Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Groningen 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels schuldhulpverlening gemeente Groningen 2022
CiteertitelBeleidsregels schuldhulpverlening Gemeente Groningen 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-11-2022nieuwe regeling

12-07-2022

gmb-2022-525512

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Groningen 2022

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRONINGEN

 

Gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs);

 

BESLUIT:

vast te stellen de ‘Beleidsregels Schuldhulpverlening Gemeente Groningen 2022’.

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1. Reikwijdte en begripsbepalingen

Deze beleidsregels zien toe op de toegang tot en beëindiging van integrale schuldhulpverlening.

Artikel 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

Aanbod:

Het adviseren van een product of traject aan de cliënt van schuldhulpverlening;

Aanmeldgesprek:

Het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld;

Aanmelding:

Het moment waarop een persoon zich tot het college wendt voor schuldhulpverlening;

Aanvraag:

Een verzoek van een cliënt om een besluit te nemen naar aanleiding van de aanmelding;

Aanvraagdatum:

De aanvraagdatum is het moment waarop de aanmelding plaatsvindt;

Cliënt:

De persoon aan wie op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, schuldhulpverlening wordt gegeven.

Hieronder wordt ook de eventuele partner van cliënt verstaan;

Inwoner:

Degene die als ingezetene in de basisregistratie personen van de Gemeente Groningen is ingeschreven;

Klacht:

De uitdrukking van ontevredenheid over de bejegening door de Groningse Kredietbank, over het verloop van de schuldhulpverlening of over de kredietverlening;

Kredietbank:

De Groningse Kredietbank, onderdeel van de directie Inkomensdienstverlening van de Gemeente Groningen, kantoorhoudende te 9723 ZR Groningen, aan het Harm Buiterplein 1;

Nieuwe schuld:

Een betalingsverplichting of betalingsachterstand die is ontstaan na het afgeven van de beschikking tot toelating tot de schuldhulpverlening;

Schuldhulpverlening:

Het in het kader van de Wet ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, problematische schuldsituatie genoemd, alsmede de nazorg. Schuldhulpverlening omvat daarnaast alle financiële diensten in het sociale domein die gericht zijn op het oplossen, beheersen, voorkomen dan wel vroegtijdig signaleren van schulden;

Wet:

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs);

Wft:

De Wet financieel toezicht;

Wsnp:

De Wet schuldsanering natuurlijke personen als bedoeld in titel III van de Faillissementswet.

Artikel 3. Doelgroep

  • 1.

    Een inwoner die 18 jaar of ouder is kan zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening;

  • 2.

    In bijzondere omstandigheden kan het College ook schuldhulpverlening bieden aan een persoon die geen inwoner is.

Hoofdstuk II Schuldhulpverlening

Artikel 4. Besluit

Het college neemt een besluit over de toelating tot de gemeentelijke schuldhulpverlening naar aanleiding van het aanmeldgesprek waarin de hulpvraag is vastgesteld.

Artikel 5. Aanbod

  • 1.

    Het college doet de inwoner een aanbod schuldhulpverlening als dit naar het oordeel van het college noodzakelijk is.

  • 2.

    Welk aanbod wordt gedaan hangt af van de feiten en omstandigheden van het geval, het doel van en de voorwaarden voor het in te zetten product of traject.

Hoofdstuk III Dienstverlening

Artikel 6. Producten

Het college kan de volgende producten inzetten:

  • 1.
    • a)

      Advies, een eenmalig gesprek waarin een eenvoudige hulpvraag beantwoord kan worden en de inwoner eerst zelfstandig verder kan en met dit eenmalige adviesgesprek op weg wordt geholpen.

    • b)

      Bemiddeling, een eenmalig gesprek waarin voor een eenvoudig financieel probleem een oplossing wordt gezocht. Door de schuldhulpverlener wordt contact opgenomen met een schuldeiser of verwezen naar hulpverlening, waarmee de cliënt zich in principe weer zelfstandig kan redden.

