Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haaksbergen

Verordening Wmo-raad (4.18)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaaksbergen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Wmo-raad (4.18)
CiteertitelVerordening Wmo-raad
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet maatschappelijke ondersteuning
  2. Gemeentewet
  3. Algemene wet besuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200701-01-2009nieuwe regeling

20-12-2006

Rond Haaksbergen, 21-12-2006

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Wmo-raad (4.18)

Onderwerp: verordening Wmo-raad

 

De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen, ieder voorzover het zijn bevoegdheden betreft

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 oktober 2006;

 

gelet op de bepalingen van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht

 

overwegende dat de gemeente Haaksbergen een adviesraad voor het beleid over maatschappelijke ondersteuning in het leven wil roepen;

 

besluiten:

 

vast te stellen

 

de Verordening Wmo-raad

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Begripsbepaling

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wmo: de Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • b.

    raad: de gemeenteraad van Haaksbergen;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen;

  • d.

    Wmo-raad: de door het college ingestelde adviesraad;

  • e.

    Clusters: beleidsmatig te onderscheiden velden die voor specifieke groepen belangrijk zijn en de vertegenwoordigers vanuit maatschappelijke organisaties die de belangen van mensen naar voren brengen.

     

Instelling Wmo-raad

Artikel 2
  • 1.

    Er is één Wmo-raad die wordt betrokken bij de voorbereiding van het beleid over maatschappelijke ondersteuning.

  • 2.

    De voorzitter en de de secretaris worden benoemd door het college.

  • 3.

    De overige leden worden benoemd door het college op voordracht van de clusters.

Hoofdstuk 2 Wmo-raad

Wmo-raad

Artikel 3
  • 1.

    De Wmo-raad bestaat in ieder geval uit tien leden:

    • a.

      twee vertegenwoordigers uit de cluster ouderen;

    • b.

      twee vertegenwoordigers uit de cluster gehandicapten en chronisch zieken;

    • c.

      twee vertegenwoordigers uit de cluster mantelzorg;

    • d.

      twee vertegenwoordigers uit de cluster geestelijke gezondheidszorg;

    • e.

      een onafhankelijk voorzitter;

    • f.

      een onafhankelijk secretaris.

  • 2.

    De leden stemmen in de Wmo-raad op mandaat van de cluster.

  • 3.

    De secretaris heeft geen stemrecht.

  • 4.

    De WMO-raad beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 5.

    Het lidmaatschap van de Wmo-raad is onverenigbaar met:

    • a.

      het lidmaatschap van de raad, het college en/of commissie als bedoeld in artikel 82van de Gemeentewet;

    • b.

      het werknemerschap van de gemeente Haaksbergen.

  • 6.

    De voorzitter, de secretaris en de leden van de Wmo-raad maken maximaal acht jaren deel uit van de Wmo-raad.

  • 7.

    De voorzitter, de secretaris en de leden van de Wmo-raad kunnen op elk moment aftreden.

  • 8.

    De Wmo-raad regelt de vervanging van de voorzitter, de secretaris en hun plaatsvervangers.

  • 9.

    De aftredende voorzitter, secretaris en leden van de Wmo-raad blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien, tenzij nog wordt voldaan aan bepaalde in het eerste lid van artikel 3.

  • 10.

    De leden leden zijn verplicht af te treden wanneer zij niet langer behoren tot de cluster door welke zij zijn afgevaardigd;

  • 11

    Met inachtneming van deze verordening kan de Wmo-raad bij huishoudelijk reglement

    nadere regels stellen ten aanzien van de eigen werkwijze;

  • 12

    De Wmo-raad kan maximaal met vier leden, komende uit twee nog nader te bepalen clusters, worden uitgebreid. Het college stelt hiervoor nadere regels vast.

Hoofdstuk 3 Werkwijze

Werkwijze

Artikel 4
  • 1.

    De Wmo-raad geeft gevraagd en ongevraagd adviezen aan het college, met als doel een integraal en evenwichtig beleid te bevorderen over maatschappelijke ondersteuning.

  • 2.

