Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haaksbergen

Verordening Wmo-raad (4.18a)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaaksbergen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Wmo-raad (4.18a)
CiteertitelVerordening Wmo-raad
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet maatschappelijke ondersteuning
  2. Gemeentewet
  3. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200901-01-2015nieuwe regeling

25-03-2009

Haaksberger Koerier, 01-04-2009

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Wmo-raad (4.18a)

Onderwerp : Verordening Wmo-raad

 

SamenvattingDeze verordening regelt de samenstelling en de werkwijze van de Wmo-raad die het gemeentebestuur adviseert over het beleid met betrekking tot maatschappelijke ondersteuning. Tenslotte is bepaald hoeveel en voor welke doeleinden de Wmo-raad subsidie kan krijgen.

 

De gemeenteraad van Haaksbergen;

 

voorstel van het college van: 24 februari 2009

 

wettelijke basis: bepalingen van Wet maatschappelijke ondersteuning, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

 

besluit:

 

vast te stellen de

 

Verordening Wmo-raad

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Begripsomschrijvingen

 

Artikel 1

 

Deze verordening verstaat onder:

  • a. Wmo: de Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • b. raad: de gemeenteraad van Haaksbergen;

  • c. college: het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen;

  • d. Wmo-raad: de door het college ingestelde adviesraad;

  • e. Clusters: beleidsmatig te onderscheiden velden die voor specifieke groepen belangrijk zijn en de vertegenwoordigers vanuit maatschappelijke organisaties die de belangen van mensen naar voren brengen.

 

 

Artikel 2

  • 1.

    Er is één Wmo-raad die wordt betrokken bij de voorbereiding van het beleid over maatschappelijke ondersteuning.

  • 2.

    De voorzitter en de secretaris worden benoemd door het college.

  • 3.

    De overige leden worden benoemd door het college op voordracht van de clusters.

     

Hoofdstuk 2 Wmo-raad

 

Wmo-raad

 

Artikel 3

 

  • 1.

    De Wmo-raad bestaat ten minste uit tien leden:

    • a.

      twee vertegenwoordigers uit de cluster ouderen;

    • b.

      twee vertegenwoordigers uit de cluster gehandicapten en chronisch zieken;

    • c.

      twee vertegenwoordigers uit de cluster mantelzorg;

    • d.

      twee vertegenwoordigers uit de cluster geestelijke gezondheidszorg;

    • e.

      een onafhankelijk voorzitter;

    • f.

      een onafhankelijk secretaris.

  • 2.

    De leden stemmen in de Wmo-raad op mandaat van de cluster.

  • 3.

    De secretaris heeft geen stemrecht.

  • 4.

    De WMO-raad beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 5.

    Het lidmaatschap van de Wmo-raad is onverenigbaar met:

    • a.

      het lidmaatschap van de raad, het college en/of commissie als bedoeld in artikel 82van de Gemeentewet;

    • b.

      het werknemerschap van de gemeente Haaksbergen.

  • 6.

    De voorzitter, de secretaris en de leden van de Wmo-raad maken maximaal acht jaren deel uit van de Wmo-raad.

  • 7.

    De voorzitter, de secretaris en de leden van de Wmo-raad kunnen op elk moment aftreden.

  • 8.

    De Wmo-raad regelt de vervanging van de voorzitter, de secretaris en hun plaatsvervangers.

  • 9.

    De aftredende voorzitter, secretaris en leden van de Wmo-raad blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien, tenzij nog wordt voldaan aan bepaalde in het eerste lid van artikel 3.

  • 10.

    De leden zijn verplicht af te treden wanneer zij niet langer behoren tot de cluster door welke zij zijn afgevaardigd.

  • 11.

    Met inachtneming van deze verordening kan de Wmo-raad bij huishoudelijk reglement

    nadere regels stellen ten aanzien van de eigen werkwijze.

  • 12.

    De Wmo-raad kan maximaal met vier leden, komende uit twee nog nader te bepalen clusters, worden uitgebreid. Het college stelt hiervoor nadere regels vast.

     

Hoofdstuk 3 Werkwijze

 

Werkwijze

 

Artikel 4

 

      • 1.

        De Wmo-raad geeft gevraagd en ongevraagd adviezen aan het college, met als doel een integraal en evenwichtig beleid te bevorderen over maatschappelijke ondersteuning.

      • 2.

