Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Diemen

Waterplan Diemen 2010-2028

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDiemen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWaterplan Diemen 2010-2028
CiteertitelWaterplan Diemen 2010-2028
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum inwerkingtreding van deze regeling kan niet worden achterhaald en is bij benadering ingevuld.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-2021nieuwe regeling

13-10-2009

Gemeenteblad Diemen 2009

Tekst van de regeling

Intitulé

Waterplan Diemen 2010-2028

1 Samenvatting

 

De gemeente Diemen, burgers van de gemeente Diemen en het waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) hebben van juni 2008 tot september 2009 gewerkt aan de totstandkoming van het Waterplan Diemen.

 

Het doel van de waterpartners was om met dit Waterplan Diemen het water met al zijn facetten nadrukkelijker op de kaart te zetten, in letterlijke en figuurlijke zin.

 

Bij het opstellen van het waterplan is niet allen de uitkomst van belang geweest maar ook het proces. De klankbordgroep heeft in het traject op de deelproducten en op het totale waterplan haar visie kunnen geven. De bestuurders van de gemeente en het waterschap zijn geïnformeerd en geconsulteerd. Aanvullend hebben experts van het waterschap, de gemeente Diemen en in sommige gevallen hun collega’s van de gemeente Amsterdam hun licht laten schijnen over werkveldoverstijgende thema’s. Door dit proces en de communicatie er omheen middels stukken in lokale media en internet is een eerste stap gemaakt en is water met al zijn aspecten in Diemen reeds met nadruk op de kaart gezet.

 

Met dit waterplan geven gemeente Diemen en AGV invulling aan het Nationaal Bestuursakkoord Water. Het waterplan gaat door waar de reguliere taken van de gemeente en het waterschap ophouden en waar deze twee organisaties elkaar aanvullen en kunnen versterken. Het waterplan slaat een burg tussen de reguliere plannen en taken zoals beschreven in het Gemeentelijke Rioleringplan van de gemeente en het Watergebiedsplan van het waterschap.

 

Het Waterplan Diemen bestaat uit een hoofddocument met beschrijving van de huidige situatie en de autonome ontwikkelingen, een inventarisatie van de knelpunten en kansen, een watervisie met een ‘gedroomde’ fietstocht door waterrijk Diemen in 2028 en een uitvoeringsprogramma in tabelvorm. In een apart boekje is het uitvoeringsprogramma uitvoerig weergegeven. Het waterplan is thematisch opgezet, gebaseerd op vooraf gedefinieerde thema’s. Deze thema’s en de invulling daarvan spelen vooral bij het opstellen ven het uitvoeringsprogramma een rol. Een aantal maatregelen is niet onder één thema te scharen. De maatregelen zijn geschaard onder verschillende ambitieniveaus.

 

Binnen de gemeentegrenzen van Diemen bevinden zich vier polders, die allen deel uitmaken van het watersysteem Bijlmerring. Het buiten of boezemwater wordt gevormd door de 1ste, 2de en 3de Diem, het Amsterdam Rijnkanaal en Weespertrekvaart. Twee van de polders zijn grotendeels stedelijk en twee zijn grotendeels landelijk gebied. Uit de inventarisatie van de huidige situatie wordt per polder kort de ontstaansgeschiedenis, het watersysteem, de waterkwaliteit en ecologie toegelicht. Op hoofdlijnen kan gesteld worden dat het waterbeheer in de polders complex is, er zijn veel kleine bemalingen. In alle polders treedt een bodemdaling op.

Uit de toetsing van model berekeningen in het kader van het Nationaal Bestuursakkoord Water is naar voren gekomen dat het watersysteem op vijf locaties niet zou voldoen. Dit betekend echter niet dat er acute problemen optreden omdat dit gemodelleerd falen betreft waarvoor aanwijsbare redenen zijn, die het falen deels verklaren en deels weerleggen.

Bij een aantal gemalen is de waterkwaliteit bemonsterd. Hieruit komt naar voren de dat fosfaat en nitraat concentraties gemiddeld boven het Maximaal Toelaatbaar Risico (MTR) liggen.

Het gebied rondom de 1ste, 2de en 3de Diem maakt onderdeel uit van de Ecologische hoofdstructuur (EHS). Deze is doorvertaald in de provinciale ecologische hoofdstructuur (PEHS). In de PEHS wordt de Diemer Vijfhoek aangewezen voor “halfnatuurlijke natuur” en het Diemerpark, de Gemeenschapspolder (met uitzondering van Driemond en de volkstuinen) en de Bloemendalerpolder als “Cultuurnatuur”. Diemen is dus aan de noord- en oostzijde omgeven door PEHS-land. Ontwikkelingen in deze gebieden mogen niet ten koste gaan van de aanwezige natuur, maar moeten deze het liefst versterken.

 

In het waterplan zijn verschillende maatregelen opgenomen om de natuur te versterken zoals de aanleg van natuurvriendelijke oevers die als step stones dienen binnen het stedelijke gebied. Maar ook het maken van heldere afspraken over het beheer van deze natuurvriendelijke oevers of het geven van voorlichting over onkruid beheer aan bewoners. Om het ecologische potentieel van het water beter tot zijn recht te laten komen zijn ook waterkwaliteitsmaatregelen als baggeren en evaluatie van het monitorings cyclus opgenomen in het waterplan. Het watersysteem moet volgens de afspraken uit het NBW in 2015 op orde zijn en daarna op orde blijven. Het watersysteem is in kwantitatieve zin op orde; de laatste knelpunten zijn reeds opgepakt en worden door de gemeente in samenwerking met AGV opgelost. Diemen ziet zich echter wel geconfronteerd met de uitdaging van het slim inpassen van ruimtelijke ontwikkelingen zoals de uitbreiding van de infrastructuur in het noorden, ontwikkeling van de Plantage de Sniep in het centrum en de ontwikkeling van het Bergwijkpark in het zuiden van de gemeente. Deze uitdagingen, alsmede de ingrepen die de forse uitbreiding van Rijkswegen met zich meebrengt, vormen echter ook kansen voor het water in Diemen. Daar waar deze kansen bestaan zijn zij concreet benoemd in het Waterplan Diemen.

 

Water is niet enkel een drager van natuur maar ook van cultuur; het Waterplan Diemen vraagt aandacht om de geschiedenis van Diemen en haar relatie met het water weer meer zichtbaar te maken. De Weesper- en Muidertrekvaart hebben een grote rol gespeeld in de economische ontwikkeling van het gebied. Diemen wil met dit waterplan zorgen dat water kan aansluiten bij omgevingsvraagstukken en invulling kan geven aan dat streven, omdat water bij kan dragen aan een betere leefomgeving. Te denken valt aan het omgaan met klimaat veranderingen; bij extreme neerslag kan water tijdelijk op straat geborgen worden, als de straat hiervoor is ingericht. Ook het inrichten van waterspeelplekken, het geven van voorlichting op scholen en faciliteren van recreatie in de buurt van water maken dat meer mensen zich bewust zijn van water en haar belang en functies.

2 Inleiding

 

De gemeente Diemen heeft dit waterplan opgesteld in samenwerking met het waterschap Amstel, Gooi en Vechtstreek (AGV/ Waternet) en een klankbordgroep samengesteld uit burgers van de gemeente Diemen. Met dit waterplan wordt invulling gegeven aan het Nationaal Bestuursakkoord Water.

 

De aanleiding voor het waterplan zijn de knelpunten, ontwikkelingen, maar ook kansen op watergebied, waar gemeenten in de 21ste eeuw mee geconfronteerd worden. Zo is er bijvoorbeeld periodiek sprake van grondwateronderlast en incidenteel van water op straat, treden waterkwaliteitsproblemen op, en is er discussiebehoefte bij bewoners over het onderhoud van watergangen. Daarnaast worden gemeenten geconfronteerd met extra inspanningen op watergebied door nieuwe beleidsontwikkelingen, zoals de Waterwet, de Wet Gemeentelijke Watertaken, de Watertoets, Waterbeheer 21ste eeuw, het Nationaal Bestuursakkoord Water en de Europese Kaderrichtlijn Water. Dit alles voor de achtergrond van de uitdagingen waarvoor Diemen staat door de ligging aan de rand van de metropool Amsterdam, met haar grote verstedelijkingsdruk en bijbehorende infrastructuur.

 

Figuur 2.1 Muidertrekvaart/Weespertrekvaart in de kern Diemen

 

Het waterplan begint niet bij nul. De gemeente Diemen heeft recent een verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan opgesteld. Hierbij heeft AGV/ Waternet een adviserende rol gespeeld. Het waterschap op haar beurt heeft in de stroomgebiedsvisie Amstelland voor de lange termijn (2050) beschreven wat het streefbeeld voor het regionale watersysteem is, de oplossingrichtingen die nodig zijn en hoe deze in de tijd gefaseerd uitgevoerd worden. Op dit moment werkt AGV/ Waternet aan het Watergebiedsplan Bijlmerring. In dat plan heeft de gemeente een adviserende rol. De samenhang en tijdsplanning van deze plannen is weergegeven in de figuur in bijlage 1.

 

Naast het watergebiedsplan beschrijft AGV in haar Waterbeheerplan 2006-2009 de toestand en streefbeelden voor watersysteem en –keten in haar beheergebied. Het streekplan Noord-Holland Zuid geeft een ontwikkelingsrichting voor Diemen aan. De ruimtelijke structuurvisies betreffende de Noordvleugel vinden voor de Diemerscheg uitvoering in een pilotproject. De samenhang tussen deze plannen en een totale visie op het water in Diemen ontbreekt nog. Daarnaast verdient het water meer aandacht te krijgen binnen het gemeentelijke beleid. Het Waterplan Diemen voorziet hierin met een watervisie en een uitvoeringsprogramma.

 

2.1 Waarom een waterplan?

 

Een waterplan is geen wettelijk verplicht planfiguur, maar in de 4e Nota Waterhuishouding uit 1998 wordt het opstellen van een waterplan al geadviseerd. In het door de gezamenlijke overheden ondertekende Nationaal Bestuursakkoord Water is vastgelegd dat de stedelijke wateropgave (afhankelijk van de mate van wateroverlast) in beeld kan worden gebracht middels een waterplan.

 

Zoals eerder aangegeven heeft de gemeente haar taken, ambities en verantwoordelijkheden op het gebied van het effectief inzamelen van huishoudelijk afvalwater, en de omgang met haar zorgplicht op het gebied van hemelwater en grondwater vastgelegd in het Gemeentelijk Rioleringsplan. Uit de heffing van rioolrecht worden deze zaken bekostigd.

 

AGV/ Waternet beschrijft haar ambities, doelen en uitdagingen in haar beheergebied in het Watergebiedsplan Bijlmerring, dat nu nog in ontwikkeling is. In het kader van dat plan voert AGV/ Waternet de projecten uit die bij haar kerntaken horen.

 

Tussen de kerntaken van de gemeente en de kerntaken van het waterschap, dus tussen het Gemeentelijk Rioleringsplan en het Watergebiedsplan in, ligt het waterplan. In het waterplan zijn ook doelstellingen en maatregelen opgenomen die niet per se bij de kerntaken van beide organisaties horen, maar die toch door beide partijen wenselijk geacht worden in het kader van het contextueel waterbeheer.

 

Vooruitlopend op de nieuwe Waterwet, waarin het door het waterschap op te stellen waterbeheerplan een verplicht planfiguur is, stellen gemeente en waterschap in gezamenlijk overleg een waterplan op voor het beheersgebied van de gemeente Diemen.

 

De inhoud en het planproces van het waterplan zijn door de gemeente Diemen als initiatiefnemer en het Waterschap Amstel, Gooi en Vechtstreek als betrokken partij zelf bepaald. Het waterplan geeft aan op welke wijze de gemeente Diemen met water wil omgaan. Tevens geeft het waterplan inzicht in verantwoordelijkheden (waterschap, gemeente of derden). Dit geeft de gemeente en het waterschap handvatten bij het uitvoeren van de taken zoals bedoeld in de Wet Gemeentelijke Watertaken en de (toekomstige) Waterwet.

 

Met het opstellen van het waterplan wordt de gezamenlijke focus aangebracht. Deze heeft een inhoudelijke dimensie – de samenhang – en een procesmatige dimensie – de samenwerking. Door zowel de samenhang als de samenwerking te versterken, kunnen ambities op het gebied van integraal waterbeheer en de kwaliteit van de leefomgeving worden vergroot. Water moet gaan leven, niet alleen bij de betrokken – verantwoordelijke – actoren, maar uiteindelijk ook bij de inwoners van Diemen.

 

Gemeente en waterschap hebben een waterplan opgesteld vanuit de behoefte aan een integrale visie op watergebied (met afstemming op andere beleidsvelden) en het verbeteren van de afstemming en samenwerking tussen de gemeente en het waterschap. Hiermee wordt de inrichting en het beheer van het watersysteem en de waterketen verbeterd. In het waterplan wordt de visie en het beleid op het gebied van water in de gemeente verwoord. Dit waterbeleid is een van de onmisbare bouwstenen bij ruimtelijke ontwikkelingen en beheer. Tevens wordt in dit waterplan inzicht gegeven hoe wordt omgegaan met de stedelijke wateropgave.

 

Stedelijke wateropgave

Na de (bijna) overstromingen in de jaren 1990 is het beleid ingezet dat aangeeft dat ons watersysteem in 2015 op orde moet zijn. Dat is nog eens bekrachtigd in het Nationaal Bestuursakkoord Water, ondertekend door het Rijk, provincies, hoogheemraadschappen en gemeenten. Eén van de onderdelen hiervan is dat er voldoende waterberging moet zijn.

 

De (kwantitatieve) stedelijke wateropgave wordt beschouwd als het maatregelpakket waarmee wateroverlast in stedelijk gebied zoveel mogelijk voorkomen wordt. De robuustheid van het stedelijk watersysteem wordt bepaald door het totaal aan watergangen en voorzieningen voor de afvoer van afvalwater en overtollig regen- en grondwater, inclusief de bijbehorende ruimtelijke maatregelen. Beheer van deze voorzieningen ligt deels bij de gemeente en deels bij het waterschap. De uiteindelijke grootte van de stedelijke wateropgave is het resultaat van een bestuurlijke afweging en zal veelal buiten het kader van het waterplan worden gemaakt.

 

AGV/ Waternet heeft recentelijk de ‘waterbergingsgebieden*’1 in het kader van het Watergebiedsplan Bijlmerring in kaart gebracht. De uitkomsten van de analyse zijn opgenomen in hoofdstuk 3.3.

 

Het waterplan biedt ook kansen. Door water meer een zichtbaar onderdeel uit te laten maken van de openbare ruimte wordt de beleving vergroot en de recreatieve waarde versterkt. Kortom, er is behoefte aan een integrale visie met concrete doelstellingen, keuzes en een uitvoeringsprogramma. Het waterplan is een goed middel om deze ideeën vorm te geven en uit te werken.

 

Integrale benadering

De integrale benadering van het (grond)watersysteem en de waterketen staat centraal in het waterplan. Dit betekent dat water meer is dan de traditionele benadering van het beheren en optimaliseren van de afzonderlijke deelsystemen: oppervlaktewater, grondwater, hemelwater, afvalwater en drinkwater. Gezien de interactie tussen de deelsystemen schiet een dergelijke traditionele benadering op den duur tekort. In bijlage 1 zijn de waterpartners opgenomen.

 

Met een waterplan kan de interactie wel gevormd worden. Met het opstellen van een waterplan wordt een gezamenlijke focus aangebracht. Deze heeft een inhoudelijke dimensie – de samenhang – en een procesmatige dimensie – de samenwerking. Door zowel de samenhang als samenwerking te versterken, kunnen de ambities op het gebied van integraal waterbeheer worden gerealiseerd en de kwaliteit van de leefomgeving worden vergroot.

 

Contextueel waterbeheer

Uit ervaring blijkt dat ‘water omwille van water’ ontoereikend is. Water legt het vaak af tegen omgevingsvraagstukken die meer aandacht opeisen, bijvoorbeeld verkeersoverlast, gevoel van onveiligheid, verloedering, hangjongeren, zwerfvuil, et cetera. Diemen wil daarom met water aansluiting zoeken bij deze omgevingsvraagstukken en zich de vraag stellen hoe water kan bijdragen aan een betere leefomgeving.

 

In het contextuele waterbeheer zijn de waterpartners niet zozeer gericht op het optimaliseren van het watersysteem, maar willen zij een bijdrage leveren aan een optimale leefomgeving waarin de waarden van water zoveel mogelijk worden benut. De interactie tussen water en omgeving wordt juist ingezet om elkaar te versterken. De samenhang wordt hersteld. Dit biedt ook de mogelijkheid om nieuwe creatieve oplossingen te ontwikkelen en breed enthousiasme te doen ontstaan.

 

Daarnaast vormt het waterplan een beleids- en toetsingkader voor gemeentelijke bestemmingsplannen en de daarin verplicht gestelde waterparagraaf en uitvoerings- en beheersplannen. Het waterplan is tevens onderlegger voor de nieuwe structuurvisie voor Diemen.

 

2.2 Doelstelling

Het waterplan heeft op hoofdlijnen de volgende doelen:

  • 1.

    Het bevorderen van de samenwerking tussen de gemeente Diemen en AGV/ Waternet

  • 2.

    Het inzicht bieden in vigerend beleid en regelgeving

  • 3.

    Het vergroten van de kennis van watersysteem en -keten

  • 4.

    Het ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie

  • 5.

    Het afstemmen van het waterbeleid

  • 6.

    Het maken van concrete afspraken over ambities, maatregelen en de bekostiging daarvan en de doorwerking in de ruimtelijke ordening

  • 7.

    Het vastleggen en inzichtelijk maken van de verantwoordelijkheden van de gemeente en het waterschap

2.3 Inhoud en vorm

Het Waterplan Diemen bestaat uit een hoofddocument en een uitvoeringsprogramma. Het hoofddocument bestaat uit de onderdelen:

  • Beschrijving van de huidige en toekomstige situatie

  • Inventarisatie van knelpunten en kansen

  • Watervisie met als planhorizon en ambitieniveau voor de streefbeelden voor het jaartal 2028

  • Uitvoeringsprogramma voor de periode 2010-2028, in tabelvorm

Het uitvoeringsprogramma omvat een overzicht van de maatregelen die naar voren zijn gekomen uit de analyse van knelpunten en kansen en zijn opgenomen in de visie. Deze maatregelen zijn verder uitgewerkt met een korte beschrijving, een raming van kosten op het niveau van een globale kostenraming, een verdeling van de kosten over de initiatiefnemers en een planning.

 

2.4 Afbakening

Het waterplan is afgebakend rond de deelsystemen oppervlaktewater (waterkwantiteit en kwaliteit), stedelijk grondwater, regenwater en afvalwater en heeft betrekking op het grondgebied van de gemeente Diemen. De onderwerpen betreffen zowel stedelijke als landelijke waterthema’s, die zijn toegespitst op de situatie in Diemen. Het waterplan is thematisch opgezet aan de hand van onderstaande thema’s:

  • 1.

    Geen wateroverlast door grond-, oppervlakte- en hemelwater

  • 2.

    Geen verdroging en geen (grond) wateronderlast

  • 3.

    Verbeteren grond- en oppervlaktewaterwaterkwaliteit (zowel fysisch-chemisch als ecologisch)

  • 4.

    Veiligheid van waterkeringen

  • 5.

    Duurzaamheidprincipes toepassen voor de afvalwaterketen

  • 6.

    Meer zichtbaar maken van water voor de burgers/ recreatieve functie van water versterken

  • 7.

    Efficiënt beheer en onderhoud

  • 8.

    Realisatie tegen de laagst maatschappelijke kosten

Deze thema’s vormen ook de leidraad voor het beschrijven van de knelpunten en kansen en het opstellen van het uitvoeringsprogramma.

 

2.5 Beleid

Het relevante waterbeleid wordt op verschillende niveau’s gedefinieerd. Op Europees niveau is de Kaderrichtlijn Water van belang. Op Rijksniveau is het waterbeleid onder andere vastgelegd in de 4e nota Waterhuishouding (1998), het Nationaal Bestuursakkoord Water en de Wet Gemeentelijke Watertaken. Dit beleid is door Waterschap Amstel, Gooi en Vechtstreek vertaald op stroomgebiedniveau in de Stroomgebiedsvisie Amstelland. Op gemeentelijk niveau is het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) recent geactualiseerd.

 

Het voor het waterplan relevante beleid en de consequenties hiervan staan in bijlage 3.