    Het advies wordt op een zodanig tijdstip (minimaal 4 weken van tevoren) gevraagd zodat dit van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit;

  • 3.

    Van het besluit tot het wel of niet overnemen door het college van een advies van de Wmo-raad, wordt de Wmo-raad schriftelijk en met redenen omkleed op de hoogte gesteld;

  • 4.

    Tussen de verantwoordelijke wethouder en de Wmo-raad vindt minimaal 2 maal per jaar overleg plaats.

  • 5.

    De gemeente wijst een ambtelijk secretaris aan voor de Wmo-raad. Deze is geen lid van de Wmo-raad en neemt derhalve niet deel aan beraadslagingen en stemmingen.

  • 6.

    Van overleg en afspraken met de Wmo-raad doet het college in hoofdlijnen schriftelijk

    verslag aan de Wmo-raad.

  • 7.

    De adviezen van de Wmo-raad worden schriftelijk uitgebracht en zijn openbaar.

  • 8.

    De Wmo-raad is niet bevoegd te adviseren over:

    • a.

      privaatrechtelijke rechtshandeling door de gemeente Haaksbergen als rechtspersoon verricht;

    • b.

      zaken die betrekking hebben op individuele cliënten;

    • c.

      de Wet werk en bijstand.

  • 9.

    De Wmo-raad betrekt bij zijn advisering aan het college de kwaliteit en betaalbaarheid van dienstverlening en voorzieningen

Hoofdstuk 4 Subsidie

Subsidie

Artikel 5
  • 1.

    Het college stelt de Wmo-raad een subsidie beschikbaar ter voorziening in zijn kosten, ter uitvoering van de werkzaamheden.

  • 2.

    Het college stelt nadere regels voor het verstrekken van subsidie aan de Wmo-raad.

Artikel 6

Bij een subsidieaanvraag overlegt de Wmo-raad, voorzover mogelijk, de volgende bescheiden:

  • a.

    stukken waaruit de doelstelling van de Wmo-raad blijkt;

  • b.

    een beschrijving van de inhoud en doelstelling van de activiteiten voor de periode waaropde subsidieaanvraag betrekking heeft;

  • c.

    een activiteitenplan voor de periode waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft;

  • d.

    een gespecificeerde begroting van de baten en lasten, inhoudende een overzicht van degeraamde inkomsten en uitgaven voor de betreffende subsidieperiode en voorzover dezebetrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • e.

    een onderbouwing van het gevraagde subsidiebedrag.

     

Tijdstip indienen aanvraag en beslistermijn

Artikel 7
  • 1.

    Een subsidieaanvraag wordt vóór 1 juni van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, ingediend bij het college.

  • 2.

    Over de in het eerste lid bedoelde subsidieaanvraag neemt het college vóór 1 januari van het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft een besluit.

     

Subsidievaststelling

Artikel 8
  • 1.

    Het college stelt, op basis van de het derde lid van dit artikel genoemde stukken, binnen twaalf weken na de aanvraag van de Wmo-raad tot vaststelling van de subsidie, de subsidie vast.

  • 2.

    Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie verstrekt de Wmo-raad voor 1 april van het jaar, volgend op de subsidieperiode waarvoor de subsidie moet worden vastgesteld, de hiervoor noodzakelijke gegevens.

  • 3.

    Bij de aanvraag tot subsidievaststelling zijn de volgende gegevens noodzakelijk:

    • a.

      een inhoudelijk verslag van de verrichte activiteiten over de afgelopen subsidieperiode,waarbij door de Wmo-raad tevens een vergelijking wordt gemaakt tussen de beoogdeen gerealiseerde doelstellingen en een toelichting wordt gegeven op de verschillen;

    • b.

      een financieel verslag van de afgelopen subsidieperiode, bestaande uit:

      • 1.

        een exploitatieoverzicht van de baten en lasten;

      • 2.

        een balans op de laatste dag van de subsidieperiode;

      • 3.

        een toelichting op het exploitatieoverzicht en de balans.

         

Betaling, voorschotverlening en terugvordering van subsidie

Artikel 9
  • 1.

