Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deventer

Nadere regels deelvoertuigen gemeente Deventer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDeventer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels deelvoertuigen gemeente Deventer
CiteertitelNadere regels deelvoertuigen Deventer
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening Deventer

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-11-2022nieuwe regeling

13-09-2022

gmb-2022-522377

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels deelvoertuigen gemeente Deventer

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer;

 

Gelet op artikel 5:12a van de Algemene plaatselijke verordening, houdende een algemeen verbod op het aanbieden van deelvoertuigen in de openbare ruimte zonder vergunning van het college:

 

Overwegende dat:

 

  • een beperkt aantal vergunningen voor het bedrijfsmatig aanbieden van deelvoertuigen in de openbare ruimte kan worden verleend om te voorkomen dat er ongewenste gevolgen ontstaan voor de kwaliteit, leefbaarheid en veiligheid van die openbare ruimte;

     

  • gelet op de rechtspraak er naar Nederlands recht op basis van het formele gelijkheidsbeginsel en het beginsel van gelijke kansen bij de verdeling van schaarse vergunningen door het bestuursorgaan op enigerlei wijze aan potentiële gegadigden ruimte moet worden geboden om naar de beschikbare vergunningen mee te dingen;

     

  • ten einde het beginsel van gelijke kansen te realiseren een passende mate van openbaarheid moet worden gegarandeerd met betrekking tot de beschikbaarheid van de schaarse vergunningen, de verdelingsprocedure, het aanvraagtijdvak en de toe te passen criteria;

     

  • het verlenen van een vergunning voor onbepaalde tijd in strijd is met het hiervoor vermelde formele gelijkheidsbeginsel. Door de vergunning voor bepaalde tijd te verstrekken wordt gewaarborgd dat andere geïnteresseerden op termijn ook kans hebben op het verkrijgen van een vergunning voor het bedrijfsmatig aanbieden van deelvoertuigen in de gemeente Deventer;

Besluit

Vast te stellen de volgende

Nadere regels deelvoertuigen gemeente Deventer

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    deelvoertuig: een publiek toegankelijk (elektrisch) voertuig, niet zijnde een (elektrische) auto, dat tegen betaling op een openbare plaats wordt aangeboden door een commerciële aanbieder. Dit omvat een (elektrische) deelbakfiets, een (elektrische) deelfiets, of een deelscooter;

  • b.

    (elektrische) deelbakfiets: transportfiets op 2 of 3 wielen, voorzien van een bak, met of zonder trapondersteuning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder ea, van de Wegenverkeerswet 1994, zijnde fietsen die zijn voorzien van een elektrische hulpmotor met een nominaal continu vermogen van maximaal 0,25 kW en waarvan de aandrijfkracht geleidelijk vermindert en tenslotte wordt onderbroken wanneer het voertuig een snelheid van 25 km/h bereikt, of eerder, indien de bestuurder ophoudt met trappen;

  • c.

    (elektrische) deelfiets: fietsen met een maximale lengte van 2 meter met of zonder trapondersteuning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder ea, van de Wegenverkeerswet 1994, zijnde fietsen die zijn voorzien van een elektrische hulpmotor met een nominaal continu vermogen van maximaal 0,25 kW en waarvan de aandrijfkracht geleidelijk vermindert en tenslotte wordt onderbroken wanneer het voertuig een snelheid van 25 km/h bereikt, of eerder, indien de bestuurder ophoudt met trappen;

  • d.

    elektrische deelscooter: snorfiets, als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990, zijnde een bromfiets die blijkens de gegevens in het kentekenregister is geconstrueerd voor een maximumsnelheid die niet meer bedraagt dan 25 km per uur en is voorzien van een elektromotor.

  • e.

    Voertuigenplafond: het maximum aantal deelvoertuigen van een bepaalde categorie voertuigen waarvoor vergunning kan worden verleend;

  • f.

    Vergunningenplafond: het maximum aantal vergunninghouders per voertuigencategorie.

  • g.

    Verordening: Algemene Plaatselijke Verordening Deventer.

Artikel 2 Vergunningen- en voertuigplafond

  • 1.