 

2.6 Het planproces van het Waterplan Diemen

Het waterplan voor de gemeente Diemen is in nauwe samenwerking tussen de gemeente Diemen en Waterschap Amstel, Gooi en Vechtstreek (AGV/ Waternet) opgesteld. Samen met Tauw, aan wie beiden initiatiefnemers opdracht hebben verleend voor het opstellen van het gemeentelijke waterplan, vormen zij de projectgroep. De samenstelling van de projectgroep is weergegeven in bijlage 1.

 

Met de projectgroep is regelmatig overleg gevoerd. Onderwerpen die op de agenda stonden waren de inhoud, ambities, planning en kosten verdeling. Naast overleg met de projectgroep zijn vier2 bijeenkomsten georganiseerd met de klankbordgroep. Voor de klankbordgroepbijeenkomsten zijn alle voor het waterplan relevante groeperingen en organisaties uitgenodigd. De samenstelling van de klankbordgroep is weergegeven in bijlage 1.

 

Het waterplan moet bestuurlijke instemming krijgen van het college van Diemen en het Dagelijks Bestuur van het waterschap. De bestuurders van deze organisatie hebben zitting genomen in de stuurgroep. Met de stuurgroep heeft een aantal overleggen plaats gevonden, om de bestuurders de mogelijkheid te geven het proces bij te sturen en inzicht te krijgen in de stappen die gemaakt zijn. De samenstelling van de klankbordgroep is weergegeven in bijlage 1.

 

De samenhang tussen de stuurgroep, klankbordgroep en projectgroep zijn weergegeven in figuur 2.2.

 

Figuur 2.2 Samenhang tussen klankbord, stuurgroep en projectgroep

 

De projectgroep is altijd aanwezig geweest bij alle bijeenkomsten. Waar mogelijk is de stuurgroep aanwezig geweest bij de klankbordgroep bijeenkomsten. Verder zijn er nog bijeenkomsten geweest tussen de projectgroep en de stuurgroep.

 

In figuur 2.3 is het processchema weergegeven van het opstellen van het waterplan.

 

Figuur 2.3 Processchema waterplan

 

In de klankbordgroepbijeenkomsten zijn de aanwezigen uitgenodigd om mee te denken over het water in de gemeente Diemen. In de eerste bijeenkomst (d.d. 28 mei 2008) hebben de leden van de klankbordgroep en de projectgroep kennis met elkaar gemaakt. In de tweede bijeenkomst (d.d. 16 juni 2008) zijn alle wateraspecten voor Diemen besproken. De uitkomsten van deze klankbordgroepbijeenkomst zijn gebruikt voor het aanscherpen van de kansen en knelpunten en zijn tevens gebruikt als input voor de watervisie. In de derde klankbordgroepbijeenkomst (d.d. 8 oktober 2008) zijn de watervisie en het maatregelenlijst besproken. De uitkomsten van dit overleg zijn gebruikt om het uitvoeringsprogramma op te stellen. In de vierde bijeenkomst (d.d. 15 juni 2009) met de klankbordgroep is het gehele concept waterplan besproken. De besprekingsverslagen van de klankbordgroepbijeenkomsten zijn opgenomen in bijlage 1.

 

Tijdens de expertmeeting (d.d. 22 mei 2008) hebben deskundigen van de gemeente Diemen, Waternet en de dienst Ruimelijke Ordening van Amsterdam hun kennis en inzichten gedeeld over verschillende thema’s. In deze bijeenkomst zijn de kansen en knelpunten van de verschillende gebieden in Diemen benoemd en in kaart gebracht. Het besprekingsverslag van de expertmeeting is opgenomen in bijlage 1.

 

De inhoud van het voorliggende beleidsstuk is het resultaat van het planproces zoals de projectgroep dat heeft doorlopen. Dit product heeft de instemming van de projectgroep.

 

2.7 Hoe nu verder?

Het waterplan is gereed en de projecten die in het uitvoeringsprogramma gedefinieerd zijn kunnen uitgevoerd worden. Om de voortgang van deze projecten te bewaken komen vertegenwoordigers van de gemeente Diemen en Waterschap Amstel, Gooi en Vecht twee keer per jaar bij elkaar. Tijdens dit overleg evalueren zij de voortgang van de projecten en stellen zij (voor het eerst in 2012) het uitvoeringsplan voor de komende periode eventueel bij.

 

2.8 Leeswijzer

In hoofdstuk drie komt de huidige situatie, autonome ontwikkelingen en de stedelijke wateropgave aan bod. Hoofdstuk vier gaat in op de thema’s, kansen en knelpunten. In hoofdstuk vijf komt de visie voor het water voor 2028 aan de orde met de daarbij behorende maatregelen lijst. Tenslotte is in hoofdstuk zes een beschrijving op hoofdlijnen van het uitvoeringsprogramma opgenomen. Het uitvoeringsprogramma is in tabelvorm opgenomen in bijlage 6. Het uitgebreide uitvoeringsprogramma is opgenomen in een apart boekje dat met dit rapport samen een geheel vormt.

3 Huidige situatie en autonome ontwikkelingen

 

In dit hoofdstuk staat de huidige situatie met betrekking tot wateraspecten beschreven. Tevens komen de autonome ontwikkelingen die relevant zijn voor het waterplan aan bod. In het kader van het opstellen van het watergebiedsplan Bijlmerring is het watersysteem geïnventariseerd en delen daarvan zijn ook opgenomen in dit rapport. Voor het watergebiedsplan is tevens een NBW-toetsing uitgevoerd op basis waarvan stedelijke wateropgave is bepaald; deze is ook in dit hoofdstuk opgenomen.

 

3.1 Huidige situatie

Algemeen

Binnen de gemeentegrens van Diemen bevinden zich vier polders; de Diemerpolder en de Venserpolder, waarin het stedelijk deel van Diemen is gelegen, en Gemeenschapspolder West en Overdiemerpolder die een agrarisch karakter hebben. De buitenwateren waarmee de polders van gemeente Diemen in verbinding staan zijn het Amsterdam Rijnkanaal, de Ringvaart, de Diem en de Weespertrekvaart. De geografische ligging van de polders is opgenomen in bijlage 2.

 

De boezem staat in verbinding met het Amsterdam Rijnkanaal (ARK). De verbinding wordt gevormd door schut- en keersluizen in Driemond en op de rand van de Derde Diem. Deze sluizen, primaire waterkeringen, worden beheerd door Rijkswaterstaat. Het beheersregime is niet bekend bij AGV/ Waternet. In het verleden werden het ARK en het Noordzeekanaal (NZK) gescheiden door sluizen complexen bij Amsterdam. Bij hoogwater op het NZK werd het ARK en de achterliggende boezem afgesloten. In 2000 is deze compartimentering opgeheven. Naar aanleiding hiervan heeft Rijkswaterstaat een studie gedaan waaruit bleek dat eens per 100 jaar het water op het ARK kan stijgen tot 0 m NAP.

 

Het waterschap beheert de polders en hun peilen. Binnen één polder kunnen verschillende peilvakken voorkomen, waarbinnen soms peilafwijking wordt aangehouden. De peilvakken en peilafwijkingen worden weergegeven in de figuren van de desbetreffende polders.

 

In het Waterbeheerplan AGV 2006-2009 zijn functies toegekend aan polder of delen van polders. Deze functies zijn overgenomen op de functiekaart in bijlage 2. De functies zijn gekoppeld aan doelstellingen voor het watersysteem.

 

In dit hoofdstuk worden de karakteristieken van de polders kort beschreven. Deze beschrijving is gebaseerd op de inventarisatie die in het kader van het opstellen van het watergebiedsplan

 

Bijlmerring door AGV/ Waternet is uitgevoerd. De geografische ligging van de peilvakken binnen de beschreven polders is ook opgenomen in bijlage 2.

 

Maaiveldhoogtes zijn opgenomen in bijlage 2. Een kaart met de bodemopbouw is opgenomen in bijlage 2. Verder zijn de grondwaterstanden van de jaren 2003, 2006 en 2007 weergegeven in bijlage 2.

3.1.1 Diemerpolder

Algemeen

De Diemerpolder wordt begrensd door het Amsterdam-Rijnkanaal (noordzijde), de Weespertrekvaart (zuidzijde) en de Diem (oostzijde), ze valt in haar geheel binnen de gemeente Diemen. Aan de westzijde grenst de polder aan de Watergraafsmeer. De ligging van de Diemerpolder wordt weergegeven in figuur 3.1. De Diemerpolder heeft grotendeels een stedelijke bestemming, maar ook de functies landbouw en natuur komen voor. Het oppervlak van de Diemerpolder bedraagt 329 ha. Tussen 1882 en 1892 werd het Merwedekanaal gegraven. Hierdoor werd de oorspronkelijke polder in tweeën gesplitst, maar beide helften bleven verbonden door een grondduiker. In 1935 werd het Merwedekanaal verbreed en omgedoopt tot het Amsterdam-Rijnkanaal. De grondduiker verdween, waardoor het noordelijk deel werd afgesneden van de polder en zo ontstond de huidige Diemerpolder. Tot in het begin van de 20e eeuw was de polder voornamelijk agrarisch ingericht. In de 20e eeuw werden de ringspoorbaan (1934), het sportpark (1960) en het woongebied (1965-1975) aangelegd.

Figuur 3.1 Diemerpolder

 

Grondgebruik

De Diemerpolder bestaat voornamelijk uit stedelijk gebied. In de zuidoosthoek ligt sportpark de Diem van ca. 15 ha. In de noordwesthoek komt bos in bebouwd gebied voor (ca. 4 ha). Bij het gemaal liggen graslanden (ca. 10 ha). In de polder komt ongeveer 10 ha (3 %) open water voor. Van het totale gebied is ongeveer 125 ha (38 %) verhard.

 

De functies die toegekend zijn aan de Diemerpolder zijn stedelijk, recreatie (extensief en intensief) en landbouw.

 

Bodemsoorten

De ondergrond van de Diemerpolder is veen (waardveengronden en weideveengronden) en is veel ingeklonken. De bebouwde terreinen zijn opgehoogd met zand.

 

Maaiveldhoogten

De maaiveldhoogte in de Diemerpolder ligt globaal tussen de NAP 0 m en NAP -2 m.

De terreinhoogte van de straten bedraagt rond NAP -0,95 m (o.b.v. putdekselhoogten gemeente Diemen).

De berekende gemiddelde maaivelddaling over 31 jaar (historische data uit 1973) voor de Diemerpolder is 2,2 cm/jaar. De betrouwbaarheid van de berekening is echter beperkt als gevolg van de zeer beperkte dekking van de historische gegevens.

 

Watersysteem

Peilen en peilvakken

De Diemerpolder bestaat uit één peilgebied. Daarnaast komen er nog 2 peilafwijkingen voor. Er wordt een zomerpeil van NAP -1,89 m en een winterpeil van NAP -1,95 meter gehanteerd. Het peilbesluit van Diemerpolder is vastgesteld in 1955 en daarmee sterk verouderd. In dit peilbesluit wordt alleen het zomerpeil genoemd. In praktijk wordt door de gemeente een peil van NAP -

1,90 meter gehanteerd. Het water wordt op peil gehouden door het gemaal (50 m3/min) dat water op de Diem uitslaat.

 

Tabel 3.1 Peilgebieden, actuele peilen (m+NAP) en drooglegging (m) in de Diemerpolder

Peilvak-nummer

Naam

Type

Peil

75-1

Bemalen peilgebied

Peilvak

ZP: -1,89/WP -1,95

75-1-1

Sportpark De Diemen

Peilafwijking

JP: -2,40

75-1-2

AGO-Pantar terrein

Peilafwijking

JP: -2,15

75-1-3

Ringvaart

Peilafwijking

JP: -0,40

 

In figuur 3.2 zijn de bij het poldergemaal gemeten waterpeilen weergegeven. Uit figuur 3.2 blijkt dat het peil zich grofweg tussen NAP -1,90 m en NAP -2,05 m beweegt. Het peil ligt ’s zomers vaak 5-10 cm hoger dan in de winter. Dit gemaal is in beheer van de sector Afvalwater van Waternet en er is sinds begin 2004 geen registratie van het peil en de draaiuren bij dit gemaal.

 

Figuur 3.2 Waterpeil, gemeten bij het poldergemaal Diemerpolder

 

Het functioneren van het watersysteem wordt in figuur 3.3 schematisch weergegeven.

 

Figuur 3.3 Schematische weergave van de afvoerrelatie in de Diemerpolder

 

Op de Diemerpolder wordt op 2 plaatsen water ingelaten. Vanuit de Diem direct ten zuiden van Rijksweg A1 (ø 315) en een tweesprong vanuit de Ringvaart in het noordoosten van de polder bij de Ouddiemerlaan (ø 250 en 160). Het water stroomt via de hoofdwatergangen naar de meest oostelijke hoek waar het water wordt uitgeslagen op de Diem. Het gemaal van de Diemerpolder heeft een capaciteit van 50 m3/min. In het gebied komt een onderbemaling en een opmaling voor. Deze zorgen voor de handhaving van de peilen van niet direct bemalen peilgebieden (peilvak 75- 1-1 en 75-1-2). De Ringvaart in het westen is afgesloten van de Weespertrekvaart en wordt nu met een opvoergemaal vanuit en een aflaat naar het hoofdvak op peil gehouden. Hierdoor ontstaat een circulatiesysteem in de singels van Diemen.

 

Grondwater

De Diemerpolder is vrijwel kwelneutraal. De berekende gemiddelde infiltratie voor Diemerpolder bedraagt 0,2 mm/dag (Royal Haskoning, 2007). Op de grens met de Watergraafsmeer, ter hoogte van de A10, komt redelijk sterke infiltratie voor. Langs de Diem treedt lichte kwel op als gevolg van de hogere waterstand in de Diem.

 

Waterketen

De Diemerpolder is deels verbeterd gemengd, deels gescheiden gerioleerd. Overstortend afvalwater komt via een bergbezinkbassin in het oppervlaktewater terecht. Binnen Diemen bevinden zich twee overstortlocaties, namelijk bij de Willem de Zwijgerlaan en bij Buitenlust. De gemiddelde hoeveelheid overstortend water (o.b.v. metingen in 4 jaar) is 6500 m3 per jaar (bron: gemeente Diemen, 2008).

In de woonwijk Diemen-Noord in de Diemerpolder wordt ca. 1000 m3 drinkwater per dag aangevoerd (bron: Waternet, sector drinkwater, 2008). Via de riolering wordt ook ca. 1000 m3 afvalwater per dag afgevoerd (bron: gemeente Diemen, 2008). Dit betekent dat het rioleringsstelsel van Diemen-Noord naar behoren functioneert. Er stroomt geen hemelwater het riool in en ook stroomt er geen rioolwater het oppervlaktewater in. Diemen-Noord heeft volgens de gemeente Diemen 6.792 inwoners. Het gemiddelde gebruik aan drinkwater ligt op 146 l/inwoner/dag en is hiermee hoger dan het gemiddelde gebruik in Nederland (120 l/inw/d).

De indeling in de rioleringsgebieden is weer gegeven in bijlage 2.

 

Waterbalans

Het waterschap heeft voor de polder een waterbalans opgesteld. De waterbalans is met name gekalibreerd op de maalstaten van de gemalen in de Diemerpolder. Uit de waterbalans van de Diemerpolder komt naar voren dat er ca. 4000 m3 water per dag extra nodig is, om de balans sluitend te krijgen. Dat is dermate hoog dat er een extra inlaatbron verwacht wordt in de polder. Dit wordt toegeschreven aan het door een particulier inlaten van water in het noordoosten van de Diemerpolder.

 

De berekende hoeveelheid bemaling komt, met de extra inlaat, redelijk goed overeen met de werkelijke hoeveelheid bemaling. Over de werkelijke hoeveelheid inlaat is weinig bekend.

 

De belangrijkste conclusie die uit de waterbalans volgt is dat er grote hoeveelheden water worden ingelaten in de Diemerpolder. Voor het watersysteem lijkt de constante aanvoer van deze hoeveelheid inlaatwater niet nodig.

 

Waterkwaliteit en ecologie

 

Metingen waterkwaliteit

Van de waterkwaliteitsmeetpunten in de Diemerpolder zijn er 10 punten tussen 1994 en 2007 bemonsterd. Deze kwaliteitsmeetpunten zijn verspreid over de polder. De periode van bemonstering verschilt per meetpunt. De meetlocaties van het waterschap zijn opgenomen in de kaart in bijlage 2.

De chlorideconcentratie in de polder is slechts bij 3 meetpunten geregistreerd en is gemiddeld 120 mg/l. Dit gemiddelde ligt onder de MTR-waarde (norm van het Maximaal Toelaatbaar Risico) van 200 mg/l. Opvallend is dat de concentratie P-totaal ten noorden van de A1 lager is dan ten zuiden van de A1. Ten noorden van de A1 ligt de concentratie rond de 0,3 mg/l, ten zuiden van de A1 ligt de concentratie rond de 0,7 mg/l. Zowel ten noorden als ten zuiden van de A1 ligt de concentratie P-totaal boven de MTR-waarde van 0,15 mg/l. De metingen van de punten ten noorden van de A1 zijn uitgevoerd in 2007. De metingen van de punten ten zuiden van de A1 zijn uitgevoerd in 1997 en 2007. De concentratie N-totaal in de polder is redelijk constant, met ’s zomers vaak iets lagere concentraties dan ’s winters. Gemiddeld ligt de concentratie N-totaal rond 2,7 mg/l en dus boven de MTR-waarde van 2,2 mg/l. De waterkwaliteit in de Diemerpolder is hiermee zoet en voedselrijk te noemen.

 

Incidenteel worden koper- en/of zinkconcentraties waargenomen boven de MTR-waarde (norm van het Maximaal Toelaatbaar Risico) van respectievelijk 3,8 µg/l voor koper en 40 µg/l voor zink. Gemiddeld liggen beide concentraties onder de genoemde MTR-waarden.

 

In figuur 3.4 staan de uitkomsten van de metingen bij het gemaal Diemerpolder in 2007

 

Figuur 3.4 Waterkwaliteit DMP001, bij gemaal Diemerpolder

 

Ecologie

Stedelijk gebied

De ecologie in de Diemerpolder is in 2003 en 2007 op 5 meetpunten getoetst volgens het door Waternet ontwikkelde Praktisch Ecologisch Beoordelings Systeem (PEBS). Dit systeem is gebaseerd op de aanwezige vegetatie en macrofauna en het beheer, inrichting, beleving en emissie van de betreffende watergang.

In 2003 werden op twee locaties submerse- of drijfbladvegetatie aangetroffen. In 2007 waren dat drie locaties. Twee van de vijf locaties hadden in 2003 een harde oever, de andere drie waren licht beschoeid. In 2007 waren vier van de vijf oevers licht beschoeid en was er op één locatie een natuurvriendelijke oever. Veel meetpunten scoorden slecht tot matig voor één van de onderdelen van de PEBS. Dit komt over het algemeen door de afwezigheid van submerse en/of drijfbladvegetatie, monotone en weinig oevervegetatie, waarin voornamelijk riet dominant is, of de aanwezigheid van bijna 100% bedekking met kroos. Op alle meetpunten is weinig bagger aanwezig. Dominante macrofyten soorten voor de meetpunten in de Diemerpolder zijn kroos, riet en harig wilgenroosje. Kenmerkende macrofyten soorten voor de meetpunten in de Diemerpolder zijn kroos, liesgras en grof hoornblad. Deze soorten zijn kenmerkend voor voedselrijk water (bron: notitie Ecologie Bijlmerring, 2008).

 

Landelijk gebied

In het landelijk gebied worden de watergangen geïnventariseerd op macrofyten en getoetst aan de normen volgens de Kaderrichtlijn Water (KRW) van de Europese Unie. In de Diemerpolder zijn in 2005 19 opnamen van macrofyten uitgevoerd.

 

Volgens de toetsing van de Kaderrichtlijn Water scoren 7 van de 19 opnamen slecht, 9 scoren ontoereikend en 3 scoren er matig. Op de locaties die slecht en ontoereikend scoren komen weinig submerse, voor de Kaderrichtlijn Water relevante soorten voor in de opnamen. Veel soorten die voorkomen zijn vrij algemeen voorkomende soorten. Ook kijkt de Kaderrichtlijn Water naar de begroeiing van emerse vegetatie. Met name wordt gekeken naar het aandeel begroeibaar areaal. Er komen in de Diemerpolder veel verschillende soorten emerse vegetatie voor maar niet met hoge bedekkingspercentages. De matig scorende opnamen scoren voornamelijk hoog op de abundantie van de verschillende groeivormen. Ze scoren hoog op submerse vegetatie, emerse vegetatie en drijfblad vegetatie. Er komt geen flab (draadwieren) op deze opnamen voor, maar wel kroos. Ook is de variatie (het aantal soorten) erg laag, waardoor deze opnamen toch matig scoren.