        Het advies wordt minimaal 4 weken van tevoren gevraagd zodat dit van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

      • 3.

        Van het besluit tot het wel of niet overnemen door het college van een advies van de Wmo-raad, wordt de Wmo-raad schriftelijk en met redenen omkleed op de hoogte gesteld.

      • 4.

        Tussen de verantwoordelijke wethouder en de Wmo-raad vindt minimaal 2 maal per jaar overleg plaats.

      • 5.

        De gemeente wijst een ambtelijk secretaris aan voor de Wmo-raad. Deze is geen lid van de Wmo-raad en neemt derhalve niet deel aan beraadslagingen en stemmingen.

      • 6.

        Van overleg en afspraken met de Wmo-raad doet het college in hoofdlijnen schriftelijk

        verslag aan de Wmo-raad.

      • 7.

        De adviezen van de Wmo-raad worden schriftelijk uitgebracht en zijn openbaar.

      • 8.

        De Wmo-raad is niet bevoegd te adviseren over:

        • a.

          privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente Haaksbergen;

        • b.

          zaken die betrekking hebben op individuele cliënten;

        • c.

          de Wet werk en bijstand.

      • 9.

        De Wmo-raad betrekt bij zijn advisering aan het college de kwaliteit en betaalbaarheid

        van dienstverlening en voorzieningen.

      • 10.

        De Wmo-raad vergadert ten minste zes maal per jaar.

         

Hoofdstuk 4 Subsidie

 

Subsidie

 

Artikel 5

 

  • 1.

    Het college stelt de Wmo-raad een subsidie beschikbaar voor de kosten van de uitvoering van zijn werkzaamheden.

  • 2.

    Het college kan nadere regels vaststellen voor het verstrekken van subsidie aan de Wmo-raad.

     

Artikel 6

Bij een subsidieaanvraag overlegt de Wmo-raad, voorzover mogelijk, de volgende bescheiden:

  • a.

    stukken waaruit de doelstelling van de Wmo-raad blijkt;

  • b.

    een beschrijving van de inhoud en doelstelling van de activiteiten voor de periode waaropde subsidieaanvraag betrekking heeft;

  • c.

    een activiteitenplan voor de periode waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft;

  • d.

    een gespecificeerde begroting van de baten en lasten, inhoudende een overzicht van degeraamde inkomsten en uitgaven voor de betreffende subsidieperiode en voorzover dezebetrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

e.een onderbouwing van het gevraagde subsidiebedrag.

 

Tijdstip indienen aanvraag en beslistermijn

 

Artikel 7

 

  • 1.

    Een subsidieaanvraag wordt vóór 1 juni van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, ingediend bij het college.

  • 2.

    Over de in het eerste lid bedoelde subsidieaanvraag neemt het college vóór 1 januari van het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft een besluit.

     

Subsidievaststelling

 

Artikel 8

 

    • 1.

      Het college stelt, op basis van het derde lid van dit artikel genoemde stukken, binnen twaalf weken na de aanvraag van de Wmo-raad de subsidie vast.

    • 2.

      Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie verstrekt de Wmo-raad voor 1 april van het jaar, volgend op de subsidieperiode waarvoor de subsidie moet worden vastgesteld, de hiervoor noodzakelijke gegevens.

    • 3.

      Bij de aanvraag tot subsidievaststelling zijn de volgende gegevens noodzakelijk:

      • a.

        een inhoudelijk verslag van de verrichte activiteiten over de afgelopen subsidieperiode, waarbij door de Wmo-raad tevens een vergelijking wordt gemaakt tussen de beoogde en gerealiseerde doelstellingen en een toelichting wordt gegeven op de verschillen;

      • b.

        een financieel verslag van de afgelopen subsidieperiode, bestaande uit:

        • 1.

          een exploitatieoverzicht van de baten en lasten;

        • 2.

          een balans op de laatste dag van de subsidieperiode;

        • 3.

          een toelichting op het exploitatieoverzicht en de balans.

           

Betaling, voorschotverlening en terugvordering van subsidie

 

Artikel 9

 

  • 1.

    De subsidie wordt binnen zes weken na de subsidievaststelling betaald met de verrekening van eventueel betaalde voorschotten.

  • 2.

    De subsidie wordt door het college bij wijze van voorschotverlening betaalbaar gesteld.

  • 3.