    Op grond van artikel 5:12a, derde lid van de Verordening bedraagt het in deze tabel aangegeven voertuigenplafond en het vergunningenplafond:

     

    Categorie

    Aantal vergunningshouders (vergunningplafond)

    Minimumaantal deelvoertuigen per vergunninghouder

    Maximumaantal deelvoertuigen per vergunninghouder

    Totaal aantal voertuigen (voertuigenplafond)

    (Elektrische) deelfiets

    2

    50

    100

    200

    (Elektrische) deel(snor)scooter

    2

    50

    100 1

    200

    (Elektrische) deelbakfiets

    1

    25

    50

    50

     

    Vergunninghouders houden Gemeente Deventer op de hoogte van het aantal en soort voertuigen welke aanwezig zijn.

Artikel 3 Bekendmaking mogelijkheid aanvragen vergunning

Het college maakt minimaal vier weken van tevoren op de gemeentelijke website en in het elektronische Gemeenteblad bekend dat vergunningaanvragen voor een bepaalde categorie deelvoertuigen kunnen worden ingediend.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvrager kan maximaal één vergunning per voertuigcategorie aanvragen. Indien een rechtspersoon valt binnen dezelfde economische entiteit (groep) als een reeds vergunde vergunninghouder of andere aanvrager, wordt deze beschouwd als dezelfde aanvrager.

  • 2.

    Een aanvrager mag een vergunning aanvragen voor meerdere voertuigcategorieën.

  • 3.

    Een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in het eerste lid wordt gedaan met gebruikmaking van het door het college daarvoor vastgestelde digitale aanvraagformulier.

  • 4.

    De aanvrager dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

    • a.

      Statuten van de rechtspersoon en de inschrijving bij de KVK of bij een gelijkwaardig register in een EU-lidstaat;

    • b.

      Kopie ID/Paspoort en contactgegevens van de zaakvoerder(s), bestuurder(s) en/of vennoten;

    • c.

      Contactgegevens van minstens twee contactpersonen;

    • d.

      De aanbieder overlegt een compleet en realistisch plan van aanpak met daarin ten minste:

      • i.

        Een implementatieplan met daarin beschreven wat de aanbieder wil bereiken, hoe de aanbieder dit gaat realiseren, waar en hoe wordt gestart en met hoeveel voertuigen (inclusief onderbouwing), wanneer, waar opschalen/afschalen met hoeveel voertuigen, welke marketing/communicatie uitingen/activiteiten om gebruik van deelvoertuigen te vergroten, en hoe de samenwerking wordt afgestemd met bedrijven en andere mobiliteitsaanbieders zoals openbaar vervoer en deelauto’s. Wanneer de aanbieder al in andere steden actief is, geeft hij referenties van het gebruik in deze steden;

      • ii.

        Een (her)verdelings- en benuttingsplan voor een gebalanceerd gebruik van de openbare ruimte zodat er geen grote (ongewenste) clustering van deelvoertuigen plaatsvindt. Hierin is tenminste opgenomen waar, op welke manier en met welke frequentie deelvoertuigen door de aanbieder (her)verdeeld worden. De locaties aangegeven in het Aanwijsbesluit Deelvoertuigen dienen in ieder geval te worden opgenomen;

      • iii.

        Een veiligheidsplan, waarin is opgenomen op welke manier de veiligheid van de gebruiker en andere verkeersdeelnemers te allen tijde wordt gewaarborgd, en hoe de gebruiker wordt aangespoord om op een veilige en verantwoorde manier gebruik te maken van de deelvoertuigen en de openbare ruimte. Instructies voor juist gebruik, het stimuleren van juist gebruik en consequenties van onjuist gebruik dienen hierin beschreven te staan.

      • iv.

        Een onderhoudsplan, met daarin beschreven hoe vaak de voertuigen worden gecontroleerd op werking en wettelijke conformiteit, en hoe ze worden schoongehouden (o.a. van graffiti, stickers (met uitzondering van stickers gerelateerd aan de deelvoertuigen)). Hierin wordt ook aangegeven hoe de accu’s worden opgeladen/verwisseld.

      • v.