Dominante macrofyten soorten in het landelijk gebied van de Diemerpolder zijn kroos en liesgras. Kenmerkende macrofyten soorten voor de meetpunten in de Diemerpolder zijn liesgras, kroos en draadwieren (kenmerkend voor zeer voedselrijk water). Bijzondere macrofyten soorten die voorkomen in de Diemerpolder zijn moerasmelkdistel, waterkruiskruid en zwanenbloem (bron: notitie Ecologie Bijlmerring, 2008).

3.1.2 Venser- (en Groot Duivendrechtse) polder

Algemeen

De Venser- (en de Groot Duivendrechtse) polder wordt begrensd door de Amstel (noordzijde), de Weespertrekvaart (oostzijde), de spoorbaan Utrecht-Schiphol en de Rijkswegen A10 en A2 (westzijde) en de Burgemeester Stramanweg (N522) in het zuiden. Het oppervlak bedraagt ca. 883 ha. De polder heeft een stedelijke inrichting en valt onder de gemeentes Ouder-Amstel, Diemen en de stadsdelen Oost/Watergraafsmeer en Zuidoost van de gemeente Amsterdam. De Groot Duivendrechtse Polder werd langs de Amstel rond 1637 bedijkt. De bemaling geschiedde met behulp van drie molens, aan de Weespertrekvaart, bij de Duivendrechtse brug en aan de Amstel bij Strandvliet. Omstreeks 1920 kreeg de enige overgebleven molen aan de Weespertrekvaart een gemaal en werd de bovenbouw deels gesloopt. In de 20e eeuw traden o.a. de volgende wijzigingen op in de Groot Duivendrechtse Polder: Zuider Gasfabriek, Rijksweg A2 (ca. 1955) en sportpark Over-Amstel (ca. 1975).

 

In figuur 3.5 is de ligging van de Venser (en Groot Duivendrechtse) polder weergegeven.

 

Figuur 3.5 Venserpolder (en Groot Duivendrechtse Polder)

 

De Venserpolder heeft al sinds de 16e eeuw molenbemaling en bescherming door kaden. Door de drooglegging van de Bijlmer- en de Watergraafsmeer was het niet meer mogelijk om de polder in de winter droog te houden. Om deze reden werd in 1638 octrooi gegeven om de kaden, weteringen en de molens te vergroten of te vernieuwen om de polder droog te kunnen malen. In 1704 werd de molen aan de Venserwetering naar de Molenkade verplaatst. In 1918 werd de molen vervangen door een gemaal. In de 20e eeuw werden onder andere de Ringspoorbaan aangelegd (1934-1936), de spoorbaan naar Utrecht verschoven, het industriegebied bij de Weespertrekvaart aangelegd (rond 1930) en uitgebreid (rond 1950) en de verdere ophoging van de polder opgespoten (1965/1972). In 1978 kreeg de polder een nieuw gemaal, Portengen (bron polderboek van Amsterdam, 1981). In het polderboek van Amsterdam uit 1981 wordt gesproken over het opsplitsen van de Groot Duivendrechtse Polder en het deel ten oosten van de Rijksweg A2 toe te voegen aan de afwateringseenheid van de Venserpolder en het deel ten westen van de A2 toe te voegen aan de afwateringseenheid van de Klein Duivendrechtse Polder. Inmiddels is deze splitsing gerealiseerd en is de Groot Duivendrechtse Polder opgeheven. De twee overgebleven polders heten ten oosten van de A2 de Venserpolder en ten westen van de A2 de Duivendrechtse Polder.

 

Grondgebruik

De Venser (en Groot Duivendrechtse) polder bestaat uit voornamelijk uit stedelijk gebied. Binnen dit gebied ligt het volkstuinencomplex Amstelglorie (27 ha) en het volkstuinencomplex Ons Lustoord (inclusief Dijkzicht en Vredelust), sportpark Strandvliet en een golfbaan (34 ha).

 

Het gebied van de voormalige Rioolwaterzuiveringsinstallatie (Herinrichting Amstelkwartier) zal in de komende jaren herontwikkeld worden. Daarnaast speelt ook de Centrumontwikkeling Duivendrechtse Veld. In de polder komt ongeveer 36 ha (4%) open water voor. Van het totale gebied is ongeveer 47% verhard.

 

De functies toegekend aan de Venser (en Groot Duivendrechtse)polder zijn stedelijk, bedrijventerrein en recreatie (intensief).

 

Bodemsoorten

In de ondergrond van de Venser (en Groot Duivendrechtse)polder is veel veen aanwezig (waardveengronden, weideveengronden en koopveengronden). Vrijwel de hele Venserpolder is opgehoogd met zand (bron: Polderboek van Amsterdam).

 

Maaiveldhoogten

Vrijwel de gehele Venserpolder is bij het bouwrijp maken integraal opgehoogd met zand tot een gemiddelde maaiveldhoogte van NAP -1,35 m (bron: Polderboek van Amsterdam, 1981).

 

De berekende gemiddelde maaivelddaling over 31 jaar (historische data uit 1973) voor de Venser (en Groot Duivendrechtse)polder is 1,0 cm/jaar. De betrouwbaarheid van de berekening is echter beperkt als gevolg van de beperkte dekking van de historische gegevens.

 

Watersysteem

Peilen en peilvakken

De polder is opgesplitst in 4 officiële peilgebieden en 4 peilafwijkingen. In het grootste deel van de polder wordt een jaarpeil van NAP -2,50 m gehandhaafd. Het peilbesluit van Venser (en Groot Duivendrechtse)polder is vastgesteld in 1990 en 1995 (zie tabel). In dit peilbesluit worden zomerpeilen vermeld. In praktijk gaat het hier om jaarpeilen. De peilafwijkingen zijn afgeleid uit de oude polderkaarten. Tabel 3.2 geeft een overzicht van de actuele peilen.

 

Tabel 3.2 Peilgebieden, actuele peilen (m+NAP) en drooglegging (m) in de Venserpolder

Peilvak- nummer

Naam

Type

Peil

Drooglegging

106-1

Venserpolder, Bemalen peilgebied

peilvak

JP: -2,50

1,15

106-2

Volkstuinencomplex Amstelglorie

peilvak

ZP: -2,50

1,15

57-4

Volkstuinencomplex Ons Lustoord

peilvak

JP: -2,80

1,45

57-14

Omg. Verrijn Stuartweg

peilvak

JP: -2,25

0,90

106-1-1

Omg. Industrieweg

peilafwijking

JP: -2,25

0,90

106-1-2

Omg. Populierstraat

peilafwijking

JP: -2,25

0,90

106-1-3

Omg. Meidoornstraat

peilafwijking

JP: -2,25

0,90

106-1-4

Golfterrein ‘Old Course’

peilafwijking

JP: -2,90

1,55

 

Uit figuur 3.6 blijkt dat het praktijkpeil ter hoogte van gemaal Portengen gemiddeld lager ligt dan het formele peil van het peilbesluit van NAP 2,50 meter. Verder zit er een groot verschil tussen aan- en afslagpeilen en lijkt het gemaal te pendelen.

Dit gemaal is in beheer van de sector Afvalwater van Waternet en er is sinds eind 2005 geen registratie van het peil en de draaiuren bij dit gemaal.

 

Figuur 3.6 Waterpeilen, gemeten bij het gemaal Portengen

 

Grondwater

De Venser (en Groot Duivendrechtse)polder is overwegend infiltratiegebied. De berekende gemiddelde infiltratie voor de Venserpolder bedraagt 0,4 mm/dag (Royal Haskoning, 2007). Met name in de westelijke hoek komt infiltratie voor. De Duivendrechtse Vaart doorsnijdt de polder voor een groot deel en heeft vanwege het hogere boezempeil ter plaatse een infiltrerende werking. Direct rondom deze vaart komt daarom kwel voor.

 

In bijlage 2 staan de grondwaterstanden in de gemeente Diemen weergegeven.

 

Functioneren watersysteem

In figuur 3.7 is het functioneren van het watersysteem schematisch weergegeven.

 

Figuur 3.7 Schematische weergave van de afvoerrelaties in de Venserpolder

 

Op drie plaatsen kan water worden ingelaten vanuit de boezem in de polder. Het water wordt ingelaten vanuit de Weespertrekvaart. Er ligt een inlaat in het oosten bij de Provincialeweg (ø 300) en bij gemaal Portengen. Ter plaatse van het volkstuinencomplex Amstelglorie kan ook water worden ingelaten (ø 125). Het water wordt op peil gehouden door het gemaal Portengen (capaciteit: 2 pompen van 63 m3/min) en op de Weespertrekvaart uitgeslagen. Het Volkstuinencomplex Amstelglorie wordt apart bemalen. Het water wordt met gemaal Amstelglorie (capaciteit: 6 m3/min) uitgeslagen op de Amstel. Ook het volkstuinencomplex Ons Lustoord wordt apart bemalen en het water wordt via een persleiding direct op de Amstel uitgeslagen. Het volkstuinencomplex Ons Lustoord wordt op peil gehouden door een inlaat (ø 125) vanuit de Venserpolder.

 

Daarnaast wordt ook Polder de Toekomst vanuit de Venserpolder op peil gehouden. Het noordelijk deel van de Duivendrechtse Polder heeft onder de A2 de mogelijkheid tot een noodaflaat naar de Venserpolder.

 

Waterketen

De Venser (en Groot Duivendrechtse)polder is deels gescheiden (grondgebied gemeente Diemen) en deels verbeterd gescheiden (Verrijn Stuart) gerioleerd.

De indeling in de rioleringsgebieden is opgenomen in bijlage 2.

 

Waterbalans

In het kader van het watergebiedsplan Bijlmerring is een waterbalansstudie uitgevoerd.

 

De belangrijkste conclusie uit de waterbalans is dat er een extra hoeveelheid water wordt ingelaten in de Venserpolder. Het is onduidelijk waaraan deze hoeveelheid water is toe te schrijven. Voor het watersysteem lijkt de constante aanvoer van deze hoeveelheid inlaatwater niet nodig.

 

Waterkwaliteit en ecologie

 

Chloride en nutriënten

Van de waterkwaliteitsmeetpunten in de Venserpolder zijn er 19 punten tussen 1994 en 2007 bemonsterd. Deze kwaliteitsmeetpunten bevinden zich verspreid over de polder. De periode van bemonstering verschilt per meetpunt.

De gemiddelde concentratie chloride van de verschillende meetpunten in de Venserpolder varieert van 80 tot 160 mg/l. Voor de meeste meetpunten ligt de gemiddelde chlorideconcentratie daarmee onder de MTR-waarde voor chloride (norm van het Maximaal Toelaatbaar Risico) van 200 mg/l. De meetpunten die dicht bij een inlaat in de buurt liggen hebben door de invloed van het inlaatwater een hogere gemiddelde chlorideconcentratie, tot 350 mg/l. Ook in het volkstuinencomplex Dijkzicht worden hogere chlorideconcentraties gemeten, tussen 200 en 300 mg/l. De gemiddelde concentratie P-totaal varieert tussen de meetpunten van 0,15 tot 1,25 mg/l. De gemiddelde concentratie P-totaal voor de gehele polder is ca. 0,6 mg/l en ligt daarmee boven de MTR-waarde voor P-totaal van 0,15 mg/l. Over het verloop van de concentratie is moeilijk iets te zeggen. Voor sommige meetpunten is de zomerconcentratie hoger, terwijl voor andere meetpunten juist de winterconcentratie pieken vertoont.

 

Figuur 3.8 Waterkwaliteit VGD001, bij gemaal Portengen

 

De concentratie N-totaal in de polder is redelijk constant en varieert tussen de meetpunten van 1,5 tot 6,5 mg/l. Gemiddeld over de gehele polder is de concentratie N-totaal ca. 3,6 mg/l en ligt daarmee boven de MTR-waarde voor N-totaal van 2,2 mg/l. Voor vrijwel alle meetpunten worden in de zomer lagere concentraties N-totaal gemeten. De waterkwaliteit in de Venser (en Groot Duivendrechtse)polder is hiermee zoet en voedselrijk te noemen.

 

Overige parameters

In de Venser (en Groot Duivendrechtse)polder worden geregeld koperconcentraties waargenomen boven de MTR-waarde (norm van het Maximaal Toelaatbaar Risico) voor koper van 3,8 µg/l. Incidenteel worden zinkconcentraties waargenomen boven de MTR-waarde voor zink van 40 µg/l. Gemiddeld ligt de koperconcentratie in de polder boven de genoemde MTR- waarde en de zinkconcentratie onder de bijbehorende MTR-waarde.

 

Ecologie

De ecologie in de Venser (en Groot Duivendrechtse)polder is in 2003 en 2007 op 3 meetpunten volgens het door Waternet ontwikkelde Praktisch Ecologisch Beoordelings Systeem (PEBS) getoetst. Dit systeem is gebaseerd op zowel de aanwezige vegetatie en macrofauna, als het beheer, inrichting, beleving en emissie van de betreffende watergang. Alle getoetste meetpunten liggen in het noordoosten van de polder.

Over het algemeen zijn alle locaties zowel in 2003 en 2007 vrij soortenarm. In 2007 zijn twee locaties op meerdere onderdelen verbeterd in klasse.

 

Dit komt onder andere doordat er submerse vegetatie is gaan groeien. Ook is de variatie in verschillende soorten groter geworden, hoewel nog steeds soortenarm. Op alle meetpunten is een licht beschoeide oever aanwezig. Zowel in 2003 als in 2007 wordt er voor één van de locaties tot 30 cm bagger aangetroffen. Dominante macrofyten soorten voor de meetpunten in de Venser (en Groot Duivendrechtse)polder zijn riet, kroos, sterrenkroos en moerasandoorn. Kenmerkende macrofyten soorten voor de meetpunten in de Venser (en Groot Duivendrechtse)polder zijn waterpest en grof hoornblad. Deze soorten zijn kenmerkend voor voedselrijk water (bron: notitie Ecologie Bijlmerring, 2008). In het kader van de KRW is in 2006 ook een monitoring uitgevoerd, de resultaten hiervan moeten nog worden verwerkt.

3.1.3 Gemeenschapspolder West

Algemeen

De Gemeenschapspolder West wordt begrensd door het Amsterdam-Rijnkanaal (oostzijde), de A1 (noordzijde) en de Gaasp (west- en zuidzijde). De Gemeenschapspolder West heeft grotendeels een agrarische en natuurlijke inrichting (Diemerbos) en valt onder de gemeente Diemen en het stadsdeel Zuidoost van de gemeente Amsterdam. De polder ontleent zijn naam aan de samenvoeging van een achttal polders in 1707. In 1642 was dit gebied afgescheiden van de Overdiemen door de aanleg van de Muidertrekvaart. In de 19e eeuw zorgde met name de Gaaspermolen voor de bemaling. In 1927 ging de molen uit bedrijf en werd deze vervangen door een dieselgemaal. Na de aanleg van het Merwedekanaal in 1885 werd de polder in een oostelijk en een westelijk deel gesplitst die verbonden bleven door een tweetal grondduikers. Deze duikers zijn in 1935 in verband met de verbreding tot het Amsterdam-Rijnkanaal verwijderd, waardoor beide delen afzonderlijke polders werden. Rond 1960 is de bebouwing van het dorp Driemond aangelegd. In 1974/75 is de Stammerdijk verzwaard. Door de demping van de Muidertrekvaart omstreeks 1965 voor de verbreding van de Rijksweg A1 grenst de polder in het noorden niet meer aan boezemwater (bron polderboek van Amsterdam, 1981).

Uit de gebiedsinventarisatie is gebleken dat het gebied ten westen van de A1 niet meer afwatert op de Overdiemerpolder, maar op de Gemeenschapspolder West. Om deze reden zijn de poldergrenzen tussen deze polders aangepast en is het westelijk deel van de Overdiemerpolder toegevoegd aan de Gemeenschapspolder West. Het oppervlak van de huidige Gemeenschapspolder West bedraagt 447 ha.

 

Figuur 3.9 Gemeenschapspolder West

 

Grondgebruik

De Gemeenschapspolder West bestaat voornamelijk uit landelijk gebied. Het gebied wordt doorsneden door infrastructuur als de A9 en het spoor Amsterdam-Hilversum. In het zuidwesten komt grasland voor. De rest van het gebied is bos en natte natuur. In het zuiden van de Gemeenschapspolder West ligt het dorp Driemond. In de polder komt ongeveer 12 ha (3%) open water voor. Van het totale gebied is ongeveer 53 ha (12%) verhard.

 

De functies toegekend aan de Gemeenschapspolder West zijn recreatie (extensief en intensief), stedelijk en bedrijventerrein. Daarnaast loopt er een natte ecologische verbindingszone langs de polder en is de polder aangemerkt als weidevogelgebied.

 

Bodemsoorten

De ondergrond van Gemeenschapspolder West is veen (waardveengronden en koopveengronden) en is veel ingeklonken. Langs de Gaasp komt ook zeeklei (drechtvaaggronden) in de ondergrond voor.

 

Maaiveldhoogten

De maaiveldhoogte in de Gemeenschapspolder West ligt globaal tussen de NAP -1 m en NAP -4 meter.

 

De gemiddelde maaivelddaling van de Gemeenschapspolder West kon niet berekend worden als gevolg van het ontbreken van historische hoogtegegevens van deze polder.

 

Watersysteem

Peilen en peilvakken

De Gemeenschapspolder West bestaat globaal uit 6 peilgebieden en 2 peilafwijkingen. Daarnaast zijn in het deel ten noorden van de A9 (Diemerbos) een groot aantal kleine peilafwijkingen en peilgebiedjes aangetroffen. Het volkstuinencomplex en het poldertje Bethlem hebben een eigen gemaaltje dat loost op het ARK. Het peilbesluit van Gemeenschapspolder West is vastgesteld in 1995 en is daarmee verouderd. In het peilbesluit van de Gemeenschapspolder West is een bepaling opgenomen dat in de deelgebieden noordwest, midden-zuid en Bethlem het peil de maaivelddaling volgt met 0,4 cm/jaar, gerekend vanaf het jaar 1994. Sinds 1995 is het peil gedaald tot NAP –2,69 m. Tabel 3.3 geeft een overzicht van de peilen in de polder.

 

Tabel 3.3 Peilgebieden, actuele peilen (m+NAP) en drooglegging (m) in de Gemeenschapspolder West

 

Peilvaknummer

Naam

Type

Peil

49-1

Gemeenschapspolder noordoost

Peilvak

ZP: -2,30/WP: -2,35

49-1-1

Volkstuinencomplex Linnaeus

Peilafwijking

JP: -2,35

49-2

Natuurbos

Peilvak

JP: -2,15

49-3

Gemeenschapspolder noordwest

Peilvak

JP: -2,50

49-4

Gemeenschapspolder midden-zuid

Peilvak

JP: -2,66

49-5

Driemond, west

Peilvak

ZP: -2,10/WP: -2,15

49-5-1

Sportpark Driemond

Peilafwijking

ZP: -2,35/WP: -2,55

49-6

Bethlem

Peilvak

ZP: -2,00/WP: -2,05

59-1

Penbos

Peilvak

JP: -1,93

 

Uit figuur 3.10 blijkt dat het formele peil van het peilbesluit (tot 2001) ca. 5 cm lager ligt dan het gehandhaafde peil. Het praktijkpeil lag op NAP -2,60 m. Na 2001 zakt het peil richting het formele peil van het peilbesluit en vervolgens nog verder naar ca. NAP -2,69 m. Sinds eind 2005 ligt het peil ca. 4 cm lager dan het formele peil van het peilbesluit. Dit heeft te maken met de bepaling in het peilbesluit over het naar beneden bijstellen van het peil als gevolg van maaivelddaling (pers. med. Sjaak Ursem Waternet).

 

Figuur 3.10 Waterpeil, gemeten bij het poldergemaal

 

Grondwater

De Gemeenschapspolder West is vrijwel kwelneutraal. De berekende gemiddelde infiltratie voor Gemeenschapspolder West bedraagt 0,1 mm/dag (Royal Haskoning, 2007). Langs de randen van de polder en in de sloten die dieper zijn ingesneden in de deklaag komt kwel voor. De rest van de polder is een licht infiltratiegebied. Een beschrijving van de (freatische) grondwaterstanden staat beschreven in de deelrapportage “GGOR Bijlmerring”.

 

Functioneren watersysteem

In figuur 3.11 is het functioneren van het watersysteem schematisch weergegeven.