    • c)

      Crisisinterventie, deze interventie is er op gericht om een bedreigende situatie, zoals woningontruiming en/of afsluiting van energie of water, te voorkomen. Dit product omvat tevens de inzet van het ‘smal’ moratorium, waarbij de rechtbank wordt gevraagd om een afkoelingsperiode van maximaal 6 maanden af te kondigen om tot een minnelijke schuldregeling te komen met alle schuldeisers van cliënt, waarbij woningontruiming en/of afsluiting van energie of water niet mogelijk is gedurende die periode.

  • 2.

    Deze producten zijn vrij toegankelijk en de contacten in verband hiermee worden vastgelegd.

Artikel 7. Trajecten

Het college kan, indien noodzakelijk, de volgende trajecten inzetten:

  • 1.

    Budgetbeheer, dit traject wordt ingezet om de inkomsten en uitgaven van de cliënt te beheren en in evenwicht te houden. De Kredietbank onderscheidt vijf vormen van budgetbeheer:

    • a)

      Budgetbeheer basis, deze vorm wordt aangeboden als er geen financiële problemen zijn of meer zijn, maar cliënt wel hulp nodig heeft bij het beheer van zijn financiën.

    • b)

      Duurzame financiële dienstverlening, deze vorm wordt aangeboden als er financiële problemen zijn, waarvoor niet binnen afzienbare termijn een oplossing kan worden geboden en de cliënt wel hulp nodig heeft bij het beheer van zijn financiën.

    • c)

      Betalingsregelingen, deze vorm wordt ingezet als er financiële problemen zijn, maar die kunnen worden opgelost door middel van het treffen van aflosregelingen met schuldeisers en cliënt hierbij de ondersteuning nodig heeft van het traject budgetbeheer.

    • d)

      Stabilisatie, deze vorm wordt ingezet om de financiën in evenwicht te houden als er financiële problemen zijn, maar er binnen afzienbare tijd een minnelijke schuldregeling opgezet kan worden.

    • e)

      Budgetbeheer in combinatie met een schuldregeling of Wsnp, deze vorm wordt in beginsel altijd ingezet als het minnelijke schuldregelingstraject door de Kredietbank wordt uitgevoerd. Op verzoek van cliënt kan deze vorm worden voortgezet of ingezet als een minnelijke schuldregeling niet is gelukt, maar er wel sprake is van toelating tot de Wsnp.

  • 2.

    Schuldregeling, dit traject wordt ingezet als er sprake is van een problematische schuldsituatie.

  • 3.

    Afgifte Wsnp verklaring, deze verklaring wordt afgegeven als een minnelijke schuldregeling niet is gelukt, of als er gronden zijn die de afgifte van deze verklaring rechtvaardigen zonder uitvoering van een minnelijk schuldregelingstraject.

  • 4.

    Budgetcoaching, dit traject wordt ingezet om cliënt weer zelfstandig zijn financiën te laten beheren. Het budgetbeheer wordt in beginsel tijdens dit traject volledig afgebouwd.

Hoofdstuk IV Beoordeling en toelating

Artikel 8. Algemeen

  • 1.

    Het college beoordeelt tijdens het aanmeldgesprek hoe de financiële problemen van de cliënt het meest adequaat kunnen worden aangepakt. Het college bepaalt welk product of traject ingezet kan worden.

  • 2.

    De beoordeling geschiedt op basis van de inkomsten, uitgaven, soort schulden en de persoonlijke omstandigheden van de cliënt.

  • 3.

    Nadat cliënt alle relevante financiële gegevens heeft verstrekt, ontvangt cliënt een besluit tot toelating schuldhulpverlening en een plan van aanpak. Hiertegen staat de mogelijkheid tot bezwaar open.

  • 4.

    Het college kan aanvullende voorwaarden stellen bij en na de toelating tot schuldhulpverlening.

Hoofdstuk V Geen aanbod

Artikel 9. Geen aanbod budgetbeheer

  • 1.

    Het college biedt geen budgetbeheer aan als:

    • a.

      De aanvraag schuldhulpverlening wordt ingediend binnen een periode van zes maanden na de datum waarop budgetbeheer is beëindigd tegen het advies van de Kredietbank;

    • b.