        Een klachtenplan, zodat de aanbieder zijn klachtenafhandeling goed organiseert voor gebruikers en derden. Met daarin beschreven de wijze van indiening (met ten minste identificatie deelvoertuig en vrij veld voor opmerkingen), termijn van afhandeling, acties, registratie en reactie. De aanbieder zorgt dat zijn contactgegevens (ten minste: naam, telefoonnummer en voertuignummer) op zijn deelvoertuigen zichtbaar en goed leesbaar aanwezig zijn, zodat duidelijk is waar meldingen ingediend dienen te worden. Klachten van derden en afhandeling hiervan dient geregistreerd te worden en binnen 24 uur beantwoord te worden. Ook klachten die via de gemeente (incl. Buiten Beter) en de MaaS Dienstverlener binnenkomen worden hierin meegenomen. Aanvullend in geval van aanvraag van verlenging: een aanpak om overlast verder terug te dringen.

      • vi.

        Een data- en persoonsgegevensplan, met daarin vermeld welke data wordt geleverd aan de gemeente en hoe de datalevering wordt georganiseerd. Aanvullend in geval van aanvraag van verlenging: een aanpak om per melding de oplostijd en handeling op straat te monitoren en inzichtelijk te maken voor de gemeente.

    • e.

      het ingevulde Bibob vragenformulier.

Artikel 5 Aan de vergunning te verbinden voorschriften

Het college kan in ieder geval de volgende voorschriften en beperkingen aan een vergunning verbinden:

  • a.

    de vergunning is niet overdraagbaar;

  • b.

    vergunninghouder draagt er zorg voor dat de deelvoertuigen voldoen aan de geldende regelgeving en kwaliteitsnormen;

  • c.

    vergunninghouder zorgt ervoor dat deelscooters alleen aangeboden worden aan personen van 16 jaar of ouder;

  • d.

    de vergunninghouder exploiteert binnen twaalf weken na de vergunningverlening het minimumaantal vergunde deelvoertuigen.

Artikel 6 Vergunningvoorschriften

Het college verbindt aan de vergunning in ieder geval de volgende voorschriften:

  • 1.

    Defecte of niet te gebruiken voertuigen dienen binnen 24 uur door de aanbieder gerepareerd of verwijderd te worden uit de openbare ruimte. De aanbieder zorgt ervoor dat hij hierop actief handhaaft. Defecte voertuigen worden niet gebruikt en nemen daarom schaarse ruimte in, en zorgen voor verrommeling van de openbare ruimte.

  • 2.

    De aanbieder draagt er zorg voor dat voertuigen te allen tijde heel (vrij van deuken en gaten, etc.), veilig, schoon en netjes (vrij van beplakking en graffiti, etc.) zijn en blijven.

  • 3.

    De aanbieder houdt zich aan de zonering waarbinnen de deelvoertuigen niet mogen worden aangeboden en aan de geldende verkeersregels. De aanbieder is te allen tijde verantwoordelijk voor het correct stallen van de deelvoertuigen en neemt de nodige maatregelen om hinderlijk of foutief geparkeerde deelvoertuigen binnen 24 uur correct te stallen of te verwijderen uit de openbare ruimte. De gemeente mag hinderlijk of foutief geparkeerde deelvoertuigen verwijderen uit de openbare ruimte. Deze kunnen tegen betaling worden opgehaald bij het Fietsdepot.

  • 4.

    De deelvoertuigen mogen niet ter gebruik aan worden geboden in de gebieden waar het achterlaten van deelvoertuigen verboden is. Deze plaatsen worden aangewezen door burgemeester en wethouders in het Aanwijsbesluit Deelvoertuigen van de gemeente en kunnen gebied-specifiek worden opgesteld. De aanbieder dient zijn software voor de gebruiker zo op te maken en te exploiteren dat het onmogelijk is voor gebruikers om een gebruikssessie te beëindigen wanneer de gebruiker zich in een dergelijke zone bevindt (via bijvoorbeeld geofencing). Daarnaast kan de gemeente gebieden aanwijzen waarbinnen een snelheidsbeperking door middel van geofencing uitgevoerd dient te worden voor bepaalde voertuigcategorieën.

  • 5.

    De aanbieder dient gemiddeld per maand 75% van zijn overeengekomen aantal voertuigen beschikbaar te hebben in de gemeente om hiermee een continuïteit in aanbod te garanderen. Gebruikers moeten op de deelvoertuigen kunnen vertrouwen voor hun reisbehoeften. Wanneer er zomaar deelvoertuigen verdwijnen uit de stad, heeft dat een negatief effect op de betrouwbaarheid van het systeem. Indien de aanbieder onderbrekingen wenst te bekomen waardoor de gebruiker geen of slechts gedeeltelijk beschikking zal hebben over de Deelvoertuigen, dient hij deze per mail aan te vragen en te motiveren aan de gemeente. De gemeente geeft aan of de gewenste (tijdelijke) uitdienstname aanvaardbaar is.