 

Figuur 3.11 Schematische weergave van de afvoerrelaties in de Gemeenschapspolder West

 

Op de Gemeenschapspolder West kan water worden ingelaten vanuit de Gaasp (op 7 of 8 locaties). Daarnaast kan er ook water vanuit het ARK worden ingelaten ten zuiden van de spoorbrug over het ARK (Ø 200). Ook vanuit de Diem kan ten westen van de A1 water worden ingelaten (Ø 200) naar de Gemeenschapspolder West. Het water stroomt via de hoofdwatergangen naar het laagste deel van de polder (peilbesluit NAP -2,66 m) naar gemaal Gaaspermolen aan de Lange Stammerdijk, waar het water wordt uitgeslagen op de Gaasp. Gemaal Gaaspermolen heeft een capaciteit van 45 m3/minuut en heeft een frequentieregelaar. De molen bij het gemaal is sinds april 2003 in ere hersteld. Het gemaal kan dan ook zowel elektrisch als door de molen worden aangedreven. Tussen 1 januari 2001 en 14 februari 2003 is de Gemeenschapspolder West bemalen door een noodbemaling (capaciteit 17 m3/min). Voor 2001 had de Gemeenschapspolder West een ander gemaal op dezelfde locatie (capaciteit 45 m3/min).

De noordoostelijke hoek van de polder, tussen de spoorbaan, de A1, de A9 en het ARK, ligt geïsoleerd van de polder en wordt bemalen door gemaal Bethlem (capaciteit ca. 6 m3/min), dat op het ARK loost. Het bemalen oppervlak is ca. 30 ha. Van dit gemaal zijn sinds begin 2005 meetgegevens bekend. Bij het gemaaltje kan ook water worden ingelaten. Naast het bemalingsgebied van gemaal Bethlem watert ook het volkstuinencomplex ten noorden van Driemond met behulp van een eigen gemaal (capaciteit 2,4 m3/min) af op het ARK. Het bemalen oppervlak van het volkstuinencomplex is ca. 30 ha. De inlaat voor het volkstuinencomplex komt vanuit de Gaasp.

 

Waterketen

De Gemeenschapspolder West is op het grondgebied van de gemeente Diemen gescheiden gerioleerd d.m.v. drukriolering. Op het grondgebied van de gemeente Amsterdam is de lintbebouwing langs de Stammerdijk voorzien van IBA’s (Individuele Behandeling Afvalwater). Driemond is gemengd gerioleerd. Binnen het stedelijk gebied komen drie overstorten voor, waarvan er twee in de Gemeenschapspolder West liggen. Deze overstorten komen gemiddeld 2 tot 3 keer per jaar tot overstort (bron: Afvalwater, Waternet).

De indeling in de rioleringsgebieden is opgenomen in bijlage 2.

 

Waterbalans

In het kader van het watergebiedsplan Bijlmerring is een waterbalansstudie uitgevoerd.

 

De belangrijkste conclusie die uit de studie van de waterbalans volgt, is dat er een extra hoeveelheid water wordt ingelaten in de Gemeenschapspolder West. Deze hoeveelheid water wordt onder andere toegeschreven aan doorspoeling in Driemond en dijkse kwel vanuit het ARK. Voor het watersysteem lijkt de constante aanvoer van deze hoeveelheid inlaatwater niet nodig.

 

Waterkwaliteit en ecologie

 

Chloride en nutriënten

Van de waterkwaliteitsmeetpunten in de Gemeenschapspolder West zijn er 8 punten tussen 1994 en 2007 bemonsterd, één van deze meetpunten ligt in de Overdiemerpolder. Deze kwaliteitsmeetpunten zijn verspreid over de polder. De bemonstering heeft plaatsgevonden in 2005 en 2006.

De chlorideconcentratie ligt gemiddeld ruim onder de MTR-waarde (norm van het Maximaal Toelaatbaar Risico) van 200 mg/l. Gemiddeld over de hele polder is de concentratie P-totaal ca. 0,35 mg/l en deze ligt daarmee boven de MTR-waarde van 0,15 mg/l. Aan de ARK-zijde van de polder is de concentratie P-totaal hoger dan aan de Gaasp-zijde van de polder. De concentratie N-totaal in de polder is voor alle meetpunten vrijwel gelijk. De gemiddelde nitraatconcentratie is ca. 4,3 mg/l en ligt boven de MTR-waarde van 2,2 mg/l. De waterkwaliteit in de Gemeenschapspolder West is hiermee zoet en voedselrijk te noemen.

 

Figuur 3.12 Waterkwaliteit GSW002, bij gemaal Gaaspermolen

 

Overige parameters

Incidenteel worden koper- en/of zinkconcentraties waargenomen boven de MTR-waarde (norm van het Maximaal Toelaatbaar Risico) van respectievelijk 3,8 µg/l voor koper en 40 µg/l voor zink. Gemiddeld liggen beide concentraties onder de genoemde MTR-waarden. De concentratie koper en zink is in de Gemeenschapspolder West slechts eenmaal gemeten op 3 meetpunten.

 

Ecologie

In het landelijk gebied worden de watergangen geïnventariseerd op macrofyten en getoetst aan de normen volgens de Kaderrichtlijn Water (KRW) van de Europese Unie. In de Gemeenschapspolder West zijn in 2005 52 opnamen van macrofyten uitgevoerd.

Over het algemeen komen er weinig submerse waterplanten voor. Uit de toetsing volgens de Kaderrichtlijn Water scoren voor de Gemeenschapspolder West 11 locaties slecht, 37 locaties ontoereikend en 5 matig. In de sloten in en aan de bosrand komen weinig voor de KRW relevante soorten voor, doordat deze watergangen veel schaduw en bladval hebben. Veel soorten die voorkomen in beide polders zijn vaak algemeen voorkomende soorten. Veel sloten die ontoereikend scoren hebben wel een goede score voor de submerse vegetatie, maar een slechte score voor drijvende vegetatie en soorten aantal. Dominante macrofyten soorten in de Gemeenschapspolder West zijn smalle waterpest, grof hoornblad, riet, liesgras, kroos en draadwier. Kenmerkende macrofyten soorten voor de opnamen in de Gemeenschapspolder West zijn holpijp (kwelindicator), smalle waterpest, liesgras, grof hoornblad, kroos (kenmerkend voor zeer voedselrijk water).

 

Bijzondere macrofyten soorten die voorkomen in de Gemeenschapspolder West zijn brede waterpest, holpijp, zwanenbloem, drijvend fonteinkruid, kleine egelskop en chara (bron: notitie Ecologie Bijlmerring, 2008).

3.1.4 Overdiemerpolder

Algemeen

De Overdiemerpolder wordt begrensd door het Amsterdam-Rijnkanaal (oostzijde), de A1 (zuidwest-zijde) en de Diem (noordzijde). De Overdiemerpolder heeft grotendeels een agrarische inrichting. De bedijking van de polder dateert waarschijnlijk uit de 17e eeuw. De Overdiemerpolder is in 1783 gevormd door het samenvoegen van de Schoolpolder en de Hopmanspolder. De bemaling werd verzorgd door de twee schepradmolens van de voormalige polders. Tussen 1882 en 1892 werd het Merwedekanaal gegraven waardoor het noordoostelijke deel van de polder werd afgesneden. Door middel van een grondduiker werd de verbinding tussen beide delen gehandhaafd tot in 1935 het Merwedekanaal verbreed werd en omgedoopt tot het Amsterdam-Rijnkanaal. In 1894 werd het deel van de polder tussen het kanaal en het spoor geïnundeerd door het afschuiven van de zuidwestelijke kanaaldijk. Rond 1965 werd de ten zuiden van de polder gelegen Muidertrekvaart gedempt ten behoeve van de verbreding van de Rijksweg A1, waardoor de polder in het zuiden niet meer aan boezemwater grenst (bron polderboek van Amsterdam, 1981).

Na de gebiedsinventarisatie waaruit bleek dat het gebied ten westen van de A1 afwatert op de Gemeenschapspolder West, is het oppervlak van de huidige Overdiemerpolder 131 ha. Figuur

3.13 geeft een overzicht van de polder.

 

Figuur 3.13 Overdiemerpolder

 

Grondgebruik

De Overdiemerpolder bestaat voornamelijk uit landelijk gebied. Het gebied wordt doorsneden door infrastructuur. In het westen komt grasland voor. De rest van het gebied is bos. In de polder komt ongeveer 9 ha (7%) open water voor. Van het totale gebied is ongeveer 17 ha (13%) verhard.

 

De functie toegekend aan de Overdiemerpolder is recreatie (extensief). Daarnaast loopt er een natte ecologische verbindingszone langs de polder.

 

Bodemsoorten

De ondergrond van de Overdiemerpolder is veen (waardveengronden en koopveengronden) en is zeeklei (drechtvaaggronden) langs de Diem en is veel ingeklonken.

 

Maaiveldhoogten

De maaiveldhoogte in de Overdiemerpolder ligt globaal tussen de NAP 0 en NAP -2 m.

 

De gemiddelde maaivelddaling voor de Overdiemerpolder kon niet berekend worden als gevolg van het ontbreken van historische hoogtegegevens voor deze polder.

 

Watersysteem

Peilen en peilvakken

De Overdiemerpolder bestaat uit één officieel peilgebied. Daarnaast komen er nog 3 peilafwijkingen voor. Er wordt een jaarpeil van NAP -1,93 m aangehouden. Het peilbesluit van Overdiemerpolder is vastgesteld in 1995 en daarmee verouderd. In het peilbesluit van de Overdiemerpolder is een bepaling opgenomen dat het peil, met uitzondering van de hoogwatervoorzieningen, de maaivelddaling volgt met 0,9 cm/jaar, gerekend vanaf het jaar 1994.

 

Tabel 3.4 Peilgebieden, actuele peilen (m+NAP) en drooglegging (m) in de Overdiemerpolder

Peilvaknummer

Naam

Type

Peil

59-1

Overdiemerpolder

Peilvak

JP: -1,93

59-1-1

Overdiemerweg nr. 5-6

Peilafwijking

JP: -1,58

59-1-3

Bermsloten A1

Peilafwijking

JP: -3,90

59-1-2

Overdiemerweg nr. 7-9

Peilafwijking

JP: -1,58

 

In figuur 3.14 zijn de waterpeilen zoals gemeten bij het poldergemaal weergegeven. Uit de figuur blijkt dat het formele peil van het peilbesluit vanaf 2000 redelijk wordt gehandhaafd.

 

Figuur 3.14 Waterpeil, gemeten bij het poldergemaal

 

Grondwater

De Overdiemerpolder is vrijwel kwelneutraal. De berekende gemiddelde infiltratie voor de Overdiemerpolder bedraagt 0,1 mm/dag (Royal Haskoning, 2007). In de sloten in de polder die dieper zijn ingesneden in de deklaag komt kwel voor. De rest van de polder is een zeer licht infiltratiegebied. Een beschrijving van de (freatische) grondwaterstanden staat beschreven in de deelrapportage “GGOR Bijlmerring”.

 

Functioneren watersysteem

In figuur 3.15 is het functioneren van het watersysteem schematisch weergegeven.

 

Figuur 3.15 Schematische weergave van de afvoerrelatie in de Overdiemerpolder

 

De twee hoogwatervoorzieningen in de polder worden door middel van 2 inlaten vanuit de Diem gevoed. Het gebied tussen de A1 (bermsloten) wordt onderbemalen en watert af op het bemalen peilgebied. Het water stroomt via de hoofdwatergangen naar de meest westelijke hoek waar het water wordt uitgeslagen op de Diem. Het gemaal van de Overdiemerpolder heeft een capaciteit van 9 m3/min). Ongeveer 10 jaar geleden is de pomp van het gemaal vervangen. Voorheen had het gemaal een capaciteit van 14 m3/min.

 

Waterketen

De Overdiemerpolder is gescheiden gerioleerd door middel van drukriolering. Deze is sinds eind 2007 in gebruik (bron: gemeente Diemen).

De indeling in de rioleringsgebieden is opgenomen in bijlage 2.

 

Waterbalans

In het kader van het watergebiedsplan Bijlmerring is een waterbalansstudie uitgevoerd. De belangrijkste conclusie die uit de studie van de waterbalans volgt is dat er een extra hoeveelheid water wordt ingelaten in de Overdiemerpolder. Het is onduidelijk wat de bron van deze extra hoeveelheid water is. Daarnaast lijkt de constante aanvoer van deze hoeveelheid inlaatwater voor het watersysteem niet nodig.

 

Waterkwaliteit en ecologie

 

Chloride en nutriënten

De waterkwaliteit in de Overdiemerpolder wordt slechts op één punt, bij het gemaal, gemeten. Dit punt is tussen 2005 en 2007 bemonsterd. De chlorideconcentratie ligt gemiddeld rond de MTR- waarde (norm van het Maximaal Toelaatbaar Risico) van 200 mg/l. In 2007 ligt de chlorideconcentratie echter ongeveer 50 mg/l lager (figuur 3.16). De concentratie P-totaal schommelt behoorlijk gedurende het jaar en is ’s zomers vaak hoger dan in de rest van het jaar. Gemiddeld ligt de concentratie P-totaal boven de MTR-waarde van 0,15 mg/l. De concentratie N- totaal is gemiddeld ca. 4,75 mg/l en ligt daarmee boven de MTR-waarde van 2,2 mg/l. Ook in de Overdiemerpolder zijn de nitraatconcentraties ’s zomers lager dan ’s winters. De waterkwaliteit in de Overdiemerpolder is hiermee zoet en voedselrijk te noemen.

 

Figuur 3.16 Waterkwaliteit ODP001, bij gemaal Overdiemerpolder

 

Overige parameters

In de Overdiemerpolder zijn de koper- en zinkconcentratie slechts eenmaal gemeten. De koperconcentratie lag boven de MTR-waarde (norm van het Maximaal Toelaatbaar Risico) voor koper van 3,8 µg/l, de zinkconcentratie lag onder de MTR-waarde voor zink van 40 µg/l.

 

Ecologie

In het landelijk gebied worden de watergangen geïnventariseerd op macrofyten en getoetst aan de normen volgens de Kaderrichtlijn Water (KRW) van de Europese Unie. In de Overdiemerpolder zijn in 2005 6 opnamen van macrofyten uitgevoerd.

 

Over het algemeen komen er weinig submerse waterplanten voor. Als er submerse vegetatie voorkomt dan is dit voornamelijk smalle waterpest en/of grof hoornblad en kikkerbeet. In het water en op de oever staat voornamelijk riet, liesgras, veenwortel, waterpeper en rietgras. In de sloten komt over het algemeen veel kroos voor. Uit de toetsing volgens de Kaderrichtlijn Water komen voor de Overdiemerpolder 3 locaties op slecht en 3 locaties op ontoereikend uit. Veel soorten die voorkomen in beide polders zijn vaak algemeen voorkomende soorten. Veel sloten die ontoereikend scoren hebben wel een goede score voor de submerse vegetatie, maar een slechte score voor drijvende vegetatie en soorten aantal.

 

3.2 Autonome ontwikkelingen

 

Klimaatontwikkeling

Belangrijke autonome ontwikkeling is de klimaatverandering. In 1997 en 1998 werd Nederland meerdere malen geconfronteerd met overstromingen na hevige regenval. De Commissie Waterbeheer 21e eeuw kwam in 2000 met aanbevelingen hoe om te gaan met extreme situaties in de toekomst. Dit is vastgelegd in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW), dat in de tussentijd meerdere keren geactualiseerd is. Door klimaatveranderingen, stijging van de zeewaterspiegel en bodemdaling komt de waterhuishouding steeds verder onder de druk te staan. Ook in 2006 en recentelijk in juni 2007 ontstonden weer wateroverlastsituaties door extreme neerslagsituaties. Tegelijkertijd nemen ook de periodes met extreme droogte toe.

 

In 2006 publiceerde het KNMI vier klimaatscenario’s voor Nederland voor 2050 en 2100. De berekeningen voor de klimaatscenario’s geven sterke aanwijzingen voor:

  • Toename van wateroverlast in stedelijke gebieden door hevige buien in de zomer en hogere grondwaterstanden in de winter

  • Toename wateroverlast in het landelijk gebied door hogere afvoeren van de grote rivieren en meer kans op overstromen zijn zeer waarschijnlijk

  • In de zomer zullen grondwaterstanden verder uit kunnen zakken door langdurige droge perioden en toename van het aantal hittegolven

  • Door de grotere afvoer van de Rijn zal er in de winter ook meer water via de IJssel naar het IJsselmeer stromen

  • De afwatering uit het IJsselmeer zal minder gemakkelijk worden omdat ook de waterstanden in de Waddenzee zullen stijgen

 

Bij de inrichting van de waterhuishouding moet daarom rekening worden gehouden met de opvang en afvoer van hemel- en oppervlaktewater in korte tijd, maar ook met de berging van water voor droge perioden. Om te toetsen of het watersysteem tegen het toekomstige klimaat bestand is, is het systeem getoetst aan de NBW-normen. Hierop wordt nader ingegaan in paragraaf 2.3.

 

Ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente

De gemeente heeft haar beleid voor de toekomst vastgelegd in verschillende nota’s. De gemeente stelt in 2009 een vernieuwde Structuurvisie op waarin de gemeente haar visie op de ruimtelijke ontwikkelingen geeft. Het gemeentelijke waterplan zal als onderlegger hiervoor dienen. Voor de riolering is het beleid vastgelegd in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Het GRP wordt in 2009 geactualiseerd. Zie voor een verdere beschrijving van genoemde plannen ook bijlage 3. Het GRP heeft geen ruimtelijke consequenties.

 

Bebouwingen infrastructuur

Er zijn een aantal concrete plannen voor in- en uitbreidingen van de gemeente. De gemeente is bezig met de ontwikkeling van Plantage de Sniep. Verder zal het bedrijventerrein Bergwijkpark- Noord worden geherstructureerd.

In het kader van de wegontwikkeling op de as Schiphol Amsterdam Almere zal er een verbreding van de A1 en de A9 worden uitgevoerd. De tweede ontsluiting van IJburg is ook over het grondgebied van de gemeente Diemen gepland. Tevens staat een verdubbeling van het spoor dat door de gemeente loopt op de rails.

Al deze plannen hebben ruimtelijke consequenties die gecompenseerd moeten worden. Voor bijna alle plannen wordt dit geregeld tijdens een al dan niet verplicht te doorlopen watertoets proces.

 

Natuur en groen

Binnen de gemeente Diemen ligt een deel van Ecologische Hoofdstructuur (EHS) zoals die is gedefinieerd door het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.,De ligging van de EHS is weergegeven in bijlage 2. De eerste en tweede Diem zijn door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) aangewezen onderdelen van deze structuur. De provincie heeft het landelijke beleid regionaal ingevuld in haar streekplan en in de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). De provincie heeft de PEHS uitgewerkt voor het stuk van de polder de Ronde Hoep tot het IJmeer bij de Diemer Vijfhoek. Deze verbinding wordt de natuurboog genoemd. De natuurboog volgt de Gaasp en Weespertrekvaart tot aan de Diem, en gaat vervolgens via de Diem naar het IJmeer. Op deze verbinding zouden obstakels idealiter geruimd moeten worden. Diemen is dus aan de noord- en oostzijde omgeven door PEHS-land. In de PEHS wordt de Diemer Vijfhoek aangewezen voor “halfnatuurlijke natuur” en het Diemerpark, de Gemeenschapspolder (met uitzondering van Driemond en de volkstuinen) en de Bloemendalerpolder als “Cultuurnatuur”. Ontwikkelingen in deze gebieden mogen niet ten koste gaan van de aanwezige natuur, maar moeten deze het liefst versterken.

De gemeente werkt momenteel aan een natuurbeleidsplan. Voor een uitgebreide inventarisatie van soorten voorkomens en verspreiding wordt naar dit natuurbeleidsplan verwezen. Het natuurbeleidsplan van de gemeente Diemen gaat oktober 2009 de inspraakfase in.

 

Het waterschap heeft op haar functiekaart de weilanden van de Gemeenschapspolder grotendeels bestempeld als weidevogelgebied, zie bijlage 2 kaart 5.

 

Het Diemerbos zal worden uitgebreid en geherstructureerd. Staatsbosbeheer is hiervan de beheerder, zij zal dit doen in samenspraak met de gemeente Diemen en AGV/ Waternet.

 

In het kader van de ontwikkeling van Plantage de Sniep wordt een deel van de Muidertrekvaart hergraven.

 

3.3 Stedelijke wateropgave

In het kader van het opstellen van het watergebiedsplan voor de Bijlmerring heeft Waternet watersysteemanalyses laten uitvoeren. De watersysteemanalyse is uitgevoerd om het Bijlmerring-gebied te toetsen op wateroverlast volgens de NBW-werknormen. Het watersysteem van de Bijlmerring is getoetst voor het huidige klimaat, maar ook voor het toekomstige klimaat (midden- en maximumscenario 2050 volgens WB21). Bij deze toetsing zijn vier types grondgebruik onderscheiden. Deze zijn landbouw, hoogwaardige landbouw, akkerland en stedelijk gebied. Voor de verschillende types gelden verschillende toetsingscriteria, waarbij de normen steeds strenger worden en de kans op inundatie steeds kleiner moet worden om nog te voldoen. Uit de toetsing zijn knelpunten naar voren gekomen. Wanneer deze knelpunten in stedelijk gebied liggen, behoren zij tot de stedelijke wateropgave.