    De subsidie wordt binnen zes weken na de subsidievaststelling betaald onder de verrekening van eventueel betaalde voorschotten.

  • 2.

    De subsidie wordt door het college bij wijze van voorschotverlening betaalbaar gesteld.

  • 3.

    Het verleende voorschot bedraagt niet meer dan 80% van de verleende subsidie. De resterende 20% wordt betaald na de subsidievaststelling.

  • 4.

    Het voorschot wordt betaalbaar gesteld in de eerste maand van de vastgestelde subsidieperiode.

  • 5.

    Indien de Wmo-raad in een bepaalde subsidieperiode meer aan voorschotten heeft ontvangen dan de vastgestelde subsidie over die periode, dan wordt de onverschuldigde betaalde subsidie teruggevorderd.

     

Hoogte subsidie

Artikel 10
  • 1.

    De subsidie voor de Wmo-raad bestaat uit een bedrag van maximaal € 950,00 per jaar voor organisatiekosten en een bedrag van maximaal € 1375,00 per jaar voor activiteitenkosten.

  • 2.

    Onder de organisatie- en activiteitenkosten wordt verstaan:

    • -

      de door de Wmo-raad te maken onkosten;

    • -

      de kosten van het gebruik van vergaderlocaties;

    • -

      de kosten gemaakt voor de correspondentie (inclusief computer gebruik).

  • 3.

    De in dit artikel opgenomen bedragen worden jaarlijks door het college aangepast met

    het percentage voor loon- en prijsstijgingen dat het gemeentebestuur gecompenseerd

    krijgt via de algemene uitkeringen uit het gemeentefonds.

  • 4.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van hoofdstuk 3,voorzover toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegend aard leidt.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 11
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007.

  • 2.

    De op 31 oktober 2001 vastgestelde Verordening cliëntenparticipatie

    gehandicaptenbeleid wordt ingetrokken op 1 januari 2007.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Wmo-raad.

     

Haaksbergen, 20 december 2006

de Raad voornoemd,

 

 

mr. G. Raaben drs. K.B. Loohuis

griffier voorzitter

 

 

 

 

Verordening Wmo-raad

Algemene toelichting

Artikel 11 van de Wmo regelt de betrokkenheid van de ingezetenen in de gemeente in brede zin op grond van artikel 150 Gemeentewet. Artikel 150 Gemeentewet bevat algemene verplichtingen tot het vaststellen van een inspraakverordening. Artikel 12 van de Wmo bepaalt dat het college advies moet vragen aan gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van vragers over het ontwerpplan alvorens deze wordt vastgesteld door de gemeenteraad.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 2

In het eerste lid van dit artikel is opgenomen de instelling van één Wmo raad en de benoeming door het college.

 

Artikel 3

De in het eerste lid van dit artikel opgenomen samenstelling van de Wmo-raad geeft de garantie dat de Wmo-raad een maatschappelijk draagvlak heeft.

 

Artikel 4

De in het eerste lid bedoelde adviezen hebben betrekking op de maatschappelijke ondersteuning.

 

Artikel 5 tot en met 10

Deze artikelen regelen de jaarlijks aan de Wmo-raad te verstrekken subsidie voor de bestrijding van de jaarlijks te maken onkosten. Er is gekozen om geen faciliteiten in natura (zoals ambtelijk secretaris, vergaderruimte, kopieerfaciliteiten) ter beschikking te stellen aan de Wmo-raad, maar om subsidie te verstrekken. Op de manier wordt bereikt dat de Wmo-raad minder afhankelijk is van de gemeente, terwijl de adviezen aan kwaliteit winnen als ze in staat zijn op eigen kracht gezamenlijk belangen te formuleren uit hun verschillende individuele ervaringen of ervaringen van ingezetenen, onafhankelijk van de gemeentelijke organisatie.

 

Artikel 11

Het eerste lid van dit artikel regelt de inwerkingtreding van de Verordening Wmo-raad.

Het derde lid van dit artikel regelt de citeertitel van de verordening.