  • 6.

    De openbare ruimte is kostbaar en daarom is het wenselijk dat deze ruimte efficiënt gebruikt wordt. Dit geldt ook voor deelvoertuigen en daarom moet er gestreefd worden naar een optimale gebruiksratio. In het eerste jaar dienen de deelvoertuigen minimaal een gemiddeld gebruik van 1 rit per deelvoertuig per dag te halen. Na het eerste jaar dient er een minimaal gemiddeld gebruik van 2 ritten per deelvoertuig per dag te zijn. Daarnaast mag het deelvoertuig, niet zijnde een defect voertuig, maximaal 4 dagen stilstaan om de druk op de openbare ruimte en overlast van deelvoertuigen te beperken.

  • 7.

    Om het gebruik te kunnen monitoren en voor handhaving en beheer van de deelvoertuigen levert de aanbieder inzicht in de volgende data aan de gemeente. De volgende data worden geanonimiseerd per kwartaal (of eerder op verzoek), zonder extra kosten, digitaal via een gebruikelijk en leesbaar format aangeleverd:

    • a.

      Aantal unieke gebruikers

    • b.

      Aantal actieve gebruikers

    • c.

      Aantal kilometers per rit

    • d.

      Aantal ritten per dag

    • e.

      Gemiddelde duur gebruik per rit

    • f.

      Tijdstip (start, einde)

    • g.

      Stilstand tijd voertuigen

    • h.

      Gebruikers inzet (voor welke verplaatsing is het deelvoertuig gebruikt?)

    • i.

      Locatie herkomst en bestemming

    • j.

      Gebruikersratio: aantal beschikbare voertuigen per buurtcode/in gebruikzijnde voertuigen per buurtcode.

    • k.

      Aantal defecte voertuigen

    • l.

      Aantal en locaties vernielde voertuigen

    • m.

      Ontvangen meldingen, klachten en oplostijd hiervan

    • n.

      Gemiddelde leeftijd klanten

    • o.

      Meldingen per deelvoertuig inclusief aard (o.a. klacht, vragen, opmerkingen)

    • p.

      Afhandelingstermijn van meldingen

    • q.

      Welk vervoermiddel vervangt het deelvoertuig?

  • 8.

    Voor klachten die via de gemeente binnenkomen ontvangt de gemeente binnen één werkdag een terugkoppeling van de aanbieder met toelichting hoe de klacht is afgehandeld.

  • 9.

    De aanbieder faciliteert de gemeente zo goed als mogelijk om gezamenlijk een oplossing te bieden voor de verkeersproblemen (ook bij evenementen en wegwerkzaamheden) in Deventer.

  • 10.

    Binnen de gemeente Deventer zijn een aantal privéterreinen die wel openbaar toegankelijk zijn, maar niet in eigendom en/of beheer zijn van de gemeente Deventer. De aanbieder dient aparte afspraken te maken over het aanbieden van de deelvoertuigen op deze terreinen met de desbetreffende beheerders of belangenbehartigers. Deze terreinen worden aangewezen door burgemeester en wethouders in het Aanwijsbesluit Deelvoertuigen van de gemeente.

Artikel 7 Verdelingsprocedure schaarse vergunningen voor deelvoertuigen

  • 1.

    Vergunningaanvraag is mogelijk vanaf het moment dat aanvragen kunnen worden ingediend als bedoeld in artikel 5.

  • 2.

    Bij schaarste geldt “op volgorde van binnenkomst”, waarbij als datum van indiening geldt de datum waarop de aanvraag volledig is.

  • 3.

    Er wordt geen wachtlijst opgesteld, de aanbieder moet wachten tot de nieuwe ronde vergunningverlening.

Artikel 8 Citeerregel

Deze nadere regels worden aangehaald als Nadere regels deelvoertuigen Deventer.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op de dag na die van de bekendmaking.

Aldus besloten op 13 september 2022 te Deventer, Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris,

de burgemeester,


1

Tijdens de vergunningsperiode mag per vergunninghouder het aantal deel(snor)scooters worden verlaagd en worden aangevuld met (elektrische) deelfietsen tot het maximum totaal aantal voertuigen van 100.