 

In figuur 3.17 zijn de uitkomsten bij het huidige klimaat weergegeven in en rondom de gemeente Diemen.

 

Figuur 3.17 Toetsing NBW normen bij huidige klimaat

 

Uit de toetsing en figuur 3.17 komt naar voren dat voor Diemen de volgende knelpunten zijn vastgesteld;

  • Het groengebied Spoorzicht

  • De ontwikkellocatie de Sniep

  • Verrijn Stuart

  • Het recreatiegebied Diemen Noord

  • Afrit van de A1 richting Diemen

Zoals in de legenda van figuur 3.17 is te zien is het groengebied Spoorzicht getoetst aan de normen voor stedelijk gebied bij het huidige klimaat. Deze zijn strenger dan de normen voor hoogwaardige landbouw gebieden of graslanden. Omdat dit een groengebied in stedelijk gebied betreft, zijn de gemeente en AGV/ Waternet van mening dat dit in werkelijkheid geen knelpunt is.

 

Het gebied heeft bovendien momenteel een maaiveldhoogte die lager is dan zijn omgeving. In het geval dat hier in de toekomst bebouwing plaatsvindt, is ophoging van het terrein noodzakelijk.

Door ophoging verdwijnt het knelpunt.

 

De ontwikkellocatie Sniep is getoetst op basis van de inrichting voor de start van de werkzaamheden aan de nieuwe woonlocatie Plantage de Sniep. Inmiddels zijn in het gebied nieuwe watergangen gegraven en is het gebied opgehoogd. Daarmee is dit knelpunt al opgelost.

 

Het Verrijn Stuart gebied is een laaggelegen gebied met een relatief hoog oppervlaktewaterpeil. Dit is door AGV/ Waternet en de gemeente onderkend als een probleem. Dit komt ook naar voren uit de knelpunten analyse in hoofdstuk 4 van dit waterplan. Het oplossen van dit knelpunt is al in gang gezet en zal worden opgenomen als een maatregel in dit waterplan.

 

Het feit dat het recreatiegebied in Diemen Noord als knelpunt uit de toetsing naar voren komt wordt door de gemeente en het waterschap niet als een probleem gezien. Dit is omdat voor recreatiegebieden minder hoge eisen gelden voor veiligheid tegen overstromingen.

 

De afrit van de A1 richting Diemen bevindt zich in een onderbemalingsgebied met een verlaagde waterstand (-3,80 m NAP), in verband met de afrit en het viaduct van de Weteringweg over de A1. Het peil van de Overdiemerpolder ligt op -1,93 m NAP. In de wateropgave berekening is geen rekening gehouden met deze onderbemaling en is er gerekend met het polderpeil van -1,93 m NAP in plaats van NAP-3,80 meter NAP. Daarom komt deze locatie als knelpunt naar voren. Dit betekent dus dat ondanks de uitkomsten van de NWB toetsing het peilvak geen wateropgave heeft. Voor dit gebied zal een zelfde benadering gehanteerd worden als voor het groengebied Spoorzicht.

 

De toetsing is ook uitgevoerd voor het midden en maximale scenario de uitkomsten daarvan zijn weergegeven in figuur 3.18 en 3.19

 

Figuur 3.18 toetsing NBW normen midden scenario

 

Voor AGV/ Waternet geldt het midden scenario als toetsingscriterium. Uit de vergelijking van figuur 3.17 en 3.18 komt naar voren dat de situatie in het midden scenario niet drastisch wijzigt. Dit - in combinatie met de reeds behandelde punten en na uitvoering van de genoemde maatregelen- maakt dat de gemeente Diemen voldoet aan de NWB-normen.

 

Figuur 3.19 Toesting gebied gemeente Diemen bij maximale klimaatscenario voor 2050

 

Uit de toetsing wordt verder duidelijk dat bij het maximale klimaatscenario alleen in de Overdiemerpolder de situatie dermate verslechtert dat het stedelijk gebied niet meer voldoet. Het gebied is ook getoetst aan de norm voor stedelijk gebied vanwege de aanwezige infrastructuur. Over het gehele gebied gezien zal de wateroverlast bij het maximale klimaatscenario niet extreem toenemen in de gemeente Diemen.

 

Naast de toetsing van de NBW-normen wordt er in het kader van het opstellen van het watergebiedplan ook een hydraulische toetsing uitgevoerd. In de hydraulische toetsing wordt het functioneren van de watergangen (opstuwing en verhang) doorgerekend. Deze toetsing is in concept gereed en beschikbaar bij Waternet.

4 Thema’s, kansen en knelpunten

 

In dit hoofdstuk komen kansen en knelpunten per thema op het gebied van water aan de orde. De thema’s zijn gesteld in het begin van het proces dat geleid heeft tot het gemeentelijk Waterplan Diemen. Sommige punten die in dit hoofdstuk zijn genoemd, zijn in een latere fase van het proces bijgesteld. De thema’s blijven overeind als belangrijkste vertrekpunten en principes voor het waterplan en de verdere uitwerking daarvan.

 

4.1 Totstandkoming kansen en knelpunten

In mei 2008 zijn er twee bijeenkomsten geweest, één met experts van de gemeente Diemen, Waternet en de dienst Ruimtelijk Ordening van Amsterdam (d.d. 22 mei 2008) en één met de klankbordgroep (d.d. 28 mei 2008). In de eerste bijeenkomst, met de experts, zijn de volgende watergerelateerde thema’s besproken; waterkwantiteit, waterkwaliteit en ecologie, grondwater, waterbeleving en beheer en onderhoud. Afsluitend is gevraagd wat het eerste is waarmee gestart zou moeten worden. Dit om tot een prioritering te komen.

 

Met de klankbordgroep is volgens een andere systematiek gewerkt, namelijk de aspectenleer, waarbij de aanwezigen konden reageren op de genoemde aspecten. Tevens is er een fietstocht door het gebied gemaakt.

 

Aanvullende informatie over aspectenbenaderingen en de besprekingsverslagen van de bijeenkomsten is opgenomen in bijlage 1.

 

4.2 Thema’s

De thema’s, zoals beschreven in hoofdstuk 2, vormen de leidraad voor het waterplan. De kansen en knelpunten worden beschreven per thema. Ook de visie en de maatregelen zullen worden beschreven aan de hand van de thema’s.

 

In overleg met het waterschap en de gemeente zijn de volgende thema’s bepaald:

  • 1.

    Geen wateroverlast door grond-, oppervlakte- en hemelwater

  • 2.

    Geen verdroging en (grond)wateronderlast

  • 3.

    Verbeteren grond- en oppervlaktewaterwaterkwaliteit (zowel fysisch-chemisch als ecologisch)

  • 4.

    Veiligheid van waterkeringen

  • 5.

    Duurzaamheidprincipes toepassen voor de afvalwaterketen

  • 6.

    Meer zichtbaar maken van water voor de burgers/ recreatieve functie van water versterken

  • 7.

    Efficiënt beheer en onderhoud

  • 8.

    Realisatie tegen de laagst maatschappelijke kosten

4.3 Uitwerking thema’s, kansen en knelpunten

De kansen en knelpunten zoals beschreven in onderstaande paragrafen, zijn in kaart gebracht in bijlage 4.

4.3.1 Geen wateroverlast door grond-, oppervlakte- en hemelwater

Dit thema is gericht op het voorkomen en beperken van wateroverlast. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen wateroverlast door grondwater, oppervlaktewater en hemelwater. Bij grondwater gaat het vooral om wateroverlast door te hoge grondwaterstanden, waardoor natte kruipruimtes of tuinen kunnen ontstaan. Bij wateroverlast vanuit oppervlaktewater kan gedacht worden aan het overstromen van watergangen of vijvers. Wateroverlast van hemelwater kan ontstaan wanneer bij hevige regenval het water niet meer door de riolering afgevoerd kan worden.

 

Tabel 4.1 Geen wateroverlast door grond-, oppervlakte- en hemelwater

 

Knelpunten

Oppervlaktewater

  • Droogvallend peilgebied op de grens met de Watergraafsmeer. Dit peilgebied wordt gevoed door een poldergemaal

  • Waternet heeft voor vijf locaties een wateropgave berekend door middel van modellering en toetsing aan de NBW norm. Deze wateropgave wordt als niet urgent beschouwd omdat het deels al wordt ingepast in ruimtelijke ontwikkelingen en deels te wijten is aan de model schematisatie

  • Riolering van industriegebied Verrijn Stuart heeft last van drassigheid door hoge

  • waterpeilen, waardoor ook de regenwaterriolering minder goed werkt

  • Locatie duiker is niet optimaal voor afvoer vanaf industriegebied Verrijn Stuart

  • Duiker onder spoorwegknooppunt aan de westkant van Diemen Centrum is mogelijk een knelpunt voor de afvoer

  • Door inklinken zakt het maaiveldniveau van Diemen jaarlijks met enkele millimeters

  • Verlies/ wijziging van water- en groengebieden door grote infrastructurele projecten in Diemen.

Grondwater

  • Grondwateroverlast door bewoners gesignaleerd in Diemen Centrum (waarvan tuinen en kruipruimtes zich op grondwaterniveau bevinden; deels bij panden woningcorporaties)

  • Door inklinken zakt het maaiveldniveau van Diemen jaarlijks met enkele millimeters

Hemelwater

  • “Water op straat”-situaties tijdens hevige neerslag in Diemen Centrum gesignaleerd (Oranjeplantsoen en omgeving alsook in de Wilhelminaplantsoen en de Ouddiemerlaan)

  • Overlast door regen in laaggelegen achtertuinen aan de zuidkant van Diemen Centrum. Tuinen werken bij hevige regen als ‘badkuip’

 

Kansen

Oppervlaktewater

  • Gemeente heeft plannen om het waterpeil voor Verrijn Stuart te verlagen van -2.25 naar -2.50 m NAP

  • Gemeente en Waternet kunnen via de Watertoets invloed uitoefenen om compensatieverplichtingen bij grote rijksprojecten te benutten voor verbeteringen in de waterstructuur

  • Attentiekaart opstellen voor mogelijkheden voor creëren van water(berging) in het gebied

Grondwater

  • Op locaties waar ‘echte’ grondwateroverlast optreedt eventueel meeliften met

  • rioolvervangingswerkzaamheden en drainage aanleggen. Hiervoor is maatwerk nodig vanwege de complexiteit van grondwater in Diemen. Lozing op het oppervlaktewater is niet toegestaan door AGV/ Waternet

  • Onderzoek naar oorzaken grondwateroverlast (wordt de overlast door grondwater veroorzaakt of mogelijk door ander water?)

  • Onderzoek verrichten naar grondwaterstanden bij nieuwe woonlocaties om grondwateroverlast te voorkomen (watertoets, water als mede-ordenend principe)

Hemelwater

  • Afkoppelen van hemelwater van het gemengde stelsel. Hierdoor wordt het gemengde stelsel minder belast en wordt de kans op ‘water op straat’-situaties verkleind. Er is echter veel geïnvesteerd in de basisinspanning en een BBB* in Diemen Centrum waardoor meer afkoppelen uit rationele en economische overwegingen niet wenselijk is. Bovendien is er weinig oppervlaktewater

  • Bij herinrichtingsplannen structureel ‘berging op straat’ creëren, door aanleg van hoge stoepranden, slim plaatsen van verkeersdrempels, en/ of infiltrerende verharding

 

Figuur 4.1 Foto’s wateroverlast door hemelwater (“water op straat”-situatie) )(bron: Gemeente Diemen) en aanleg drainage in Diemen (bron: Tauw)

4.3.2 Geen verdroging en (grond) wateronderlast

Dit thema is gericht op het beperken of vermijden van grondwateronderlast en verdroging. Grondwateronderlast kan er toe leiden dat de koppen van de paalfunderingen droog komen te staan, wat paalrot in de hand werkt.

 

Tabel 4.2 Geen verdroging en (grond)wateronderlast

 

Knelpunten

Oppervlaktewater

  • Het doodlopende deel van de Diemertrekvaart dat tegen de Watergraafsmeer aan ligt valt droog; er wordt water ingepompt vanuit de Diemerpolder

Grondwater

  • Grondwateronderlast na periodes met weinig neerslag in Diemen Centrum. Dit kan tot paalrot leiden

  • Sommige riolen zijn lek en werken daardoor grondwaterverlagend, net als drainage

  • Wisselende grondwaterstanden en daling van de grondwaterstanden hebben negatief effect op bomen binnen de gemeente

 

Kansen

Grondwater

  • Vervangen van riolen kan grondwateronderlast mogelijk iets beperken

  • Proef met infiltratie van regenwater in onderlastgebieden door middel van infiltratiekratten – monitoren en evalueren of dit voor Diemen Centrum toepasbaar is

  • Evt. toepassing van drainagestelsels of IT-riolen die door ‘spreiden’ van grondwater voor gelijkmatiger grondwaterpeil zorgen

 

Figuur 4.2 Oppervlakkig afstromend regenwater; infiltratie in wadi

4.3.3 Verbeteren grond- en oppervlaktewaterkwaliteit

Bij dit thema gaat het om het verbeteren van de grondwater-, oppervlaktewater-, en waterbodemkwaliteit en het voorkomen van vervuiling hiervan. Door het verbeteren van de oppervlaktewaterkwaliteit zal het ecologische potentieel van de wateren in Diemen beter benut kunnen worden.

 

Tabel 4.3 Verbeteren grond- en oppervlaktewaterwaterkwaliteit

 

 

Knelpunten

Oppervlaktewater (waterkwaliteit)

  • Kroos is een (visueel) probleem in Diemen Centrum. Door de maatregelen die genomen zijn in het kader van de basisinspanning is hieraan nog geen verandering gekomen. Oorzaak hiervoor is de combinatie van veel voeding en warmte

  • Azolla en parelvederkruid zijn (visueel) probleem in Diemen Noord. Watergangen groeien in seizoen helemaal dicht. Azolla groeit het liefst in stikstofarm maar fosfaatrijk water

  • (Visueel) matige waterkwaliteit in Diemen Zuid (troebel water)

  • De waterkwaliteit van het Amsterdam Rijnkanaal beïnvloedt door de hoge golven ook de waterkwaliteit van de Diem. Ook komt drijfvuil via de sluis de Diem binnen drijven

Oppervlaktewater

  • Kwaliteit van de natuurwaarde kan beter, vooral in stedelijk gebied

 

Knelpunten

(ecologie)

  • Er wordt volgens sommige bewoners bij het onderhoud van water te weinig aandacht besteed aan de ecologie

  • Gevaar van overbevissing van de Diem. Dit gebeurt op grond van visrechten die door Domeinen, de eigenaar van de Diem, verleend zijn

  • Nabij de elektriciteitscentrale zijn er veel dode vissen, het vermoeden is dat dit veroorzaakt wordt door het koelwater

Oppervlaktewater (waterbodem)

  • De waterpartijen in Diemen zijn gebaggerd in 2006 en 2007. Er blijft nog een probleem met slechte waterbodemkwaliteit bij het industrieterrein Verrijn Stuart (bagger klasse 4)

  • De waterbodem van de Weespertrekvaart heeft een sliblaag klasse 4

 

Kansen

Oppervlaktewater (waterkwaliteit én ecologie)

  • Ontwikkelen van robuuste watersystemen (verbreden watergangen, natuurlijke systemen, waardoor natuurlijke zuivering plaatsvindt)

  • Aanleg van meer natuurvriendelijke oevers (met glooiend talud en zonder beschoeiing). Vervangen van duikers door bruggen. Doorgaan met het benutten van kansen bij herinrichtingsprojecten

  • Uit de KRW komen mogelijk kwaliteitsverbeterende maatregelen naar voren voor de boezemwateren in Diemen (dat zijn de Weespertrekvaart en de Diem)

  • In Diemen Noord is doorspoelsysteem aanwezig. Dit systeem kan gebruikt worden om extreme waterplantengroei te voorkomen/ in te perken

  • In Diemen Zuid onderzoek uitvoeren naar de oorzaak van de matige waterkwaliteit (zoals grondslag, regenwateruitlaten, foutieve aansluitingen, slechte doorstroming)

  • Bewoners willen actief meedenken en –discussiëren hoe onderhoud van watersystemen natuurvriendelijker kan

  • Poldersloot in Diemen Noord en Hooiweg in de Overdiemerpolder niet tot aan de kant maaien, maar een strook oevervegetatie laten staan voor meer diversiteit

  • Subsidie voor slootkantenbeheer door boeren door AGV/ Waternet in het leven geroepen

  • Subsidieregeling voor baggeren bij AGV/ Waternet. De gemeente kan de subsidie aanvragen

 

Figuur 4.3 Beschoeiing bij een sloot en aanleg natuurvriendelijke oevers Diemen Centrum

4.3.4 Veiligheid van waterkeringen

Dit thema is gericht op het in stand houden van veilige waterkeringen.

 

Tabel 4.4 Veiligheid van waterkeringen

Knelpunten

  • Er liggen geen bekende knelpunten in het gebied

  • Waternet gaat nog na of er veendijken in het projectgebied voorkomen

Kansen

  • Afstemmen van werkzaamheden die Waternet aan waterkeringen uitvoert met gemeente (bijvoorbeeld groot onderhoud waterkeringen afstemmen op planning wegenonderhoud gemeente)

 

4.3.5 Duurzaamheidsprincipes toepassen voor de afvalwaterketen schoonhouden/scheiden/reinigen

Dit thema is gericht op het schoon houden van schoon hemelwater. Het beperken van het contact met vervuilde ondergronden en de instroom van verontreinigde stoffen zoals bestrijdingsmiddelen. Waar mogelijk hemelwater en afvalwater gescheiden afvoeren. Het is van belang dat maatregelen die uitgevoerd worden om dit te bewerkstellingen doelmatig en kostenefficiënt uitgevoerd worden.

 

Tabel 4.5 Duurzaamheidprincipes toepassen voor de afvalwaterketen schoonhouden/scheiden/reinigen

 

Knelpunten

Gescheiden rioolstelsels

  • Bij gescheiden rioolstelsels bestaan er twijfels over de effecten die lozing van (deels verontreinigd) regenwater heeft op de kwaliteit van het oppervlaktewater. Daarnaast zouden eventuele foutieve aansluitingen een factor van belang kunnen zijn

Kansen

  • Nemen van DUBO-/DOB-maatregelen

  • Bij nieuwbouwlocaties of afkoppelen rioolstelsels aanleggen conform de randvoorwaarden van AGV/ Waternet

  • Bewoners blijvend voorlichten over regenwaterstelsels en hoe zij hier mee om moeten gaan

 

4.3.6 Meer zichtbaar maken van water voor de burgers/recreatieve functie van water versterken

De ambitie is om de zichtbaarheid van het water en de waterbeleving in de gemeente Diemen voor de burgers te vergroten. “Zichtbaar” wordt hier deels overdrachtelijk bedoeld, waarbij de toegevoegde kwaliteit die water heeft voor zijn omgeving beter tot zijn recht komt. Er- en herkenning van de omgevingskwaliteit van water kan leiden tot een versterking van de positie van water en de daarmee samenhangende natuurwaarden.