      Budgetbeheer eerder is beëindigd als gevolg van wangedrag door de cliënt;

    • c.

      De aanvraag schuldhulpverlening wordt ingediend binnen een periode van twaalf maanden na de datum waarop budgetbeheer is beëindigd door toedoen van de cliënt zelf.

Artikel 10. Geen aanbod tot schuldregeling

  • 1.

    Het college biedt geen schuldregeling aan als het verzoek wordt ingediend binnen een periode van vijf jaar na de datum waarop:

    • a.

      afwijzend is beslist op een eerdere aanvraag

    • b.

      positief is beslist op een eerdere aanvraag

    • c.

      een eerdere schuldregeling tussentijds is geëindigd;

  • 2.

    Het college biedt eveneens geen schuldregeling aan als:

    • a.

      sprake is van een lopende schuldregeling;

    • b.

      er een wanverhouding blijkt te bestaan tussen het inkomen van cliënt en de schulden;

    • c.

      blijkt dat de cliënt in de zes maanden voorafgaand aan het verzoek tot toelating tot schuldhulpverlening een substantieel bedrag heeft gebruikt voor andere, niet noodzakelijke, doeleinden dan het afbetalen van zijn schuldeisers;

    • d.

      de cliënt, ook na een geboden hersteltermijn, niet alle noodzakelijke gegevens voor de beoordeling van het aanbod heeft verstrekt.

  • 3.

    Het college kan besluiten, indien lid 1 van toepassing is, wegens bijzondere omstandigheden, alsnog een aanbod te doen.

Hoofdstuk VI Rechten en plichten

Artikel 11. Wacht- en doorlooptijden

  • 1.

    In beginsel vindt er op de dag van de aanmelding door cliënt een gesprek met deze cliënt plaats.

  • 2.

    Als er sprake is van een crisissituatie wordt deze in beginsel op de dag van de aanmelding in behandeling genomen, doch uiterlijk binnen drie dagen na de aanmelding.

Artikel 12. Inlichtingen- en medewerkingsplicht

  • 1.

    In de Wet staat in artikel 6 de inlichtingenplicht genoemd. Deze luidt als volgt: De cliënt doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de op hem van toepassing zijnde schuldhulpverlening of voor de uitvoering van deze Wet, voor zover gegevens over deze feiten en omstandigheden niet door het College kunnen worden verkregen.

  • 2.

    In de Wet staat in artikel 7 lid 1 de medewerkingsplicht genoemd. Deze luidt als volgt: De cliënt is verplicht aan het college desgevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van deze Wet. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      het nakomen van gemaakte afspraken in het kader van schuldhulpverlening;

    • b.

      het tijdig inleveren van noodzakelijke bewijsstukken voor de schuldhulpverlening. Hiervoor geldt dat na verzuim altijd nog één hersteltermijn wordt geboden;

    • c.

      geen nieuwe schulden aangaan die het nakomen van aflossingsverplichtingen aan bestaande schuldeisers in de weg staan;

    • d.

      het zich houden aan de bepalingen en voorwaarden zoals genoemd in het plan van aanpak en de overeenkomsten tot stabilisatie, schuldregeling of budgetbeheer;

    • e.

      zoveel mogelijk afloscapaciteit creëren door het verruimen van inkomen, inzetten van beschikbaar vermogen en minimaliseren van uitgaven, en deze afloscapaciteit gebruiken ter afbetaling van de schulden;

    • f.

      inkomsten verwerven naar volledige arbeidscapaciteit, passende arbeid aanvaarden of passende arbeid proberen te verkrijgen in de mate die redelijkerwijs gevraagd kan worden.

Hoofdstuk VII Overige bepalingen

Artikel 13. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van cliënt afwijken van de bepalingen van deze beleidsregels, indien toepassing van deze beleidsregels in het individuele geval leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

  • 2.

    Het college beslist in gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 oktober 2022.

Artikel 15. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels schuldhulpverlening Gemeente Groningen 2022.”

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 12 juli 2022

De burgemeester,

Koen Schuiling

De secretaris,

Christien Bronda