquiditeitenplanning

Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid;

- Liquiditeitsrisico's

De risico's verbonden aan het onvoorzien ontstaan van tekorten of overschotten van kortlopende geldmiddelen

- Netto-vlottende schuld

Het saldo van de opgenomen en uitgezette kortlopende leningen, kortlopende waarborgsommen, contante gelden in kas, rekening- courant saldi en overige geldleningen die geen onderdeel uitmaken van de vaste schuld.

- Onderhandse geldleningen

Leningen waarbij de voorwaarden van de lening in onderling overleg met de geldgevende partij kunnen worden vastgesteld.

- Publieke taak

Gemeenten mogen volgens de Wet fido uitsluitend leningen aangaan, middelen uitzetten en garanties verlenen voor de uitoefening van de publieke taak. De publieke taak zelf wordt in de Wet fido niet nader omschreven. Hiermee wordt recht gedaan aan de eigen verantwoordelijkheid van de gemeente ten aanzien van de afbakening van de publieke taak en de wettelijke taakomschrijving die de gemeente op grond van de op de gemeente van toepassing zijnde wetten bezit. Wel geeft deze wet aan het begrip publieke taak een beperkte invulling. Bankachtige activiteiten - zoals in de zin van aantrekken en uitzetten van middelen met als doel het genereren van inkomen - worden volgens de Wet fido in elk geval niet tot de publieke taak van een gemeente gerekend en zijn verboden.

- Renterisiconorm

Een in de Wet fido gestelde norm ter beheersing van renterisico uit hoofde van rente-aanpassing en herfinanciering, waaraan het renterisicoprofiel van de portefeuille als geheel moet voldoen. Deze norm mag niet worden overschreden;

- Rentetypische looptijd

Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;

- Rentevisie

Toekomstverwachting over de renteontwikkeling;

- Saldobeheer

Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen.

- Treasuryfunctie

De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, financiering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;

- Treasury-activiteiten

Het geheel van activiteiten in het kader van de uitoefening van de treasuryfunctie.

- Treasurybeleid

Het treasurybeleid bestaat uit de uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten, de organisatorische en administratieve kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie ter uitvoering van de treasuryfunctie.

- Treasurybeheer

Het treasurybeheer is de (beleids)uitvoering van de treasuryfunctie, binnen de kaders van het treasurystatuut en de treasuryparagraaf.

- Treasurystatuut

Het document, waarin door de gemeente haar treasurybeleid is vastgelegd.

- Treasurer

De medewerker(s) die binnen de gemeentelijke organisatie is belast met het treasurybeheer.

 


1

De leningenportefeuille van de gemeente Deventer per ultimo 2020 bevat drie projectfinancieringen die eerder zijn afgesloten. Deze leningen worden ongewijzigd voortgezet en vormen een uitzondering op het uitgangspunt van integrale financiering.

2

Deze limiet (het “drempelbedrag”) is afhankelijk van de omvang van de begroting. Met ingang van juli 2021 is het drempelbedrag gelijk aan 2,0% van het begrotingstotaal indien het begrotingstotaal lager is dan € 500 miljoen. Indien het begrotingstotaal hoger is dan € 500 miljoen is het drempelbedrag gelijk aan € 10 miljoen plus 0,2% van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat. Het drempelbedrag is nooit lager dan € 1 miljoen, wat betekent dat een decentrale overheid altijd gemiddeld € 1 miljoen buiten de schatkist mag houden.