 

Tabel 4.6 Meer zichtbaar maken van water voor de burgers/recreatieve functie van water versterken

Knelpunten

  • Hoewel er rondom Diemen veel water is, is dit niet overal goed zichtbaar. Dit geldt vooral voor de Diem, maar ook voor watergangen in Diemen Centrum

  • De belevingswaarde van water is daardoor deels ook niet groot

  • Het gebied tussen de Diem en Diemen Noord is weinig toegankelijk

  • De groene strook (driehoek) nabij treinstation Diemen wordt niet benut

Kansen

  • Bij herinrichting van wijken beleving van waterpartijen meenemen in plannen

  • Bij herinrichting van Bergwijkpark nadruk op groen en water

  • Water van de Diem zichtbaarder maken en deels benutten voor recreatieve doeleinden, zonder dat de natuurdoelstellingen hierbij in het geding komen. Hierbij denken aan stimuleren van recreatievaart (roeibootverhuur), doorsteekjes door de rietkraag met steigers, een strand en zwemwater conform provinciaal waterplan (mits waterkwaliteit dit toestaat), patatkraam

  • Eventueel schouwpaden open stellen voor wandelaars (recreatief medegebruik)

  • Zichtbaar maken knooppunt waar meerdere peilgebieden bij elkaar komen. Hiervoor plan ontwikkelen, hoe dit vorm gegeven kan worden. Eventueel meenemen in infrastructurele werken

  • Terugbrengen van de Muidertrekvaart (in het kader van plannen voor Plantage Sniep)

  • Waterpartij Diemerbos doortrekken tot aan de Diem

  • Ontsluiten van de ‘Omloop’ (gebied tussen de Buytenweg en de Rijksweg A1) en groenstrook achter de joodse begraafplaats voor recreatie

  • Jachthaventje bij de Diemervijfhoek

  • Meer wonen aan het water mogelijk maken

  • Afstemmen van beleid om conflicten tussen natuur en recreatie te voorkomen

  • AGV/ Waternet en gemeente bieden gezamenlijk lespakketten aan voor voorlichting op scholen

 

Figuur 4.4 Toegankelijkheid van water in Diemen

4.3.7 Efficiënt beheer en onderhoud

Dit thema gaat in op het beheer en onderhoud van de watergangen en groenvoorzieningen. Doelmatigheid en duurzaamheid hoeven elkaar niet uit te sluiten. Het doelmatig en op een duurzame manier plegen van beheer- en onderhoud is de grondgedachte van dit thema.

 

Tabel 4.7 Efficiënt beheer en onderhoud

Knelpunten

  • Groot aantal stuwen in het Diemerbos is ongunstig voor het waterbeheer

  • AGV/ Waternet streeft zo min mogelijk peilgebieden na

  • Huidige wijze van onderhoud (maaien, baggeren) stuit bij bewoners op weerstand vanwege de eventuele schade die daarbij aan de natuur ontstaat

  • Beheergrens voor natuurvriendelijke oevers is niet duidelijk. De oevers inclusief eventuele beschoeiing worden onderhouden door de gemeente; het waterlichaam zelf door Waternet

  • De hoogwatersloot bij de Overdiemerpolder wordt door bewoners als onderhoudsknelpunt aangegeven

  • De Diem is al lange tijd niet gebaggerd. De waterdiepte is dan volgens bewoners ook sterk afgenomen

Kansen

  • Verlagen van het polderpeil Verrijn Stuart creëert een groter samenhangend peilgebied - 2,50 m NAP

  • Gemeente en AGV/ Waternet willen duidelijke afspraken maken over de beheergrens bij natuurvriendelijke oevers

  • AGV/ Waternet heeft subsidie voor slootkantenbeheer door boeren in het leven geroepen

Kansen

  • Bewoners gaan met gemeente overleggen over de mogelijkheden en beperkingen van natuurvriendelijk onderhoud

  • Voorlichting geven aan bewoners over onkruidbestrijding

4.3.8 Realisatie tegen de laagst maatschappelijke kosten

De maatregelen die uitgevoerd worden dienen doelmatig uitgevoerd te worden en waar mogelijk in combinatie met andere projecten. Bij dit thema gaat het om het halen van het maximale rendement tegen de laagst mogelijke kosten.

 

Tabel 4.8 Realisatie tegen de laagst maatschappelijke kosten

Knelpunten

  • Planning van projecten bij verschillende waterpartners worden nog niet optimaal op elkaar afgestemd (bijvoorbeeld groot onderhoud waterkeringen)

 

Kansen

  • Met watermaatregelen aansluiten bij maatregelen die noodzakelijk zijn vanuit KRW (aanpassing gebruik bestrijdingsmiddelen, aanpak diffuse bronnen, riooloverstorten, ruimtelijke reserveringen en bescherming van gebieden, beekherstel, afkoppelen verhard oppervlak, educatie en voorlichting).

  • Met watermaatregelen aansluiten bij maatregelen die noodzakelijk zijn vanuit NBW

  • (wateropgave).

  • Aansluiten met watermaatregelen bij maatregelen in de EHS*

5 Visie anno 2028: een fietstocht door Diemen

 

Dit hoofdstuk beschrijft de visie voor het water in 2028. De visie is geschreven vanuit het perspectief van 2028 en laat zien hoe het watersysteem en de waterketen van Diemen er anno 2028 uitzien, wanneer het waterplan gerealiseerd is.

 

5.1 Totstandkoming visie

Op basis van de kansen en knelpunten heeft Tauw een voorzet gedaan voor een visie. Deze voorzet is besproken met de klankbordgroep, waarbij ook de stuurgroep aanwezig was (d.d. 8 oktober 2008). Hierbij is een aantal zienswijzen en aandachtspunten besproken. De visie is

hierop aangepast. De besprekingsverslagen van alle bijeenkomsten zijn opgenomen in bijlage 1. Tevens is in bijlage 1 een notitie opgenomen die inzicht geeft in de inbreng vanuit de klankbordgroep tijdens het waterplanproces.

 

5.2 Inleiding

De visie is beeldend beschreven in de vorm van een fietstocht door de gemeente. Aan het einde van dit hoofdstuk bevindt zich een maatregelenlijst, welke voortkomt uit de visie. In het uitvoeringsprogramma worden de projecten verder gedefinieerd en uitgewerkt om deze visie te verwezenlijken. De fietstocht en de projecten die ruimtelijk weer te geven zijn, staan op de visiekaart in bijlage 5. De letters in de tekst verwijzen naar de letters op de visiekaart in bijlage 5. Alle projecten zijn genummerd en opgenomen op de maatregelenlijst in paragraaf 5.5. De nummering komt overeen met de nummering in het uitvoeringsprogramma.

 

5.3 Samenwerking in het water anno 2028

Het waterplan heeft behalve een groot aantal mooie projecten ook een intensivering van de samenwerking tussen de gemeente en de waterbeheerders tot stand gebracht. Deze waterpartners zorgen ervoor dat wet- en regelgeving worden nageleefd en dat de gezamenlijke beleidsdoelen worden bereikt. Daarnaast steken zij actief in op het communiceren, activeren en ondersteunen van bewoners, bedrijven en belangenorganisaties. Door het intensiveren van de samenwerking en het benutten van de schaalvergroting en synergievoordelen is de doelmatigheid, de dienstverlening en de duurzaamheid van de waterketen verbeterd.

 

De interactie tussen het stedelijk water en de stedelijke omgeving is niet verwaarloosd of gereduceerd, maar juist ingezet om elkaar te versterken. Het waterbeheer ligt niet meer volledig in handen van de verschillende overheden, maar komt in overleg en door samenwerking met derden tot stand. Dit biedt de mogelijkheid om nieuwe creatieve oplossingen te ontwikkelen en breed enthousiasme te doen ontstaan. Enthousiasme dat vooral ontstaat bij het uitvoeren van projecten, niet alleen bij het maken van plannen.

 

5.4 De fietstocht

Diemen Centrum, juli 2028

Er wordt een waterfietstocht gehouden in het kader van de ‘Diemense waterdag’. De fietstocht start in Diemen Centrum bij het gemeentehuis. De opkomst is enorm. Naast burgers fietsen er ook een paar ambtenaren en bestuurders van de gemeente Diemen en van Waternet/ AGV (Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht) mee. Zij gaan ons vandaag vertellen wat er allemaal te zien is op het gebied van water en welke veranderingen er zijn gerealiseerd in het kader van het waterplan dat in 2009 is opgesteld.

 

 

5.4.1 Diemen Centrum

Diemen Centrum heeft de laatste jaren een metamorfose ondergaan. Er is door de gemeente veel reconstructiewerk uitgevoerd in de openbare ruimte. De wegen, trottoirs en het water liggen er netjes bij en zijn goed schoongehouden. Het watersysteem heeft veel baat gehad bij de reconstructiewerkzaamheden. De gemeente heeft waar mogelijk waterpartijen verfraaid, voorzien van natuurvriendelijke oevers en heeft bruggetjes aangelegd (12)3. Hierdoor is de kwaliteit en doorstroming van het oppervlaktewater verbeterd en de ecologische potentie verhoogd. Het vervangen van duikers door bruggen vergemakkelijkt de migratie van fauna over de oevers. Ook is water weer ‘voelbaar’ en zichtbaar onderdeel van de openbare ruimte en het groen worden. De watergangen nodigen weer uit voor een wandeling; de oevers zijn rijk begroeid en trekken diverse diersoorten aan.

 

Wij komen langs een waterspeelplek (33). De kinderen vinden het geweldig. Er wordt druk met emmers en gieters gesjouwd. Wij zien zelfs al enige dammen verschijnen.

 

Figuur 5.1 Een van de nieuw gebouwde fiets- en voetgangersbruggen in Diemen Centrum

 

Figuur 5.2 Hier is een natuurvriendelijke oever aangelegd (Diemen Centrum)

 

Diemen verzakt, omdat het op een veenlaag gebouwd is die langzaam inklinkt. De bewoners hebben daarom weer de tuinen opgehoogd. Paden sluiten zo weer mooi aan op deuren, en het probleem van de tuin als opvangbassin voor regenwater is mede verholpen (3/A)4.

 

Voor 2010 waren er soms klachten over grondwateroverlast in sommige delen van Diemen Centrum. Dit probleem is aangepakt (7/O). Het heeft echter heel wat voeten in aarde gehad. De gemeente heeft de klachten onderzocht en ‘echte’ grondwateroverlast gescheiden van ‘onechte’, die eigenlijk alleen maar gevolg is van een te laag maaiveld. Gemeente en het waterschap hebben een voorlichtingscampagne gehouden over de taken en verantwoordelijkheden bij grondwateroverlast. In Diemen heeft de aanpak van de grondwateroverlastproblematiek ertoe geleid dat onder enkele wegen drainage, maar nog vaker IT-riolering aangelegd is. De burgers hebben de mogelijkheid om met hun perceelsdrainage daarop aan te sluiten. Velen hebben hier gebruik van gemaakt. Er is ook geen schade door grondwateronderlast ontstaan doordat de gemeente dit gemonitoord en waar nodig ingegrepen heeft5 (11/B). Tevens is een waterloket ingesteld waar de mensen met al hun watervragen en vergunningsaanvragen terecht kunnen.

 

Figuur 5.3 Een stapel drainageleidingen omhuld met geotextiel voor de aanleg

 

Het onderhoud van de watergangen is een aantal jaren geleden onderwerp van discussie geweest tussen bewoners, gemeente en waterschap. In onderling overleg is gekozen voor een aangepast beheerregime waardoor de natuur minder schade oploopt bij onderhoudswerkzaamheden (38). Dit tot tevredenheid van de bewoners, die sindsdien betrokken zijn gebleven bij water en natuur en die voor de gemeente een waardevol platform zijn voor actuele omgevingsvraagstukken.

 

5 Grondwateronderlast treedt op als de grondwaterstand beneden een gewenst peil komt. Dit kan paalrot tot gevolg hebben bij houten funderingen.

 

Figuur 5.4 De natuur is terug in de waterlopen met natuurvriendelijke oevers in Diemen!

 

In Diemen is de laatste jaren geen wateroverlast meer opgetreden – wél water op straat. Hoe dat kan? De gemeente heeft bij de reconstructiewerkzaamheden bewust daarvoor gekozen om het straatprofiel door plaatsen van stoepranden en verkeersdrempels dusdanig aan te passen dat de straat als bergingsruimte voor regenwater fungeert (2). Dat betekent dat er bij extreme regenbuien in korte tijd water op straat staat, maar dit niet tot overlast leidt bij woningen of bedrijven. Het water stroomt na een tijd gewoon weg via het riool respectievelijk wordt via groenvoorzieningen of waterdoorlatende verharding geïnfiltreerd en vult het grondwater aan. Dit is goed naar de bewoners en bedrijven gecommuniceerd. Deze maatregel heeft de gemeente daarvoor behoed een grote investering te moeten plegen in de vergroting van het rioolstelsel. Tegelijkertijd heeft zij op deze wijze zeer effectief duurzaamheidprincipes toegepast.

 

 

Nieuwe probleemgebieden zijn voorkomen door bij herbouw, nieuwbouw, rioolrenovatie en wegreconstructie rekening te houden met de variatie in grondwaterstanden en toekomstige klimaatsveranderingen. Het toepassen van de watertoets6 (10) heeft hier ook een grote bijdrage aan geleverd.

 

Figuur 5.5 Hier is water in het straatprofiel geborgen

5.4.2 Diemen Zuid

Wij fietsen verder richting Diemen Zuid en steken de Weespertrekvaart over bij de Diemerbrug. De Diemerbrug heeft enige historische betekenis voor Diemen. Daar komen wij later nog een keer op terug.

 

 

In Diemen Zuid is het water in sloten en singels weer helder. De gemeente heeft dit bereikt door in samenwerking met het waterschap onderzoek te doen naar de kwaliteit van het water. Met het verkregen inzicht zijn doelen geformuleerd over chemisch fysische en ecologische parameters (13/P). Daarnaast is de waterbodem bij het industrieterrein Verrijn Stuart gebaggerd, wat voor een waterkwaliteitsverbetering heeft gezorgd. Ook is de doorstroming verbeterd door terugbrengen van een duiker die nu de watergangen rond het industrieterrein Verrijn Stuart en Diemen Zuid met elkaar verbindt (6/C). Het waterpeil van het industrieterrein is verlaagd naar -2,50 m NAP waardoor de problemen met drassigheid en onvoldoende afvoer van hemelwater naar het oppervlaktewater verholpen is (5/D).

 

Het Bergwijkpark in Diemen had twintig jaar geleden last van leegstand van kantoorpanden en verouderde kantoorpanden. Dit beeld is totaal veranderd. Het park is getransformeerd in een multifunctioneel gebied met bedrijven, wonen, horeca, hotel en sportfaciliteiten. Er zijn woningen gebouwd en de bewoners en bedrijven vertellen dat zij het woon- en werkklimaat als zeer prettig ervaren.

 

 

Bij de transformatie van deze wijk is water als mede ordenend principe meegenomen (1/R). Dat betekent dat water bij het maken van het ruimtelijke plan en van de ontwerpen een belangrijke rol heeft gespeeld. Hierbij zijn geen uitlogende materialen gebruikt zodat het schone regenwater van daken rechtstreeks op de waterpartijen in de wijk geloosd kan worden. Regenwater van verontreinigd wegoppervlak wordt voorgezuiverd in onder meer helofytenvelden, waarmee ook leef- en broedgebieden voor moerasflora en -fauna zijn ontstaan. In een deel van het gebied wordt regenwater geïnfiltreerd in de grond. In de wijk zijn bij nieuwbouw meestal vegetatiedaken toegepast, die het water langer vasthouden. Tevens is er veel water in de wijk aangelegd, waarin het water bij hevige regenval geborgen kan worden. De watergangen in de wijk hebben natuurvriendelijke oevers gekregen.

5.4.3 Weespertrekvaart

Wij fietsen weer terug richting Diemerbrug. Hier is het op deze zonnige dag een drukte van jewelste met kano’s en pleziervaartbootjes. De café’s langs de trekvaart doen denken aan een ver verleden, toen hier ook al café’s bestonden7 (35/F). Voor bezoek aan de café’s wordt gretig gebruik gemaakt van de aanlegplaatsen langs de trekvaart. Hier zijn ook veel dagjesmensen uit Amsterdam te vinden.

 

 

Bij de Diemerbrug valt een informatiepaneel op. Dit is een van de informatiepanelen van de fiets-/wandelroute ‘Cultuurhistorisch Diemen’, die de gemeente met behulp van de Historische Kring Diemen (HKD) heeft opgezet. Het informatiepaneel bevat oude foto’s en kaarten en geeft uitleg over de ontstaansgeschiedenis van Diemen, die begint bij de ontginning van het gebied door kolonisten rond het jaar 1100. Door de Diemerbrug aan de waterwegverbinding van Amsterdam met de Vecht en aan het kruispunt van de noord-zuid en oost-west lopende wegen kwamen handel en nijverheid hier tot bloei8. De informatiepanelen zullen wij later op de route nog vaker tegenkomen (34/G).

 

De Weespertrekvaart is als onderdeel van de Amstellandboezem deel van een van de waterlichamen uit de Kaderrichtlijn Water.

 

De gemeente en het waterschap zijn er met natuurvriendelijke oevers in geslaagd de natuurwaarde te verbeteren zonder de functie voor de scheepvaart nadelig te beïnvloeden. De waterbodem is gebaggerd, hetgeen een verbetering van de waterkwaliteit met zich mee heeft gebracht.

 

Figuur 5.6 De Diemerbrug over de Weespertrekvaart in een ver verleden - 2008

 

5.4.4 Muidertrekvaart en Plantage de Sniep

Wij fietsen verder langs de Weespertrekvaart in oostelijke richting en slaan bij de splitsing af richting Muidertrekvaart. De 400 jaar oude waterroute van de Muidertrekvaart, die in de jaren 30 van de 20ste eeuw vanwege de infrastructurele aanpassingen voor een groot deel gedempt moest worden, is vanaf de Weespertrekvaart tot aan de Diem weer in oude luister hersteld (25/H)/(26). Met de boot kan hier het gebied Plantage de Sniep ontdekt worden (1/E). Andersom maken ook de bewoners van woningen aan het water op Plantage de Sniep met hun bootjes graag gebruik van de vaarroutes. Wonen aan het water heeft op Plantage de Sniep en langs de Muidertrekvaart een nieuwe impuls gekregen.

 

 

Verderop, aan het zuidpunt van de plas die de Diem in de afgelopen eeuwen gevormd heeft, stoppen wij even bij een uitzichtpunt. Weer lezen wij op het informatiepaneel welke bijzondere betekenis deze plek in Diemen heeft: Op dit punt komen welgeteld vijf peilgebieden bij elkaar. Je zou het niet geloven, als je de verschillen niet zo duidelijk op de maquette zou zien (27/I). Dit uitzichtpunt is fraai architectonisch vormgegeven.

 

 

Het paneel geeft verder uitleg over de ontstaansgeschiedenis van deze complexe watersystemen, die door ontginning uit een veenweidegebied hun huidige vorm hebben gekregen.

5.4.5 De Diem

Nu begint het leukste deel van de fietsroute: De tocht langs de Diem. Wij slaan hiervoor de Overdiemerweg aan de oostzijde van de Diem in. Deze weg is al in de Middeleeuwen aangelegd bij de ontginning van het gebied.

 

 

De Diem is een prachtig natuurgebied geworden waar het goed vertoeven is (28/J). Het uitsterfbeleid van de gemeente voor illegale verblijfsrecreatie en opstallen heeft ertoe geleid dat zich op de oeverlanden van de Diem geen obstakels meer bevinden. Dit heeft de landschappelijke waarde van het gebied goedgedaan. De gemeente heeft handig gebruik gemaakt van de noodzaak tot natuur- en watercompensatie in verband met de verbreding/aanpassing van de Rijkswegen in het gebied, en van DLG-subsidies. De Diem maakt deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en vormt samen met de Gaasp een waardevolle natte ecologische verbindingszone. De Diem is gebaggerd en weer op diepte gebracht, hiermee is de teruglevering van voedingsstoffen vanuit de waterbodem verminderd en de doorstroming verbeterd. Beide dragen bij aan het streven naar een voedselarm soortenrijk gebied. De flora en fauna in en langs de Diem heeft flink van de maatregelen geprofiteerd. De kleine modderkruiper komt weer volop voor. Kijk daar zwemt de bittervoorn.

 

Door slimme positionering van kleinschalig recreatieve infrastructuur (zoals paadjes en steigers) hebben gemeente en waterschap bereikt dat de waardevolle oost en zuidwest zijde zichtbaar en de noordwest zijde bereikbaar zijn voor de inwoners van Diemen. Je kunt met de fiets een rondje om de Diem rijden, bij de spoorbrug is een fiets-/voetgangersbrug waar je over kunt steken.

 

 

Aan onze rechterhand is de cultuurhistorisch waardevolle Overdiemerpolder te zien, die vanwege het oude slotenpatroon van het veengebied herinnert aan de ontginning van het gebied vanuit veenriviertjes. We staan even stil om naar kieviten te kijken die door de weiden scharrelen.

 

In de Overdiemerpolder is meer open water aangelegd. Dit is gedaan als compensatie voor de aanleg van meer wegverharding bij de A1/A9 en de verbinding met IJburg (4).

 

De aanleg van de nieuwe waterpartijen is dusdanig vormgegeven dat deze zich mooi in het historische slotenpatroon voegen.

 

 

Aan onze linkerhand is de oostelijke rietoever van de Diem zo nu en dan onderbroken. De oostoever is hier voorzien van enkele steigers, welke in gebruik zijn door vissers. Er zijn maatregelen genomen om de plas beter bevisbaar te houden en er is voor de vissers een vissteiger aangelegd. De aanleg van de steigers heeft er toe geleid dat vissen vanaf plat getrapte stukjes rietland tot het verleden behoort. De visbeheercommissie en het waterschap hebben afspraken gemaakt om te voorkomen dat de Diem overbevist raakt (32/K).