    Het verleende voorschot bedraagt niet meer dan 80% van de verleende subsidie. De resterende 20% wordt betaald na de subsidievaststelling.

  • 4.

    Het voorschot wordt betaalbaar gesteld in de eerste maand van de vastgestelde subsidieperiode.

  • 5.

    Indien de Wmo-raad in een bepaalde subsidieperiode meer aan voorschotten heeft ontvangen dan de vastgestelde subsidie over die periode, dan wordt de teveel betaalde subsidie teruggevorderd.

     

Hoogte subsidie

 

Artikel 10

 

  • 1.

    De subsidie voor de Wmo-raad bestaat uit een bedrag van maximaal € 3.500,00 per jaar, voor organisatiekosten en/of activiteitenkosten.

  • 2.

    Onder organisatiekosten en/of activiteitenkosten wordt verstaan:

    • a.

      de kosten van het gebruik van vergaderlocaties;

    • b.

      de kosten van kantoormaterialen gebruikt voor correspondentie, het verzorgen van voorlichting en het faciliteren van de clusters (inclusief computer gebruik);

    • c.

      de reiskosten van de leden van de Wmo-raad;

    • d.

      inschakelen van professionele ondersteuning;

    • e.

      deskundigheidsbevordering door scholing en/of cursussen die verband houden met de Wmo;

    • f.

      documentatie, literatuur en vaktijdschriften, die verband houden met de Wmo;

    • g.

      onkostenvergoeding voor de leden van de Wmo-raad van maximaal € 2.000,00 per jaar voor de gehele Wmo-raad;

    • h.

      vaste vergoeding voor de voorzitter van € 150,00 per jaar en voor de secretaris van € 150,00 per jaar.

  • 3.

    Het subsidiebedrag wordt jaarlijks door het college aangepast met het percentage voor loon- en prijsstijgingen dat het gemeentebestuur gecompenseerd krijgt via de algemene uitkeringen uit het gemeentefonds.

  • 4.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van hoofdstuk 4, voorzover toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegend aard leidt.

     

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

 

Inwerkingtreding

 

Artikel 11

 

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009.

  • 2.

    Op het moment dat deze verordening in werking treedt, wordt de op 20 december 2006 vastgestelde verordening Wmo-raad ingetrokken.

     

Citeertitel

 

Artikel 12

 

Deze verordening wordt aangehaald als: verordening Wmo-raad.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 25 maart 2009

 

 

mr. G. Raaben drs. K.B. Loohuis

griffier voorzitter

 

 

Toelichting op de Verordening Wmo-raad

 

Algemene toelichting

Artikel 11 van de Wmo regelt de betrokkenheid van de ingezetenen in de gemeente in brede zin op grond van artikel 150 Gemeentewet. Artikel 150 Gemeentewet bevat algemene verplichtingen tot het vaststellen van een inspraakverordening.

Artikel 12 van de Wmo bepaalt dat het college advies moet vragen aan gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van vragers over het ontwerpplan alvorens deze wordt vastgesteld door de gemeenteraad.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 2

In het eerste lid van dit artikel is opgenomen de instelling van één Wmo raad en de benoeming door het college.

 

Artikel 3

De in het eerste lid van dit artikel opgenomen samenstelling van de Wmo-raad geeft de garantie dat de Wmo-raad een maatschappelijk draagvlak heeft.

 

Artikel 4

De in het eerste lid bedoelde adviezen hebben betrekking op de maatschappelijke ondersteuning.

 

Artikel 5 tot en met 10

Deze artikelen regelen de jaarlijks aan de Wmo-raad te verstrekken subsidie voor de bestrijding van de jaarlijks te maken onkosten. Er is gekozen om geen faciliteiten in natura (zoals vergaderruimte, kopieerfaciliteiten) ter beschikking te stellen aan de Wmo-raad, maar om subsidie te verstrekken. Op de manier wordt bereikt dat de Wmo-raad minder afhankelijk is van de gemeente, terwijl de adviezen aan kwaliteit winnen als ze in staat zijn op eigen kracht gezamenlijk belangen te formuleren uit hun verschillende individuele ervaringen of ervaringen van ingezetenen, onafhankelijk van de gemeentelijke organisatie.

 

Artikel 11

Het eerste lid van dit artikel regelt de inwerkingtreding van de verordening Wmo-raad.

 

Artikel 12

Dit artikel regelt de citeertitel van de verordening.