 

Vanaf onze steiger hebben we een mooi uitzicht op de Diem met aan de overzijde de roeibootverhuur (29/L) en het strandje.

 

Het recreatiestrandje naast de roeiboot verhuur is een succes, op deze warme zomerdag zoeken veel Diemenaren hier afkoeling. Dit strandje was twintig jaar geleden nog haast ondenkbaar, maar waterschap en gemeente hebben de Diem weer gebaggerd en op diepte gebracht en de waterkwaliteit door bronmaatregelen dusdanig verbeterd, dat je hier nu lekker kan zwemmen (30/M). De waterkwaliteit wordt gemonitoord door de provincie.

 

Figuur 5.7 Recreactie aan beiden zijden van de Diem

5.4.6 Amsterdam-Rijnkanaal en noordelijk daarvan

Wij fietsen verder op de Overdiemerweg richting Amsterdam Rijnkanaal. Het kanaal is een grootschalige ingreep in het landschap van Diemen geweest. Nu kun je hier heerlijk fietsen op de kades.

 

 

De kades en dijken in heel Diemen zijn overigens in een onderhoudsprogramma verhoogd en versterkt, voor zover dit noodzakelijk was. De hiervoor ruimtelijke aanpassingen zijn door het waterschap en de gemeente gezamenlijk vormgegeven (21). Twintig jaar geleden waren er onduidelijkheden tot hoever het waterpeil van de Diem eigenlijk kon en mocht stijgen. Het waterschap heeft deze onduidelijkheden samen met Rijkswaterstaat opgelost en de aansturing van de sluizen gebeurt nu door het waterschap en loopt gelijk met het afsluiten van het IJfront bij Amsterdam (22). Het binnendijks deel van Diemen is veilig om er te wonen, te werken of te recreëren.

 

Wij volgen op de fiets de fiets-/wandelroute ‘Cultuurhistorisch Diemen’ naar links en komen bij de uitwateringssluis. Op het informatiepaneel lezen wij welke functie deze in de jaren 30 van de 20ste eeuw gebouwde sluis heeft, en dat deze een Rijksmonument is. Ook bevat het paneel informatie over de functie van het poldergemaal dat zich hier bevindt en dat de Diemerpolder droog houdt. Een aantal fietsers rust hier op de bankjes en geniet van het uitzicht op de schepen in het kanaal (31/N). Verder aan de overkant bevindt zich Fort Diemerdam, de eeuwenoude Diemerzeedijk met de Diemerdammersluis en de Diemer Vijfhoek die als natuurgebied ingericht is.

 

Verderop kunnen wij zien dat de ontwateringssloot van de Diemerpolder verbreed is. Ook dit was een maatregel ter compensatie van de aanleg van nieuwe wegverharding op de A1 (4).

Waterschap en gemeente hebben dit tot gelegenheid genomen de sloot te baggeren, de oevers natuurvriendelijk in te richten en te onderhouden.

 

Figuur 5.8 Even uitrusten bij het Rijksmonument keersluis tussen tweede Diem en Amsterdam Rijnkanaal; Historisch aanzicht Overdiemen aan overzijde kanaal (bron: Historische Kring Diemen)

 

Onze volgende stop is het oude pontwachtershuis aan het einde van de Ouddiemerlaan.

 

Wij komen aan bij een volgend informatiepaneel bij het voormalige pontwachtershuis. Op deze plaats verbond ooit een pont de twee oevers van het Amsterdam Rijnkanaal; eerst een handbediende pont en later een rijdende veerwagen (een pont op rails). Het pontwachtershuis, een voormalige dienstwoning van Rijkswaterstaat, is een gaaf voorbeeld van een laat negentiende-eeuwse dienstwoning. Voor het huis bevindt zich ook de oude gietijzeren grenspaal uit 1898. Het pontwachtershuis en de grenspaal zijn Rijksmonumenten.

 

5.4.7 Diemen Noord

Langs de Ouddiemerlaan fietsen wij in zuidelijke richting door Diemen Noord. Diemen Noord kende de afgelopen 20 jaar een aantal uitdagingen. De verbreding van de A1 was daar één van en heeft ruimtelijke ingrepen met zich meegebracht. Het watersysteem in Diemen Noord is op orde. De inbreng van nutriënten in het oppervlaktewater is verder teruggedrongen. Ook is door gebruik van de doorspoelpomp in de warme zomermaanden de doorstroming verbeterd (14/Q). De problemen met explosieve groei van waterplanten is daarmee teruggebracht tot een acceptabel niveau.

 

Vlak voor de A1 zien wij de laatste getuigen van de oorspronkelijke dorpskern van Diemen – de restanten van de boerderij Vredehof. Via de Ouddiemerlaan fietsen wij terug naar het gemeentehuis, het startpunt van onze fietstocht.

 

5.5 Projecten in visie

In dit hoofdstuk wordt een groot aantal projecten genoemd, die in 2028 gerealiseerd kunnen zijn. Een groot deel van deze projecten is in 2007 al opgestart of er zijn al budgetten voor gereserveerd. Bijvoorbeeld voor de projecten betreffende de reconstructie van de openbare ruimte in de gemeente. Deze projecten staan in onderstaande tabel onder lopende projecten. Een aantal projecten is verplicht vanuit wet- en regelgeving. Deze staan in de tabel onder wettelijk verplicht. Verder staan in de tabel projecten genoemd die wenselijk zijn. De projecten staan ruimtelijk weergegeven op de visiekaart in bijlage 5. De letters in de tabel correspondeert met de nummering op kaart. Projecten zonder letter zijn projecten die niet ruimtelijk weer te geven zijn.

Het betreft gemeentebrede projecten.

 

Tabel 5.1 Projecten

Nr9.

/letter

Project

 

 

Lopende projecten

25

H

Gedeeltelijk herstel Muidertrekvaart

1

R

Water als medeordenend principe meenemen bij Bergwijkpark-Noord

11

B

Monitoren van grondwaterstanden en monitoren verzakkingen van op paal gefundeerde panden

1

E

Water als mede ordenend principe op Plantage de Sniep

2

 

Bij wijkreconstructies berging creëren voor water op straat

12

 

Bij wijkreconstructies natuurvriendelijke oevers aanleggen en duikers vervangen door bruggen

3

A

Regelmatig voorlichting geven over ophogen van tuinen aan particulieren

 

Nr.

/letter

Project

 

 

Verplicht

4

 

Watercompensatie voor toename verhard oppervlak bij infrastructuurprojecten (A1/ A9/ aansluiting IJburg)

21

 

Kades en dijken in onderhoudsprogramma verhogen en versterken, voor zover dit nodig is; combineren met wegbeheer en beheer openbare ruimte

16

 

Baggeren

9

 

Instellen waterloket

10

 

Toepassen watertoets

22

 

Waterbeheer op de boezem inzichtelijk en op orde brengen

8

 

Waterberging realiseren volgens wateropgave

 

Nr.

/letter

Project

 

 

Wenselijk

40

S

Terugbrengen van het aantal onderbemalingen in Overdiemerpolder en Gemeenschapspolder

26

 

Verder herstellen van de Muidertrekvaart

5

D

Peil Verrijn Stuart verlagen naar -2,50 m NAP

6

C

Duikerverbinding Verrijn Stuart met Diemen Zuid onder het spoor herstellen

7

O

Aanpakken grondwateroverlast Diemen Centrum

13

P

Inzicht krijgen in waterkwaliteit Diemen Zuid, verbetermaatregelen formuleren

14

Q

Gebruik doorspoelsysteem Diemen Noord in warme zomermaanden

35

F

Terugbrengen café’s bij Weespertrekvaart inclusief aanlegplaatsen

34

G

Aanpassen fiets-/wandelroute ‘Cultuurhistorisch Diemen’ met watergerelateerde historie; opstellen extra informatiepanelen

 

Nr.

/letter

Project

27

I

Uitzichtpunt bij de locatie waar vijf peilgebieden bij elkaar komen

28

J

Toegankelijk maken westzijde Diem voor waterrecreatie

29

L

Roeibootverhuur bij de Diem

30

M

Inrichten strandje en zwemlocatie bij de Diem

31

N

Inrichten picknick-/rustplaats bij de keersluis

32

K

Aanleg vissteigers, toezicht op bevissing

33

 

Inrichten van een waterspeelplek

18

 

Opstellen actuele kaart met ambitieniveaus voor oppervlakte water

39

 

Heldere afspraken onderhoud natuurvriendelijke oevers maken

15

 

Evaluatie huidig monitoringsprogramma oppervlakwaterkwaliteit en gezamenlijke opzet toekomstig programma

38

 

Heldere afspraken over onderhoud maken met gemeente, waterschap en burgers

19

 

Voorlichting onkruidbeheer aan bewoners

36

 

Samenstellen lespakket voor onderwijs

33

 

Inrichten waterspeelplek

38

 

Heldere afspraken over onderhoud watergangen maken

6 Uitvoeringsprogramma 2010-2028

6.1 Algemeen

Het uitvoeringsprogramma bevat de voorgestelde maatregelen voor de periode 2010 tot 2028.

 

In het uitvoeringsprogramma worden ook projecten genoemd die niet binnen de scope van het waterplan vallen. Dit betreft bijvoorbeeld projecten die voortkomen uit het GRP of uit het watergebiedsplan, of kerntaken van het waterschap. Om een volledig beeld te geven van de projecten die op watergebied gaan lopen, zijn deze projecten toch opgenomen. Het uitvoeringsprogramma kan elk jaar worden geactualiseerd. De kostenverdeling tussen de gemeente Diemen en AGV/ Waternet is voor een belangrijk deel al ambtelijk vastgesteld. Bij wijzingen van bestuur of inzichten kunnen hier mogelijk veranderingen in optreden.

In de toelichting van het uitvoeringsprogramma wordt verder ingegaan op de onderbouwing van de kosten.

 

Dit uitvoeringsprogramma in tabelvorm staat in bijlage 6. Deze tabel biedt een overzicht van de maatregelen. Los bijgevoegd aan dit rapport is een uitvoeringsprogramma in boekvorm, waarin elke maatregel op een A4-tje uitvoerig wordt toegelicht.

 

6.2 Toelichting uitvoeringsprogramma

Het uitvoeringsprogramma is gerubriceerd aan de hand van de thema’s, zoals beschreven in hoofdstuk 4 van dit rapport. Voor elk thema zijn de volgende onderdelen beschreven:

  • 1.

    Projectnummer, projectnaam en deelprojecten

    Het waterplan bevat een inventarisatie en analyse van de waterhuishouding en een visie op hoe deze er in 2028 uit zal zien. Om de visie te kunnen verwezenlijken, moeten diverse projecten worden opgepakt. De projecten zijn genummerd, soms zijn ze onderverdeeld in deelprojecten, waardoor planning en kosten beter inzichtelijk gemaakt kunnen worden. De projecten hebben een nummer gekregen. Door middel van de nummers zijn ze in de Visie (hoofdstuk 5) en het Uitvoeringsprogramma (bijlage 6) gemakkelijk te vinden. Indien een project relaties heeft met meerdere thema’s is het project opgenomen onder het meest voor de hand liggende thema, en worden de overige gerelateerde thema’s benoemd. Maatregelen voorzien van een letter zijn tevens ruimtelijk weergegeven op de visiekaart in bijlage 5

  • 2.

    Projecttrekker en betrokkenen

    Voor ieder project is één van de waterpartners (gemeente Diemen of AGV/Waternet) als projecttrekker aangewezen. Ook is aangegeven welke partijen betrokken zijn bij het project. Dit kunnen ook anderen zijn dan de waterpartners

  • 3.

    Korte omschrijving

    Voor ieder (deel)project is kort aangegeven wat het project inhoudt. In de tabel is de beschrijving beknopt gehouden. In het boekje ‘Uitvoeringsprogramma’ dat los aan dit rapport is toegevoegd zijn de maatregelen uitvoerig beschreven.

  • 4.

    Totaal kosten tot 2028

    Voor de periode 2010-2028 is per project een schatting gegeven van de kosten. Bij “onderbouwing kosten” is aangegeven waar deze schatting op is gebaseerd en of deze kosten mogelijk al gedekt zijn vanuit andere plannen en zo ja in welk plan (bijvoorbeeld GRP).

  • 5.

    Gerelateerde projecten

    Projecten kunnen met elkaar samenhangen of raakvlakken hebben. Per project is indien van toepassing aangegeven welke andere projecten een relatie hebben met het project

  • 6.

    Verdeling van kosten en indicatie eventuele ambtelijke inzet.

    Hierin wordt aangegeven hoe de waterpartners de projectkosten verdelen. De genoemde percentages geven dit weer. Tevens wordt aangegeven of de waterpartners rekening houden met additionele personele inzet. Indien in de kolom “ambtelijk inzet” vermeld staat, betekent dit dat het project niet binnen de reguliere taken en werkzaamheden van de waterpartners vallen.

  • 7.

    Planning

    De periode waarin een (deel)project naar verwachting wordt uitgevoerd. Indien het project uit een ander plan zoals het GRP komt is de planning daaruit overgenomen. Bij andere projecten is de start en duur van het project geschat op basis van informatie van gemeente of waterschap. Indien er voor projecten ambtelijk inzet benodigd is, is per jaar een inschatting gegeven hoeveel uur de gezamenlijke waterpartners nodig denken te hebben.

  • 8.

    Wettelijke verplichting/huidig beleid

    Hierbij is aangegeven of de maatregel wettelijk verplicht is volgens het actuele wettelijke kader/ beleid

  • 9.

    Uitvoering

    In deze kolom is aangegeven binnen welk uitvoeringsplan de maatregel wordt uitgevoerd

  • 10.

    Niveau

    De maatregelen uit een Waterplan worden in een drietal niveau’s ingedeeld:

Basis: “Moeten”

Maatregelen die voortkomen uit wat de gemeente en AGV vanuit hun kerntaken moeten doen (wettelijk kader/ beleid) en door efficiënter samen te werken de kosten van de kerntaken kunnen verlagen

Voorbeeld: Toepassen watertoets; instellen waterloket; realiseren waterberging bij ruimtelijke ontwikkelingen

 

Basis-plus: “Anticiperen”

Maatregelen die voortkomen uit uitvoeringsprogramma’s en dus een afgeleide van het beleid betreffen. Verder betreft het taken die voortkomen uit inzichten (bijvoorbeeld Klimaatveranderingen)

Voorbeeld: Regelmatig voorlichting ophogen tuinen geven; afspraken tussen gemeente en waterschap over onderhoud watergangen/oevers; bepalen ambitieniveau water

 

Ambitie:“Willen

Maatregelen die voortkomen uit de wens van de gemeente en AGV om meer te doen dan nu is vastgelegd in andere plannen

Voorbeeld: Toegankelijk maken water; inrichten waterspeelplek; aanleg vissteigers

 

De indeling in de verschillende niveaus is in figuur 6.1 schematisch weergegeven

 

Figuur 6.1 Niveau indeling maatregelen Waterplan Diemen

 

6.3 Bewaking voortgang en communicatie

De voortgang van de maatregelen in het waterplan wordt op verschillende manieren bewaakt.

 

Het waterschap en de gemeente kunnen elkaar op de voortgang van de maatregelen aanspreken. Zij komen twee keer per jaar bij elkaar om de voortgang van de maatregelen te bespreken en om de maatregelen voor de komende periode vast te stellen. Deze bijeenkomsten zullen op bestuurlijk niveau plaatsvinden en op ambtelijk niveau worden voorbereid.

Hierbij worden ook de werkzaamheden van het waterschap en de gemeente op elkaar afgestemd, zodat werk met werk gemaakt kan worden. Voorafgaande zal afstemming op het niveau de uitvoerders plaatsvinden. Deze bijeenkomsten zijn ook opgenomen in het uitvoeringsprogramma.

 

Deze bijeenkomsten geven ook de mogelijkheid om gezamenlijk aan te haken of te reageren op wensen die spelen of op actuele ontwikkelingen en deze mee te nemen bij de uitvoering.

Bij de vaststelling van het waterplan worden de bewoners en waterpartners geïnformeerd. In de hierop volgende jaren houden de gemeente en AGV/ Waternet de bewoners regelmatig op de hoogte over de uit te voeren maatregelen. Ook kan de klankbordgroep gevraagd worden om halverwege de planperiode haar visie te geven op de voortgang.

 

6.4 Verklaring begrippen

  • Stroomgebiedsbenadering

    Watersysteembenadering op het niveau van een stroomgebied, waarbij het grond- en oppervlaktewater in samenhang wordt beschouwd in relatie tot de verschillende vormen van grondgebruik (functies)

  • Watersysteemgedachte

    De watersysteemgedachte stelt het watersysteem centraal (ordenend principe). Het beoogt via een integrale afweging de wensen van de samenleving ten aanzien van functies en het functioneren van watersystemen (sectoren en facetten) op een optimale wijze af te stemmen op de mogelijkheden van de systemen met behulp van een technisch (infrastructuur) en juridisch instrumentarium

  • Waterbergingsgebieden (Streekplan provincie)

    Met vaststelling van het Provinciaal Waterplan (‘Bewust omgaan met water’- Provinciaal Waterplan 2006-2010) zijn de zoekgebieden voor grootschalige waterberging komen te vervallen aangezien duidelijk is geworden dat de benodigde ruimte voor waterberging in fijnmazige oplossingen gevonden kan worden. Fijnmazige maatregelen zijn die maatregelen die ruimtelijk verweven en ingepast zijn in een ruimtelijke functie. Hierbij is dus sprake van multifunctioneel ruimtegebruik. Diemen ligt binnendijks in het gebied van de Amstellandboezem West, waarvoor in het Provinciaal waterplan een wateropgave van in totaal 146 ha is opgegeven

6.5 Verklaring afkortingen

  • AGV

Hoogeemraadschap Amstel, Gooi en Vecht

  • ARK

Amsterdam-Rijn-Kanaal

  • BBB

Bergbezinkbassin

  • B&W

Burgemeester en Wethouders

  • DOB

Duurzaam onkruid beheer

  • DUBO

Duurzaam Bouwen

  • EVZ

Ecologische verbindingszone

  • GGOR

Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime

  • GREX

Grondexploitatie

  • GRP

Gemeentelijk rioleringsplan

  • GWP

Gemeentelijk Waterplan

  • IBA

Individuele Behandeling van Afvalwater

  • KNMI

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

  • KRW

Europese Kaderrichtlijn Water

  • NBW

Nationaal bestuursakkoord Water

  • NW4

Vierde Nota Waterhuishouding

  • (P)EHS

(Provinciale) Ecologische Hoofdstructuur

  • RO

Ruimtelijke Ordening

  • RWZI

Rioolwaterzuiveringsinstallatie

  • SUP

Stroomgebied uitwerkingsplan

  • UvW

Unie van Waterschappen

  • WB21

Waterbeheer 21ste eeuw

  • WBP

Waterbeheerplan

  • WGP

Watergebiedsplan (Bijlmerring)

  • WVO

Wet verontreiniging oppervlaktewateren

  • VNG

Vereniging van Nederlandse Gemeenten

  • VHR

Vogel- en Habitatrichtlijn

Bijlage 2 Kaarten behorend bij inventarisatie

 

Thema kaart

Tekeningnummer

Formaat

Status

Topografische kaart plangebied

2

A3

Definitief

Recreatie

3

A3

Definitief

Waterhuishouding

4

A3

Definitief

Functiekaart

5

A3

Definitief

Ambitieniveau

6

A3

Definitief

Ecologie

7

A3

Definitief

Klachten en kansen

9

A3

Definitief – zie bijlage 4

Riolering

10

A3

Definitief

6 Grondwater isohypsenkaarten Diemen Centrum

13 t/m 18

A3

Definitief

Overzicht meetpunten

oppervlaktewaterkwaliteit

19

A3

Definitief

Hoogtekaart

20

A3

Definitief

Waterbodemkwaliteit

Zie figuur in deze bijlage

 

 

Grondwaterkaart

Zie figuur in deze bijlage

 

 

 

Kaart waterbodemkwaliteit

Ontvangen d.d. 25 maart 2008 van Waternet

 

Figuur Actuele kwaliteit van de waterbodems Bijlmerring

 

Kaart grondwatertrappen

Bron: www.bodemdata.nl

 

Figuur Kaart grondwatertrappen gemeente Diemen

 

Kaart bodemgesteldheid

Bron: www.bodemdata.nl

 

Figuur Kaart bodemgesteldheid gemeente Diemen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijlage 3  

Lijst wetten, nota’s en verantwoordelijkheden

 

beleid- en uitvoeringsplannen

 

Waterplan Diemen

Wetten, nota’s en verantwoordelijkheden in de relatie tot het watersysteem en de waterketen

 

Relevante Wateraspecten

Beleid

Verantwoordelijke/beheerder

Opmerkin

Drinkwater

 

 

 

Waterwinning

Drinkwaterwet, Grondwaterwet, Nota ruimte

Provincie

Ministerie van VWS verleent ontheffing voor grote waterwinningsinstallaties (waterleidingbedrijven)

Transport drinkwater

Drinkwaterwet, Waterleidingwet

Waterleidingbedrijf

 

Afvalwater

 

 

 

Inzameling afvalwater

GRP, BRP

Gemeente

Gemeente is ook vergunningverlener voor aansluiting op riool

Transport afvalwater

Waterbeheersplan, Afvalwaterakkoord

AGV

 

Zuivering afvalwater

WVO, BZP

AGV

 

Lozing afvalwater op het oppervlaktewater

WVO, GRP, BRP, Waterbeheersplan, KRW

Gemeente

AGV is vergunningverlener voor lozingen op het oppervlaktewater

Waterkeringen

 

 

 

Waterkering

Wet op Waterkering, Nota natuurvriendelijk onderhoud, Waterbeheersplan, Nota Waterkeringen

Primaire en regionale waterkeringen: AGV

Provincie heeft het toezicht op alle primaire waterkeringen

Oppervlaktewater

 

 

 

Boezemwater

WVO, Richtlijnen peilbeheer

AGV

 

Kwaliteit/ecologie boezemwater

Nota natuurvriendelijk onderhoud, KRW

AGV

 

Beheer stadswater (kwantiteit)

Richtlijnen peilbeheer

AGV/gemeente

 

Beheer stadswater (kwaliteit/ecologie)

Waterplan, Waterbeheersplan, NBW, KRW

AGV/gemeente

Er zijn afspraken gemaakt omtrent het beheer van de stadswateren in Diemen

Lozing effluent uit rioolzuiveringsinstallatie

Wet milieubeheer, WVO

AGV

AGV is tevens vergunningverlener voor de lozing

Lozing drainagewater

Wet gemeentelijke watertaken

Eigenaar drainage

 

Afkoppelen

Wet gemeentelijke watertaken, Waterbeheersplan, 4e Nota waterhuishouding, WVO

Gemeente/Particulier

Conform eisen die AGV stelt aan lozingen op het oppervlaktewater

Grondwater

 

 

 

Grondwaterbeheer (ondiep gronwater)

Wetz gemeentelijke watertaken, Waterbeheersplan

Gemeente voor het openbare terrein/Particulier op eigen perceel

AGV is verantwoordelijk voor zover het invloed van oppervlaktewaterpeil op grondwaterstanden betreft

Warmte-koude opslag

Grondwaterwet

Particulier

Provincie is vergunningverlener

Onttrekking grondwater

Grondwaterwet

Initiatiefnemer

Provincie is vergunningverlener voor het grote industriële winningen en waterwinningen; voor kleine onttrekking is waterschap vergunningverlener

Onttrekking uit bronbemaling

Grondwaterwet

Initiatiefnemer

Bij < 1000 m3/maand geen registratieplicht bij provincie; daarboven registratie-of vergunningplicht bij provincie

Lozing grondwater op riolering

GRP, Waterbeheersplan

Initiatief

Gemeente/AGV verbinden voorwaarden aan lozen op riolering

Lozing grondwater op oppervlaktewater

WVO, Waterbeheersplan, KRW

Initiatiefnemer

 

 

De waterwet wordt naar verwachting medio 2009 van kracht. Met van kracht worden van de Waterwet komen vergunningen te vervallen en worden deels vervangen door AvmB’s (algemene maatregelen van Bestuur). Deze zijn nog in ontwikkeling. De Waterwet bundelt een aantal van de huidige wetten.

 

Verklaring afkortingen:

VWS

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

AGV

Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht

GRP

Gemeentelijke Rioleringsplan

BRP

Basisrioleringsplan

WVO

Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren

KRW

Kaderrichtlijn Water

NBW

Nationaal Bestuursakkoord

BZP

Basiszuiveringsplan

 

Beleid- en uitvoeringsplannen

 

Hieronder worden de huidige beleid- en uitvoeringsplannen op het gebied van water beknopt weergegeven. De opsomming is niet uitputtend: ingegaan wordt op het voor het waterplan relevante waterbeleid. Er wordt gewerkt van grof naar fijn, dat wil zeggen van Europees, landelijk, provinciaal, regionaal naar het gemeentelijk niveau.

 

Beleid/uitvoeringsplan

Doel

RelevantievoorWaterplanDiemen

Europees

 

 

Kaderrichtlijn water

Bescherming kwaliteit oppervlaktewater, kustwateren en grondwater. Behouden en verbeteren van de ecologische en chemische waterkwaliteit

Geen verslechtering van de waterkwaliteit (stand still beginsel).

Binnen de gemeentegrens zijn geen wateren aangewezen als waterlichaam. Echter, door de Amstellandboezem in zijn geheel als waterlichaam te beschouwen zouden er nog maatregelen voor de Weespertrekvaart en de Diem kunnen worden gedefinieerd.

Concrete maatregelen die de gemeente zou kunnen nemen voor het verbeteren van de waterkwaliteit zijn onder andere het aanpakken van diffuse bronnen (onder andere onkruidbestrijding, beperken strooizout) het toepassen van duurzame bouwmaterialen, het afkoppelen van verhard

Europese Richtlijn stedelijk afvalwater

Beschermen milieu tegen nadelige gevolgen van lozingen van stedelijk afvalwater en afvalwater van bepaalde bedrijfstakken

Gemeente en waterschap moeten samenwerken om de emissies vanuit het afvalwatersysteem (rioolstelsels en rioofwaterzuiveringsinstallaties) naar het oppervlaktewater te minimaliseren. Het waterschap wil door vergunningen voor overstorten en handhaving bereiken dat meer regenwater afgekoppeld wordt van de riolering

Europese zwemwaterrichtlijn

Waarborgen kwaliteit van als zwemwater aangewezen

In Diemen is nog geen water aangewezen als zwemwater

Nationaal

 

 

Nota Ruimte (2006)

Inrichtingsvraagstukken die in Nederland tussen nu en 2020 gaan spelen

Uitgewerkt in onder andere A6/A9 Planstudie Schiphol - Almere -Amsterdam, streekplannen en Ruimtelijke structuurvisie Noordvleugel

Vierde nota waterhuishouding

Het hebben/houden van een veilig en bewoonbaar land, het in stand houden/versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd

Voor het stedelijk gebied zet de NW4 in op meer aandacht voor het stedelijke watersysteem, het opstellen van stedelijke waterplannen, het vergroten van de (be)leefbaarheid van water en het afkoppelen van regenwater

Waterbeheer 21e eeuw

Meer ruimte voor water, waterbewust bouwen en inrichten. Twee concrete uitwerkingen zijn de trits vasthouden-bergen-afvoeren en het procesinstrument van de watertoets

Het principe 'vasthouden, bergen en dan pas afvoeren' heeft tot gevolg dat er meer ruimte voor water moet komen. Afwentelen is in principe niet toegestaan. Voor de gemeente Diemen geldt dat deze ruimteclaim moet worden geïntegreerd in ruimtelijke ontwikkelingen. De watertoets ondersteunt dit proces.

Nationaal Bestuursakkoord

Heeft tot doel de waterhuishouding tot 2015 op orde te brengen en te houden

Het vastleggen van de stedelijke wateropgave. De verantwoordelijkheden en afstemming van de werkzaamheden, waardoor een gezamenlijke en integrale aanpak van water plaatsvindt, vindt plaats in het waterplan

Waterwet (nog niet vastgesteld)

Verbeteren samenhang van waterbeleid met andere terreinen ( onder andere RO). De huidige 6 vergunningenstelsels op het gebied van water worden teruggebracht tot 1 watervergunning

Waterplannen van Rijk en Provincies krijgen dezelfde status als structuurvisies. Zoekgebieden voor waterberging worden dan een resultaatverplichting. Dit zal doorwerken in bestemmingsplannen. Wijzigingen van het vergunningsstelsel zal organisatorische effecten hebben

Wet gemeentelijke watertaken

Maakt verbreding van het gemeentelijke rioolrecht tot een bestemmingsheffing mogelijk. Hiermee kunnen gemeenten ook voorzieningen bekostigen voor regenwaterafvoer en aanpak van grondwaterproblemen in bebouwd gebied. Tevens krijgen gemeenten via een zorgplicht een formele rol toegekend in de aanpak van stedelijke grondwaterproblemen

Gemeente krijgt naast de zorgplicht voor afvalwater en hemelwater ook de zorgplicht voor grondwater. Het gemeentelijke beleid voor grondwater moet in de toekomst komen te staan in het gemeentelijke rioleringsplan (GRP) dat hiertoe wettelijk een bredere grondslag krijgt.

Het wetsvoorstel geeft aan dat alle voorzieningen die direct of indirect samenhangen met de gemeentelijke stelsels voor afvalwater, hemelwater en grondwater uit de verbrede rioolheffing kunnen worden bekostigd

Nationaal milieubeleidsplan 4

Hoofdzaken van het Milieubeleid opgenomen

Hoofdzaken spelen door in het Waterplan: Preventie, voorzorg, Bestrijding aan de bron, Vervuiler betaalt, ALARA (zo laag als in redelijkheid mogelijk is)

A6/A9 Planstudie Schiphol – Almere – Amsterdam

Onderzoek naar betere bereikbaarheid randstad

De A1 van Knooppunt Diemen naar Muiderberg wordt verbreed van 2x3 rijstroken plus een dubbele wisselstrook.

Van Watergraafsmeer naar knooppunt Diemen wordt de A1 verbreed van 2x3 rijstroken plus spitsstroken (2x4 in de spits) naar 2x4 rijstroken plus spitsstroken en bussstroken.

Tussen knooppunt Diemen en de nieuwe aansluiting Muiden/Weesp én tussen de benzinestations en knooppunt Muiderberg is sprake van 2x6 rijstroken plus een dubbele wisselstrook. Dat komt doordat nog een weefvlak wordt toegevoegd. In een weefvlak lopen in- en uitvoegstroken in elkaar over.

Om IJburg te ontsluiten is de zogenaamde oostelijke ontsluitingsweg IJburg gepland. Deze weg loopt langs de Diemervijfhoek en de Pampuslaan en verbindt IJburg met de A1 en A9.

Bij deze maatregel komt een verbindingsboog; de zogenaamde bypass A1/A9. Via de bypass rijdt het verkeer van de A1 naar de A9 richting Amsterdam Zuidoost en verder richting Utrecht of Haarlem/Schiphol.

De A9/A1 bypass Diemen passeert het Amsterdam- Rijnkanaal met een nieuwe brug die op ongeveer 200 meer afstand van de bestaande brug ligt. Via een tunnel kruist de bypass het spoor.

 

De bypass heefy 2x3 rijstroken en een dubbele wisselstrook. Eén wisselstrook is voor doorgaand verkeer tot voorbij knooppunt Holendrecht. De andere strook komt uit de hoofdrijbaan van de A9 Gaaspersdammerweg

Provinciaal

 

 

Streekplan Noord-Holland Zuid

Opgave Ruimte voor water, wonen en werken, ontwikkelen waardevolle landschappen, bereikbare netwerkstad, behoud en ontwikkeling cultuurhistorische waarden

De waterschappen hebben de taak voor 2015 voldoende waterberging te realiseren. Planologisch ondersteuning door de gemeenten is daarbij noodzakelijk.

Behoud en ontwikkeling van de groene en landschappelijke kwaliteiten rondom de Amstelscheg en Diemerscheg; rood en groen in onderlinge samenhang ontwikkelen. Het buitengebied van Diemen en Ouder-Amstel (Diemerpolder en Gemeenschapspolder) blijft open en groen. Wandelen en fietsen in de Amstelscheg en de Diemerscheg wordt verder ontwikkeld.

Bewust omgaan met water- Provinciaal Waterplan Noord-Holland 2006-2010

Veiligheid tegen hoogwater, aanwijzen en beschermen van waterbergingsgebieden, realiseren goede waterkwaliteit, blauwe vlag op alle zwemlocaties, vaststellen ecologische waterkwaliteitsdoelstellingen, bestrijden grondwateroverlast

Watersysteem ook in Diemen in 2015 op orde hebben. Waternet moet nog aangeven of er een waterbergingsopgave voor Diemen bestaat. Veiligheidsnormen vaststellen voor de boezenkades van de Weesperstrekvaart en Diem. Voor zwemwater worden zwemwaterprofielen opgesteld.

Algemene maatregelen voor een goede waterkwaliteit.

Waterschap

 

 

Watervisie AGV 2050

De watervisie van AGV is verwoord in verschillende plannen, zoals stroomgebiedvisie Amstelland en Waterbeheerplan 2006 – 2009

Voor het gebied van Diemen en daarom heen (de Bijlmerring/Zuidoostlob) heeft Waternet samen met dRO van Amsterdam gekeken naar de klimaatbestendigheid (“Amsterdam waterbestendig”), zie voor publicatie de website van dro, publicaties. Op 18 juni zijn er na presentatie van het onderzoek bestuurlijk afspraken gemaakt voor een vervolg (gemeente Amsterdam, Stadsdeel Oost-WGM en Zuidoost, gemeenten Diemen en Ouderamstel en AGV)

Waterbeheersplan 2006 – 2009

Toestand en streefbeelden voor watersysteem en -keten in het beheergebied van AGV, met een doorkijk naar 2015

 

Stroomgebiedsvisie Amstelland

Streefbeeld en oplossingsrichtingen voor het regionale watersysteem voor de lange termijn (2050). Meer ruimte voor water; water als belangrijk ordenend principe.

Opgesteld door AGV, HDSR, RWS en een aantal gemeente.

De stroomgebiedsvisie is koersbepalend voor de waterhuishouding op de lange termijn en richtinggevend voor ruimtelijke plannen en maatregelen in het gebied.

Watersysteemplan Bijlmerring

Gemeentegrenzen overschrijdend. Samenhang tussen Stedelijke Waterplannen in het gebied. Geeft inzicht in de wijze van inrichten van het gehele watersysteem en de te nemen maatregel voor een goed toekomstig functioneren van het watersysteem Bijlmerring voor de komen de 30 jaar.

Watergebiedsplan dan leidt tot peilbesluiten en waterinrichtingsplannen.

Voor het opstellen van het watersysteemplan Bijlmerring wordt gebruik gemaakt van de input uit de (gemeentelijke) stedelijke waterplannen, o.m. het Gemeentelijk Waterplan Diemen.

 

Het watersysteemplan kan een aanzet geven tot maatregelen in de gemeente Diemen en geeft het water een plek in de ruimtelijke ordening.

Beleidskader Stedelijke Wateropgave

Procesaanpak voor het uitwerken van de Stedelijke Wateropgave conform NBW

Verplichte onderdelen voor het Waterplan Diemen zijn: stedelijke waterbergingsopgave; stedelijk grondwater; basisinspanning riolering; optimalisatie van beheer en onderhoud. Daarnaast kunnen nog andere thema’s meegenomen worden.

Keur

Verordening met verboden en geboden ten aanzien van oppervlaktewateren, waterkeringen

Keur geldt voor iedereen in het beheersgebied. Onderhoudsplichten AGV/Gemeente staan in Keur verwerkt. Regels uit de keur spelen belangrijke rol in de watertoets.

Gemeente

 

 

Gemeentelijk rioleringsplan (GRP)

Inzameling en transport van afvalwater, voorkomen vuilemissie naar oppervlaktewater, grondwater en bodem, voorkomen wateroverlast bij (hevige) regenval, voorkomen overlast voor de gemeenschap.

Het GRP dient als uitgangspunt voor het waterplan. In het GRP zijn maatregelen opgenomen (afvalwaterlozingen buitengebied, aanleg randvoorzieningen, vervangen/repareren lekkende riolen, verbeteringsmaatregelen uit BRP, actueel houden geautomatiseerd rioleringsbeheerprogramma).

Structuurvisie

In 2008 wordt er een Structuurvisie opgesteld. Hierin wordt de gewenste ruimtelijke structuur voor de komende 10 tot 15 jaar vastgelegd.

De structuurvisie komt waarschijnlijk op een moment dat het waterplan reeds afgerond is. In de structuurvisie kan de watervisie verwerkt worden.

Bestemmingsplan Buitengebied

Vastleggen van inrichting en gebruik van de ruimte en planologische bescherming van onderdelen en waarden hiervan. Het huidige bestemmingsplan dateert van 1999 (geen watertoets). In 2011/12 moet het plan herzien zijn, inclusief watertoets.

Het waterplan is eerder relevant voor het (herziene) bestemmingsplan, dan andersom. Voor het opstellen van de watertoets zal vooral, waar mogelijk, verwezen worden naar het Gemeentelijk Waterplan.

Groenstructuurplan/ natuurbeleidsplan

Uitwerken van de structuurvisie.

 

Wijkuitvoeringsprogramma’s

Vastleggen van maatregelen op wijkniveau

Hierin worden ook normen ten aanzien van berm/taludonderhoud van watergangen vastgelegd.

Jaarprogramma’s voor herinrichtingsprojecten openbare ruimte. Ook andere projecten zijn hierin opgenomen.

Overige

 

 

Watertoets

Verplichte watertoets bij ruimtelijke plannen.

In vroeg stadium moet initiatiefnemen overleggen met waterbeheerder(s) en gemeente. Ruimtelijke ingrepen mogen geen negatieve invloed hebben op het watersysteem.

Ruimtelijk structuurvisie Noordvleugel

De nota ruimte voorziet in bouw van 50.000 á 60.000 woningen, voornamelijk als groene woonmilieus, in de Noordvleugel. Ruimte zal gevonden worden op de as Haarlemmermeer- Amsterdam- Almere.

Ook de Bloemendalwepolder/KNSF-terrein zal bebouwd worden. Daartegenover staat een concept voor de ecologische hoofdstructuur, met de realisatie van robuuste ecologische verbindingszones. Diemerbos en Diemervijfhoek maken hiervan deel uit. Voor het Diemerbos heeft Staatsbeheer samen met DLG en pilot gestart voor het ontwikkelen van een stadsnatuurbos.

Bijlage 4 Kaart klachten en kansen

Bijlage 5 Visiekaart

Bijlage 6 Tabel uitvoeringsprogramma

 

Benodigde formatie uren Waterplan Diemen 2010 - 2028 Indicatief

De aangegeven uren zijn gezamenlijk voor gemeente Diemen en AGV/ Waternet

 

Planning

 

2010

2011

2012

2013

2014

2015-2028

Geen wateroverlast

150

280

140

160

70

650

Geen verdroging en grondwateronderlast

0

0

50

30

70

260

Verbeteren oppervlaktewaterkwaliteit

40

175

150

155

0

845

Veiligheid van waterkeringen

0

0

0

0

0

0

Duurzaamheid toepassen afvalwater

0

0

0

0

0

0

Meer zichtbaar water

200

100

190

320

70

50

Efficiênt beheer en onderhoud

90

30

30

30

30

30

 

Totaal uren:

480

585

560

695

190

1835

Totaal FTE (1 FTE = 1400 uur per jaar):

0.3

0.4

0.4

0.5

0.1

1.3

 

Toelichting op de tabellen Uitvoeringsprogramma Waterplan Diemen 2010 • 2028

 

Een toelichting op de navolgende tabellen vindt u in hoofdstuk 6 van het hoofddocument Waterplan Diemen. De kosten opgenomen in deze tabellen zijn veelal geschat en zijn daarom als indicatief aan te nemen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


1

Woorden met een * zijn opgenomen in de begrippenlijst in hoofdstuk 6

2

In inclusief de bijeenkomst op 4 juni 2009

3

Deze cijfers verwijzen naar tabel 5.1 en de tabel in bijlage 6

4

Deze letters verwijzen naar de kaart in bijlage 4, de cijfers zijn ook terug te vinden in tabel 5.1 en de tabel in bijlage 6.

5

Grondwateronderlast treedt op als de grondwaterstand beneden een gewenst peil komt. Dit kan paalrot tot gevolg hebben bij houten funderingen.

6

Watertoets is het proces van vroegtijdig overleg tussen gemeente en waterbeheerders (bijvoorbeeld waterschap of Rijkswaterstaat) over het aspect water bij het maken van ruimtelijke plannen

7

Historische Kring Diemen, Jubileumnummer 2001

8

Historische Kring Diemen, Jubileumnummer 2001

9

De nummering verwijst naar het Uitvoeringsprogramma